CVDR21135_1Deelverordening SamenlevingnlregelingAchtkarspelen2010-02-10AchtkarspelenOnbekendOnbekendOnbekendcollege van burgemeester en wethoudersbestuur en recht2009-12-01De tekst in dit document is vrij van auteursrecht en
databankrecht2009-12-012013-01-24OnbekendOnbekendGeenDeelverordening Samenleving1Algemeen1.1Algemene bepalingen1.1BegripsbepalingenIn deze verordening wordt verstaan onder:
amateurkunstbeoefening: de beoefening op amateurbasis door
harmonie-, fanfarekorpsen en brassbands, drumbands en
majorettekorpsen, zang- en toneelverenigingen;
actief lid: een natuurlijk persoon die als lid van een
vereniging actief deelneemt aan de activiteiten van die
vereniging;
jeugdlid: een lid van een vereniging dat op 1 januari van het
subsidiejaar in de leeftijdscategorie van 4 tot en met 17 jaar
valt en dat tevens is ingeschreven in de Gemeentelijke
Basisadministratie van de gemeente Achtkarspelen.
sportvereniging:
een vereniging die is aangesloten bij een regionale of
landelijke door het NOC*NSF erkende sportbond en
statutair is gevestigd in de gemeente
Achtkarspelen;
een rechtspersoon die naar het oordeel van burgemeester
en wethouders met een in het eerste lid bedoelde
vereniging kan worden gelijkgesteld;
sporttechnisch kader: sporttechnisch geschoolde leiding, in het
bezit van de door de betreffende landelijke of regionale
sportorganisaties vereiste diploma’s en/of bevoegdheden en in
dienst bij de Stichting Sport Fryslân;
kwaliteitsfactor: de factor die de zwaarte van de bevoegdheid
van de leider c.q. trainer die de jeugdleden traint,
aangeeft;
evenement: elke voor publiek toegankelijke verrichting van
vermaak die voldoet aan de nadere eisen als bedoeld in artikel
4.2;
1.2Algemene subsidieverordening1.De Algemene subsidieverordening gemeente Achtkarspelen is van
toepassing op subsidies die op basis van deze verordening worden
verleend.2.Voor zover in deze verordening van de Algemene subsidieverordening
afwijkende bepalingen zijn opgenomen, geldt deze verordening.1.3Te subsidiëren activiteiten1.Burgemeester en wethouders kunnen welzijnsactiviteiten subsidiëren,
voor zover deze activiteiten betrekking hebben op:
cultuur;
sport;
samenlevingszaken.
2.De activiteiten bedoeld in het eerste lid kunnen gericht zijn op
speciale categorieën van de bevolking en/of op bijzondere
situaties.1.4Aanvraag1.In afwijking van artikel 5 van de Algemene subsidieverordening
gemeente Achtkarspelen hoeft geen aanvraag tot verlening van subsidie te
worden ingediend, tenzij anders vermeld bij de betreffende
paragraaf.2.Een ingediende aanvraag wordt pas in behandeling genomen na het
verstrijken van de gehanteerde uiterste indieningsdatum.1.5WeigeringsgrondenIn aanvulling op het bepaalde in artikel 4:25, tweede lid en artikel
4:35 van de Algemene wet bestuursrecht kunnen burgemeester en wethouders
een subsidie weigeren wanneer:
de activiteit niet plaatsvindt in de gemeente
Achtkarspelen;
de activiteit naar hun mening niet of niet voldoende aansluit
bij de initiatieven en de behoeften van de bevolking of groepen
daaruit;
de subsidieaanvrager statutair buiten de gemeente Achtkarspelen
is gevestigd;
de activiteiten niet worden begeleid door, naar het oordeel van
burgemeester en wethouders, deskundige leiding;
de activiteit niet voor iedereen toegankelijk is;
overwegend partijpolitieke, godsdienstige of
levensbeschouwelijke vorming of bewustwording wordt beoogd of
feitelijk verricht;
burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het derde lid,
mits de activiteit waarvoor subsidie wordt verleend direct ten
goede komt aan de inwoners van de gemeente Achtkarspelen en de
activiteit niet reeds in voldoende mate door een lokale
instelling wordt verricht.
1.2Verplichtingen1.6PersoneelOp werknemers in dienst van de subsidieontvanger zijn de bepalingen als
gesteld in de CAO die op het betreffende werkveld van toepassing
is.1.7Eigen bijdrage1.De eigen bijdrage van de deelnemers dient in redelijke verhouding te
staan tot de kosten van de activiteiten, waarbij de doelgroep en de
aard van de activiteiten een rol kunnen spelen.2.Of een eigen bijdrage als bedoeld in het eerste lid in redelijke
verhouding staat tot de kosten van de activiteiten, staat ter
beoordeling van burgemeester en wethouders.1.8Toegankelijkheid accommodatiesAls activiteiten worden uitgevoerd in een accommodatie, kunnen
burgemeester en wethouders de subsidieontvanger verplichten er voor te
zorgen dat de accommodatie mede bereikbaar, toegankelijk en bruikbaar is
voor lichamelijk gehandicapten.1.9OnderzoekEen subsidieontvanger dient mee te werken aan door of namens de minister
van VWS of OCW in te stellen onderzoek, dat is gericht op het verkrijgen
van gegevens voor het beleid van rijk en gemeente ten aanzien van het
welzijnswerk.2Cultuur2.1Amateurkunst2.1.1Harmonie-, fanfarekorpsen en brassbands2.1Te subsidiëren activiteitenBurgemeester en wethouders kunnen een subsidie verstrekken voor
harmonie-, fanfarekorpsen en brassbands.2.2Nadere eisen1.Om voor een subsidie in aanmerking te kunnen komen moet een
vereniging een minimum aantal actieve leden hebben. 2.Het in het eerste lid bedoelde minimum aantal bedraagt voor:
harmonieën en fanfares: 40 leden
brassbands: 25 leden
3.De activiteiten moeten grotendeels plaatsvinden in de gemeente
Achtkarspelen en moeten een regelmatig karakter hebben.2.3AanvraagEen aanvraag tot vaststelling van de subsidie moet worden ingediend voor
