CVDR609283_1Subsidieregeling peuteropvang gemeente BergennlregelingBergen (NH)2018-04-06Bergen (NH)gmb-2018-70480Subsidieregeling peuteropvang gemeente BergenOnbekendcollege van burgemeester en wethoudersmaatschappelijke zorg en welzijn2017-12-12De tekst in dit document is vrij van auteursrecht en
databankrecht2018-04-062018-01-012020-08-01Nieuwe regelingOnbekend.Subsidieregeling peuteropvang gemeente BergenHet college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen,overwegende dat het wenselijk is om regels te stellen met betrekking tot tegemoetkomingen in de kosten van peuteropvang in situaties die niet vallen onder de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;gelet op de Algemene subsidieverordening van gemeente Bergen 2016;Besluit vast te stellen:Subsidieregeling peuteropvang gemeente Bergen1Begripsbepalingen1.BegripsbepalingenIn deze regeling wordt verstaan onder:
ASV: Algemene subsidieverordening gemeente Bergen;
Landelijk Register Kinderopvang (LRK): register waarin alle gastouderbureaus, gastouders, kinderdagverblijven en organisaties voor buitenschoolse opvang zijn opgenomen die voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen;
Peuteropvang: de opvang van peuters van in totaal zes uur per week verdeeld over twee dagdelen gedurende maximaal 40 weken per jaar waarbij een programma van voorschoolse educatie, gericht op ontwikkelingsstimulering en ter voorbereiding op de basisschool wordt aangeboden;
VE peuteropvang: de opvang van VE peuters voor minimaal tien uur per week verdeeld over bij voorkeur 4 dagen gedurende maximaal 40 weken per jaar waarbij aan VE peuters een gecertificeerd programma van voorschoolse educatie, gericht op ontwikkelingsstimulering en ter voorbereiding op de basisschool conform het besluit wordt aangeboden;
Peuteropvangorganisatie: Organisatie die is ingeschreven in het LRK en peuteropvang aanbiedt.
Peuter: een kind in de leeftijd van 2 tot 4 jaar;
VE peuter: een peuter in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar met een indicatiestelling voor voorschoolse educatie (VE) van GGD Hollands Noorden;
Kinderopvangtoeslag: een tegemoetkoming van het Rijk als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder h, van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen in de kosten van kinderopvang;
Maximale uurtarief kinderopvangtoeslag: het maximale uurtarief voor dagopvang in een kindercentrum zoals vastgelegd in het Besluit kinderopvangtoeslag;
Ouder: ouder in de zin van de wet;
Ouderbijdrage: financiële vergoeding die ouders moeten betalen voor de afname van peuteropvang. De hoogte van de ouderbijdrage wordt bepaald aan de hand van de tabel kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst;
Ouderverklaring: een door de ouders ondertekende verklaring, voorzien van bewijsstukken waaruit blijkt dat er geen aanspraak kan worden gemaakt op kinderopvangtoeslag.
