CVDR244472_1Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen Albrandswaard 2013nlregelingAlbrandswaard2013-01-01AlbrandswaardDe Schakel Albrandswaard d.d. 20 december
2012Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen Albrandswaard 2013Artikel 35 Wet op de lijkbezorgingArtikel 149 Gemeentewetgemeenteraadbestuur en recht2012-12-17De tekst in dit document is vrij van auteursrecht en
databankrecht2013-01-012021-05-11Nieuwe regeling120388GeenBeheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen Albrandswaard 2013RAADSBESLUITBesluit nr.: 120388Onderwerp: Wijziging Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen
Albrandswaard. De raad van de gemeente Albrandswaard;Gezien het voorstel van het college van de gemeente Albrandswaard met
kenmerk 121074 d.d. 30 oktober 2012;B E S L U I T :
In te trekken de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen
gemeente Albrandswaard 2011, vastgesteld op 7 februari 2011;
Vast te stellen de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen
Albrandswaard 2013.
1Inleidende bepalingen1BegripsomschrijvingenIn deze verordening wordt verstaan onder:
begraafplaatsen:
de gemeentelijke begraafplaats Rhoon aan de Dorpsdijk;
de gemeentelijke begraafplaats Poortugaal aan de
Kerkstraat.
graf: een zandgraf, grafkelder of urnengraf;
grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of
meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet;
grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of
wand;
asbus: een bus ter berging van as van een overledene;
urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;
eigen graf: een particulier graf waarvoor aan een natuurlijk
persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend
tot:
het doen begraven en begraven houden van lijken;
het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder
urnen;
het doen verstrooien van as.
algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin
gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;
urnengraf: een particulier graf waarvoor aan een natuurlijk
persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend
tot:
het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder
urnen;
het doen verstrooien van as.
urnennis: een algemene ruimte in een urnenmuur bij de gemeente
in beheer, waarin een rechthebbende gelegenheid wordt gegeven
tot het doen bijzetten van een of meer asbussen met of zonder
urnen;
grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf;
gedenkteken: steen, zerk, afdekplaat urnennis of ander monument,
daaronder begrepen kettingen en hekwerken;
grafbeplanting: winterharde beplanting;
beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding
van de begraafplaatsen of degene die hem vervangt;
rechthebbende: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie
een uitsluitend recht is verleend op een eigen graf of een
urnengraf, dan wel het recht tot gebruik van een urnennis;
gebruiker: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een
recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf is
verleend;
college: het college van burgemeester en wethouders van de
gemeente Albrandswaard.
2Uitbreiding begrippen eigen en algemeen graf1.Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening
bepaalde wordt, voor zover van belang, onder ‘eigen graf’ mede
verstaan: een urnengraf.2.Voor de toepassing van het bij of krachtens dezer verordening
bepaalde wordt, voor zover van belang, onder ‘algemeen graf’ mede
verstaan: een urnennis.2Openstelling, orde en rust op de begraafplaats3Openstelling begraafplaatsen1.De begraafplaatsen zijn voor eenieder dagelijks toegankelijk tussen
zonsopgang en zonsondergang. Het college kan voor een of meerdere
begraafplaatsen afwijkende openingstijden vaststellen. Het college
maakt deze tijden dan openbaar bekend.2.Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaatsen kunnen de
toegangen door de beheerder tijdelijk worden gesloten.3.Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaatsen niet voor
het publiek geopend zijn, zich daarop te bevinden, anders dan voor
het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as of voor het
verrichten van noodzakelijke werkzaamheden op de begraafplaats, mits
met toestemming van de beheerder.4Ordemaatregelen1.Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die
werkzaamheden op de begraafplaatsen hebben te verrichten, zijn
verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden
aan de aanwijzingen van de beheerder.2.De beheerder kan personen die zich niet aan de in het eerste lid
bedoelde aanwijzing houden van de begraafplaats verwijderen of laten
verwijderen.3.Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaatsen te
rijden:
elders dan op de daartoe aangewezen rijwegen; motorrijtuigen
zijn buiten de rijwegen (slechts) toegestaan voor
begrafenissen of voor het vervoer van materialen;
sneller dan 10 km per uur.
4.Het is verboden op de begraafplaatsen fietsen of bromfietsen te
berijden of mee te voeren, met dien verstande dat dit verbod niet
van toepassing is op het meevoeren van fietsen of bromfietsen met
het doel deze in de daartoe bestemde stalling op te bergen.5.Het is verboden op de begraafplaatsen:
op de graven te lopen, te zitten of de begraafplaats te
verontreinigen;
bloemen of andere waren te koop aan te bieden of
aanbiedingen te doen voor grafbedekking;
op enigerlei wijze reclame te maken;
te fotograferen danwel video- of filmopnamen te maken anders
dan voor eigen privé gebruik.