1 april van het kalenderjaar waarvoor subsidie wordt gevraagd.2.4Hoogte van de subsidie1.Burgemeester en wethouders verstrekken een jaarlijkse subsidie per
vereniging per actief jeugdlid tot een maximum van 30
jeugdleden.2.Burgemeester en wethouders kunnen naast de in het eerste lid
bedoelde subsidie besluiten tot het verstrekken van een jaarlijkse
vaste subsidie. Deze subsidie kan variëren per soort
vereniging.3.De hoogte van de in het eerste en tweede lid bedoelde subsidies
stellen burgemeester en wethouders vast in een beleidsregel.2.5Subsidieplafond1.Burgemeester en wethouders stellen het subsidieplafond vast in een
beleidsregel, binnen de door de gemeenteraad vastgestelde
begrotingspost.2.Wanneer het totaal van de subsidieaanvragen het vastgestelde
subsidieplafond overschrijdt, wordt het beschikbare subsidiebedrag naar
evenredigheid verdeeld.2.1.2Drumbands en majorettekorpsen2.6Te subsidiëren activiteitenBurgemeester en wethouders kunnen een subsidie verstrekken voor
drumbands en majorettekorpsen.2.7Nadere eisen1.Om voor een subsidie in aanmerking te kunnen komen dient een korps
of band een minimum aantal van 20 actieve leden te hebben.2.De activiteiten dienen grotendeels plaats te vinden in de gemeente
Achtkarspelen en moeten een regelmatig karakter hebben.2.8AanvraagEen aanvraag tot vaststelling van de subsidie moet worden ingediend voor
1 april van het kalenderjaar waarvoor subsidie wordt gevraagd.2.9Hoogte van de subsidie1.Burgemeester en wethouders verstrekken een jaarlijkse subsidie per
vereniging per actief jeugdlid tot een maximum van 30
jeugdleden.2.Burgemeester en wethouders kunnen naast de in het eerste lid
bedoelde subsidie besluiten tot het verstrekken van een jaarlijkse
vaste subsidie. Deze subsidie kan variëren per soort
vereniging.3.De hoogte van de in het eerste en tweede lid bedoelde subsidies
stellen burgemeester en wethouders vast in een beleidsregel.2.10Subsidieplafond1.Burgemeester en wethouders stellen het subsidieplafond vast in een
beleidsregel, binnen de door de gemeenteraad vastgestelde
begrotingspost.2.Wanneer het totaal van de subsidieaanvragen het subsidieplafond
overschrijdt, wordt het beschikbare subsidiebedrag naar evenredigheid
verdeeld.2.1.3Zangverenigingen2.11Te subsidiëren activiteitenBurgemeester en wethouders kunnen een subsidie verstrekken voor
zangverenigingen.2.12Nadere eisen1.Om voor een subsidie in aanmerking te kunnen komen dient een
vereniging een minimum aantal van 20 actieve leden te hebben. 2.De activiteiten dienen grotendeels plaats te vinden in de gemeente
Achtkarspelen en moeten een regelmatig karakter hebben.2.13AanvraagEen aanvraag tot vaststelling van de subsidie moet worden ingediend voor
1 april van het kalenderjaar waarvoor subsidie wordt gevraagd.2.14Hoogte van de subsidie1.Burgemeester en wethouders verstrekken een jaarlijkse subsidie per
vereniging per actief jeugdlid tot een maximum van 30
jeugdleden.2.Burgemeester en wethouders kunnen naast de in het eerste lid
bedoelde subsidie besluiten tot het verstrekken van een jaarlijkse
vaste subsidie. Deze subsidie kan variëren per soort
vereniging.3.De hoogte van de in het eerste en tweede lid bedoelde subsidie
stellen burgemeester en wethouders vast in een beleidsregel.2.15Subsidieplafond
Burgemeester en wethouders stellen het subsidieplafond vast in
een beleidsregel, binnen de door de gemeenteraad vastgestelde
begrotingspost.
Wanneer het totaal van de subsidieaanvragen het subsidieplafond
overschrijdt, wordt het beschikbare subsidiebedrag naar
evenredigheid verdeeld.
2.1.4Toneelverenigingen2.16Te subsidiëren activiteitenBurgemeester en wethouders kunnen een subsidie verstrekken voor
toneelverenigingen.2.17Nadere eisen1.Om voor een subsidie in aanmerking te kunnen komen dient een
vereniging een minimum aantal van 15 actieve leden te hebben. 2.De activiteiten dienen grotendeels plaats te vinden in de gemeente
Achtkarspelen en moeten een regelmatig karakter hebben.2.18AanvraagEen aanvraag tot vaststelling van de subsidie moet worden ingediend voor
1 april van het kalenderjaar waarvoor subsidie wordt gevraagd.2.19Hoogte van de subsidie1.Burgemeester en wethouders verstrekken een jaarlijkse subsidie per
vereniging per actief jeugdlid tot een maximum van 30 jeugdleden.
2.Burgemeester en wethouders kunnen naast de in het eerste lid
bedoelde subsidie besluiten tot het verstrekken van een jaarlijkse
vaste subsidie. Deze subsidie kan variëren per soort
vereniging.3.De hoogte van de in het eerste en tweede lid bedoelde subsidie
stellen burgemeester en wethouders vast in een beleidsregel.2.20Subsidieplafond
Burgemeester en wethouders stellen het subsidieplafond vast in
een beleidsregel, binnen de door de gemeenteraad vastgestelde
begrotingspost.
Wanneer het totaal van de subsidieaanvragen het subsidieplafond
overschrijdt, wordt het beschikbare subsidiebedrag naar
evenredigheid verdeeld.
2.2Culturele activiteiten2.21Te subsidiëren activiteitenBurgemeester en wethouders kunnen subsidie verstrekken voor het
organiseren van culturele activiteiten op het gebied van podiumkunsten,
beeldende kunst, literatuur en muziek.2.22Hoogte van de subsidieDe hoogte van de subsidie per activiteit stellen burgemeester en
wethouders vast in een beleidsregel.2.23Subsidieplafond
Burgemeester en wethouders stellen het subsidieplafond vast in
een beleidsregel, binnen de door de gemeenteraad vastgestelde
begrotingspost.
