CVDR421352_1Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2017nlregelingBergen (NH)2017-12-21Bergen (NH)Gemeenteblad 2016 nr. 153832 7 november 2016Verordening toeristenbelasting 2017Gemeentewet, art. 224gemeenteraadfinanciën en economie2016-10-27De tekst in dit document is vrij van auteursrecht en
databankrecht2016-11-082018-01-01nieuwe regelingOnbekendGeenDeze verordening vervangt de Verordening toeristenbelasting 2016Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2017De raad van de gemeente Bergen;gelezen het voorstel van het college van Bergen van 13 september 2016;gezien het advies van de Algemene raadscommissie van 6 oktober 2016;gelet op het bepaalde in artikel 224 van de Gemeentewet, b e s l u i t:vast te stellen de: Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2017. (Verordening toeristenbelasting 2017).1BegripsomschrijvingenVoor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:a college: het college van burgemeester en wethouders;b vakantieonderkomens:woningen en andere verblijven, niet zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;c mobiele kampeeronderkomens:tenten, vouwwagens, kampeerauto's, toercaravans en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welke bestemd zijn dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;d vaste jaarplaats:een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een jaar plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen, stacaravan of vakantieonderkomen, dat doorgaans na afloop van het jaar niet wordt verwijderd;e vaste seizoenplaats:een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een seizoen plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen, stacaravan of vakantieonderkomen, dat doorgaans na afloop van het seizoen niet wordt verwijderd en waarin het gedurende de winterperiode niet toegestaan is te overnachten;f seizoenplaats:een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende het seizoen plaatsen van hetzelfde mobiele kampeeronderkomen, welk mobiel kampeeronderkomen na afloop van het seizoen wordt verwijderd;g toeristische plaats:een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een jaar of seizoen plaatsen van steeds wisselende mobiele kampeeronderkomens.2Belastbaar feitOnder de naam ‘toeristenbelasting’ wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de Basisregistratie personen zijn ingeschreven. 3Belastingplicht1.Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2. 2.De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.3.Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2. 4VrijstellingenDe belasting wordt niet geheven voor het verblijf:
van degene, die:
verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;
de leeftijd van vier jaar nog niet heeft bereikt;
van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers;
van kinderen tot en met de 17- jarige leeftijd, en hun begeleiders of leerkrachten welk verblijf in georganiseerd educatief verband en onder leiding van een of meer meerderjarige begeleiders of leerkrachten plaatsvindt.
waarvoor de gemeente belasting heft ingevolge de verordening op de heffing en invordering van water toeristenbelasting;
5Maatstaf van heffingDe belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten dat zij verblijf houden.6Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing1.Het aantal personen dat heeft overnacht, wordt met betrekking tot:
mobiele kampeeronderkomens, vakantieonderkomens op huurgrond en stacaravans op vaste jaarplaatsen bepaald op 2,5;
mobiele kampeeronderkomens, vakantieonderkomens op huurgrond en stacaravans op vaste seizoenplaatsen bepaald op 2,5;
mobiele kampeeronderkomens op seizoenplaatsen bepaald op 2,6.
2.Het aantal malen dat wordt overnacht, wordt met betrekking tot:
de door lid 1, sub a, bedoelde personen bepaald op 58;
de door lid 1, sub b, bedoelde personen bepaald op 58;
de door lid 1, sub c, bedoelde personen bepaald op 54.
3.Het aantal mobiele kampeeronderkomens, vakantieonderkomens op huurgrond en stacaravans als bedoeld in het eerste lid sub. a, b en c, wordt vastgesteld op het aantal mobiele kampeeronderkomens, vakantieonderkomens en stacaravans welke door de belastingplichtige bij de aangifte zijn opgegeven én uit de verhuuradministratie blijkt.In afwijking van het bepaalde in artikel 6, eerste lid, wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedaan verzoek de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijk aantal overnachtingen. Het tarief bedraagt per persoon per overnachting € 1,80.Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar. 1.De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.2.Er kan een voorlopige aanslag worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de aanslag vermoedelijk zal worden vastgesteld.1.In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen twee maanden na dagtekening van het aanslagbiljet. 2.De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande lid gestelde termijnen. De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de aangewezen inspecteur, zoals bedoeld in artikel 232, vierde lid, sub a, van de Gemeentewet. Het college kan nadere regels geven voor de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.1.De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden verblijfhoudenden te registreren in een daarvoor bestemd en door de gemeente verstrekt nachtverblijfregister.2.Het college stelt genoemd nachtverblijfregister kosteloos beschikbaar.3.Het college kan nadere regels geven omtrent de inrichting en gebruik van het nachtverblijfregister.4.De verplichting als bedoeld in de voorgaande leden geldt niet als de belastingplichtige geen gebruik maakt van de opteermogelijkheid als bedoeld in artikel 7.1.De “Verordening toeristenbelasting 2016” van 29 oktober 2015 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2.Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking. 3.De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017. 4.De verordening wordt aangehaald als: “Verordening toeristenbelasting 2017”. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van deraad van de gemeente Bergen op 27 oktober 2016de griffier, de voorzitter,