Uitvoeringsbesluit Marktverordening gemeente Zwolle 2017

Geldend van 01-01-2018 t/m heden

Intitulé

Uitvoeringsbesluit Marktverordening gemeente Zwolle 2017

Burgemeester en wethouders van de gemeente Zwolle,

Gelet op artikel 160 lid 1 onder h van de Gemeentewet en artikel 4 van de Marktverordening gemeente Zwolle 2017

Besluit d.d. 7 november 2017

Het Uitvoeringsbesluit marktverordening 2017 vast te stellen en het Uitvoeringsbesluit marktverordening 2015 in te trekken onder voorbehoud dat de Raad de Marktverordening 2017 vaststelt.

Burgemeester en wethouders voornoemd,

drs. H.J. Meijer, burgemeester

mr. I. Geveke, secretaris

Artikel 1 Begripsomschrijving

De in artikel 1 van de Marktverordening gemeente Zwolle 2017 gegeven begripsomschrijvingen zijn van overeenkomstige toepassing op deze nadere regels.

Artikel 2 Dag, tijd en plaats van de markt

  • 1.

    De markten vinden plaats:

    • op dinsdag in de Aa-landen op een gedeelte van de parkeerplaats en het trottoir van winkelcentrum De Dobbe, zoals aangegeven op bijbehorende kaart;

    • op woensdag in Zwolle-zuid op de parkeerplaats aan de Van der Capellenstraat, zoals aangegeven op bijbehorende kaart;

    • op donderdag in Stadshagen, op de Belvédèrelaan, zoals aangegeven op bijbehorende kaart;

    • op vrijdag in Zwolle centrum, zoals aangegeven op bijbehorende kaart;

    • op vrijdag in Westenholte op het Petuniaplein, zoals aangegeven op bijbehorende kaart;

    • op zaterdag in Zwolle centrum, zoals aangegeven op bijbehorende kaart.

  • 2.

    De openingstijden van de markten zijn:

    • in Aa-landen, bij winkelcentrum De Dobbe iedere dinsdag van 12.00 tot 17.00 uur;

    • in Zwolle-zuid in de Van der Capellenstraat iedere woensdag van 08.30 tot 12.30 uur;

    • in Stadshagen iedere aan de Belvédèrelaan iedere donderdag van 13.00 tot 20.00 uur;

    • in Zwolle centrum iedere vrijdag van 08.00 tot 13.00 uur;

    • in Westenholte op het Petuniaplein iedere vrijdag van 9.00 tot 18.00 uur;

    • in Zwolle centrum iedere zaterdag van 08.30 tot 17.00 uur.

  • 3.

    Het college kan op grond van dringende redenen, of indien zich uitzonderlijke situaties en omstandigheden voordoen die het houden van een markt niet meer mogelijk maken zoals grootschalige evenementen, extreme weersomstandigheden of in geval van vrees voor verstoring van de openbare orde, niet kan plaatsvinden op de in het eerste lid en tweede lid bepaalde dag en tijd.

  • 4.

    Indien mogelijk kan het college ter vervanging van uitgevallen marktdagen in afwijking van het eerste en tweede lid bepalen dat de markt tijdelijk op een andere dag, tijd en of locatie zal plaatsvinden:

  • 5.

    Het college is tevens bevoegd te bepalen dat de markt tijdelijk zal plaatsvinden op een andere dag, indien de in het eerste lid bedoelde dag samenvalt met één van de in artikel 2, eerste lid, onder b van de Winkeltijdenwet genoemde dagen of delen daarvan.

  • 6.

    Het college is bevoegd te bepalen dat geen markt wordt gehouden, indien één van de in het eerste lid bedoelde dagen samenvalt met Koningsdag en of Bevrijdingsdag;

  • 7.

    Het college is voorts bevoegd te bepalen dat geen markt wordt gehouden indien:

    • bij uitvoering van het eerste en tweede lid, het verwachte aantal kooplieden minder is dan 70% van het reguliere aantal aanwezige kooplieden.

    • bij uitvoering van het vierde lid het verwachte aantal kooplieden minder is dan 50% van het reguliere aantal aanwezige kooplieden.

  • 8.

    Plaats toewijzing voor de markten, als bedoeld in het vierde lid, geschiedt op aanwijzing van de marktmeester.