Wanneer het aantal aanvragen het subsidieplafond overschrijdt,
wordt de subsidie verleend in volgorde van binnenkomst van de
aanvragen.
Als datum van binnenkomst als bedoeld in het vorige lid wordt de
datum aangehouden waarop de aanvraag compleet is ingediend.
2.3Friese taal en cultuur2.24Te subsidiëren activiteitenBurgemeester en wethouders kunnen subsidie verstrekken voor het
organiseren van activiteiten op het gebied van de Friese taal en
cultuur.2.25Hoogte van de subsidieDe hoogte van de subsidie per activiteit stellen burgemeester en
wethouders vast in een beleidsregel.2.26Subsidieplafond
Burgemeester en wethouders stellen het subsidieplafond vast in
een beleidsregel, binnen de door de gemeenteraad vastgestelde
begrotingspost.
Wanneer het aantal aanvragen het subsidieplafond overschrijdt,
wordt de subsidie verleend in volgorde van binnenkomst van de
aanvragen.
Als datum van binnenkomst als bedoeld in het vorige lid wordt de
datum aangehouden waarop de aanvraag compleet is ingediend.
3Sport3.1Jeugdsport3.1Te subsidiëren activiteitenBurgemeester en wethouders kunnen een subsidie verstrekken voor een
bijdrage in de loonkosten van het sporttechnisch kader ten behoeve van
de training van jeugdleden.3.2Nadere eisen1.De jeugdleden dienen gedurende het sportseizoen als regel ten minste
één keer per week in teamverband, minimaal één uur onder begeleiding
van een gekwalificeerde trainer te oefenen.2.Bij de aanvraag tot vaststelling van de subsidie worden het
trainingsschema, de behaalde diploma’s van het sporttechnisch kader
en een volledige ledenlijst met jeugdleden overgelegd.3.3AanvraagEen aanvraag tot vaststelling van de subsidie moet worden ingediend voor
1 oktober van het kalenderjaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd.3.4Hoogte van de subsidie
De subsidie bestaat uit een bijdrage voor de kwaliteitsfactor van het
sporttechnisch kader.
De sportopleidingen waaraan de in het eerste lid bedoelde
kwaliteitsfactor wordt toegekend, bestaan uit de opleidingen
genoemd in de meest recente door het Ministerie van VWS en
NOC*NSF uitgegeven brochure ‘Erkende Sportopleidingen in
Nederland’.
De in het eerste lid, onder a, bedoelde kwaliteitsfactor
bedraagt:
1 voor kader in het bezit van een bevoegdheid waarvan de
opleiding minimaal 9 en maximaal 75 uren heeft bedragen;
2 voor kader in het bezit van een bevoegdheid waarvan de
opleiding minimaal 76 en maximaal 200 uren heeft
bedragen;
3 voor kader in het bezit van een bevoegdheid waarvan de
opleiding meer dan 200 uren heeft bedragen.
Het subsidiebedrag dat per trainer(ster)/leider(ster)
beschikbaar wordt gesteld, stellen burgemeester en wethouders
vast in een beleidsregel.
Een sportvereniging die niet is aangesloten bij een regionale of
landelijke door het NOC*NSF erkende sportbond ontvangt 50% van
het subsidiebedrag waar op grond van het derde lid aanspraak op
zou bestaan wanneer zij wel bij een dergelijke sportbond
aangesloten zou zijn.
3.5Subsidieplafond1.Burgemeester en wethouders stellen het subsidieplafond vast in een
beleidsregel, binnen de door de gemeenteraad vastgestelde
begrotingspost.2.Wanneer het totaal van de subsidieaanvragen het subsidieplafond
overschrijdt, wordt het beschikbare subsidiebedrag naar
evenredigheid verdeeld.3.2Sportstimulering3.2.1Sportactiviteiten3.6Te subsidiëren activiteitenBurgemeester en wethouders kunnen aan sportverenigingen een subsidie
verstrekken voor activiteiten die voortvloeien uit gemeentelijke
sportstimuleringsprojecten.3.7AanvraagEen aanvraag tot vaststelling van de subsidie moet worden ingediend
minimaal acht weken voordat de activiteit plaatvindt. 3.8Hoogte van de subsidieDe hoogte van de subsidie per activiteit stellen burgemeester en
wethouders vast in een beleidsregel.3.9Subsidieplafond
Burgemeester en wethouders stellen het subsidieplafond vast
in een beleidsregel, binnen de door de gemeenteraad
vastgestelde begrotingspost.
Wanneer het aantal aanvragen het subsidieplafond
overschrijdt, wordt de subsidie verleend in volgorde van
binnenkomst van de aanvragen.
Als datum van binnenkomst als bedoeld in het vorige lid
wordt de datum aangehouden waarop de aanvraag compleet is
ingediend.
3.2.2Cursussen en trainingen3.10Te subsidiëren activiteitenBurgemeester en wethouders kunnen subsidie verstrekken voor het
deelnemen van verenigingsleden aan trainingen of cursussen om te
kunnen functioneren als bestuurder, scheidsrechter, leider, trainer
of vrijwilliger.3.11Nadere eisen
De subsidie wordt verstrekt onder de voorwaarde dat het
diploma wordt behaald en dat kopieën van de nota’s worden
overgelegd.
De subsidieontvanger is verplicht de activiteiten waarvoor
subsidie krachtens deze paragraaf is verleend na beëindiging
van de subsidie binnen de eigen organisatie voort te zetten,
tenzij burgemeester en wethouders anders bepalen.
3.12AanvraagEen aanvraag tot vaststelling van de subsidie moet uiterlijk acht
weken na ontvangst van de laatste diploma-uitslag worden
ingediend.3.13Hoogte van de subsidieDe hoogte van de subsidie stellen burgemeester en wethouders vast in
een beleidsregel.3.14Subsidieplafond
Burgemeester en wethouders stellen het subsidieplafond vast
in een beleidsregel, binnen de door de gemeenteraad
vastgestelde begrotingspost.
Wanneer het aantal aanvragen het subsidieplafond
overschrijdt, wordt de subsidie verleend in volgorde van
binnenkomst van de aanvragen.
