CVDR84935_1Premieverordening Wet werk en bijstand 2004nlregelingCulemborg2005-01-01CulemborgGeen.Premieverordening Wet werk en bijstand 2004Geen.gemeenteraadmaatschappelijke zorg en welzijn2004-11-08De tekst in dit document is vrij van auteursrecht en
databankrecht2005-01-012015-01-01nieuwe regelingGeen.Artikel 8 WWB, artikel 35 IOAW en artikel 35 LOAZGeen.Premieverordening Wet werk en bijstand 2004De raad van de gemeente Culemborg,gelet op Wet werk en bijstand (WWB), de Wet Inkomensvoorziening oudere en
gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en de Wet
inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen
zelfstandigen (Ioaz)overwegende dat op grond van artikel 8, eerste lid onder a WWB, artikel 35
Ioaw de raad bij verordening regels stelt met betrekking tot het ex artikel
7 WWB, artikel 34 Ioaw en artikel 34 Loaz bieden van ondersteuning bij
arbeidsinschakeling en het aanbieden van voorzieningen gericht op
arbeidsinschakeling.BESLUITVast te stellen de Premieverordening 2004 Gemeente Culemborg1.Algemene bepalingen1.Begripsbepalingen
Alle begrippen die in deze verordening gebruikt worden en die
niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de
Wet werk en bijstand (Wwb) en de Algemene wet bestuursrecht
(Awb).
Deze verordening verstaat onder
Wet of Wwb: Wet werk en bijstand (Staatsblad
2003, nummer 375), zoals deze nadien is of wordt gewijzigd;
Ioaw: de Wet inkomensvoorziening oudere en
gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers;
Ioaz: de Wet inkomensvoorziening oudere en
gedeeltelijk arbeidsongeschikte zelfstandigen;
WSW: Wet Sociale Werkvoorziening;
vervallen;
Uitkeringsgerechtigde: persoon jonger dan 65
jaar die een periodieke uitkering voor levensonderhoud ontvangt
op grond van de wet, de Ioaw of de Ioaz;
Anw-er: persoon die een uitkering ingevolge
de Algemene nabestaandenwet ontvangt en die als werkloos
werkzoekende staat ingeschreven bij het Centrum Werk en
Inkomen;
Niet-uitkeringsgerechtigde (nugger): een
persoon als bedoeld in artikel 6 sub a. van de wet, die als
werkloos werkzoekende staat ingeschreven bij het Centrum Werk en
Inkomen.
Belanghebbende: een persoon die behoort tot
de doelgroep en die aanspraak maakt op ondersteuning of aan wie
ondersteuning wordt geboden;
Aanvrager: de personen in de leeftijd van 18
jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar, genoemd in artikel 10 lid
1 en 2 van de Wwb onderscheidenlijk artikel 5 lid 1 Ioaw en
artikel 5 lid 1 Ioaz; en artikel 2 van het Besluit
Bijstandsverlening Zelfstandigen 2004;
Werknemer in gesubsidieerde arbeid: werknemer
als bedoeld in artikel 10, lid 2 van de wet;
Doelgroep: de personen aan wie op grond van
artikel 7, lid 1 sub a. van de Wwb door burgemeester en
wethouders ondersteuning kan worden geboden en inwoner van de
Gemeente Culemborg zijn;
Ondersteuning: voorzieningen bedoeld in
artikel 7, lid 1 sub a van de wet; een instrument binnen een
traject dat ingezet wordt om belemmeringen bij aanvaarding van
algemeen geaccepteerde arbeid weg te nemen;
Voorliggende voorziening: de voorziening
zoals genoemd in artikel 5 sub f van de wet;
Algemeen geaccepteerde arbeid: iedere vorm
van betaalde arbeid, niet zijnde werk in het kader van de WSW en
werk dat gewetensbezwaren oproept;
Arbeidsovereenkomst: een arbeidsovereenkomst
naar burgerlijk recht. Met een arbeidsovereenkomst wordt
gelijkgesteld een aanstelling op grond van het
ambtenarenrecht;
Vrijwilligerswerk: het verrichten van
onbetaalde maatschappelijk nuttige activiteiten gericht op
arbeidsinschakeling of zelfstandige maatschappelijke
participatie;
Reïntegratietraject: een met de
belanghebbende overeengekomen, dan wel door burgemeester en
wethouders aan hem opgelegd geheel van activiteiten gericht op
het verkrijgen en behouden van betaalde arbeid;
Trajectplan: een individueel plan, gericht op
het vergroten van de mogelijkheden tot inschakeling in het
arbeidsproces of deelname aan maatschappelijke / sociale
activiteiten;
Wettelijk minimumloon: het wettelijk
minimumloon dat van toepassing is op de werknemer, exclusief
werkgeverslasten;
Premie: een voorziening zoals bedoelt in
artikel 7 en 8 van de wet;
Peildatum: de dag voorafgaand aan de
inwerkingtreding van de wet.