Artikel 3 De inrichting van de markten, aantal plaatsen

Het aantal kramen op elke markt bedraagt niet meer dan de ruimte op die markt mogelijk maakt. Voor elke markt is de beschikbare ruimte uitgewerkt op een kaart die door het college is vastgesteld op grond van artikel 3 lid 1 van de marktverordening.

Artikel 4 De inrichting van de markten, branchelijst

  • 1.

    Voor de dinsdagmarkt als bedoeld in artikel 2, lid 1 onder a. geldt:

    • op deze markt mogen de in bijlage I aangegeven artikelen(groepen) worden verhandeld;

    • op deze markt kunnen voor elke van de in de bijlage I genoemde artikelen(groepen) niet meer standplaatsen worden toegewezen dan aangegeven in bijlage I onder aantal kooplieden.

  • 2.

    Voor de woensdagmarkt als bedoeld in artikel 2, lid 1 onder b. geldt:

    • op deze markt mogen de in bijlage II aangegeven artikelen(groepen) worden verhandeld;

    • op deze markt kunnen voor elke van de in de bijlage II genoemde artikelen(groepen) niet meer standplaatsen worden toegewezen dan aangegeven in bijlage II onder aantal kooplieden.

  • 3.

    Voor de donderdagmarkt als bedoeld in artikel 2, lid 1 onder c geldt:

    • op deze markt mogen de in bijlage Ill aangegeven artikelen(groepen) worden verhandeld;

    • op deze markt kunnen voor elke van de in de bijlage Ill genoemde artikelen(groepen) niet meer standplaatsen worden toegewezen dan aangegeven in bijlage Ill onder aantal kooplieden.

  • 4.

    Voor de vrijdagmarkt als bedoeld in artikel 2, lid 1 onder d geldt:

    • op deze markt mogen de in bijlage V aangegeven artikelen(groepen) worden verhandeld;

    • op deze markt kunnen voor elke van de in de bijlage V genoemde artikelen(groepen) niet meer standplaatsen worden toegewezen dan aangegeven in bijlage V onder streefaantal

  • 5.

    Voor de vrijdagmiddagmarkt als bedoeld in artikel 2, lid 1 onder e geldt:

    • op deze markt mogen de in bijlage IV aangegeven artikelen(groepen) worden verhandeld;

    • op deze markt kunnen voor elke van de in de bijlage IV genoemde artikelen(groepen) niet meer standplaatsen worden toegewezen dan aangegeven in bijlage IV onder aantal kooplieden.

  • 6.

    Voor de zaterdagmarkt als bedoeld in artikel 2, lid 1 onder f geldt:

    • op deze markt mogen de in bijlage V aangegeven artikelen(groepen) mogen worden verhandeld;

    • op deze markt kunnen voor elke van de in de bijlage V genoemde artikelen(groepen) niet meer standplaatsen worden toegewezen dan aangegeven in bijlage V onder streefaantal.

Artikel 5 Inhoud vergunning vaste plaats of seizoensplaats

De vergunning die wordt verleend voor het innemen van een vaste plaats vermeldt in ieder geval:

  • naam en voorna(a)m(en), geboortedatum en –plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder;

  • de afmetingen van de toegewezen standplaats;

  • de verkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van de plaats mag gebruiken;

  • het soort artikelen dat de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe de vergunninghouder behoort;

  • of het gebruik van bak en braad en/of van verwarmingsapparatuur is toegestaan.

  • de datum waarop aan de vergunninghouder voor het eerst vergunning is verleend en zijn daaraan gekoppelde plaats op de anciënniteitlijst.

Artikel 6 Volgorde toewijzing vaste standplaatsen en seizoensplaatsen wijkmarkten

  • 1.

    De volgorde van toewijzing van standplaatsen op de markten zoals bedoeld in artikel 2, lid 1 d en f geschiedt op de volgende wijze:

    • a.