Als datum van binnenkomst als bedoeld in het vorige lid
wordt de datum aangehouden waarop de aanvraag compleet is
ingediend.
Burgemeester en wethouders kunnen voor de nieuwbouw,
uitbreiding en/of renovatie van kleedaccommodaties op
sportcomplexen een subsidie verstrekken aan de volgende
sportverenigingen:
voetbalverenigingen;
korfbalverenigingen;
tennisverenigingen;
fierljepverenigingen.
De in het eerste lid bedoelde subsidie wordt maximaal één
keer per:
40 jaar verleend aan voetbal-, korfbal- en
tennisverenigingen;
15 jaar verleend aan fierljepverenigingen.
3.16Nadere eisen
De minimale oppervlakte van kleedaccommodaties dient te
voldoen aan de richtlijnen vermeld in het ‘Handboek
sportaccommodaties’ van NOC*NSF.
In overleg worden vooraf afspraken gemaakt over de mate van
zelfwerkzaamheid.
3.17Aanvraag tot subsidieverlening
In afwijking van artikel 5 van de Algemene
subsidieverordening gemeente Achtkarspelen moet de aanvraag
tot subsidieverlening uiterlijk drie maanden voor aanvang
van de bouw-, uitbreidings- of renovatiewerkzaamheden worden
ingediend.
Bij de aanvraag moeten een (bouw-)plan en de begroting
worden ingeleverd.
3.18Aanvraag tot subsidievaststellingDe aanvraag tot subsidievaststelling moet binnen een zes maanden na
oplevering van de nieuwe of gerenoveerde accommodatie worden
ingediend.3.19Hoogte van de subsidieDe hoogte van de subsidie bedraagt 50% van de kosten van de
nieuwbouw, uitbreiding of renovatie en is mede afhankelijk van de
inbreng van zelfwerkzaamheid, vermeld in artikel 3.16, tweede lid. 4Samenlevingszaken4.1Evenementen4.1Te subsidiëren activiteiten1.Burgemeester en wethouders kunnen evenementen subsidiëren, voor
zover deze betrekking hebben op:
sport;
cultuur.
2.De evenementen bedoeld in het eerste lid kunnen gericht zijn op
speciale categorieën van de bevolking en/of op bijzondere
situaties.4.2Nadere eisenOm voor een subsidie in aanmerking te kunnen komen dient het evenement
te voldoen aan de volgende criteria.
het evenement draagt in positieve zin bij aan de vergroting van
de naamsbekendheid van de gemeente Achtkarspelen en;
het evenement heeft, naar het oordeel van burgemeester en
wethouders, een bovengemeentelijke uitstraling en;
het evenement draagt bij aan het lokale welzijn van de bewoners
van de gemeente Achtkarspelen c.q. is van waarde voor de
inwoners van Achtkarspelen.
4.3AanvraagEen aanvraag tot vaststelling van de subsidie moet worden ingediend voor
1 januari van het kalenderjaar waarvoor subsidie wordt gevraagd. 4.4Hoogte van de subsidie1.Ten behoeve van het bepalen van de hoogte van de subsidie worden de
evenementen door burgemeester en wethouders verdeeld in twee
categorieën, afhankelijk van de mate waarin het evenement in
positieve zin bijdraagt aan de vergroting van de naamsbekendheid van
de gemeente Achtkarspelen, de mate van bovengemeentelijke
uitstraling en de mate waarin het evenement bijdraagt aan het lokale
welzijn van de bewoners van de gemeente Achtkarspelen c.q. van
waarde is voor de inwoners van Achtkarspelen.2.Burgemeester en wethouders stellen beleidsregels vast waarin is
opgenomen de hoogte van de subsidiebedragen die verbonden zijn aan
de in het tweede lid bedoelde categorieën, alsmede een methodiek om
te bepalen tot welke categorie een evenement behoort.4.5Subsidieplafond
Burgemeester en wethouders stellen het subsidieplafond vast in
een beleidsregel, binnen de door de gemeenteraad vastgestelde
begrotingspost.
Wanneer het totaal van de subsidieaanvragen het subsidieplafond
overschrijdt, wordt het beschikbare subsidiebedrag naar
evenredigheid verdeeld.
4.2Leefbaarheid4.6Te subsidiëren activiteitenBurgemeester en wethouders kunnen jaarlijks een subsidie verstrekken
voor activiteiten ter handhaving of verbetering van de leefbaarheid van
een dorp dat deel uitmaakt van de gemeente Achtkarspelen.4.7Te subsidiëren instellingDe subsidie wordt alleen verleend aan één vereniging plaatselijk belang
per dorp die zich specifiek ten doel heeft gesteld het dorpsbelang te
behartigen.4.8AanvraagEen aanvraag tot vaststelling van de subsidie moet worden ingediend voor
1 april van het kalenderjaar waarvoor subsidie wordt gevraagd.4.9Nadere eisen1.De subsidiegelden moeten in het algemeen belang ten gunste van de
inwoners van het dorp of van een specifieke doelgroep binnen de
bevolking van het dorp worden aangewend.2.Jaarlijks voor 1 april van het jaar volgend op het kalenderjaar
waarvoor subsidie is verleend, legt de subsidieontvanger rekening en
verantwoording af over de besteding van de subsidiegelden.3.Burgemeester en wethouders kunnen eisen stellen ten aanzien van de
wijze waarop de in het tweede lid bedoelde rekening en
verantwoording wordt afgelegd.4.Een subsidieontvanger is niet verplicht de subsidie te besteden in
het jaar waarin het beschikbaar is gesteld.4.10Hoogte van de subsidieDe hoogte van de subsidie stellen burgemeester en wethouders vast in een
beleidsregel.4.11Subsidieplafond1.Burgemeester en wethouders stellen het subsidieplafond vast in een
beleidsregel, binnen de door de gemeenteraad vastgestelde
begrotingspost.2.Wanneer het totaal van de subsidieaanvragen het subsidieplafond
overschrijdt, wordt het beschikbare subsidiebedrag naar
evenredigheid verdeeld. 4.3Sociaal-cultureel werk4.12Te subsidiëren activiteitenBurgemeester en wethouders kunnen subsidie verstrekken voor
sociaal-cultureel werk.4.13Te subsidiëren instellingDe subsidie wordt verleend aan maximaal één organisatie of
instelling per dorp die sociaal-culturele activiteiten
aanbiedt.4.14Nadere eisen
De activiteiten dienen in hoofdzaak gericht te zijn op
jeugdactiviteiten.
