CVDR50727_1Verordening overleg lokaal onderwijsbeleidnlregelingFerwerderadiel2002-01-01Noardeast-FryslânNoardeast-FryslânGeen.Verordening overleg lokaal onderwijsbeleidWet op het basisonderwijsWet op het voortgezet onderwijsgemeenteraadonderwijs2001-10-18De tekst in dit document is vrij van auteursrecht en
databankrecht2002-01-012021-01-01nieuwe regeling7/90.01Geen.De “Verordening overleg lokaal onderwijsbeleid”, vastgesteld bij raadsbesluit van 16 april 1998, is ingetrokken.Datum ondertekening inwerkingstredingbesluit 18-10-2001.Verordening overleg lokaal onderwijsbeleidDe raad van de gemeente Ferwerderadiel;gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van d.d. 2 oktober 2001,
nummer 7/90.01;gelet op de bepalingen over het overeenstemming gericht overleg in de Wet op
het basisonderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs;gezien het advies van de commissie onderwijs;gezien het gevoerde overleg met de vertegenwoordigers van de
schoolbesturen;overwegende dat het noodzakelijk is een regeling vast te stellen voor het
overleg tussen de gemeente en de schoolbesturen over het lokaal
onderwijsbe-leid;besluit:1:BEGRIPSBEPALINGEN1BegripsbepalingenIn deze verordening wordt verstaan onder:
a.schoolbestuur:het bevoegd gezag van een volgens de Wet op het
primair onderwijs, de Wet op de expertise centra en
de Wet op het voortgezet onderwijs bekostigde
openbare of bijzondere school voor basisonderwijs,
voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, voor
algemeen voortgezet onderwijs of voor voorbereidend
beroepsonderwijs, die gelegen is op het grondgebied
van de gemeente; b.advies:het advies van de Onderwijsraad als bedoeld in de
Wet op het primair onderwijs, de Wet op de
expertisecentra en de Wet op het voortgezet
onderwijs;c. burgemeester en wethouders:het college van burgemeester en wethouders.
Er is een overlegorgaan lokaal onderwijsbeleid waarin
burgemeester en wet-houders met de vertegenwoordigers van alle
schoolbesturen overleg voeren over de voorbereiding en
uitvoering van het lokaal onderwijsbeleid.
In het overlegorgaan komen aan de orde:
de onderwerpen waarop het op overeenstemming gericht
overleg van toepassing is als bedoeld in de Wet op het
primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de
Wet op het voortgezet onderwijs;
overige onderwerpen van overleg aangaande het lokaal
onderwijsbeleid.
Op de onderwerpen, als genoemd in het tweede lid onder b, is
artikel 9 niet van toepassing.
3Samenstelling overlegorgaan
De schoolbesturen kunnen zich laten vertegenwoordigen in het
overlegorgaan. Een schoolbestuur wijst daartoe 1
vertegenwoordiger aan, die namens dit schoolbestuur het overleg
voert. Deze vertegenwoordiger kan zich laten bijstaan door
maximaal 2 andere personen.
Schoolbesturen kunnen zich gezamenlijk laten vertegenwoordigen
in het overlegorgaan. Voor het bepalen van het aantal
vertegenwoordigers is het gestelde in het eerste lid van
overeenkomstige toepassing.
De portefeuillehouder onderwijs vertegenwoordigt burgemeester en
wethouders in het overlegorgaan. De portefeuillehouder onderwijs
fungeert als voorzitter van het overlegorgaan.
4DerdenDerden kunnen, indien de voorzitter van het overlegorgaan dit wenst of
een vertegenwoordiger van een schoolbestuur dit wenst deelnemen aan een
overleg.2.2Voorbereiding overleg5Uitnodiging
Alvorens burgemeester en wethouders een voorstel aan de raad
doen over een onderwerp, zenden zij de voorgenomen inhoud van
dit voorstel met een toe-lichting daarop en de inventarisatie,
als bedoeld in artikel 7, toe aan alle schoolbesturen.
De toezending geschiedt onder bekendmaking van de plaats, de
datum en het tijdstip waarop het overleg hierover zal aanvangen.
Tussen de datum van de toezending van het voorstel en de datum
van het overleg liggen ten minste twee weken.
De schoolbesturen die niet deelnemen aan het overleg kunnen voor
de datum van dit overleg hun zienswijzen schriftelijk kenbaar
maken aan burgemeester en wethouders. Burgemeester en wethouders
stellen de deelnemers aan dit overleg hiervan in kennis.
6SecretariaatBurgemeesters en wethouders voeren het secretariaat van het
overlegorgaan.7VoorbereidingBurgemeester en wethouders kunnen voorbereidend overleg tussen
vertegen-woordigers van de schoolbesturen en burgemeester en wethouders
instellen dat voorafgaat aan het overleg in het overlegorgaan. Dit
voorbereidend overleg wordt afgerond met een inventarisatie van de
onderwerpen waarover al dan niet over-eenstemming is bereikt. Per
onderwerp wordt aangegeven of het gaat om een onderwerp als bedoeld in
artikel 2, tweede lid onder a.8Agendaoverleg
Burgemeester en wethouders kunnen een agendaoverleg instellen.
Hierin wordt nagegaan welke onderwerpen op welke tijdstip in het
overlegorgaan aan de orde kunnen komen. Op grond hiervan stellen
burgemeester en wethouders de agenda op.
Aan het agendaoverleg nemen de portefeuillehouder onderwijs en
de verte-genwoordigers van de schoolbesturen mee.