      Indien een of meerdere vaste plaatsen vrijkomen wordt dit eerst bekend gemaakt aan de vergunninghouders van een vaste plaats of seizoensplaats (door middel algemene bekendmaking). Zij worden eerst in de gelegenheid gesteld om op deze vacante plaats(en) te reageren. De vrijgekomen plaats wordt toegekend aan de belangstellende vergunninghouder met dien verstande dat:

      • deze vergunninghouder gedurende de afgelopen twee jaren heeft voldaan aan het aanwezigheidscriterium, zoals bedoeld in artikel 9;

      • plaatsverbetering voor plaatsuitbreiding gaat;

      • de voorgenomen verplaatsing geen afbreuk doen aan de kwaliteit van de markt, zulks ter beoordeling van het college.

      • bij meerdere reacties op dezelfde plaats, de plaats wordt toegewezen aan de vergunninghouder die het langst staat ingeschreven op de ancienniteitslijst.

    • b.

      indien een vrijgekomen vaste plaats niet wordt ingenomen door een andere vergunninghouder van een vaste plaats, maakt het college door middel van een openbare publicatie bekend, voor welke branche(s) of artikelgroepen vergunning voor één of meerdere vaste plaatsen kan worden verleend en dat gegadigden voor een vergunning voor de daarbij genoemde datum daarvoor een aanvraag kunnen doen;

    • c.

      indien per vrijgekomen plaats meerdere aanvragen worden ontvangen, geldt dat de gegadigde die artikelen wil verkopen die nog niet op de betreffende markt vertegenwoordigd zijn voorrang krijgt. Bij twee of meer gegadigden geschiedt vergunningverlening vervolgens bij loting door of namens het college.

Artikel 7 Volgorde toewijzing vaste standplaatsen en seizoensplaatsen centrummarkten

  • 1.

    De volgorde van toewijzing van standplaatsen op de markten zoals bedoeld in artikel 2, lid 1 d en f geschiedt op de volgende wijze:

    • a.

      Indien een of meerdere vaste plaatsen vrijkomen wordt dit eerst bekend gemaakt aan de vergunninghouders van een vaste plaats (door middel van een algemene bekendmaking). Zij worden eerst in de gelegenheid gesteld om op deze vacante plaats(en) te reageren. De vrijgekomen plaatst wordt toegekend aan de belangstellende vergunninghouder met dien verstande dat:

      • deze vergunninghouder gedurende de afgelopen twee jaren heeft voldaan aan het aanwezigheidscriterium, zoals bedoeld in artikel 9;

      • plaatsverbetering voor plaatsuitbreiding gaat;

      • de voorgenomen verplaatsing geen afbreuk doen aan de kwaliteit van de markt, zulks ter beoordeling van het college.

      • bij meerdere reacties op dezelfde plaats, de plaats wordt toegewezen aan de vergunninghouder die het langst staat ingeschreven op de ancienniteitslijst.

    • b.

      indien een vrijgekomen vaste plaats niet wordt ingenomen door een andere vergunninghouder van een vaste plaats, maakt het college door middel van een publicatie in “de koopman” en/of op de gemeentelijke website bekend, voor welke branche(s) of artikelgroepen vergunning voor één of meerdere vaste plaatsen kan worden verleend en dat gegadigden voor een vergunning voor de daarbij genoemde datum daarvoor een aanvraag kunnen doen;

    • c.

      bij de beoordeling van de aanvragen kent het college punten toe aan de hand van de volgende aspecten en tot het daarbij vermelde maximum aantal van 90 punten:

      • Of het assortiment van de gegadigde een gewenste toevoeging aan het marktassortiment vormt; (20)

      • De algemene uitstraling van uitstalling en het gebruikte verkoopmateriaal; (35)

      • Het marktverleden van de gegadigde en de indruk die hij maakt (35)

    • d.

      Indien een gegadigde meer dan 60 punten behaald kan de vergunning verleend worden, indien twee of meer gegadigden elk 60 punten of meer behalen, geschiedt verlening van de vergunning bij loting door of namens het college;

    • e.

      Indien een gegadigde minder dan 50 punten behaalt kan het college besluiten om de vergunning niet te verlenen en de vaste plaats voor bepaalde tijd vacant te laten.

    • f.

      Indien een gegadigde meer dan 50 punten doch minder dan 60 punten behaald, zal de gegadigde door de marktmeesters worden uitgenodigd om eenmalig een plaats in te nemen op de markt. Op basis van een beoordeling ter plaatse kan dan bepaald worden of alsnog een vergunning verleend kan worden.

  • 2.

