CVDR108804_1Verordening op de inrichting van de financiële organisatie, het financiële beheer en de uitgangspunten van het financiële beleid van de gemeente BergennlregelingBergen (L)2011-07-28Bergen (L)geenFinanciële verordening artikel 212 gemeente Bergen (L)Gemeentewet , art. 212Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeentengemeenteraadfinanciën en economie2006-02-14De tekst in dit document is vrij van auteursrecht en
databankrecht2006-02-152015-04-01nieuwe regeling72441. Geen.Deze regeling vervangt de Verordening op de inrichting van de financiële organisatie, het financiële beheer en de uitgangspunten van het financiële beleid van de gemeente Bergen (L.), vastgesteld op 4 november 2003.Verordening op de inrichting van de financiële organisatie, het financiële beheer en de uitgangspunten van het financiële beleid van de gemeente BergenDe raad van de gemeente Bergen,gelet op artikel 212 van de Gemeentewet en het Besluit begroting en
verantwoording provincies en gemeenten;gezien het voorstel van burgemeester
en wethouders van 20 december 2005;besluit:vast te stellen de Verordening op de inrichting van de financiële
organisatie, het financiële beheer en de uitgangspunten van het financiële
beleid van de gemeente Bergen 1Begroting en verantwoordingKaderstellen2Programmabegroting1De raad stelt in ieder geval bij de aanvang van de nieuwe
raadsperiode een programma-indeling vast.2De raad stelt per programma vast:a. de beoogde maatschappelijke
effecten; wat willen we bereiken? b. de te leveren goederen en
diensten; wat gaan we daarvoor doen?c. de baten en lasten; wat mag
het per saldo kosten?3Het college stelt per programma indicatoren voor met betrekking tot
de beoogde maatschappelijke effecten en de te leveren goederen en
diensten.4De raad stelt de indicatoren, bedoeld in lid c, vast.5Het college draagt zorg voor het verzamelen en vastleggen van
gegevens over de geleverde goederen en diensten en de
maatschappelijke effecten, opdat de doelmatigheid en
doeltreffendheid van het beleid zoals vastgesteld door de raad,
kunnen worden getoetst.3Producten1Bij iedere begroting en alle jaarstukken wordt een overzicht gegeven
van welke producten uit de productbegroting onder welke programma’s
horen.2De onderverdeling van de programma’s in de producten staat voor de
raadsperiode vast, tenzij er dringende redenen zijn tot wijzigen.
Wijzigingen worden bij de begroting expliciet vermeld.4Voorjaarsnota1Het college biedt uiterlijk 30 juni van het begrotingsjaar een nota
aan over de kaders voor het volgende begrotingsjaar en de drie
opvolgende jaren. In deze nota worden de bevindingen betrokken uit
de rapportage van de begrotingsuitvoering bedoeld in artikel 7 en de
jaarstukken bedoeld in artikel 8. Deze nota dient tevens inzicht te
verschaffen in de financiële positie van de gemeente Bergen.2De raad stelt deze nota uiterlijk 31 juli vast.1Uitvoering5Uitvoering begroting1Het college stelt regels die waarborgen dat de uitvoering van de
begroting rechtmatig, doelmatig en doeltreffend verloopt.2Het college draagt ten aanzien van de productenbegroting er zorg
voor dat:a. de lasten en baten, door middel van kostentoerekening,
eenduidig zijn toegewezen aan de: producten van de
productbegroting;b. de budgetten uit de productraming en kredieten
voor investeringen passen binnen de kaders zoals geautoriseerd bij
de vaststelling van de in artikel 4 bedoelde (kader)nota.;c de
lasten van de producten niet dusdanig worden overschreden dat de
realisatie van andere producten binnen hetzelfde programma onder
druk komt te staan;3Het college draagt er zorg voor dat de lasten van de programma’s
zoals geautoriseerd in de (gewijzigde) begroting niet worden
overschreden.1Beheersing en Interne controle6Interne controle1Het college draagt ten behoeve van het getrouwe beeld en de
rechtmatigheid van de jaarrekening zorg voor de jaarlijkse interne
toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de
rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het
college maatregelen tot herstel.2Het college draagt zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van een
aantal bedrijfsonderdelen op juistheid, volledigheid en tijdigheid
van de bestuurlijke informatievoorziening, de rechtmatigheid van
beheershandelingen en op misbruik en oneigenlijk gebruik van de
gemeentelijke regelingen. Jaarlijks bepaalt het college de
noodzakelijkheid van een onderzoek bij een bedrijfsonderdeel.1Rapportage en Verantwoording7Tussentijdse rapportage en informatie1Het college informeert de raad over de stand van zaken van de
huidige begroting bij de jaarrekening, voorjaarsnota en
begroting.2De rapportages gaan in op afwijkingen, zowel wat betreft de lasten,
de geleverde goederen en diensten en indien daar aanleiding voor is
de maatschappelijke effecten. In het jaar voorafgaande aan het
begrotingsjaar bepaalt de raad over welke onderwerpen bij welke
