CVDR355789_2VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING 2015nlregelingErmelo2017-12-12ErmeloElektronisch Gemeenteblad, 24-12-2015 Verordening afvalstoffenheffing 2015Gemeentewet , art. 229, lid 1Wet milieubeheer, art. 15.33gemeenteraadfinanciën en economie2015-12-17De tekst in dit document is vrij van auteursrecht en
databankrecht2016-01-012016-01-01intrekking15040067Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtigeUitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen 2013Beleidsregels ambtshalve verminderingen 2010Reglement automatische incasso 2014Deze regeling is vervangen door de Verordening afvalstoffenheffing 2016.VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING 2015De raad van de gemeente Ermelo;gelezen het voorstel van het college van 14 oktober 2014, nr. 14045112;gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;b e s l u i t :vast te stellen de: VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING 20151- BegripsomschrijvingenVoor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
minicontainer: een vanwege de gemeente uitgezette ophaalbak met een bepaald volume;
verzamelcontainer: een vanwege de gemeente geplaatste verzamelcontainer;
gft-afval: groente-, fruit- en tuinafval;
restafval: huishoudelijk afval niet zijnde gft-afval;
grof huishoudelijk afval: huishoudelijke afvalstoffen die met enige regelmaat in een particulier huishouden vrijkomen, doch die te groot en te zwaar zijn om op dezelfde wijze als andere huishoudelijke afvalstoffen aan de periodieke inzameldienst te worden aangeboden;
gebruik maken: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.
2- Aard van de belasting en belastbaar feit1.Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.2.De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.3- BelastingplichtDe belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.4- Maatstaven van heffing en belastingtarievenDe belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.5- BelastingjaarMet betrekking tot de belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.6- Wijze van heffing1.De belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van aanslag2.De belasting bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.7- Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang1.De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht. 2.Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting als bedoeld in hoofdstuk 1, onder 1.1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.3.Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing van de belasting als bedoeld in hoofdstuk 1, onder 1.1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.4.Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in gebruik neemt.5.De belastingschuld bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.8- Termijnen van betaling1.In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.2.In afwijking van het eerste lid geldt voor aanslagen die worden opgelegd in het belastingtijdvak waarop zij betrekking hebben, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag groter is dan of gelijk is aan € 50,00, dat de aanslagen moeten worden betaald binnen drie maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.3.In afwijking van het eerste en tweede lid geldt voor aanslagen die worden opgelegd in het belastingtijdvak waarop zij betrekking hebben, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan groter is dan of gelijk is aan € 50,00 en het totaalbedrag van dat aanslagbiljet door middel van automatische betalingsincasso kan worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingtijdvak resteren. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.4.In afwijking van het eerste lid geldt voor aanslagen, gebaseerd op hoofdstuk 1, lid 1.2.1 en 1.2.2 van de tarieventabel behorende bij deze verordening, die opgelegd worden na het tijdvak waarop zij betrekking hebben, dat de aanslagen groter dan € 50,00 moeten worden betaald binnen drie maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.5.In afwijking van het eerste tot en met het vierde lid, moet de belasting worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6, tweede lid van deze Verordening:
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving.
6.Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete zijn het eerste tot en met vijfde lid van overeenkomstige toepassing, voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag of de kennisgeving.7.De Algemene Termijnen wet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.9- Nadere regels door het collegeHet college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing.10- Kwijtschelding1.Bij de invordering van de belasting als bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel wordt voor maximaal het verschuldigde bedrag kwijtschelding verleend.2.Bij de invordering van de belasting als bedoeld in hoofdstuk 1.2.1 en 1.2.2 van de tarieventabel wordt voor maximaal € 87,00 kwijtschelding verleend.11– Tegemoetkoming kosten medisch afval1.Bij de invordering van de belasting als bedoeld in hoofdstuk 1.2.1 en 1.2.2 van de tarieventabel wordt voor maximaal € 6,00 tegemoetkoming verleend wanneer de belastingplichtige, bij aanvang van het belastingjaar, of indien later, bij aanvang van de belastingplicht, daartoe een schriftelijk verzoek indient, voorzien van een schriftelijk bewijs (voor de noodzaak) van het gebruik van incontinentie-, stoma- en dialysemateriaal.2.De tegemoetkoming wordt slechts verleend op de aanslag die is vastgesteld in het belastingjaar waarin de aanvraag wordt gedaan.12- Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel1.De "Verordening afvalstoffenheffing 2014" van 28 november 2013, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.2.Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.3.De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.4.Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening afvalstoffenheffing 2015".Besluit raad:Stemverklaringen:W. Vogelsang (BurgerBelangen Ermelo): BurgerBelangen Ermelo is tegen het heffen van hondenbelasting. F. Snoek (SGP): Hoewel de SGP wel voor de legesverordening stemt, is ze het niet eens met alle activiteiten. Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen.Vastgesteld in de openbare vergaderingvan 27 november 2014mevrouw A.J. van Meerveld, A.A.J. Baars,griffier, voorzitter,Hoofdstuk 1 - Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing1.1 De belasting bedraagt per perceel voor het belastingtijdvak € 89,001.2.1 De belasting in 1.1 wordt vermeerderd per perceel per aanbieding van een container bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval van:80 liter € 0,20140 liter € 0,30240 liter € 0,551.2.2 De belasting in 1.1 wordt voorts vermeerderd per perceel peraanbieding van een container bestemd voor de overige huishoudelijkeafvalstoffen van:140 liter € 3,80240 liter € 6,501.2.3 Het aantal aanbiedingen per perceel wordt vastgesteld met behulp vande containerherkennings- en registratieapparatuur op de inzamelwagen.Voor de berekening van de belasting wordt uitgegaan van het aantal malen dat een container, onderverdeeld naar de soort en het volume daarvan, ter lediging wordt aangeboden, zoals is vastgesteld metbehulp van de containerherkennings- en registratieapparatuur op deinzamelwagen.1.3 De belasting in 1.1 wordt vermeerderd per perceel waar gebruik gemaakt wordt van gezamenlijke containers (gestapelde bouw) € 78,00Hoofdstuk 2 – Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing2.1 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor het op aanvraag wisselen van een container, voor de tweede envolgende omwisseling, per keer € 45,302.2 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor het op aanvraag plaatsen van een slot op een minicontainer € 27,20Behorend bij raadsbesluit van 27 november 2014, nummer 14045315De griffier van de gemeente Ermelo,