    Het college stelt een commissie in die advies uitbrengt over het bepaalde in dit artikel.

Artikel 8 Persoonlijk innemen standplaats

  • 1.

    De vergunninghouder neemt persoonlijk de standplaats in waarvoor hem vergunning is verleend. Hij mag de standplaats niet aan een ander afstaan of in gebruik geven als hem daarvoor geen vergunning of ontheffing is verleend door het college.

  • 2.

    De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan door één of meer personen.

Artikel 9 Legitimatie en identiteit

Degene die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, dient op eerste aanvraag van de marktmeester aan te tonen dat hij daartoe gerechtigd is.

Artikel 10 Overschrijving vaste plaats of seizoensplaats

  • 1.

    In geval van bedrijfsbeëindiging (bijv. in geval van overlijden, blijvende arbeidsongeschiktheid, pensionering dan wel wens tot verkoop van de kraam) door de vergunninghouder, kan de vergunning voor het innemen van een vaste plaats met behoud van anciënniteit, worden overgeschreven op:

    • de echtgenoot, de geregistreerde partner of de levenspartner van de vergunninghouder;

    • één kind van de vergunninghouder dat, direct daaraan voorafgaand, gedurende een aaneengesloten periode van 1 jaar de vergunninghouder heeft bijgestaan;

    • een broer, zuster of medewerk(st)er van de vergunninghouder die, direct daaraan voorafgaand, gedurende een aaneengesloten periode van 1 jaar de vergunninghouder heeft bijgestaan.

    • een vervanger als bedoeld in art 10 Lid 2, die meer dan 1 jaar als zodanig heeft gefunctioneerd en heeft voldaan aan het aanwezigheidscriterium als bedoeld in artikel 9 met dien verstande dat de overschrijving alleen kan plaatsvinden als de handel van de kraam past binnen de branchelijst.

  • 2.

    Indien de vaste plaats niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste lid, dan kan een vaste plaats worden overgeschreven op:

    • Een natuurlijk persoon als bedoeld in artikel 6 tweede lid van de marktverordening die de kraam met bijbehorende handel overneemt en wenst voort te zetten op de markt waarvoor de vergunninghouder vergunning was verleend, met dien verstande dat de overschrijving alleen kan plaatsvinden als de handel van de kraam past binnen de branchelijst .

  • 3.

    De datum waarop aan de vergunning wordt overgeschreven naar de nieuwe vergunninghouder als bedoeld in het tweede lid, bepaald opnieuw voor deze vergunninghouder zijn daaraan gekoppelde plaats op de anciënniteitlijst

  • 4.

    Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen 12 weken na de (voorgenomen) bedrijfsbeëindiging door de vergunninghouder.

Artikel 11 Aantal keren innemen standplaats door een vergunninghouder van een vaste plaats

  • 1.

    De vergunninghouder van een vaste plaats dient er voor te zorgen dat deze plaats tenminste 11 keer per kwartaal wordt ingenomen.

  • 2.

    De vergunninghouder van een vaste plaats die plotseling is verhinderd zijn vaste plaats in te nemen wegens ziekte of bijzondere omstandigheden deelt dit voorafgaand aan de betreffende marktdag mondeling mee aan de marktmeester. De marktmeester maakt hiervan een aantekening in het logboek.

  • 3.

    Indien een vergunninghouder door ziekte of bijzondere omstandigheden niet kan voldoen aan het eerste lid, kan het college op aanvraag van de vergunninghouder tijdelijk ontheffing verlenen van de verplichting als bedoeld in het eerste lid.

  • 4.

    Het college verleent de ontheffing als bedoeld in het derde lid voor maximaal 1 kwartaal per jaar. Indien de vergunninghouder verwacht langer afwezig te zijn dient hij een ontheffing aan te vragen als bedoeld in artikel 10 tweede lid.

  • 5.

    Bij vakantie meldt de vergunninghouder vooraf hoe lang zijn afwezigheid duurt. Het is geoorloofd om in verband met vakantie afwezig te zijn voor een periode van maximaal 4 aaneengesloten weken per kalenderjaar.

Artikel 12 Vervanging van de vergunninghouder van een vaste plaats of seizoensplaat wegens ziekte, bijzondere omstandigheden of vakantie

  • 1.

