CVDR382150_1Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2016nlregelingBedum2018-04-24BedumGemeenteblad, jaargang 2015, nr. 115133Verordening reinigingsheffingen 2016Gemeentewet, art. 229, eerste lidWet milieubeheer, art. 15.33gemeenteraadfinanciën en economie2015-11-05De tekst in dit document is vrij van auteursrecht en
databankrecht2015-12-042017-01-01Nieuwe regelingOnbekendGeenGeenVerordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2016De gemeenteraad van Bedum;gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 oktober 2015;gelet op artikelen 229, eerste lid, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;b e s l u i t :vast te stellen de:VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERINGVAN AFVALSTOFFENHEFFING ENREINIGINGSRECHTEN 2016I- ALGEMENE BEPALINGEN1Inleidende bepalingKrachtens deze verordening worden geheven:
een afvalstoffenheffing;
reinigingsrechten.
2Begripsomschrijvingen1.Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder grof bedrijfsafval: afvalstoffen, met uitzondering van autowrakken, afkomstig van bedrijven en instellingen, welke door aard, omvang of hoeveelheid niet periodiek worden ingezameld.2.Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder ‘gebruik maken’: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.II- AFVALSTOFFENHEFFING3Aard van belasting en belastbaar feit1.Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.2.De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.4Belastingplicht1.De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.2.Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:
degene die naar omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van het perceel;
ingeval een gedeelte van een perceel in bruikleen is afgestaan: degene die dat gedeelte in bruikleen heeft afgestaan.
5Maatstaf van de heffing en belastingtariefDe belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 1 en 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.6BelastingjaarHet belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.7Wijze van heffingDe belasting wordt bij wege van aanslag geheven.8Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang1.De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.2.Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.3.Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.4.Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt.9Termijnen van betaling1.In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, moeten de aanslagen worden betaald in vier gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.2.In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.3.In afwijking van het tweede lid worden, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat, het bedrag daarvan minder is dan € 100,-- of meer is dan € 5.000,--, het bedrag in twee nagenoeg gelijke termijnen moet worden betaald. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en de volgende termijn een maand later.4.De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.III- REINIGINGSRECHTEN10Belastbaar feitOnder de naam "reinigingsrechten" worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.11BelastingplichtDe rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.12Maatstaf van heffing en belastingtarief1.De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de hoofdstukken 2 en 3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.2.Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.13BelastingjaarMet betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.14Wijze van heffing1.De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.2.De rechten bedoeld in hoofdstuk 3 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.15Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijkse verschuldigde rechten1.De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.2.Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, zijn de rechten verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.3.Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.4.Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist.16Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechtenDe rechten bedoeld in hoofdstuk 3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.17Termijnen van betaling1.In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, moeten de aanslagen worden betaald in vier gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.2.In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.3.In afwijking van het tweede lid worden, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat, het bedrag daarvan minder is dan € 100,00 of meer is dan € 5.000,00, het bedrag in twee nagenoeg gelijke termijnen moet worden betaald. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en de volgende termijn een maand later.4.De op grond van artikel 14, tweede lid geheven rechten moeten, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, worden betaald:
ingeval van uitreiking van de kennisgeving: op het tijdstip van uitreiking;
ingeval van toezending van de kennisgeving: binnen 14 dagen na de dagtekening.
5.De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.IV- AANVULLENDE BEPALINGEN18KwijtscheldingBij de invordering van rechten als bedoeld in deze verordening wordt geen kwijtschelding verleend met uitzondering voor het tarief genoemd onder 1.1.1 van de tarieventabel.19Nadere regels door het college van burgemeester en wethoudersHet college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reinigingsheffingen.20Inwerkingtreding en citeertitel1.De "Verordening reinigingsheffingen 2015" van 6 november 2014 wordt ingetrokken, met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.2.Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking.3.De datum van ingang van heffing is 1 januari 2016.4.Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening reinigingsheffingen 2016".Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 5 november 2015 te BedumDe raad voornoemd, , voorzitter , griffierbehorende bij de “Verordening reinigingsheffingen 2015”AlgemeenDe bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.11.1Maatstaf en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing
1.1.1 De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar € 237,08;1.1.2De belasting als bedoeld in onderdeel 1.1.1 wordt vermeerderd voor het op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, in bruikleen hebben van een extra (= boven hetgeen volgens de gemeentelijke afvalstoffenverordening en het raadsbesluit van 8 november 1990 aan het perceel is verstrekt):1.1.2.1 container van 140 liter, bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval per extra container met € 52,91;1.1.2.2 container van 240 liter, bestemd voor overige huishoudelijke afvalstoffen, per extra container met € 135,38.