Binnen de jeugdactiviteiten heeft de doelgroep 12- tot
18-jarigen de hoogste prioriteit.
De activiteiten gericht op volwassenen dienen kostendekkend
te zijn.
4.15AanvraagEen aanvraag tot vaststelling van de subsidie moet worden ingediend voor
1 april van het kalenderjaar waarvoor subsidie wordt gevraagd.4.16Hoogte van de subsidie1.De subsidie wordt bepaald door:a) het activiteitenbudget;b) de subsidiabele kosten.2.Tot de subsidiabele kosten behoren:
de kosten voor huisvesting (huur), voor zover deze
redelijkerwijs aan de te subsidiëren activiteiten kunnen worden
toegeschreven;
de kosten voor organisatie (schoonmaak, klein onderhoud e.d.)
voor zover deze niet zijn opgenomen in de huur en voor zover
deze redelijkerwijs aan de te subsidiëren activiteiten kunnen
worden toegeschreven.
3.De hoogte van de in het eerste lid, onder a, bedoelde subsidie stellen
burgemeester en wethouders vast in een beleidsregel.4.17Subsidieplafond
Burgemeester en wethouders stellen het subsidieplafond voor het
activiteitenbudget en voor de subsidiabele kosten vast in een
beleidsregel binnen de door de gemeenteraad vastgestelde
begrotingspost.
Wanneer het totaal van de subsidieaanvragen het subsidieplafond
overschrijdt, wordt het beschikbare subsidiebedrag naar
evenredigheid verdeeld.
4.4Ouderenwerk4.18Te subsidiëren activiteitenBurgemeester en wethouders kunnen subsidies verstrekken voor het
organiseren van activiteiten die gericht zijn op inwoners vanaf 55 jaar
in de gemeente Achtkarspelen.4.19Nadere eisenOm voor subsidie in aanmerking te komen, voldoen de activiteiten, naar
het oordeel van burgemeester en wethouders, aan de volgende
criteria.
de activiteit levert een bijdrage aan het bevorderen van
maatschappelijke participatie;
de activiteit levert een bijdrage aan het voorkómen van sociaal
isolement.
4.20Hoogte van de subsidieDe hoogte van de subsidie per activiteit stellen burgemeester en
wethouders vast in een beleidsregel. 4.21Subsidieplafond
Burgemeester en wethouders stellen het subsidieplafond vast in
een beleidsregel, binnen de door de gemeenteraad vastgestelde
begrotingspost.
Wanneer het aantal aanvragen het subsidieplafond overschrijdt,
wordt de subsidie verleend in volgorde van binnenkomst van de
aanvragen.
Als datum van binnenkomst als bedoeld in het vorige lid wordt de
datum aangehouden waarop de aanvraag compleet is ingediend.
4.5EHBO-verenigingen4.22Te subsidiëren activiteitenBurgemeester en wethouders kunnen subsidie verstrekken voor het
organiseren van activiteiten door de afdelingen Eerste Hulp Bij
Ongelukken (EHBO) binnen de gemeente Achtkarspelen.4.23Nadere eisenOm voor subsidie in aanmerking te komen, dient de subsidieaanvrager
aangesloten te zijn bij de landelijke koepelorganisatie, de Koninklijke
Nederlandse Vereniging EHBO.4.24Hoogte van de subsidieDe hoogte van de subsidie stellen burgemeester en wethouders vast in een
beleidsregel. 4.25Subsidieplafond1.Burgemeester en wethouders stellen het subsidieplafond vast in een
beleidsregel, binnen de door de gemeenteraad vastgestelde
begrotingspost.2.Wanneer het totaal van de subsidieaanvragen het subsidieplafond
overschrijdt, wordt de subsidie verleend in volgorde van binnenkomst
van de aanvragen. 5Slotbepalingen5.1Onvoorziene omstandighedenBurgemeester en wethouders treffen de nodige voorzieningen of nemen de
nodige besluiten in de gevallen waarin de verordening niet
voorziet.5.2Overgangsbepaling1.Op subsidies die voor de inwerkingtreding van deze verordening
verleend zijn, blijven de bepalingen zoals opgenomen in de
Sportsubsidieverordening d.d. 24 april 2003, de Deelverordening
evenementensubsidie d.d. 24 november 2005 en de Deelverordening
Samenlevingzaken d.d. 8 november 2007 van toepassing.2.Op een aanvraag, die wel is ingediend maar nog niet is afgehandeld
voor de inwerkingtreding van deze verordening, zijn deze
verordeningen van toepassing.5.3Intrekken oude regelingenDe Sportsubsidieverordening d.d. 24 april 2003, de Deelverordening
evenementen-subsidie d.d. 24 november 2005 en de Deelverordening
Samenlevingzaken d.d. 8 november 2007 worden gelijktijdig met de
inwerkingtreding van deze verordening ingetrokken.5.4InwerkingtredingDeze verordening treedt in werking op 1 januari 2010.5.5CiteertitelDeze verordening kan worden aangehaald als 'Deelverordening
Samenleving’.Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van de gemeente
Achtkarspelen van 17 december 2009.griffier, voorzitter,mr. R. van der Heide T.J. van der ZwanToelichting Deelverordening SamenlevingAlgemeenDe Deelverordening Samenleving van de gemeente Achtkarspelen geeft aan voor
welke activiteiten subsidie kan worden verstrekt. Het is een uitwerking van
artikel 3, derde lid van de Algemene subsidieverordening gemeente Achtkarspelen.