6.Het college kan ontheffing verlenen van de verboden:
bedoeld in de aanhef en onderdeel a van het derde lid;
bedoeld in de aanhef en de onderdelen c en d van het vijfde
lid.
5Plechtigheden1.Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en
dergelijke plechtigheden op de begraafplaats kunnen slechts
plaatsvinden nadat deze ten minste tien dagen tevoren zijn gemeld
aan de beheerder. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze
waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door
de beheerder vastgesteld.2.De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid zijn
verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden
aan de aanwijzingen van de beheerder.6Opgravingen en ruimingenBij het opgraven van lijken en de ruiming van graven zijn geen andere
personen aanwezig dan degenen die door de beheerder met deze
werkzaamheden zijn belast.3Voorschriften voor lijkbezorging7Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het
graf1.Degene die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen
verstrooien, geeft daarvan zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk,
doch uiterlijk twee werkdagen voorafgaande aan het tijdstip waarop
de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden,
schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de
toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de
burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na
het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo
tijdig mogelijk worden gedaan.2.Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as,
en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de
hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de
begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De
nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de
beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens
daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling
of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag
geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij
dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te
volgen.3.Iedere rechthebbende en gebruiker moet gedogen dat tijdelijk grond
wordt neergelegd op het graf waarop zijn recht betrekking
heeft.4.De rechthebbende die een begraving of bijzetting wil laten
plaatsvinden in een eigen graf of in een urnengraf, c.q. een
opgraving van een lijk of een asbus wil laten verrichten, is
verplicht op zijn kosten de voor of op het graf aanwezige
grafbedekking, inclusief eventuele afdekplaten door een steenhouwer
of een ander ter zake kundig persoon weg te doen nemen, indien deze
naar het oordeel van de beheerder de begraving, bijzetting of
opgraving zouden verhinderen of onevenredig zouden
bemoeilijken.8Muziekinstallatie en luidinstallatie1.Het gebruik van de muziekinstallatie en de luidinstallatie wordt
geregeld via de begrafenisondernemer en moet bij opgave van de
begrafenis of bijzetting gelijktijdig worden aangevraagd bij de
beheerder.2.De muziekinstallatie en luidinstallatie staan voor iedere
plechtigheid gedurende een vooraf te bepalen tijdsduur ter
beschikking van de aanvrager.9Over te leggen stukken1.Tot begraving wordt niet overgegaan dan nadat het verlof tot
begraven of een ander wettelijk daarmee gelijkgesteld document is
overlegd aan de beheerder. Indien het lijk binnen 36 uur na het
overlijden met verlof van de burgemeester wordt begraven dient
behalve het in de vorige zin bedoelde verlof of document ook het
verlof van de burgemeester te worden overgelegd.2.Indien de begraving of de bezorging van as in een eigen graf zal
plaatsvinden, dient een door de rechthebbende ondertekende
machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd. Indien de
rechthebbende is overleden en hij in het graf moet worden begraven
dan wel de asbus met diens resten in het graf moet worden bijgezet,
dient daaraan voorafgaand een verzoek tot overschrijving van de
grafrechten als bedoeld in artikel 17, tweede lid, te worden
gedaan.3.Begraving of bijzetting in een eigen graf waarvan de uitgiftetermijn
binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen
plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn
met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn
ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn van
10 jaar. De verlenging dient te worden aangevraagd door de
rechthebbende.4.De in het vorige lid bedoelde periode van verlenging wordt naar
boven toe afgerond op hele jaren en bedraagt gelet op wettelijke
bepalingen altijd minimaal 5 jaar.5.De beheerder onderzoekt of de overgelegde stukken toereikend
zijn.10Kisten en lijkhoezen1.Het is verboden om een lijk te begraven in een zinken of andere
metalen of kunststof (binnen)kist.2.Het is verboden om een lijk te begraven met gebruikmaking van een
lijkhoes die niet voldoet aan de voorwaarden van het
Lijkomhulselbesluit 1998.3.Het is verboden om in een kist of ander omhulsel voorwerpen of
objecten bij te sluiten die niet tot de kist of het lijk behoren,
anders dan kleine verteerbare grafgiften.4.Bij het ter begraving aanbieden van een kist of ander lijkomhulsel
dient ten minste 24 uur voorafgaand aan het tijdstip van begraving
een schriftelijke verklaring te worden overgelegd - volgens een door
het college vast te stellen model - omtrent de aanwezigheid van de
in voorgaande leden bedoelde materialen en voorwerpen. Indien van
een lijkhoes gebruik wordt gemaakt, zal de aanbieder tevens moeten
overleggen a) een afschrift van een rapport waaruit blijkt dat de gebruikte
hoes voldoet aan de normen van het Lijkomhulselbesluit 1998 en b) een bewijs dat de betreffende hoes is aangekocht.11Tijden van begraven en asbezorging1.De tijd van begraven en het bezorgen van as is: op werkdagen van
9.00 tot 16.00 uur en op zaterdag van 9.00 tot 14.00 uur.2.Op zondagen en algemeen erkende feestdagen vindt geen begrafenis of
asbezorging plaats.3.De beheerder kan in bijzondere gevallen van deze tijden
afwijken.4Indeling en uitgifte van de graven12Indeling graven en asbezorging1.Op de begraafplaatsen kunnen worden uitgegeven:
eigen graven en urnengraven;
urnennissen;
ruimten in een algemeen graf.