rapportage in ieder geval gerapporteerd dienen te worden.3Het college informeert in ieder geval vooraf de raad en neemt pas
een besluit, nadat de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen
en bedenkingen ter kennis van het college te brengen voorzover het
betreft niet bij begroting vastgestelde afzonderlijke verplichtingen
inzake:a. investeringen groter dan € 100.000;b. aankoop en verkoop
van goederen en diensten groter dan € 10.000;c. het verstrekken van
leningen, waarborgen en garanties groter dan € 10.000;4Het college informeert vooraf de raad en neemt pas een besluit nadat
de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter
kennis van het college te brengen indien het college nieuwe
meerjarige verplichtingen aangaat waarvan de jaarlijkse lasten
groter zijn dan € 10.000.8Jaarstukken1Het college legt verantwoording af over de uitvoering van de
programma’s. In de verantwoording geeft het college aan:a. wat is
bereikt;b. welke goederen en diensten zijn geleverd;c. wat de kosten
zijn;d. hoe de resultaten zich verhouden tot de in de begroting
gestelde doelen.2De raad bepaalt aan de hand van de uitvoering van de programma’s of
de beleidsdoelen van de programma’s voor het lopende jaar
bijstelling behoeven.2Financiële positieKaderstellen9Financiële positie1Het college draagt er zorg voor, dat al het beleid waartoe de raad
heeft besloten, in de in artikel 4 bedoelde voorjaarsnota op te
nemen uiteenzetting van de financiële positie alsmede in de
meerjarenramingen is opgenomen.2Het totaalbedrag aan verleende garanties en waarborgen worden bij de
uiteenzetting van de financiële positie expliciet vermeld.3De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de
investeringskredieten.10Waardering en afschrijving vaste activaHet college biedt in de eerste twee jaar van iedere raadsperiode een
nota activabeleid aan. Deze nota vormt de basis voor het te voeren
activabeleid.11Voorziening voor oninbare vorderingenVoor openstaande vorderingen wordt een voorziening wegens oninbaarheid
gevormd ter grootte van het historische percentage van
oninbaarheid.12Reserves en voorzieningen1Het college biedt in de eerste twee jaar van iedere raadsperiode een
(bijgestelde) nota reserves en voorzieningen aan.2De nota behandelt:a. de vorming en besteding van reserves;b. de
vorming en besteding van voorzieningen;13KostprijsberekeningVoor het bepalen van de geraamde kostprijs van producten en diensten
wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. 14Financieringsfunctie1Financiële handelingen uit hoofde van de treasury functie en uit
hoofde van het maatschappelijk nut worden gebaseerd op het
treasurystatuut.2De gemeente verstrekt, op verzoek, hypothecaire leningen aan
medewerkers in vaste dienst. Deze handelingen worden gebaseerd op de
hypotheekregeling ambtenaren.3Het geldende treasurystatuut is van toepassing voor de
financieringsfunctie.15Registratie bezittingen, activa en vermogen1Het college draagt zorgt voor een actuele en volledige registratie
van bezittingen. In de registratie worden ook opgenomen
niet-geactiveerde kunstvoorwerpen met cultuurhistorische waarde en
de niet- of netto-geactiveerde investeringen in de openbare
ruimte.2Het college draagt er zorg voor, dat de registratie en de
ontwikkeling van de bezittingen en het vermogen van de gemeente
systematisch worden gecontroleerd, met dien verstande dat de
waardepapieren, de voorraden, de uitstaande leningen, de
(debiteuren-)vorderingen, de liquiditeiten, de opgenomen leningen en
de (crediteuren-)schulden jaarlijks worden gecontroleerd en
registergoederen en bedrijfsmiddelen.3Bij afwijkingen in de registratie van bezittingen neemt het college
maatregelen voor herstel van de tekortkomingen. De resultaten van de
controle en eventuele plannen van verbetering worden ter
kennisgeving aan de raad aangeboden.3Paragrafen16Lokale heffingenBij de begroting en jaarstukken doet het college in de paragraaf lokale
heffingen verslag van: de opbrengsten per lokale heffing; het volume en
bedrag aan kwijtscheldingen; de kostendekkendheid van de rioolrechten en
de afvalstoffenheffing; de ontwikkeling van de lokale lastendruk.17Weerstandsvermogen en risicomanagementHet college geeft in de paragraaf weerstandsvermogen van de begroting en
van de jaarstukken de risico’s van materieel belang aan en tevens een
inschatting van de kans dat deze risico’s zich voordoen. Het college
brengt hierbij in elk geval de risico’s in beeld. Het college geeft
daarbij aan in hoeverre schade en verliezen als gevolg van de risico’s
van materieel belang met de weerstandscapaciteit kunnen worden
opgevangen. 18Onderhoud kapitaalgoederen1Het college draagt zorg voor het opstellen en actualiseren van het
onderhoud kapitaalgoederen in onderhoudsplannen, waaronder in ieder
geval begrepen:a. wegen;b. openbaar groen;c. speeltoestellen;d.
