CVDR9966_5Overig besluit van algemene strekking van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Brunssum houdende het mandaatbesluit Algemeen mandaatbesluit gemeente BrunssumnlregelingBrunssum2019-02-27BrunssumGemeenteblad 2017, 3565Algemeen mandaatbesluit gemeente BrunssumGemeentewetAlgemene wet bestuursrechtart. 14 Organisatiebesluit gemeente Brunssumcollege van burgemeester en wethoudersbestuur en recht2017-01-03De tekst in dit document is vrij van auteursrecht en
databankrecht2017-01-102019-02-28bijlage 1699050Deze wijziging is gerectificeerd op 24-01-2017.exb-2017-48876Overig besluit van algemene strekking van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Brunssum houdende het mandaatbesluit Algemeen mandaatbesluit gemeente BrunssumAlgemeen mandaatbesluit gemeente BrunssumALGEMEEN MANDAATBESLUIT GEMEENTE BRUNSSUMHet college van burgemeester en wethouders c.q. de burgemeester van de
gemeente Brunssum, elk voor zover hun bevoegdheden betreft;overwegende, dat het met het oog op een doelmatige besluitvorming en een
vlotte en klantvriendelijke afdoening van zaken gewenst is de afhandeling
van zaken in daarvoor in aanmerking komende gevallen op te dragen aan
ambtenaren c.q. ondergeschikten;dat het college van burgemeester en wethouders op grond van artikel 14,
vijfde lid van het Organisatiebesluit gemeente Brunssum de mandaten en
volmachten kan verlenen aan de gemeentesecretaris, directeuren (en hoofden
van stafafdelingen), afdelingshoofden en/of de medewerkers en dat dit wordt
vastgelegd in een mandaatbesluit en mandatenregister;dat met vaststelling van dit Algemeen Mandaatbesluit met bijbehorend eerder
bij collegebesluit d.d. 17 februari 2009 vastgestelde mandatenregister aan
voornoemd gestelde wordt voldaan;gelet op het bepaalde in de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht en
artikel 14, vijfde lid van het Organisatiebesluit gemeente Brunssum, alsmede
overig ter zake toepasselijk recht;besluiten:
het op 27 maart 2000 genomen Algemeen Mandaatbesluit in te
trekken;
de volgende beleidsregels voor het gebruik van mandaten (inclusief
volmachten, machtigingen, ondermandaten, subvolmachten en
submachtigingen) vast te stellen:
BELEIDSREGELS1:Begripsbepaling11.Onder "correspondentie", zoals vermeldt in het Mandatenregister
wordt verstaan de door het bevoegde orgaan ter voorbereiding c.q
uitvoering van besluiten uitgaande stukken, niet zijnde de
beslissingen ter zake.2.Het mandatenregister: het bij besluit van 17 februari 2009
vastgestelde mandatenregister en de eventuele na 17 februari 2009
doorgevoerde en door te voeren wijzigingen.3.Onder medewerkers worden naast ambtenaren van de gemeente Brunssum
tevens externe ondergeschikten verstaan.2:Algemeen21.De uitoefening ten aanzien van de in het bij dit besluit behorende
mandatenregister vermelde bevoegdheden en de ondertekening van de in
dit register genoemde stukken wordt opgedragen aan de in het
mandatenregister genoemde gemeentesecretaris, directeuren, hoofden
van de stafafdelingen, afdelingshoofden en/of medewerkers van de
betreffende diensten c.q. stafafdelingen.2.Indien de uitoefening van de in het mandatenregister opgenomen
mandaten het beslissen over de besteding van budgetten met zich
meebrengt, maakt dit onderdeel uit van het vermelde mandaat. Dit
voor zover daarbij de te nemen besluiten niet zullen leiden tot
overschrijding van het betreffende budget zoals opgenomen in de
gemeentelijke begroting en voorts met inachtneming van de in het
register opgenomen bijzondere bepalingen en van de
budgethoudersregeling.31.De directeuren en hoofden van de stafafdelingen zijn bevoegd om de
aan hen gemandateerde bevoegdheden onder te mandateren aan onder hen
ressorterende hoofden en medewerkers. Van deze bevoegdheid wordt
geen gebruik gemaakt dan na uitdrukkelijke schriftelijke instemming
van het college van burgemeester en wethouders of van de
burgemeester, ieder voor zover het haar of zijn bevoegdheid betreft.
Bij vaststelling van het mandatenregister is van de bevoegdheid
gebruik gemaakt conform het gestelde in dit register en is door het
college van burgemeester en wethouders c.q. de burgemeester hiermee,
ieder voor wat hun bevoegdheden betreft, ingestemd.2.De mandaatgever kan de gemandateerde dan wel de ondergemandateerde
per geval of in het algemeen instructies geven terzake van de
uitoefening van de gemandateerde dan wel de ondergemandateerde
bevoegdheid.3.Mandaat en ondermandaat doen geen afbreuk aan de in het
Organisatiebesluit vastgelegde verantwoordingslijnen.4. Op ondermandaat zijn de bepalingen van deze regeling van
overeenkomstige toepassing.4De gemeentesecretaris informeert het college van burgemeester en
wethouders en de burgemeester zo vaak hij dit nodig acht, doch minimaal
één keer per jaar omtrent het gebruik van de verleende mandaten.3:Toepassing van het mandaat5De mandaatverlening geldt niet voor de bevoegdheid tot:
het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften;
het vaststellen van beleidsregels;
het beslissen op bezwaarschrift.