2.Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken
en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in
de eigen graven. Het college bepaalt tevens de afmetingen en de
uitgifteduur van de eigen graven. 3.In de algemene graven kan een door het college te bepalen aantal
lijken worden begraven.13Volgorde van uitgifte1.De eigen graven en ruimten in een algemeen graf worden slechts voor
directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven.2.Het college kan een eigen graf toewijzen anders dan voor directe
begraving en buiten de volgorde van uitgifte, indien dit wegens de
situatie op de begraafplaatsen niet bezwaarlijk is.3.Eventuele uitgifte van naastliggende eigen graven voor verwanten
dient gelijktijdig bij de opgave van een begrafenis of bijzetting te
worden geregeld.14CategorieënHet college kan bij nader vast te stellen regels de algemene en eigen
graven onderverdelen in categorieën. Het college bepaalt voor de
verschillende categorieën de situering en oppervlakte.15Termijnen eigen graven1.Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de
begraafplaatsen dat toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in
te dienen aanvraag, voor de tijd van vijfentwintig jaar recht op een
eigen graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het eigen
graf is uitgegeven.2.Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op
aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van
vijf, tien of twintig jaar, mits de aanvraag voor het verstrijken
van de lopende termijn wordt ingediend. De aanvraag kan niet eerder
dan een jaar voor het verstrijken van de lopende termijn worden
ingediend.3.Het gebruik van een ruimte in een algemeen graf kan niet worden
verlengd.4.Het in dit artikel bedoelde recht kan niet langer gelden dan tot het
tijdstip, waarop het terrein feitelijk aan zijn bestemming als
begraafplaats is onttrokken.5.Het recht als in dit artikel bedoeld, kan slechts aan één
rechthebbende tegelijk worden verleend. Rechthebbenden en gebruikers
dienen een wijziging van hun adres aan de administratie van de
begraafplaats door te geven.16Grafkelder1.Het college kan aan de rechthebbende op een eigen graf vergunning
verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een
grafkelder overeenkomstig de door het college te stellen
voorwaarden.2.Grafkelders mogen uitsluitend worden aangebracht door ter zake
kundige personen en onder toezicht van de beheerder.17Overschrijving van verleende rechten1.Het recht op een eigen graf kan op aanvraag van de rechthebbende
worden overgeschreven op naam van een ander natuurlijke persoon of
rechtspersoon.2.Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht op het eigen
graf worden overgeschreven op naam van een natuurlijke persoon of
rechtspersoon, indien de aanvraag daartoe wordt gedaan binnen zes
maanden na het overlijden van de rechthebbende. Indien de overleden
rechthebbende in het graf dient te worden begraven, of indien de
asbus met zijn resten in het graf dient te worden bijgezet, dient
het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden
gedaan.3.Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot
overschrijving aan het college niet wordt gedaan binnen de in het
tweede lid van dit artikel gestelde termijn van zes maanden, is het
college bevoegd het recht op het eigen graf te doen vervallen.18Afstand doen van gravenZonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de
rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van
het recht op het eigen graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring
doet het college schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.5Gedenktekens19Vergunning gedenktekens1.Voor het plaatsen van een gedenkteken is een schriftelijke
vergunning nodig van het college. 2.De rechthebbende of de gebruiker vraagt de vergunning voor het
hebben van een gedenkteken aan. Voor een tijdelijk gedenkteken dient
ook een vergunning te worden aangevraagd.3.Het college kan nadere regels vaststellen omtrent de wijze van
aanvragen van de vergunning, de aard en de afmetingen van het
gedenkteken en de wijze van aanbrengen.4.Het college kan de vergunning weigeren indien:
niet voldaan wordt aan de vastgestelde nadere regels,
genoemd in het derde lid;
het gedenkteken afbreuk doet aan het aanzien van de
begraafplaats;
de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;
de constructie van het gedenkteken ondeugdelijk is.