2.De verstrekking van activeringspremies2.Uitstroompremie
De uitkeringsgerechtigde die arbeid in dienstbetrekking
aanvaardt, als zelfstandige inkomsten verwerft of andere vormen
van algemeen geaccepteerde arbeid verricht ten gevolge waarvan
hij volledig in de kosten van bestaan kan voorzien en die
onmiddellijk voorafgaand aan zijn indiensttreding ten minste een
jaar ononderbroken uitkering voor levensonderhoud heeft
ontvangen op grond van de wet, de Abw, het Bbz 2004, de Ioaw of
de Ioaz, ontvangt een éénmalige premie van hetgeen is
vastgesteld in artikel 31 lid 2 sub j (per 01-07-2009 ( €
2219,00).
Degene die arbeid in dienstbetrekking, anders dan gesubsidieerde
arbeid, aanvaardt ten gevolge waarvan hij volledig in de kosten
van bestaan kan voorzien, en die in de periode onmiddellijk
voorafgaand aan zijn indiensttreding gesubsidieerde arbeid heeft
verricht, ontvangt een éénmalige premie van € 1.500,-.
Uitzondering hierop vormen de personen die ten tijde van het
aanvaarden van de gesubsidieerde arbeidsplaats niet in Culemborg
woonachtig waren.
De premie wordt slechts verstrekt bij een dienstverband van
langer dan zes maanden.
Er bestaat geen recht op een premie als binnen een periode van
24 maanden voorafgaande aan het moment van uitstroom al eerder
een uitstroompremie op grond van de Premieverordening is
verstrekt.
3.Premie deeltijdarbeid
De uitkeringsgerechtigde die arbeid in dienstbetrekking verricht
waarmee niet volledig in de kosten van het bestaan kan worden
voorzien en die niet in aanmerking komt voor een vrijlating van
inkomsten als bedoeld in artikel 31, tweede lid sub o. van de
wet en onmiddellijk voorafgaand aan zijn indiensttreding ten
minste zes maanden ononderbroken een uitkering voor
levensonderhoud heeft ontvangen op grond van de wet, de Abw, de
Ioaw en de Ioaz, ontvangt jaarlijks een eenmalige premie ter
hoogte van 25% van de in het betreffende kalenderjaar met die
arbeid verkregen inkomsten.
De premie bedraagt maximaal € 750,00.
4.Werken met behoud van uitkeringBurgemeester en wethouders kunnen aan de uitkeringsgerechtigde die in
het kader van een traject onbetaalde arbeid verricht een premie
toekennen conform artikel 31 lid 2 sub k van de Wwb. De premie bedraagt
€ 125,00 per periode van drie maanden waarin de arbeid wordt verricht.
De premie kan maximaal op een periode van zes maanden betrekking hebben.
De premie wordt éénmaal per jaar op aanvraag verstrekt.5.Kostenvergoeding vrijwilligerswerk
Burgemeester en wethouders kunnen aan de uitkeringsgerechtigde
een kostenvergoeding voor het verrichten van onbetaalde
maatschappelijk nuttige activiteiten verstrekken. De vergoeding
wordt slechts toegekend indien burgemeester en wethouders voor
het verrichten van de activiteiten vooraf toestemming hebben
verleend en voor zolang de activiteiten het verkrijgen van
betaalde arbeid niet verhinderen of bemoeilijken en voor zover
er geen kostenvergoeding zoals bedoeld in artikel 31, lid 2 sub
k. van de wet van de organisatie of organisaties waarbij het
vrijwilligerswerk wordt verricht, is of wordt ontvangen.
