CVDR625599_1Verordening rechtspositie Raads- en commissieleden 2019 gemeente BurennlregelingBuren2019-07-02Burengmb-2019-161564Verordening rechtspositie Raads- en commissieleden gemeente Buren 2019artikel 95, eerste lid, van de Gemeentewetartikel 95, tweede lid, van de Gemeentewetartikel 97 van de Gemeentewetartikel 98 van de Gemeentewetartikel 99 van de Gemeentewetartikel 3.1.1, vijfde lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragersartikel 3.1.3, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragersartikel 3.1.4, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragersartikel 3.1.8, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragersartikel 3.1.9, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragersartikel 3.3.2 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragersartikel 3.3.3, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragersartikel 3.4.2 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragersartikel 3.4.1, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragersartikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragersartikel 96, eerste lid, van de Gemeentewetartikel 96, tweede lid, van de Gemeentewetgemeenteraadbestuur en recht2019-06-25De tekst in dit document is vrij van auteursrecht en
databankrecht2019-07-022019-01-01NieuwOnbekend.Verordening rechtspositie Raads- en commissieleden 2019 gemeente Buren De raad van de gemeente Burengelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 mei 2019;gelet op de artikelen 95, eerste en tweede lid, 96, eerste en tweede lid, en 97, 98, 99 van de Gemeentewet en [de ]artikel[en] [3.1.1, vijfde lid,] 3.1.3, eerste lid[, 3.1.4, eerste lid, 3.1.8, eerste lid, 3.1.9, eerste lid, 3.3.2, 3.3.3, tweede lid, 3.4.1, eerste lid, en 3.4.2] en 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;gezien het advies van de fractievoorzitters van 23 april 2019; besluit vast te stellen de volgende verordening: Verordening rechtspositie Raads- en commissieleden 2019 gemeente Buren 1DefinitiebepalingenIn deze verordening wordt verstaan onder:
commissielid: lid van een commissie als bedoeld in de artikelen 82, 83 en 84 van de Gemeentewet, dat niet tevens raadslid is of ambtenaar die als zodanig tot lid van een commissie is benoemd.
griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet.
raadslid: lid van de gemeenteraad.
2. Vergoeding voor de werkzaamheden van raadsledenVan de vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, wordt maximaal 20% uitgekeerd op basis van het aantal bijgewoonde raadsvergaderingen afgezet tegen het aantal gehouden vergaderingen. 3. Toelage raadslid onderzoekscommissie [en bijzondere commissie]
Een raadslid dat lid is van een onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 155a, derde lid, van de Gemeentewet wordt voor de duur van de activiteiten van die commissie ten laste van de gemeente een extra toelage toegekend (de toelage is per jaar maximaal driemaal de maandelijkse vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers).
Een raadslid dat lid is van een bijzondere commissie als bedoeld in artikel 3.1.4, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers wordt voor de duur van de activiteiten van de commissie een toelage toegekend van maximaal € 120 per maand.
4. Reis- en verblijfkosten raads- en commissieleden voor reizen buiten de gemeente
Voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur als bedoeld in artikel 97 Gemeentewet worden aan een raads- of commissielid vergoed: het maximumbedrag dat door een werkgever aan een werknemer per afgelegde kilometer onbelast kan worden verstrekt.
Voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente, ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur, worden aan een raadslid of commissielid bij gebruik van eigen auto tevens de parkeer-, veer- en tolkosten vergoed.
Boetes en naheffingsaanslagen voor parkeren worden niet vergoed.
Als een raadslid of commissielid een tijdelijke functionele beperking heeft, kan voor reizen als bedoeld in het eerste lid, een voor de beperking geschikte vervoersvoorziening worden vergoed of ter beschikking gesteld.
De noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte werkelijke verblijfkosten die een raadslid of commissielid maakt in verband met reizen buiten het grondgebied ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur worden ten laste van de gemeente vergoed.
5. Verzekering raadsleden voor arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijdenIn gemeente Buren wordt niet gekozen voor een tegemoetkoming voor een dergelijke verzekering. 6. Loopbaanoriëntatie raadsledenNiet van toepassing voor Buren in verband met de grootte van de gemeente. 7. Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing raads- en commissieledenBovengenoemde scholing wordt gefaciliteerd door de griffie van Buren. De kosten komen voor rekening van gemeente Buren. In uitzonderingen is het mogelijk dat er individuele verzoeken toegekend worden. Dit gaat dan als volgt:
Een raads- of commissielid dat wil deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van zijn functie als bedoeld in artikel 3.3.3 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, dient daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.
Deze aanvraag gaat vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.
De raad beslist op de aanvraag op basis van de overlegde stukken.
8. Verhoging vergoeding commissieleden (niet-raadsleden) voor het bijwonen van commissievergaderingen i.v.m. bijzondere deskundigheid of zwaarte taak Een commissielid wordt een vergoeding toegekend van 110% van de vergoeding waarop hij overeenkomstig artikel 3.4.1, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers aanspraak maakt als:
het commissielid op grond van zijn bijzondere beroepsmatige deskundigheid op het taakgebied van de commissie is aangetrokken; en/of
het commissielid een vergoeding ontvangt die niet geacht kan worden in een redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van zijn taak en/of de omvang van de door hem te verrichten arbeid.
9. Informatie- en communicatievoorzieningen raads- en commissieleden
Een raads- of commissielid tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
Een raads- of commissielid levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen in bij de gemeente.
10. Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel
Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.
Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.
11. Betaling vaste vergoedingenTenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van de vergoeding van commissieleden, bedoeld in artikel 3.4.1 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers maandelijks plaats met inachtneming van een vergoeding per bijgewoonde vergadering. 12. Betaling en declaratie van onkosten
Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door:a. betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreeks aan de gemeente toegezonden factuur; b. betaling vooruit uit eigen middelen; ofc. betaling ten laste van de gemeentelijke creditcard.
Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken.
Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen 1 maand na factuurdatum of betaling door raads- of commissieleden ingediend bij de griffier.
Voor zover van toepassing draagt de gemeente er zorg voor dat de betaling aan raads- of commissieleden binnen 2 maanden na het indienen van de aanvraag wordt overgemaakt.
13. Intrekking oude verordeningDe Verordening wethouders, raad- en commissieleden 2014 wordt ingetrokken. 14. Inwerkingtreding en citeertitelDeze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmakingen en wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie Raads- en commissieleden gemeente Buren 2019.Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van de gemeente Buren, 25 juni 2019De griffier, G. van Droffelaarde voorzitter, J.A. de Boer MSc