5.Alle kosten voor het plaatsen en aanbrengen, herstellen of
vernieuwen van gedenktekens komen voor rekening van de rechthebbende
of gebruiker.6.Op algemene graven kan slechts een gedenkteken worden aangebracht,
indien het graf vol is.7.Het college is bevoegd een gedenkteken voor haar rekening en risico
tijdelijk weg te nemen, indien dit voor het beheer van de
begraafplaats noodzakelijk is.20Onderhoud door de gemeenteHet college voorziet in het algemeen onderhoud van de
begraafplaats.21Onderhoud door de rechthebbende of gebruiker1.Het (doen) plaatsen, aanbrengen, herstellen, vernieuwen of
verwijderen van de grafbedekking geschiedt door of namens de
rechthebbende of gebruiker en voor rekening van en voor risico van
de rechthebbende, de gebruiker of de eigenaar. Schade als gevolg van
brand, vorst, storm, wateroverlast, bliksem, ontploffing, molest,
vandalisme en andere van buiten komende oorzaken, of ontstaan door
het weghalen en terugplaatsen van een grafbedekking ten behoeve van
een bijzetting, en eventuele gevolgschade voor derden, is voor
rekening van de rechthebbende, de gebruiker of de eigenaar.2.De rechthebbende of de gebruiker is verplicht de grafbedekking
behoorlijk te onderhouden of te herstellen. Onder dit onderhoud
wordt begrepen het herstellen of vernieuwen, het verven van
opschriften, en het bijkleuren of schilderen van stenen en hekwerken
en ornamenten, alsmede het regelmatig snoeien van winterharde
gewassen en het verwijderen van dode beplanting.3.Indien de rechthebbende of de gebruiker nalaat de grafbedekking
behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de
hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele
grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende een
maand ter beschikking van de rechthebbende of de gebruiker en
vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding
verplicht is.4.De verwijdering vindt niet plaats dan nadat het college de
rechthebbende of de gebruiker door middel van een verklaring
schriftelijk op de hoogte heeft gesteld van de toestand van de
grafbedekking. Wanneer het adres van de rechthebbende of de
gebruiker niet bekend is maakt het college de verklaring bij de
ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend. Bij het
graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.5.Het college kan de rechthebbende of de gebruiker per aanschrijving
verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen
binnen de door het college gestelde termijn indien de beschadiging
zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk
aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van
de grafbedekking gevaar op levert voor derden. Indien door een
ondeugdelijk geworden constructie een situatie is ontstaan die
gevaar oplevert voor het omvallen of inzakken van een grafbedekking,
kan het college direct maatregelen treffen.6.Indien binnen twee maanden na de dag van aanschrijving zoals bedoeld
in lid 5, geen herstel of vernieuwing heeft plaatsgevonden, is het
college bevoegd tot het verwijderen en vernietiging van de
grafbedekking over te gaan. Hierbij geldt dat zij voor deze
handeling niet aansprakelijk kan worden gesteld, onverlet het recht
van het college tot herstel of vernieuwing op kosten van de
rechthebbende over te gaan.7.Rechthebbenden en gebruikers zijn verplicht om indien een andere
persoon eigenaar van het gedenkteken wordt, terstond diens naam, het
adres, telefoonnummer en e-mailadres aan het college door te
geven.22Niet-blijvende grafbeplanting en losse voorwerpen1.Het is niet toegestaan losse voorwerpen van glas of een ander
breekbaar materiaal op een graf te leggen.2.Zonder voorafgaande waarschuwing en zonder dat aanspraak kan worden
gemaakt op schadevergoeding kan door de beheerder worden
verwijderd:
niet blijvende beplanting op een graf die in een
verwaarloosde staat verkeert;
losse bloemen, planten, kransen en dergelijke wanneer zij
verwelkt zijn;
linten, siervazen en dergelijke voorwerpen. Deze worden
gedurende een maand ter beschikking gehouden van de
rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, van
de gebruiker, indien deze daartoe tevoren een aanvraag heeft
ingediend bij de beheerder.
attributen ten behoeve van onderhoud, zoals gereedschappen
en onderhoudsartikelen.
zitelementen, niet behorende tot de inrichting van de
begraafplaats, op en rond het graf.
