CVDR481874_1Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2018nlregelingBedum2018-04-24BedumGemeenteblad, jaargang 2017, nr. 220051Verordening rioolheffing 2018Gemeentewet, atr. 228agemeenteraadfinanciën en economie2017-11-09De tekst in dit document is vrij van auteursrecht en
databankrecht2017-12-15Nieuwe regelingOnbekendGeenVerordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2018De gemeenteraad van Bedum;gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 oktober 2017;gelet op artikel 228a van de Gemeentewet;b e s l u i t :vast te stellen de: VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN RIOOLHEFFING 2018Deze verordening verstaat onder:
perceel: een roerende of onroerende zaak of een zelfstandig gedeelte daarvan;
gemeentelijke riolering: een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwerking, zuivering of transport van afvalwater, hemelwater of grondwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de gemeente met inbegrip het voor de openbare dienst bestemde gemeentewater;
verbruiksperiode: de periode waarop de afrekening van het waterbedrijf betrekking heeft;
water: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, hemelwater of grondwater.
Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:
de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater; en
de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.
De belasting wordt geheven van degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een perceel dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering, verder te noemen: eigenarendeel.
Met betrekking tot het eigenarendeel wordt, ingeval het perceel een onroerende zaak is, als genot hebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genot hebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt.De belasting wordt geheven naar een vast bedrag per perceel.Het recht als bedoeld in artikel 3, eerste lid, bedraagt per jaar:
1.voor een perceel, waarin is gevestigd een bedrijf of instelling met meer dan 10 werknemers€ 324,102.voor een bebouwd perceel, waarin een verzorgingstehuis is gevestigd€ 1.512,443.voor een bebouwd perceel waarvan alleen hemelwater wordt afgevoerd€ 64,824.voor de overige percelen€ 216,07
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in vier gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht nagenoeg gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
In afwijking van het tweede lid worden, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat, het bedrag daarvan minder is dan € 100,00 of meer is dan € 5.000,00, het bedrag in twee nagenoeg gelijke termijnen moet worden betaald. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en de volgende termijn een maand later.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in voorgaande leden gestelde termijnen.
De rioolheffing wordt niet geheven:
Voor ongebouwde percelen
Voor trafo’s, hoogspanningsmasten, zendmasten, windmolens en gasdistributiestations.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rioolheffing.De "Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2017" van 10 november 2016, wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid van artikel 14 genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking.
In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de leges in die periode plaatsvindt.
De datum van ingang van heffing is 1 januari 2018.
Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening rioolheffing 2018’.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 9 november 2017, te BedumDe raad voornoemd, , voorzitter , griffier