Daarin is bepaald dat de activiteiten waarvoor subsidie kan worden verstrekt bij
gemeentelijke verordening nader kunnen worden bepaald. Bovendien kunnen daarbij
andere criteria voor die verstrekking worden vastgesteld en regels worden
gesteld met betrekking tot de verplichtingen die aan de subsidiebeschikking
kunnen worden verbonden.Hiermee wordt voldaan aan de bepalingen van artikel 4:23 van de Algemene wet
bestuursrecht, waarin is voorgeschreven dat subsidie slechts wordt verstrekt op
grond van een wettelijk voorschrift dat regelt voor welke activiteiten subsidie
kan worden verstrekt.Het is overigens niet voorgeschreven om voor alle gemeentelijke subsidies
afzonderlijke deelverordeningen vast te stellen. Met name in die gevallen waarin
de te subsidiëren activiteiten slechts door één of een zeer gering aantal
subsidieontvangers worden verricht, kan worden volstaan met het vermelden van de
naam van de subsidieontvanger en de maximumsubsidie per ontvanger in de
begroting. Een voorbeeld is de stichting Openbare Bibliotheken Noordoost
Fryslân. Hetzelfde geldt voor incidentele gevallen, mits de subsidie voor
maximaal vier jaar wordt verstrekt. Eventuele verplichtingen die in het kader
van de subsidieverstrekking moeten worden opgelegd aan de subsidieontvanger
worden opgenomen in de subsidiebeschikking.In de Deelverordening Samenleving zijn alleen die subsidies opgenomen waarbij
meerdere subsidieontvangers zijn of kunnen zijn.Artikelsgewijze toelichtingVan de artikelen die hieronder niet worden toegelicht, spreekt de inhoud voor
zichzelf.Artikel 1.2 Algemene subsidieverordeningNaast de Deelverordening Samenleving is ook de Algemene subsidieverordening van
toepassing op de subsidiëring van welzijnsactiviteiten. Regelt de
Deelverordening Samenleving iets anders dan de Algemene subsidieverordening, dan
gaat de Deelverordening Samenleving voor.Artikel 1.3 Te subsidiëren activiteitenDiverse activiteiten worden van belang geacht voor het welzijn van de inwoners
van de gemeente Achtkarspelen. Deze activiteiten zijn in de verordening
onderverdeeld in cultuur, sport en samenlevingszaken. Deze onderdelen zijn
uitgewerkt in de hoofdstukken 2 tot en met 4. Om ervoor te zorgen dat de
subsidie daadwerkelijk voorziet in een behoefte moeten de activiteiten
aansluiten bij de initiatieven en wensen van de inwoners van Achtkarspelen. Om
de kwaliteit te waarborgen moeten de activiteiten worden begeleid door
deskundige leiding. Artikel 1.4 AanvraagPer 1 oktober 2009 is de ‘Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen’ in
werking getreden. Deze wet vereist dat de gemeente binnen de wettelijke termijn
beslist op een aanvraag. In het kader van efficiëncy worden subsidies voor
bijvoorbeeld sportverenigingen en verenigingen amateurkunst in één keer
afgehandeld. Deze werkwijze kan echter tot termijnoverschrijding leiden. Om dit
te voorkomen, is het tweede lid in dit artikel opgenomen. Artikel 1.5 WeigeringsgrondenDe gronden waarop een subsidie kan worden geweigerd, staan ook in de Algemene
wet bestuursrecht (Awb., art. 4:25, lid 2 en art. 4:35).Artikel 4:25, lid 2 Awb.Een subsidie wordt geweigerd voor zover door verstrekking het
subsidieplafond zou worden overschreden.Het begrip subsidieplafond geeft een oplossing voor het
probleem dat enerzijds de begroting geen ruimte biedt voor subsidiëring, terwijl
anderzijds de verordening of algemene beginselen van behoorlijk bestuur
weigering van de subsidie niet zonder meer toelaten. Het enkel ontbreken of niet
toereikend zijn van een begrotingspost ontslaat de overheid namelijk niet van
haar plicht om aan financiële aanspraken van haar burgers te voldoen.In de praktijk doet dit probleem zich voor als het aantal aanvragen en daarmee
de omvang van het beroep op een subsidieregeling vooraf onbekend is
(open-einderegeling). Door het vaststellen van een subsidieplafond worden de
wettelijke aanspraken beperkt. Wel is vereist dat het subsidieplafond is vastgesteld en bekendgemaakt voor de
aanvang van het tijdvak waarvoor het is vastgesteld (art. 4:27 Awb).Artikel 4:35 Awb.
De subsidieverlening kan in ieder geval worden geweigerd indien
een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat:
de activiteiten niet of niet geheel zullen
plaatsvinden;
de aanvrager niet zal voldoen aan de aan de subsidie
verbonden verplichtingen;
de aanvrager niet op een behoorlijke wijze rekening en
verantwoording zal afleggen omtrent de verrichte
activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten,
voor zover deze voor de vaststelling van de subsidie van
belang zijn.2.De subsidieverlening kan voort in ieder geval worden
geweigerd indien de aanvrager:
in het kader van de aanvraag onjuiste of onvolledige gegevens
heeft verstrekt en de verstrekking van deze gegevens tot een
onjuiste beschikking op de aanvraag zouden hebben geleid,
of
failliet is verklaard of aan hem surséance van betaling is
verleend of ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling
natuurlijke personen van toepassing is verklaard, dan wel een
verzoek daartoe bij de rechtbank is ingediend.
In aanvulling hierop bevat de deelverordening een aantal weigeringsgronden die
moet voorkomen dat subsidie wordt verleend ten behoeve van activiteiten die niet
in het algemeen belang zijn van de inwoners van de gemeente Achtkarspelen.Paragraaf 1.2 Verplichtingen (artikel 1.5 tot en met 1.8)Paragraaf 1.2 bevat verplichtingen waaraan instellingen die een subsidie
ontvangen, moeten voldoen. Daarnaast noemt de paragraaf onderwerpen waarvoor
burgemeester en wethouders verplichtingen op kunnen leggen. Voor een deel beogen
de verplichtingen de kwaliteit van de activiteiten / instellingen te waarborgen.