2.3Uitvoering overleg9Advies Onderwijsraad
Indien een of meer schoolbesturen of burgemeester en wethouders
een advies wensen over een onderwerp waarop het op
overeenstemming gericht overleg van toepassing is, maken ze dit
uiterlijk kenbaar in het overleg waarin het onderwerp in finale
zin aan de orde is. Dit gebeurt aan de hand van een schriftelijk
gemotiveerde omschrijving van het onderwerp waarover het advies
wordt verwacht. Hierbij wordt tevens het verband aangegeven
tussen het onderwerp en de vrijheid van richting en de vrijheid
van inrichting van het onderwijs.
Alle vertegenwoordigers krijgen in het overleg de gelegenheid
hun zienswijzen naar voren te brengen over het verzoek om
advies.
Burgemeester en wethouders zijn belast met de indiening van een
verzoek om advies. Zij doen dit uiterlijk twee weken na afloop
van het overleg. Daarbij informeren zij tevens de Onderwijsraad
over in het tweede lid bedoelde zienswijzen.
De wettelijke termijn voor het uitbrengen van het advies wordt
opgeschort met ingang van de dag waarop de Onderwijsraad
burgemeester en wethouders uitnodigt het verzoek voor het
uitbrengen van het advies aan te vullen met de gegevens die hij
nodig heeft voor een goede vervulling van zijn taak, tot de dag
waarop het verzoek is aangevuld.
De raad neemt gedurende de termijn voor het uitbrengen van het
advies geen besluit over het onderwerp waarover advies is
gevraagd.
Burgemeester en wethouders zenden zo spoedig mogelijk een
afschrift van het uitgebrachte advies toe aan alle
schoolbesturen. Indien het geheel of gedeeltelijk opvolgen van
het advies zou leiden tot een of meer inhoudelijke bijstellingen
van het voorstel over een onderwerp waarover advies is gevraagd,
worden de schoolbesturen bij de toezending van het afschrift van
het advies uitgenodigd voor nader overleg. In alle andere
gevallen beoordelen burgemeester en wethouders of nader overleg
over het advies wenselijk is. Zij geven dit aan bij de
toezending van het afschrift van het advies.
Het overleg, als bedoeld in het vorige lid, vindt binnen twee
weken plaats nadat het advies is uitgebracht. Burgemeester en
wethouders informeren de raad over dit overleg in de vorm van
een aanvulling op het verslag als bedoeld in artikel 10.
10Verslaglegging; informeren raad
Burgemeester en wethouders maken een verslag van het
overleg.
Het verslag bevat een overzicht van de besproken onderwerpen,
waarbij per onderwerp wordt aangegeven:
of het bepaalde in artikel 2, tweede lid, onder a of b
van toepassing is;
of volledige, geen volledige of geen overeenstemming is
bereikt;
de in het overleg door de deelnemers naar voren
gebrachte zienswijzen en -indien van toepassing- de
zienswijzen als bedoeld in artikel 5, derde lid;
de door de portefeuillehouder onderwijs in het overleg
toegezegde wijzigingen in het oorspronkelijke voorstel.
Indien artikel 9, eerste lid van toepassing is, wordt
hiervan eveneens een weergave opgenomen in het
verslag.
Het overlegorgaan stelt het verslag vast. In afwijking hiervan
kunnen burgemeester en wethouders spoedheidshalve het verslag te
commentaar toezenden aan de schoolbesturen. Binnen 10 dagen na
de dag waarop het conceptverslag is toegezonden, maken de
schoolbesturen die deel hebben genomen aan het overleg
schriftelijk hun opmerkingen over het concept van het verslag
kenbaar. Burgemeester en wethouders stellen het verslag vast met
inachtneming van de opmerkingen.
Burgemeester en wethouders brengen het verslag gelijktijdig met
het voorstel over het onderwerp ter kennis van de raad. Voor
zover burgemeester en wethouders afwijken van de tijdens het
overleg naar voren gebrachte zienswijzen, wordt dit vermeld in
het voorstel aan de raad. Daarbij geven zij de redenen aan van
het niet of niet geheel overnemen van deze zienswijzen.
11Heropening overleg
Indien uit het oordeel van de betrokken raadscommissie over het
voorgenomen voorstel aan de raad over een onderwerp blijkt dat
de meerderheid van de raadscommissie of een deel van de
raadscommissie geacht wordt een meerderheid in de raad te
vertegenwoordigen, van oordeel is dat het voorstel inhoudelijk
bijstelling behoeft, dan kan een heropening van het overleg
plaats-vinden. Burgemeester en wethouders beslissen daarover.
Zij heropenen het overleg in ieder geval indien de inhoudelijke
bijstelling betrekking heeft op een onderwerp als bedoeld in
artikel 2, tweede lid, onder a, waarover over-eenstemming in het
overlegorgaan was bereikt.
Indien burgemeester en wethouders het overleg heropenen, dan
roepen zij het overlegorgaan zo spoedig mogelijk bijeen, doch
uiterlijk vóór het moment waarop de raad een definitief besluit
neemt over het onderwerp. In dit overleg hebben de
vertegenwoordigers de gelegenheid om hun zienswijze te geven op
het oordeel van de raadscommissie. Burgemeester en wethouders
informeren de raad over het resultaat van dit overleg in de vorm
van een aanvulling op het verslag als bedoeld in artikel 10. De
raad betrekt de in dit aanvullende verslag neergelegde
zienswijzen bij zijn definitieve besluitvorming over het
onderwerp.
3:SLOTBEPALINGEN12Beslissing burgemeester en wethouders in gevallen waarin de verordening
nog niet voorziet.In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslissen
burgemeester en wethouders, gehoord de vertegenwoordigers van de
schoolbesturen in het overleg.13Citeertitel; inwerkingtreding
De verordening kan worden aangehaald als: “Verordening overleg
lokaal onderwijsbeleid”.
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari
2002.
ALDUS besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Ferwerderadiel van 18 oktober 2001.,voorzitter.,secretaris.