    Indien een vergunninghouder langer dan twee weken zijn vaste plaats niet kan innemen wegens ziekte of bijzondere omstandigheden, mag hij zich laten vervangen. Hiertoe dient hij een aanvraag tot ontheffing in. Bij de aanvraag dient hij aan te geven of, en zo ja, hoe zijn vervanging zal worden geregeld.

  • 2.

    Het college verleent de ontheffing als bedoeld in het eerste lid, voor een termijn van maximaal dertien weken.

  • 3.

    De ontheffing kan op aanvraag worden verlengd met telkens een termijn van maximaal 13 weken, tot een totale termijn van maximaal 2 jaar Na deze termijn wordt vast gesteld dat de vergunninghouder niet kan voldoen aan een voorschrift uit het uitvoeringsbesluit en kan de vergunning worden ingetrokken of wegens blijvende arbeidsongeschiktheid worden overgeschreven zoals bedoeld in artikel 8.

  • 4.

    Bij vakantie kan een vergunninghouder zich tijdelijk laten vervangen mits hij vooraf meldt hoe lang zijn afwezigheid duurt en door wie hij zich laat vervangen. De vervanging kan na mondelinge toestemming van de marktmeester, gevolgd door een schriftelijke bevestiging van het college. Dit is maximaal 4 aaneengesloten weken per kalenderjaar toegestaan.

  • 5.

    Aan een vergunninghouder kan tevens vervanging voor 1 marktdag worden toegestaan na mondelinge toestemming van de marktmeester, de marktmeester maakt hiervan een aantekening in het logboek. Dit is maximaal 4 marktdagen per jaar mogelijk.

Artikel 13 Standwerkersplaats

  • 1.

    Per markt wordt het navolgend aantal standwerkersplaatsen vastgesteld waarvoor aan standwerkers die voldoen aan de vereisten van artikel 6, tweede lid van de Marktverordening gemeente Zwolle 2017 een kan worden verleend:

    • voor de vrijdagmarkt als bedoeld in artikel 2, lid 1 onder d: 2 standwerkersplaatsen;

    • voor de zaterdagmarkt als bedoeld in artikel 2, lid 1 onder f: 2 standwerkersplaatsen.

  • 2.

    De verlening van een vergunning voor een standwerkersplaats geschiedt bij loting door of namens het college op vrijdag om 8.30 uur en op zaterdag om 9.00 uur. Aanmelding dient een half uur voor de loting te geschieden bij de marktmeester.

  • 3.

    Een vergunning voor een standwerkersplaats geldt voor de in de vergunning vermelde dag en plaats en voor de in de vergunning omschreven artikelen.

  • 4.

    Een vergunning voor een standwerkersplaats kan niet worden overgedragen. De vergunninghouder kan zich niet laten vervangen.

Artikel 14 Dagplaats centrummarkten

  • 1.

    Een vergunning voor een dagplaats kan worden verleend op standplaatsen op de markten zoals bedoeld in artikel 2, lid 1 d en f die niet zullen worden ingenomen door de vergunninghouder van een vaste plaats vanwege een omstandigheid als bedoeld in artikel 11 lid 2 of 11 lid 5, tenzij voorzien is in een vervanger.

  • 2.

    De verlening van een vergunning voor een dagplaats geschiedt bij loting door of namens het college uitsluitend op vrijdag (centrummarkt) om 8.00 uur en op zaterdag om 8.30 uur aan personen die voldoen aan artikel 6, tweede lid van de Marktverordening gemeente Zwolle 2015. Aanmelding dient een half uur voor de loting te geschieden bij de marktmeester.

  • 3.

    Per artikelgroep wordt maximaal één dagplaats toegewezen. Indien op een markt een branche-indeling geldt, kan per artikel dus een extra kraam worden toegewezen, met uitzondering van artikelen de vallen onder de productgroep “Food”. Een dagplaats voor een artikel uit de productgroep “Food” wordt alleen toegewezen als dit nog past binnen de branchelijst.

  • 4.

    Ter bevordering van productdifferentiatie en een divers marktaanzicht, is het niet toegestaan om een dagplaats in te nemen met een product dat verhandeld wordt op één van de aangrenzende standplaatsen.

  • 5.