Onder andere zien deze bepalingen op de verplichte toepassing van de CAO die
geldt voor het het betreffende werkveld en de toegankelijkheid van een
accommodatie. Naast deze verplichtingen kunnen in de subsidiebeschikking altijd verplichtingen
worden opgenomen met betrekking tot de onderwerpen die genoemd staan in artikel
4:37 van de Algemene wet bestuursrecht.Artikel 4:37 Awb.1.Het bestuursorgaan kan de subsidie-ontvanger verplichtingen opleggen
met betrekking tot:
aard en omvang van de activiteiten waarvoor subsidie wordt
verleend;
de administratie van aan de activiteiten verbonden uitgaven en
inkomsten;
het vóór de subsidievaststelling verstrekken van gegevens en
bescheiden die nodig zijn voor een beslissing omtrent de
subsidie.
de te verzekeren risico's;
het stellen van zekerheid voor verleende
voorschotten;
het afleggen van rekening en verantwoording omtrent de
verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en
inkomsten, voor zover deze voor de vaststelling van de subsidie van
belang zijn;
het beperken of wegnemen van de nadelige gevolgen van de
subsidie voor derden;
het uitoefenen van controle door een accountant als bedoeld in
artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk
wetboek op het door het bestuursorgaan gevoerde financieel beheer en
de financiële verantwoording daarover.2.Indien een verplichting als bedoeld in het eerste lid,
onderdeel c, wordt opgelegd, zijn de artikelen 4:3 en 4:4 van
overeenkomstige toepassing.
Hoofdstukken 2 tot en met 4 (algemeen)De opbouw van de hoofdstukken waarin nadere bepalingen over de te subsidiëren
activiteiten zijn uitgewerkt, is in grote lijnen steeds dezelfde. Aangegeven is
welke specifieke activiteiten worden gesubsidieerd en aan welke nadere eisen
voldaan moet zijn om in aanmerking te komen voor subsidiëring. Voorts is
aangegeven wat de hoogte van de subsidie is, dan wel op welke wijze deze
berekend wordt. Tenslotte zijn de verdeelregels opgenomen. Deze regels geven aan
op welke wijze het totaal beschikbare subsidiebedrag (het subsidieplafond) wordt
verdeeld wanneer het aantal aanvragen dit bedrag overschrijdt.Hoofdstuk 2 CultuurCultuur is onderverdeeld in de volgende subactiviteiten:
amateurkunstbeoefening;
culturele activiteiten;
Friese taal en cultuur.Paragraaf 2.1 Amateurkunstbeoefening De amateurkunstbeoefening is onderverdeeld in:
harmonie-, fanfarekorpsen en brassbands;
drumbands en majorettekorpsen;
zangverenigingen;
toneelverenigingen.
De verenigingen amateurkunstbeoefening vergroten het
saamhorigheidsgevoel, verstevigen de sociale structuur in de samenleving
en dus ook de leefbaarheid van het platteland. Deze verenigingen
vervullen een belangrijke rol binnen het culturele klimaat van onze
gemeente. Om deelname aan de amateurkunstbeoefening te stimuleren, zijn
subsidiemogelijkheden gecreëerd voor alle soorten verenigingen binnen de
amateurkunstbeoefening. Paragraaf 2.2 Culturele activiteitenCultuur kan bijdragen aan de ontplooiing en verrijking van individuele
burgers, maar deelname aan culturele activiteiten heeft ook een
belangrijke bindende werking voor de lokale samenleving. Door middel van
het creëren van subsidiemogelijkheden worden de culturele activiteiten
gestimuleerd. Organisaties die jaarlijks een cultureel programma
aanbieden komen ook in aanmerking voor deze subsidiemogelijkheden.Onder culturele activiteiten worden verstaan:
podiumkunsten;
beeldende kunst;
literatuur;
muziek.
Paragraaf 2.3 Friese taal en cultuur Om het gebruik en behoud van de Friese taal en cultuur te stimuleren
zijn er subsidiemogelijkheden voor het organiseren van activiteiten op
dit terrein.Hoofdstuk 3 SportSportbeoefening is in het belang van de ontwikkeling en het welzijn van
de inwoners van de gemeente Achtkarspelen. Sport wordt bovendien gezien
als middel om maatschappelijke problemen aan te pakken. Subsidiëring van
sportactiviteiten is daarom op zijn plaats. Het accent wordt gelegd bij
de jeugd en de stimulering van deelname aan activiteiten door alle
categorieën van de bevolking. Deskundige begeleiding en goede
accommodaties zijn belangrijke hulpmiddelen. Sport is onderverdeeld in de volgende subactiviteiten.
jeugdsport;
sportstimulering;
sportaccommodaties.
Uitdrukkelijk regelt de verordening dat het moet gaan om de vorming van
lichaam en/of geest. Ook denksporten vallen dus onder de reikwijdte van
de verordening. Paragraaf 3.1 JeugdsportIn het geval van de jeugdsport is de subsidie afhankelijk van de zwaarte
van de opleiding die de trainer/leider met succes heeft gevolgd. Het
moet dan wel gaan om een opleiding die is vermeld in de meest recente
brochure “Erkende Sportopleidingen in Nederland”, uitgevoerd door het
Ministerie van VWS en NOC*NSF. Afhankelijk van de duur van de opleiding
wordt de subsidie vermenigvuldigd met een factor 1, 2 of 3.Het sportseizoen en het subsidiejaar komen niet met elkaar overeen. Het
komt daarom voor dat gedurende een subsidiejaar wordt gewerkt met
verschillende trainers die verschillend gekwalificeerd zijn. Omdat de
subsidie na afloop wordt vastgesteld, kan met dit verschil rekening
worden gehouden. Paragraaf 3.2 SportstimuleringBurgemeester en wethouders kunnen aan sportverenigingen een subsidie
verstrekken voor activiteiten met als doel burgers te stimuleren tot
sportdeelname dan wel voor activiteiten die sportverenigingen in staat
moeten stellen goed te functioneren. Hiertoe behoren activiteiten die
voortvloeien uit gemeentelijke stimuleringsprojecten en het deelnemen
van verenigingsleden aan trainingen of cursussen om te kunnen
functioneren als bestuurder, scheidsrechter, leider, trainer of
vrijwilliger.Paragraaf 3.3 SportaccommodatiesBij sportaccommodaties bedraagt de hoogte maximaal 50% van de kosten van
nieuwbouw, uitbreiding en/of renovatie. Daarbij wordt niet uitgegaan van
de werkelijke kosten, maar hanteren burgemeester en wethouders een
fictieve prijs per m². Het aantal m² waarvoor maximaal subsidie kan
worden verleend, stellen burgemeester en wethouders vast overeenkomstig
de normen voor de minimale oppervlakte van kleedaccommodaties van het
NOC*NSF.