61.De (onder)gemandateerden leggen voorgenomen besluiten die
beleidsaspecten in zich bergen ter nadere besluitvorming voor aan
het college van burgemeester en wethouders c.q. aan de
burgemeester.2.Voorgenomen besluiten worden geacht in elk geval beleidsaspecten te
bevatten:
indien er sprake is van een zogenaamde negatieve beschikking
of een weigeringsbesluit dan wel indien het gaat om een
intrekkingsbesluit, dat van de voorafgestelde kaders afwijkt
en met uitzondering van de in het mandatenregister genoemde
besluiten;
indien een beleidskader of een gangbare praktijk
ontbreekt;
het te nemen besluit precedentwerking kan hebben;
indien de afdoening zou leiden tot een afwijking of
aanvulling van een eerder vastgelegde gedragslijn c.q.
beleidslijn;
indien de afdoening niet als routinematig kan worden
aangeduid, omdat er een aparte beoordeling en besluitvorming
nodig is;
indien inwilliging van het verzoek zal leiden tot
strijdigheid met of afwijking van het bestaande beleid,
voorschriften of richtlijnen of andere niet voorziene
financiële of andere consequenties kan hebben;
indien het gaat om besluiten waarbij in de
voorbereidingsfase duidelijk wordt, dat tegen de beslissing
een bezwaarschrift zal worden ingediend;
indien het een aanschrijving tot de uitoefening van
bestuursdwang of het opleggen van een dwangsom betreft,
tenzij in het mandatenregister anders is aangegeven;
indien dit door het college van burgemeester en wethouders
of de burgemeester kenbaar is gemaakt;
71.Indien een voorgenomen besluit meer dan één dienst c.q. stafafdeling
aangaat, dient overeenstemming te bestaan over de wijze van
afdoening.2. Bij het ontbreken van deze overeenstemming wordt de zaak voorgelegd
aan het college van burgemeester en wethouders of aan de
burgemeester, inclusief de van elkaar afwijkende standpunten.8De (onder)gemandateerde mag geen gebruik maken van de bevoegdheid tot
ondertekening van besluiten en correspondentie indien:
de wens daartoe door of namens het college van burgemeester en
wethouders of de burgemeester kenbaar is gemaakt;
het correspondentie betreft waarvan ondertekening uit een
oogpunt van representatie van de gemeente gewenst is;
zich na de beslissing nieuwe feiten voordoen of bekend worden
als gevolg waarvan het besluit heroverweging verdient of aan het
besluit alsnog andere zwaarwegende aspecten verbonden
raken;
het de formele verzending van besluiten van de gemeenteraad
betreft en brieven uitgaande van de gemeenteraad.
91.Een krachtens mandaat genomen besluit alsmede de op de gemandateerde
bevoegdheden betrekking hebbende correspondentie worden door de
(onder)gemandateerde ondertekend op de volgende wijze:“Het college van burgemeester en wethouders/de burgemeester van
Brunssum, krachtens (onder)mandaat, Directeur (het hoofd, de
medewerker..) etc.2.Bij volmacht geldt de volgende ondertekening:“De burgemeester van Brunssum, krachtens (sub) volmacht, Directeur
(hoofd van de stafafdeling)10De leidinggevende moet regelmatig de onder zijn leiding in ondermandaat
genomen besluiten bij wijze van steekproef controleren.4:Vervanging111.Bij afwezigheid van de gemandateerde en indien verder geen
ondermandatering is verleend voor de bevoegdheid tot het nemen van
besluiten, treedt de gemeentesecretaris in de plaats van de
gemandateerde.2.Bij afwezigheid van zowel de gemandateerde als de gemeentesecretaris
en indien verder geen ondermandatering is verleend, worden besluiten
voorgelegd aan het college van burgemeester en wethouders of de
burgemeester.3.Bij afwezigheid van de gemandateerde en indien verder geen
ondermandatering is verleend. wordt de correspondentie afgedaan door
de medewerkers van de betreffende diensten c.q. stafafdelingen.5:Het mandatenregister12Het bij dit besluit behorende mandatenregister en zoals dit register
nadien zal worden gewijzigd, geeft een overzicht van de bevoegdheden
welke worden geacht te zijn gemandateerd en welke worden geacht te zijn
ondergemandateerd. 13Het mandatenregister is openbaar en ligt voor een ieder ter inzage.6:Slot- en overgangsbepalingen14De in dit besluit opgenomen (onder)mandaten worden geacht te zijn
gewijzigd of vervallen voor zover en op het tijdstip dat de hierin
genoemde wetten, regelingen, beschikkingen en verordeningen zijn
gewijzigd, ingetrokken of vervallen.15.1.Het bepaalde in deze regeling en de werking daarvan wordt zo vaak
als nodig, doch minstens eenmaal per jaar geëvalueerd.2.Indien deze evaluatie daartoe aanleiding geeft, dan wordt de
regeling aangepast.161.Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na de
datum van haar bekendmaking.2.Op dat tijdstip vervalt het Algemeen Mandaatbesluit van 27 maart
2000 en de wijzigingen hiervan.17Deze regeling kan worden aangehaald als Algemeen Mandaatbesluit gemeente
Brunssum.Aldus vastgesteld in de vergadering het College van Burgemeester en Wethouders voornoemdd.d. , burgemeester.. secretaris.Aldus vastgesteld door de Burgemeesterd.d.1MandatenregisterMandatenregister gemeente Brunssum