Voorwaarden voor het verkrijgen van de vergoeding zijn:
de uitkeringsgerechtigde is naar verwachting binnen een periode
van een jaar niet bemiddelbaar in het kader van het verkrijgen
van betaalde arbeid;
de uitkeringsgerechtigde verleent alle medewerking aan een met
hem overeengekomen traject of aan anderszins met hem
overeengekomen of aan hem opgelegde
activeringsactiviteiten;
de activiteiten worden gedurende tenminste acht uren per week
verricht;
de activiteiten hebben gedurende ten minste zes aaneengesloten
maanden plaatsgevonden.
mensen met een psychische of lichamelijke beperking die niet
kunnen voldoen aan voorwaarden in c en d, ontvangen een
vergoeding waarvan de hoogte door middel van individueel
maatwerk wordt vastgesteld.
De hoogte van de kostenvergoeding is afhankelijk van de aard en
omvang van de werkzaamheden en zal door burgemeester en
wethouders worden vastgesteld op basis van de volgende
richtlijnen:
Om voor de vergoeding in aanmerking te komen moet minimaal zijn
voldaan aan de eisen zoals gesteld in lid 1, sub a tot en met d.
De vergoeding die daaruit volgt bedraagt € 364,-.
Bij een taakomvang van minimaal 16 uur en maximaal 23 uur kan
een vergoeding worden toegekend van € 514,-.
Bij een taakomvang van de activiteiten van 24 uur of meer kan
een premie worden toegekend van maximaal € 764,-.
De kostenvergoeding is maximaal gelijk aan de maximum bedragen
als bedoeld in artikel 31 lid 2 sub k. van de Wwb junto artikel
7 lid h Regeling WWB en wordt vastgesteld conform het bepaalde
in lid 2.
6.Schending inlichtingenplichtEr bestaat geen recht op een premie of vrijlating van inkomsten als
bedoeld in artikel 2 tot en met 5 indien niet is voldaan aan de
inlichtingenverplichting als bedoeld in artikel 17 van de wet of als
bedoeld in artikel 13 van de Ioaw of de Ioaz. 7.Cumulatie van inkomstenvrijlating en premies
De uitkeringsgerechtigde, die recht heeft op vrijlating van
arbeidsinkomsten op grond van artikel 3 of artikel 9 van de
invoeringswet heeft in hetzelfde kalenderjaar geen recht op een
premie deeltijdarbeid als bedoeld in artikel 4 van deze
verordening. Het totaal dat in een kalenderjaar op grond van
deze verordening aan inkomensvrijlatingen, premies en/of
onkostenvergoeding wordt verstrekt bedraagt maximaal het bedrag
zoals genoemd in artikel 31, lid 2 sub j van de wet.
Het in artikel 31, lid 2 sub j van de wet genoemde maximum wordt
voor alleenstaande ouders van wie het jongste kind jonger dan
vijf jaar is, verlaagd met de door hen ontvangen aanvullende
alleenstaande ouderkorting en de combinatiekorting zoals bedoeld
in hoofdstuk 8 van de Wet inkomstenbelasting 2001.
De hoogte van de premieverstrekking als bedoeld in artikel 4 en
5 kan maximaal € 750 per jaar bedragen.
8.Aanvraag en samenvoeging
Belanghebbende dient na afloop van het kalenderjaar, doch
uiterlijk tot 1 juli van het volgende kalenderjaar, een aanvraag
in voor de premies als bedoeld in artikel 2 , 3, 4 en 5.
Indien het recht op meerdere kostenvergoedingen is vastgesteld
wordt het bedrag in één bedrag uitbetaald.
Belanghebbende ontvangt inzake de beoordeling van de premie(s)
eens per jaar een beschikking conform de Algemene wet
bestuursrecht.
9.Overgangsbepalingen premieverstrekkingVervallen3.Slotbepalingen10.HardheidsclausuleBurgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen ten gunste van
de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien
toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard
leidt.11.BeleidBurgemeester en wethouders kunnen ten aanzien van de uitvoering van deze
verordening nadere beleidsregels vaststellen.12.IndexeringBurgemeester en wethouders kunnen jaarlijks de hoogte van de premies en
onkostenvergoedingen opnieuw vaststellen.13.Onvoorziene situatiesIn gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze
verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.14VoorlichtingBurgemeester en wethouders zullen potentiële aanvragers jaarlijks op de
hoogte brengen van aanvraagmogelijkheden en van de uiterste datum van
een aanvraag.15.CiteertitelDeze verordening kan worden aangehaald als de Premieverordening Wet Werk
en Bijstand 2004.16.InwerkingtredingDeze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2005Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 8 november
2004