CVDR387224_1Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2016nlregelingDe Wolden2015-12-22De WoldenDigitaal gemeentebladVerordening afvalstoffenheffing 2016Artikel 216 GemeentewetArtikel 219 GemeentewetArtikel 229, lid 1, aanhef en sub a en b GemeentewetArtikel 15.33 Wet milieubeheergemeenteraadfinanciën en economie2015-12-10De tekst in dit document is vrij van auteursrecht en
databankrecht2016-01-012017-01-01Nieuwe regelingXVI / 4Verordening afvalstoffenheffing 2016Geen.Overgangsrecht, artikel 9 lid 1De 'Verordening afvalstoffenheffing 2015' van 11 december 2014, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.exb-2019-41997Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2016 De raad van de gemeente DE WOLDEN; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 november
2015; gelet op de artikelen 216, 219 en 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a
en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer; Besluit: vast te stellen de volgende verordening: Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing
2016 (Verordening afvalstoffenheffing 2016)1 Verordening afvalstoffenheffing 2016.1Aard van de belasting en belastbaar feit 1. Onder de naam 'afvalstoffenheffing' wordt een directe belasting
geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer (Stb. 1994,
80). 2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij
behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter
zake van het gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de
artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot
het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.2Belastingplicht 1. De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de
omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt
recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien
waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer
een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen
geldt. 2. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder
‘gebruik maken’: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet
milieubeheer.3Maatstaf van heffing en belastingtarief De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen
in de bij deze verordening behorende tarieventabel.4Belastingjaar Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.5Wijze van heffing en termijnen van betaling 1. De belasting wordt door middel van aanslag geheven. a. De belasting bedoeld in hoofdstuk I van de tarieventabel wordt
geheven bij wege van aanslag. b. De belasting bedoeld in hoofdstuk II van de tarieventabel wordt
geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende
schriftelijke kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan
wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan
de belastingschuldige bekendgemaakt. 2. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990
moeten de aanslagen worden betaald in twee termijnen waarvan de eerste
vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de
dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de laatste termijn twee
maanden en later. 3. In afwijking van het bepaalde in het tweede lid geldt dat, ingeval
een machtiging is verleend tot automatische incasso en het totaalbedrag
van de op één aanslagbiljet verenigde aanslag gemeentelijke heffingen,
of wanneer het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan
minimaal € 125 doch niet meer dan € 1.800 bedraagt, de aanslagen moeten
worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van de
dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingjaar
waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat
het aantal termijnen ten minste 3 en ten hoogste 10 bedraagt. De eerste
termijn vervalt op of omstreeks de vijfentwintigste dag van de maand
volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is
vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later. 4. De in het derde lid bedoelde machtiging tot automatische incasso
wordt geacht niet te zijn verleend indien twee van de tien termijnen
niet zijn betaald doordat automatische incasso van de betaalrekening van
de belastingschuldige niet mogelijk blijkt dan wel binnen één maand na
afschrijving zijn gestorneerd. Alsdan gelden de betaaltermijnen als
bedoeld in het tweede lid. 5. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c,
van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde
beschikking inzake een beschikking inzake een bestuurlijke boete zijn
lid 1, 2 en 3 van overeenkomstige toepassing, voorzover deze
gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag. 6. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de
voorgaande leden gestelde termijnen. 7. in afwijking van voorgaande leden wordt de belasting opgenomen in
Hoofdstuk II van de tarieventabel geheven door middel van een
gedagtekende bon, nota of ander schriftuur, waarop het verschuldigde
bedrag wordt vermeld, welke direct moet worden voldaan.6Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar
tijdsgelang 1. De belasting bedoeld in hoofdstuk I van de tarieventabel is
verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is,
bij de aanvang van de belastingplicht. 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt,
is de belasting bedoeld in hoofdstuk I van de tarieventabel verschuldigd
voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde
belasting als er in dat jaar, op het moment van de aanvang van de
belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt,
bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de
voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde
van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. 4. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de
belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander
perceel in gebruik neemt. 5. In afwijking van het bepaald in voorgaande leden is de belasting,
bedoeld in hoofdstuk II van de tarieventabel, verschuldigd bij de
aanvang van de dienstverlening.7Kwijtschelding Bij de invordering van de afvalstoffenheffing wordt geen kwijtschelding
verleend van de tarieven opgenomen in Hoofdstuk I onder 1.3 en Hoofdstuk
II van de bij deze verordening behorende tarieventabel.8Nadere regels door het college van burgemeester en
wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met
betrekking tot de heffing en de invordering van de
reinigingsheffingen.9Inwerkingtreding en citeertitel 1. De 'Verordening afvalstoffenheffing 2015' van 11 december 2014,
wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van
ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft
op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na
die van bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016. 4. Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening
afvalstoffenheffing 2016'. Zuidwolde, 10 december 2015 De raad voornoemd, griffier, voorzitter, drs. I.J. Gehrke, R.T. de Groot1Tarieventabel 2016