Subsidieaanvraag: Schriftelijk verzoek aan het college conform het vastgestelde aanvraagformulier
Toetsingsinkomen: het inkomen zoals bedoeld in artikel 2, eerste lid sub i jo artikel 8 Awir;
2Doelgroepen2Doelgroepen1.De ouders van de peuter die geen recht hebben op de kinderopvangtoeslag.2.Ouders van de VE geïndiceerde peuter welke aan de volgende criteria voldoet:
-Leerlinggewicht 0,3 -Leerlinggewicht 1,2 Gebaseerd op de van richtlijnen ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
-Geconstateerde of dreigende taal- en/of ontwikkelingsachterstand -Taalarmoede / onvoldoende taalstimulering in de thuissituatie
Peuters van statushouders die korter dan 1 jaar in Nederland zijn
3Subsidie art. 2.1 3Subsidiabele activiteitenHet aanbieden van peuteropvang aan peuters van ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag.4Voorwaarden voor toekenning subsidie peuteropvang1.De peuteropvangorganisatie moet voldoen aan de vereisten in de Wet Kinderopvang en ingeschreven staan in het LRK.2.De subsidie wordt alleen verstrekt voor peuters waarvan de ouder(s) niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag op grond van de Wet Kinderopvang.5Bepaling hoogte subsidie peuteropvang 1.Om te bepalen welke kosten ouders moeten betalen en welk deel de gemeente gaat subsidiëren, wordt er gewerkt met een inkomenstoets. Deze inkomenstoets bestaat uit het overleggen van inkomensgegevens door ouders aan de peuteropvangorganisatie. Daarnaast tekenen ouders een ouderverklaring.2.Het gemeentelijk deel cq. de hoogte van de subsidie wordt bepaald door de opzet van de factuur waarin opgenomen aantal uur x uurtarief. Per dagdeel van 3 uur mag de organisatie 3,25 uur subsidie aanvragen met een maximaal van 6,5 uur. Deze kosten zijn voor kwaliteitsverbetering van de peuteropvangorganisatie.6Periode waarvoor de subsidie wordt verstrektDe subsidie wordt vastgesteld per kalenderjaar. 7Maximale uurprijzenDe maximale uurprijs is het bedrag zoals genoemd in artikel 4 lid 1 aanhef en onder b van het Besluit kinderopvangtoeslag. 4Subsidie art. 2.28Subsidiabele activiteitenHet aanbieden van VE peuteropvang in aan VE peuters van zowel ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag als ouders met recht op kinderopvangtoeslag.9Subsidieopbouw VEDe te bekostigen subsidie VE bestaat uit 2 onderdelen die per factuur worden verstrekt:
Een bedrag van € 10,- per uur van maximaal 6 uur per week en
Een bedrag van € 400,- per jaar per VE geïndiceerde peuter voor kwaliteitsverbetering. Waarvan de peildatum jaarlijks op 1 oktober is van het jaar voorafgaand aan het te subsidiëren kalenderjaar.
10Voorwaarden toekenning subsidie VE peuters1.Er moet per peuter een indicatie zijn. Deze indicatie wordt gesteld door de jeugdarts van de GGD Hollands Noorden.2.De peuteropvang moet gecertificeerd zijn en voldoen aan de eisen in het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie.3.De peuteropvangorganisatie moet in het LRK geregistreerd staan als aanbieder van VE.4.Een peuterorganisatie kan voor maximaal 2 dagdelen per peuter voor subsidie VE in aanmerking komen. 5.De VE plek wordt gratis aangeboden aan ouders.11Periode waarvoor de subsidie wordt verstrektDe subsidie wordt vastgesteld per kalenderjaar. 5Aanvraag en vaststelling 12Aanvraag1.De peuteropvangorganisatie doet de aanvraag door het op het college vastgestelde formulier.2.De aanvraag wordt uiterlijk 31 december ingediend. 13Toekenning en vaststelling1.Het college kent maandelijks via betaalbaarstelling van de factuur een voorschot op de subsidie toe.2.Het college stelt de subsidie uiterlijk 1 mei van jaar volgend op het jaar waarin de subsidie is verstrekt vast. De opvangorganisatie hoeft hiervoor geen separate vaststellingsaanvraag in te dienen.14HardheidsclausuleHet college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de opvangorganisatie afwijken van deze regeling indien toepassing gevolgen zou hebben die onevenredig zijn in verhouding tot de met de betrokken bepalingen te dienen doelen.6Slotbepalingen15CiteertitelDeze regeling kan worden aangehaald als: Subsidieregeling peuteropvang gemeente Bergen.16InwerkingtredingDeze regeling treedt in werking met ingang van de dag na publicatie van deze regeling en werkt terug tot en met 1 januari 2018.Aldus vastgesteld in de vergadering 12 december 2017, Het college van burgemeester en wethouders,de secretaris,de burgemeester,