gebouwen;e. riolering;f. verlichting.2De onderhoudsplannen worden aan de raad ter vaststelling
aangeboden.3Bij de begroting en de jaarstukken doet het college in de paragraaf
onderhoudkapitaalgoederen verslag over de voortgang van het geplande
onderhoud.19Financiering1Ten aanzien van de financieringsfunctie is het geldende
treasurystatuut van toepassing;2Het college verschaft in de paragraaf financiering in de
programmabegroting, voorjaarsnota en programmarekening inzicht inde
financieringsfunctie.20BedrijfsvoeringHet college doet in de paragraaf bedrijfsvoering in de
programmabegroting, voorjaarsnota en programmarekening verslag over
bedrijfsvoering.21Verbonden partijenIn de begroting en de jaarstukken wordt in de paragraaf verbonden
partijen in elk geval ingegaan op nieuwe verbonden partijen, het
beëindigen van bestaande verbonden partijen, het wijzigen van bestaande
verbonden partijen en eventuele problemen bij bestaande verbonden
partijen.22Grondbeleid1Het college biedt ten minste eens in de vier jaar een (bijgestelde)
nota grondbeleid aan ter behandeling en vaststelling door de raad.
In deze nota wordt aandacht besteed aan:a. de relatie met de
programma’s van de begroting;b. de strategische visie van het
toekomstig grondbeleid van de gemeente;c. te ontwikkelen en in
ontwikkeling genomen projecten;d. de voorraadverwerving en uitgifte
van gronden;2In de paragraaf grondbeleid van de begroting en de jaarstukken wordt
ingegaan op de uitvoering van de nota grondbeleid, met name de
belangrijkste financiële ontwikkelingen zoals
verlies/winstverwachtingen, de verwerving van gronden e.d. en de
relaties van het grondbeleid met de programma’s.23Verstrekking subsidiesHet college biedt tenminste eens in de vier jaar, ingaande het
begrotingsjaar 2006, een (bijgestelde) nota verstrekking gemeentelijke
subsidies aan. De nota bevat het kader voor de verstrekking van
gemeentelijke subsidies en een overzicht van de toegekende gemeentelijke
subsidies.4Financiële organisatie en administratie24Administratie1De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder
geval dienstbaar is voor:1Het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de
gemeente;2Het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van
activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut,
voorraden, vorderingen en schulden enz.;3Het verschaffen van informatie aan de budgethouders en voor het
maken van kostencalculaties.25Financiële administratie1Het college draagt er zorg voor dat:1de inrichting en de werking van de financiële administratie voldoet
aan het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten
en andere relevante wet- en regelgeving;2de vereiste informatie verstrekt wordt aan het rijk, de provincie en
de Europese Unie, alsmede aan andere instellingen die specifieke
verantwoordingsverplichtingen opleggen aan gemeenten.26Financiële organisatie1Het college draagt de zorg voor en legt (in een besluit) vast:1een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie;2een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden,
verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt
voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan
beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;3de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van
verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en
investeringskredieten;4de te maken afspraken met de sectoren over de te leveren prestaties,
de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van
rapportage over de voortgang van de activiteiten en uitputting van
middelen;27Aanbesteding en inkoopHet college draagt zorg voor en legt in de nota inkoop- en
aanbestedingsbeleid vast de interne regels (protocol) voor de inkoop van
goederen en diensten en de aanbesteding van werken en diensten. De
regels waarborgen dat wordt gehandeld in overeenstemming met de regels
ter zake van de Europese Unie.5Slotbepalingen28InwerkingtredingDeze verordening treedt in werking per 15 februari 2006, met dien
verstande dat de begroting, meerjarenraming, de jaarstukken, de
uitvoeringsinformatie en de informatie voor derden en de daarbij
behorende toelichtingen met ingang van de begroting voor het
begrotingsjaar 2006 voldoen aan de bepalingen van deze verordening.29CiteertitelDeze verordening kan worden aangehaald onder de naam “Financiële
verordening artikel 212 gemeente Bergen (L)”Bergen, 14 februari 2006.De griffier De voorzitterTh.J.M. Pierik C.W.H.M. Klaverdijk