CVDR50835_1Verordening op de heffing en invordering van rechten 2006nlregelingBaarn2005-12-31BaarnGemeentenieuws Baarns Weekblad 29-12-2005 Verordening rechten 2006Gemeentewet, artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en bgemeenteraadfinanciën en economie2005-12-21De tekst in dit document is vrij van auteursrecht en
databankrecht2005-12-312020-01-01Nieuwe regelingRaadsbesluit nr. 90 van 21 december 2005GeenVerordening op de heffing en invordering van rechten 2006 Nr. 90 van 2005.De raad der gemeente Baarn;gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 15 november 2005 gehoord de commissie voor Samenleving, Bestuur en Financiën d.d. 6 december
2005Gelet op het artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de
Gemeentewet; B E S L U I T:VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERINGVAN RECHTEN 2006.1Belastbaar feitOp basis van deze verordening worden rechten geheven ter zake van het
gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde
gemeentebezittingen, anders dan het hebben van voorwerpen in, op of boven
gemeentegrond, of ter zake van voor de openbare dienst bestemde werken of
inrichtingen die bij de gemeente in beheer of onderhoud zijn. 2BelastingplichtDe rechten worden geheven van degene die overeenkomstig de bestemming
gebruik maakt van voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen die bij de
gemeente in beheer of onderhoud zijn. 3BegripsbepalingenDeze verordening verstaat onder:
Jaar : kalenderjaar.
Maand : een kalendermaand.
Week : een periode van zeven achtereenvolgende dagen.
Dag : een periode van 24 uren, aanvangende te 0.00 uur.
Uur : een periode van 60 achtereenvolgende minuten.
Seizoen : de periode van 1 april tot 1 oktober.
4Wijze van heffingDe gebruiksrechten worden geheven bij wege van aanslag.5HeffingstijdvakHet heffingstijdvak is de in één kalenderjaar gelegen periode gedurende
welke zich een belastbaar feit in de zin van de verordening voordoet of
heeft voorgedaan.6Maatstaf van heffing en tariefDe rechten worden geheven ter zake van de belastbare feiten, de maatstaven
en tarieven zoals opgenomen in de bij deze verordening behorende
tarieventabel met in achtneming van het overigens in deze verordening
bepaalde.7BerekeningOnverminderd het bepaalde in artikel 6 wordt voor de berekening van de
rechten een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle
eenheid aangemerkt.8VrijstellingenDe rechten worden niet geheven ter zake van:
het gebruik waarvoor door de gemeente een ander recht op grond van
artikel 229, eerste lid onderdeel a van de Gemeentewet wordt geheven
of waarvoor een privaatrechtelijke vergoeding is
overeengekomen;
buizen in de grond tot lozing van faecaliën, van huishoud- of van
hemelwater;
afvoerbuizen van hemelwater, welke aan een gebouw zijn aangebracht
en niet meer dan 12 centimeter buiten de gevel uitsteken;
9Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
De belastingschuld ontstaat bij het begin van het
heffingstijdvak.
Indien de belastingplicht in de loop van het heffingstijdvak
aanvangt, ontstaat de belastingschuld bij de aanvang van de
belastingplicht. Het verschuldigde bedrag wordt alsdan berekend voor
zoveel twaalfde gedeelten van het jaartarief als er na de aanvang
van de maand waarin de belastingplicht ontstaat maanden
overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het tijdvak eindigt bestaat
aanspraak op ontheffing voor de naar jaartarieven geheven
precariobelasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat
tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na
het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden
overblijven.
Belastingbedragen tot € 10,00 worden niet geheven
Voor de toepassing van het bepaalde in het vierde lid wordt het
totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen aangemerkt
als één belastingaanslag.
10Betalingstermijnen
De aanslagen moeten worden betaald binnen twee maanden na
dagtekening van het aanslagbiljet.
In afwijking van het eerste lid geldt in geval het totaalbedrag van
de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen of als het aanslagbiljet
maar één aanslag bevat en het bedrag daarvan meer is dan € 100, --
en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische
betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten
worden betaald in 8 gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één
maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende
termijnen telkens een maand later.
De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in voorgaande
leden gestelde termijnen.
11KwijtscheldingBij de invordering van rechten wordt geen kwijtschelding verleend. 12Nadere regels door het college van burgemeester en wethoudersHet college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met
betrekking tot de heffing en invordering van de rechten. 13Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel
Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na
die van de bekendmaking.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2006.
Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening rechten
2006”.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Baarn, gehouden op 21 december 2005de griffier, de voorzitter,TarieventabelBehorende bij de Verordening rechten 2006
Nr.OmschrijvingEenheidTarief €Per tijdseenheidHfd 1Kabels en leidingen1.00Het tarief bedraagt voor het hebben van aBuizen, kabels of leidingen voor gas, water en elektriciteit
m 1 0,45jaarbOverige draden en kabelsm 1 0,45jaar
Behoort bij raadsbesluit van 21 december 2005De griffierToelichting AlgemeenOp grond van artikel 229 van de Gemeentewet kunnen de rechten (retributies)
worden geheven voor het gebruik van gemeentebezittingen, die voor de openbare
dienst (= het algemene nut) bestemd zijn , overeenkomstig de bestemming worden
gebruikt en bij de gemeente in onderhoud of in beheer zijn.Het verschil met de precariobelasting is dat bij de precariobelasting de
gemeente eigenaar van de grond moet zijn ( eigendomsvereiste). Voor de
gebruiksretributie geldt dit vereiste niet, de gemeentebezitting moet wel bij de
gemeente in beheer of in onderhoud zijn.Het is dus mogelijk een retributie te heffen in geval de gemeente slechts het
onderhoud of het beheer heeft van de grond. Het betekent een aanvulling op de
precariobelasting, die alleen kan worden geheven indien de gemeente zelf
eigenaar is van de grond. Artikel 1 In artikel 1 is het belastbare feit omschreven, waarbij aansluiting is gezocht
bij de bewoordingen in artikel 299 van de Gemeentewet. De omschrijving is ruim
geformuleerd om ook eventuele andere “diensten” in de toekomst te kunnen
belasten In de tarieventabel is het belastingbare feit (het belasten van kabels en
leidingen) nader geconcretiseerd.Artikel 2Ingevolge artikel 217 van de Gemeentewet dient in de belastingverordening te
worden vermeld wie de belastingplichtige is. Als belastingplichtige is
aangewezen degene die gebruik maakt van de dienst. Gekozen is voor een ruime
omschrijving om te voorkomen dat in bepaalde situaties geen belastingplichtige
zou kunnen worden aangewezen.Artikel 3In dit artikel zijn begripsomschrijvingen opgenomen, die overeenkomen met de
begripsomschrijvingen in de Precariobelastingverordening.Artikel 4Volgens de Algemene wet inzake rijksbelastingen kunnen belastingen worden
geheven bij wege van aanslag, bij voldoening op aangifte en op andere wijze (
bijvoorbeeld via kwitantie, nota, kassabon ed ).Gekozen is voor een heffing bij wege van aanslag vanwege de mogelijkheid om de
heffingen te kunnen combineren met andere belastingaanslagen via het nieuwe
software pakket.Artikel 5Gekozen is voor een heffingstijdvak van één jaar of indien het belastbare feit
in de loop van het jaar ontstaat over een gedeelte van het jaar.Artikel 6 In artikel 6 wordt verwezen naar de tarieventabel. Als maatstaf van heffing is
gekozen voor een bedrag per strekkende meter leiding/kabel. Gekozen is voor een
aparte tarieventabel vanwege de overzichtelijkheid en omdat het eenvoudiger is
tarieven daaraan toe te voegen.Artikel 7Artikel 7 is overgenomen uit de Modelverordening van de VNG. Het artikel regelt de wijze van berekening van het aantal meters
leidingen/kabels.Artikel 8In artikel 8 staan een aantal “voorwerpen”welke zijn vrijgesteld van heffing. In
het eerste lid is geregeld dat het gebruik van gemeentelijke eigendommen niet
wordt belast indien er op grond van een overeenkomst andere vergoedingen zijn
overeengekomen en indien op grond van dezelfde bepaling in de Gemeentewet al een
heffing wordt opgelegd.In artikel 1 is omschreven dat voorwerpen, die al belast worden volgens de
precariobelastingverordening niet onder deze verordening vallen.Volgens de andere leden zijn ook de rioolbuizen vrijgesteld. Hiervoor worden
reeds andere rechten geheven: aansluitrecht en rioolrechten.Artikel 9Volgens de redactie van het eerste lid zijn de rechten verschuldigd bij het
begin van het belastingjaar, of bij het begin van de belastingplicht, als dit
later is. De belastingschuld kan daarom in de loop van het belastingjaar worden
geformaliseerd.In de leden 2 en 3 zijn regels gegeven die betrekking hebben op wijzigingen
gedurende het kalenderjaar in de belastingplicht. Gekozen is voor een
tijdsevenredige herleiding per maand. De leden 4 en 5 zijn opgenomen om een combinatie met andere belastingen op één
aanslagbiljet mogelijk te maken.Artikel 10De laatste opmerking bij de toelichting op artikel 10 geldt ook voor artikel
11.De betaaltermijnen en de mogelijkheid van automatische incasso zijn gelijk aan
die van de andere belastingen.Artikel 11Uitgangspunt in Baarn is dat voor “retributies”geen kwijtschelding wordt
verleend.Artikel 12Op grond van dit artikel kunnen B&W nader regels stellen met betrekking tot
uitreiking van aangiftebiljetten
opleggen van voorlopige aanslagen
het berekenen van invorderingsrente
Artikel 13Op grond van artikel 139 van de Gemeentewet moeten gemeenten de besluiten tot
het vaststellen, wijzigen of intrekken van belastingverordeningen bekend maken. Bekendmaking vindt plaats in een huis-aan- huisblad en dient voor een ieder ter
inzage te liggen op het gemeentehuis.De verordening treedt pas in werking na de bekendmaking. Vóór dat tijdstip
kunnen geen aanslagen worden opgelegd.