1.2Maatstaf en overige tarieven afvalstoffenheffing
1.2.1Onverminderd het bepaalde in Hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting voor het op aanvraag inzamelen van grove huishoudelijke afvalstoffen, perkubieke meter€ 19,50; met een minimum vanper keer wordt maximaal 3 m³ opgehaald.€ 19,50.1.2.2Onverminderd het bepaalde in Hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting voorhet achterlaten van afval van particuliere huishoudens, bij het Afval Breng Station van de ARCG in Groningen, de bedragen volgens onderstaande tabel:
Eerste vier keer brengenKofferbak1-assige aanhangwagen2-assige aanhangwagen of bestelbusGrofvuilGratisGratisGratis (maar telt als 2x brengen)Hout / plaatmateriaal / plankenGratisGratisGratis (maar telt als 2x brengen)Plastic / kunststofGratisGratisGratis (maar telt als 2x brengen)TakkenGratisGratisGratis (maar telt als 2x brengen)Schoonpuin *GratisGratisGratis (maar telt als 2x brengen)Bouw-/sloopafval / Asbest€ 19,-- **€ 58,50€ 205,-- per tonElektra (bruin/witgoed)GratisGratisGratisKlein chemisch afvalGratisGratisGratisIJzerGratisGratisGratisFlessenglasGratisGratisGratisOud papierGratisGratisGratis
Vijfde keer of vaker brengenKofferbak1-assige aanhangwagen2-assige aanhangwagen of bestelbusGrofvuilGratisGratisGratis (maar telt als 2x brengen)Hout / plaatmateriaal / planken€ 19,-- **€ 58,50€ 205,-- per tonPlastic / kunststof€ 19,-- **€ 58,50€ 205,-- per tonTakken€ 6,50 **€ 12,50€ 205,-- per tonSchoonpuin *€ 6,50 **€ 12,50€ 205,-- per tonBouw-/sloopafval / Asbest€ 19,-- **€ 58,50€ 205,-- per tonElektra (bruin/witgoed)GratisGratisGratisKlein chemisch afvalGratisGratisGratisIJzerGratisGratisGratisFlessenglasGratisGratisGratisOud papierGratisGratisGratisAutobandenHet inleveren van (maximaal vier) autobanden zonder vuil en zonder velg is gratisHet inleveren van autobanden met velg kost € 10,-- per bandBanden van vrachtauto’s en trekkers, zonder velg, kosten € 15,-- per band
* Schoon puin is hard puin dat geschikt is voor de puinbreker, zoals bakstenen, trottoirtegels en niet-geglazuurde dakpannen; er mag geen cement, aarde, zand of grond aan zitten.** Als de achterbank naar voren is geklapt telt het als twee keer een kofferbak2 Maatstaven en jaarlijkse tarieven reinigingsrechten
2.1Het recht bedraagt per belastingjaar voor het :2.1.1beschikbaar stellen van een container met een inhoud van 1.100 liter, het gebruik daarvan en het éénmaal per week ledigen en verwijderen van de daarin verzamelde afvalstoffen € 1211,88;2.1.2beschikbaar stellen van een container met een inhoud van 240 liter, het gebruik daarvan en het éénmaal per twee weken ledigen en verwijderen van de daarin verzamelde afvalstoffen€ 127,42.2.2de tarieven genoemd onder 2.1.1 en 2.1.2 worden verhoogd met het, op moment van dagtekening van de aanslag, geldende BTW-percentage
3 Maatstaven en tarieven overige reinigingsrechten
3.1Het recht bedraagt voor:3.1.1het achterlaten van dode honden en katten op een daartoe van gemeentewege ingevolge de destructieverordening aangewezen verzamelplaats, per hond of kat € 36,00.
Behoort bij het raadsbesluit van 5 november 2015De griffier van Bedum,