    Een vergunning voor een dagplaats geldt voor de in de vergunning vermelde dag en plaats en voor de in de vergunning omschreven artikelen.

  • 6.

    Een vergunning voor een dagplaats kan niet worden overgedragen. De vergunninghouder kan zich niet laten vervangen.

Artikel 15 Het tijdstip van het innemen van de standplaats en de aan- en afvoer van goederen

  • 1.

    Het is vergunninghouders verboden om op het marktterrein meer dan 3 uur voor aanvang en meer dan 2 uur na afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen dan wel goederen aan of af te voeren.

  • 2.

    De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt in te nemen. Het college kan van deze verplichting ontheffing verlenen.

  • 3.

    Indien de vergunninghouder van een vaste plaats niet uiterlijk een half uur voor de openingstijd van de betreffende markt, als bedoeld in artikel 2 lid 2, de standplaats heeft ingenomen, wordt de betreffende plaats voor die dag als dagplaats aangemerkt.

  • 4.

    Vergunninghouders van een dagplaats moeten hun standplaats uiterlijk een half uur na openingstijd van de markt hebben ingenomen.

  • 5.

    Vergunninghouders van een standwerkersplaats moeten hun standplaats uiterlijk een uur na openingstijd van de markt hebben ingenomen.

  • 6.

    Het bepaalde in het derde lid, is niet van toepassing indien de vergunninghouder de marktmeester voor dit tijdstip, onder opgave van dwingende redenen die hem beletten tijdig aanwezig te zijn, heeft verzocht de plaats vrij te houden, zulks ter beoordeling van de marktmeester.

  • 7.

    Voertuigen van vergunninghouders van vaste plaatsen en dagplaatsen moeten een half uur na de openingstijd als bedoeld in artikel 2, lid 2 van het marktterrein zijn verwijderd en mogen niet eerder dan na de sluitingstijd als bedoeld in artikel 2, lid 2 het marktterrein oprijden.

  • 8.

    Voertuigen van vergunninghouders van standwerkersplaatsen moeten een uur na de openingstijd als bedoeld in artikel 2, lid 2 van het marktterrein zijn verwijderd en mogen niet eerder dan na de sluitingstijd als bedoeld in artikel 2, lid 2 het marktterrein oprijden.

  • 9.

    Van het bepaalde in het zevende en achtste lid kan, in verband met logistieke redenen, ontheffing worden verleend door het college.

Artikel 16 Parkeren voertuigen op de markt

  • 1.

    Het is vergunninghouders verboden voertuigen op de markt te parkeren.

  • 2.

    Het college kan, gelet op de aard van de verkochte producten of vanwege bijzondere omstandigheden, ontheffing verlenen van het verbod zoals bedoeld in het eerste lid, als dit markttechnisch mogelijk is, zulks ter beoordeling van het college.

  • 3.

    Het verbod in het eerste lid geldt niet voor de markt op dinsdag op de Aa-landen, op woensdag in Zwolle-zuid, en op donderdag in Stadshagen, en dit verbod geldt niet voor de markt op het Grote Kerkplein op vrijdag.

  • 4.

    Dit verbod geldt eveneens niet indien het voertuig onderdeel vormt van de verkoopruimte. In dat geval wordt het ook het voertuig per m2 ingemeten als standplaats.

Artikel 17 Koken/bakken/verwarmen

Het gebruik van kook- en bakinstallaties en van verwarmingsapparatuur is alleen toegestaan indien dit in de vergunning is vermeld.

Artikel 18 Algemene veiligheidsnormen

In het kader van brandpreventie gelden voor alle standplaatsen de volgende regels:

  • elektrische gloeilampen dienen zo te worden gemonteerd dat zij niet in aanraking kunnen komen met gemakkelijk brandbare stoffen;

  • losse kabels moeten zich op een hoogte van tenminste 2,5 meter boven de grond bevinden of kabels, die in de looppaden op de grond liggen, moeten afgedekt worden met afdekmatten, zulks ter goedkeuring van de marktmeester;

  • bij elke standplaats waar gebakken of gebraden wordt moet een doelmatig blusapparaat (bijvoorbeeld een koolzuursneeuwblusser met een vulling van tenminste 4 kg. of een poederblusser met een vulling van tenminste 6 kg.), alsmede een deksel voor afsluiting van de pan(nen) aanwezig zijn;