Hoofdstuk 4 SamenlevingszakenHet onderdeel samenlevingszaken is onderverdeeld in de volgende
subactiviteiten:
evenementen;
leefbaarheid;
sociaal-cultureel werk;
ouderenwerk;
EHBO-verenigingen.
Paragraaf 4.1 EvenementenVoor het stimuleren van evenementen met een bovengemeentelijke uitstraling op
het terrein van sport en cultuur zijn subsidiemogelijkheden gecreërd. Hiernaast
moeten de evenementen in positieve zin bijdragen aan de vergroting van de
naamsbekendheid van de gemeente en bijdragen aan het welzijn van haar
inwoners.Paragraaf 4.2 LeefbaarheidOm de leefbaarheid van de dorpen die deel uitmaken van de gemeente Achtkarspelen
te handhaven of te verbeteren, worden jaarlijks subsidies verstrekt aan de
verenigingen die zich specifiek ten doel stellen het dorpsbelang te
behartigen.Voor deze activiteiten wordt niet een afzonderlijk verleningsbesluit genomen
omdat het niet gaat om grote bedragen. De subsidie wordt op aanvraag direct
vastgesteld. Wel moet er jaarlijks voor 1 april van het opvolgend jaar rekening
en verantwoording worden afgelegd over de besteding van de subsidiegelden.
Wanneer het geld voor andere activiteiten is gebruikt dan waarvoor het bestemd
was, kunnen burgemeester en wethouders besluiten het jaar daarop geen subsidie
te verstrekken. Paragraaf 4.3 Sociaal-cultureel werkUitgangspunt van het beleid is dat elke van de elf dorpen in Achtkarspelen een
voorziening heeft voor sociaal-cultureel werk. En hoewel deze noemer breder is
dan alleen kinder- en jeugdwerk, wordt de subsidie gebaseerd op de activiteiten
voor jeugd en jongeren. Er wordt van uit gegaan dat activiteiten gericht op
volwassenen kostendekkend kunnen worden uitgevoerd.Ten aanzien van de jeugd geldt dat de voorziening de plek moet zijn binnen het
dorp die jongeren als een eigen plek ervaren, en die een alternatief biedt voor
het rondhangen op straat of in keten en caravans. Tegelijkertijd is dit de
plaats waar professionele begeleiding en signalering aanwezig kan zijn door
middel van de jongerenwerkers van de welzijnsorganisatie. Jeugdactiviteiten kunnen worden onderscheiden in drie categorieën: peuterwerk (2
tot 5 jaar), kinderwerk (5 tot 12 jaar) en jongerenwerk (12 tot 18 jaar). De
gemeente Achtkarspelen geeft hierbij de hoogste prioriteit aan het jongerenwerk.
Hoofdactiviteit binnen het jongerenwerk is het aanbieden van soosactiviteiten.
Dit sluit aan bij de doelstellingen van het gemeentelijk beleid inzake
alcoholpreventie (in de jeugdsoos mag geen alcohol worden geschonken) en biedt
de mogelijkheid voor signalering en begeleiding van jongeren door
beroepskrachten.Artikel 4.16Afhankelijk van de grootte van het dorp en het aanbod aan activiteiten kunnen de
aanwezige voorzieningen variëren van een gehuurde ruimte in het dorpshuis die
één avond per week als jeugdhonk wordt opengesteld tot een eigen accommodatie
met meerdere openstellingen per week. Afhankelijk van de vorm kunnen
(huisvestings)kosten die noodzakelijk zijn voor deze voorziening gesubsidieerd
worden. Te denken valt aan huur, onderhoud, verzekeringen, schoonmaak etc.. Dit
wil niet zeggen dat álle huisvestingskosten subsidiabel zijn. Het gaat om die
kosten die rederlijkerwijs toe te schrijven zijn aan de bovenbedoelde
activiteiten. Hiervoor zijn geen algemeen geldende regels, zodat van geval tot
geval een beoordeling zal moeten plaatsvinden.Paragraaf 4.4 OuderenwerkDe algemene doelstelling van het gemeentelijk ouderenbeleid is het creëren van
voorwaarden waardoor ouderen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen participeren in
de maatschappij. Om deze doelstelling te realiseren, worden incidentele
subsidies verleend voor activiteiten die een bijdrage leveren aan het bevorderen
van maatschappelijke participatie en aan het voorkómen van sociaal isolement. Paragraaf 4.5 EHBO-verenigingenIn deze paragraaf is de subsidieverlening voor verenigingen Eerste Hulp bij
Ongelukken (EHBO) opgenomen. EHBO-verenigingen hebben tot doel het bevorderen
van datgene dat bijdraagt tot een zo goed mogelijke eerste hulpverlening bij
ongelukken. EHBO-verenigingen trachten dit doel te bereiken door onder andere
het organiseren van cursussen en het geven van voorlichting. ------------------1 Algemeen 31.1 Algemene bepalingen 31.2 Verplichtingen 42 Cultuur 52.1 Amateurkunst 52.1.1 Harmonie-, fanfarekorpsen en brassbands 52.1.2 Drumbands en majorettekorpsen 52.1.3 Zangverenigingen 62.1.4 Toneelverenigingen 62.2 Culturele activiteiten 72.3 Friese taal en cultuur 73 Sport 83.1 Jeugdsport 83.2 Sportstimulering 93.2.1 Sportactiviteiten 93.2.2 Trainingen en cursussen 93.3 Sportaccommodaties 104 Samenlevingszaken 114.1 Evenementen 114.2 Leefbaarheid 114.3 Sociaal-cultureel werk 124.4 Ouderenwerk 134.5 EHBO-verenigingen 135 Slotbepalingen 14Toelichting 15