CVDR478160_1Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2018nlregelingBergen (L)2017-12-18Bergen (L)Gemeenteblad, 477, 21-12-2017Verordening Rioolheffing 2018Gemeentewet, artikel 228agemeenteraadfinanciën en economie2017-12-12De tekst in dit document is vrij van auteursrecht en
databankrecht2017-12-292019-01-01nieuwe regeling12-12-2017GeenDeze regeling vervangt de Verordening Rioolheffing 2015;Datum ingang heffing is 1-1-2018Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2018De raad van de gemeente Bergen,gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 november 2017gelet op artikel 228a van de Gemeentewet;besluitvast te stellen de Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2018 (Verordening Rioolheffing 2018)1BegripsomschrijvingenDeze verordening verstaat onder:
perceel: een onroerende zaak bedoeld in Hoofdstuk III van de Wet WOZ of een roerende zaak; of een zelfstandig gedeelte van een roerende zaak in de zin van art. 4;
gemeentelijke riolering: een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwerking, zuivering of transport van afvalwater, hemelwater of grondwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de gemeente;
verbruiksperiode: de periode waarop de afrekening van het waterbedrijf betrekking heeft;
water: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, hemelwater-, grondwater of oppervlaktewater.
2Aard van de belastingOnder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:
de inzameling van het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater, verder te noemen: rioolheffing afvalwater; en
de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.
3Belastbaar feit en belastingplichtDe belasting wordt geheven:
van degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een perceel dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering.
Met betrekking tot de belasting wordt, ingeval het perceel een onroerende zaak is, als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
4Zelfstandige gedeeltenIndien gedeelten van een roerende zaak blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, worden de belastingen geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt. 5Maatstaf van heffing en belastingtariefDe heffing bedoeld in artikel 2 wordt geheven naar een vast bedrag per perceel. 6BelastingtariefHet tarief bedraagt € 221,13.7BelastingjaarHet belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.8Wijze van heffingDe belasting wordt bij wege van aanslag geheven. 9Termijnen van betaling1.In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag worden betaald:
Bij niet-automatische incasso:
in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede een maand later;
Bij automatische incasso:
in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog niet geëindigde maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal maanden tenminste vier en maximaal tien bedraagt;
2.In afwijking van het eerste lid, onder b geldt, dat de aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke betaaltermijnen, ingeval het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar een aanslag bevat, het bedrag van deze aanslag hoger is dan € 20.000,00. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn een maand later;3.De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in dit artikel gestelde termijnen. 10KwijtscheldingBij de invordering van de rioolheffing wordt geen kwijtschelding verleend. 11Nadere regels door het college van burgemeester en wethoudersHet college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de rioolheffing. 12Inwerkingtreding en citeertitel1.De verordening rioolheffing 2015 van 16 december 2014, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 13 december 2016 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2.Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.3.De datum van ingang van heffing is 1 januari 2018.4.Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening rioolheffing 2018". Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van de gemeente Bergen van 12 december 2017.De griffier, de voorzitter,I.C. van 't Hof, M.H.E. Pelzer