  • een gaskomfoor of een elektrisch komfoor moet zijn opgesteld op een plaats van onbrandbaar materiaal, dat de warmte slecht geleidt;

  • een gaskomfoor moet door middel van een speciaal daarvoor geconstrueerde rubberslang met metalen klemmen of koppelingen aan de gasfles(sen) zijn verbonden;

  • lege of niet in gebruik zijnde gasflessen moeten buiten een kraam of wagen zijn opgesteld. In gebruik zijnde flessen moeten op een goed geventileerde plaats zijn opgesteld;

  • emballage en verpakkingsmateriaal mag niet in of nabij open vuur aanwezig zijn;

  • ballons, met brandbaar gas gevuld, mogen niet aanwezig zijn;

  • Het gebruik van LPG als brandstof voor bak en braad en of verwarming is alleen toegestaan indien hiervoor voorschriften zijn opgenomen in de vergunning en overeenkomstig het gestelde in de voorschriften.

  • Het is niet toegestaan dat gasflessen in het zicht van het publiek worden geplaatst

Artikel 19 Gebruik van elektra

Het is de vergunninghouder niet voor de verlichting van een standplaats gebruik te maken van andere dan elektrische verlichting alsmede elektrische stroom. Het is de vergunninghouder niet toegestaan deze stroom van een gemeentelijke voorziening te betrekken zonder toestemming van de marktmeester of van een ander te betrekken dan degene die door het college voor het leveren van elektriciteit is aangewezen.

Artikel 20 Schoon opleveren van de standplaats

Met betrekking tot het schoon opleveren van de standplaats gelden de volgende regels:

  • de ondergrond en omgeving van de standplaats dienen schoon te worden opgeleverd, zulks ter goedkeuring van de marktmeester;

  • alle afval van de vergunninghouder dient door hem zelf ingezameld en afgevoerd te worden van het marktterrein.

  • een vergunninghouder die opdracht krijgt om aan de voorzijde van zijn kraam of verkoopgelegenheid afvalbakken te plaatsen, dient hieraan te voldoen, zulks ter goedkeuring van de marktmeester;

  • een vergunninghouder die handel drijft in artikelen van een branche waaruit mogelijkerwijs zou kunnen voortvloeien dat de ondergrond en omgeving van zijn standplaats vervuild raken, dient maatregelen te treffen om dit te voorkomen. De te treffen maatregelen dienen ter goedkeuring van de marktmeester, en zonodig op zijn aanwijzingen, te geschieden.

Artikel 21 Gebruik van geluidsapparatuur

  • 1.

    Het gebruik van geluidsapparatuur of aggregaat is alleen toegestaan indien hiervoor in de vergunning voor het innemen van een standplaats een voorschrift is opgenomen

  • 2.

    Standplaatshouders of bezoekers van de markt mogen van het gebruik van de geluidsapparatuur of aggregaat geen enkele hinder ondervinden, zulks ter beoordeling van de marktmeester.

Artikel 22 Uitstallingen

  • 1.

    Uitstallingen zijn alleen toegestaan indien hiervoor in de vergunning voor het innemen van een standplaats een voorschrift is opgenomen.

  • 2.

    Toestemming voor uitstallingen kan alleen worden verleend indien er sprake is van een vrije doorgang voor het publiek van 3 meter. Deze uitstallingen mogen geplaatst worden tot tafelhoogte.

  • 3.

    Op de aanrijroute voor hulpverleningsdiensten kan alleen toestemming worden verleend voor uitstallingen indien er sprake is van een vrije doorgang van 4 meter breed en 4,5 meter hoog.

  • 4.

    Uitstallingen waarvoor geen toestemming is verleend, moeten onmiddellijk worden verwijderd.

  • 5.

    In verband met het zicht op naastgelegen kramen mogen reclame-uitingen en producten die aan de luifel van de kraam hangen zich niet bevinden niet binnen een afstand van 2 meter tot de naastgelegen kraam.

Artikel 23 Inwerkingtreding

Deze nadere regels treden in werking op de dag dat de Marktverordening gemeente Zwolle 2017 in werking is getreden.

Artikel 24 Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als Uitvoeringsbesluit Marktverordening gemeente Zwolle 2017.

Ondertekening