23Verwijderen grafbedekking na verstrijken van de termijn1.De grafbedekking kan na het verstrijken van de termijn van uitgifte
van het graf door het college worden verwijderd.2.Rechthebbenden en gebruikers kunnen de grafbedekking in de laatste
maand van de looptijd van het grafrecht afhalen en meenemen. Niet
afgehaalde grafbedekking vervalt aan de gemeente, zonder dat de
gemeente tot enige vergoeding verplicht is.6Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen24Ruiming, bezorging van overblijfselen en as1.De beheerder draagt er zorg voor dat met de bij de ruiming van het
graf nog aanwezige menselijke resten te allen tijde respectvol wordt
omgegaan en dat bezoekers van de begraafplaats niet met menselijke
resten worden geconfronteerd.2.De bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten
worden begraven en de as wordt verstrooid op een van de daartoe
bestemde gedeelten van de begraafplaatsen.3.Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf
kunnen voor afloop van het gebruiksrecht bij de beheerder een
aanvraag indienen om bij ruiming de menselijke resten, indien
mogelijk, bijeen te doen brengen voor crematie of voor herbegraving
elders. Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet
met een urn is bijgezet in een algemeen graf kunnen bij de beheerder
een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor
herbegraving of verstrooiing elders.4.De rechthebbende op een eigen graf kan bij de beheerder voor afloop
van de (verlengde) termijn van uitgifte van het graf een aanvraag
indienen om de menselijke resten te doen verzamelen om deze opnieuw
in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze te laten
cremeren of elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een
urnengraf of urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de
asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as
te doen verstrooien.7Einde van de grafrechten25Einde van de grafrechten1.De grafrechten vervallen:
door het verlopen van de termijn;
indien de rechthebbende of gebruiker afstand doet van het
recht;
indien de begraafplaats wordt opgeheven.
2.Het college kan de grafrechten vervallen verklaren:
indien de betaling van het gebruiksrecht en de
onderhoudskosten ten behoeve van de vestiging of een
verlenging van het grafrecht niet binnen drie maanden na
aanvang van die termijn is geschied;
indien de rechthebbende of gebruiker - ondanks een aanmaning
- in verzuim blijft een op grond van deze verordening of de
Verordening lijkbezorgingsrechten op hem rustende
verplichting na te komen of daarmee in strijd handelt;
indien de rechthebbende of de gebruiker van een graf is
overleden en het recht niet binnen één jaar is
overgeschreven.
3.In de gevallen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen b en c, en
in het tweede lid, vindt geen terugbetaling plaats van een deel van
de kosten van het grafrecht, betaalde onderhoudsbijdragen of
eventuele andere kosten.4.Het eventueel op het graf aanwezige gedenkteken of beplanting kan
gedurende een maand vóór het vervallen van een grafrecht door de
rechthebbende of gebruiker van het graf worden verwijderd. Na het
vervallen van het grafrecht kunnen zij geen aanspraken op deze
voorwerpen doen gelden.5.Onverminderd het bepaalde in voorgaande leden is de rechthebbende of
gebruiker, of degene die opdracht heeft gegeven een grafrecht te
vestigen of andere diensten te verrichten, een uitvaartverzorger
inbegrepen, bij niet (tijdige) betaling van kosten die verband
houden met werkzaamheden of diensten in verband met lijkbezorging of
plechtigheden als bedoeld in artikel 5, zonder dat nadere
ingebrekestelling is vereist, in gebreke. Het college is alsdan
gerechtigd om vanaf de factuurdatum aan de rechthebbende of
gebruiker in rekening te brengen alle gerechtelijke en
buitengerechtelijke incassokosten.8Slotbepalingen26Intrekking oude regelingDe Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente
Albrandswaard 2011, vastgesteld op 7 februari 2011, wordt ingetrokken op
de dag dat de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen
Albrandswaard 2013 in werking treedt.27Overgangsbepalingen1.Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de
Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente
Albrandswaard 2011 gelden als besluiten genomen krachtens deze
verordening.2.Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening
een aanvraag om vergunning op grond van de Beheerverordening
gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Albrandswaard 2011 is
ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze
verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze
verordening toegepast.28StrafbepalingHij die handelt in strijd met de artikel 3 lid 3 en artikel 4 lid 3 tot
en met 5 wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.29InwerkingtredingDeze verordenign treedt in werking op 1 januari 2013.30CiteertitelDeze verordening wordt aangehaald als: Beheerverordening gemeentelijke
begraafplaatsen Albrandswaard 2013.Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Albrandswaard in zijn openbare vergadering van17 december 2012.De griffier,mr. Renske van der TempelDe voorzitter,Ger J. van de Velde-de Wilde