CVDR258104_1Verordening aansluitvoorwaarden riolering gemeente Geldrop-MierlonlregelingGeldrop-Mierlo2017-10-24Geldrop-MierloTrompetterVerordening aansluitvoorwaarden riolering gemeente Geldrop-MierloGemeentewet, art. 149Wet milieubeheer, art. 10.33Algemene wet bestuursrechtgemeenteraadruimtelijke ordening, verkeer en vervoer2004-03-29De tekst in dit document is vrij van auteursrecht en
databankrecht2004-05-012015-09-16OnbekendGM 04.061Aansluitvoorwaarden rioleringGeenVerordening aansluitvoorwaarden riolering gemeente Geldrop-MierloRAADSBESLUIT GM 04.061VERORDENING AANSLUITVOORWAARDEN RIOLERING GEMEENTE
GELDROP-MIERLODe raad van de gemeente Geldrop-Mierlo;gelet op het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 17 februari
2004;gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 10.33
van de Wet milieubeheer;mede gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht;besluit:vast te stellen de navolgende Aansluitverordening Riolering gemeente
Geldrop-Mierlo:I:Begripsomschrijvingen.1:Begripsbepalingen.In deze verordening wordt verstaan onder:
a.Aansluitleiding:Het particulier riool, het aansluitpunt en de
perceelaansluitleiding riooltezamen.b.Aansluitpunt:1.Bij gemengde en gescheiden rioolstelsels het punt,
gelegen op of binnen 0,5 meter afstand van de
kadastrale eigendomsgrens van het aan te sluiten
perceel, waar het particulier riool op de
perceelaansluitleiding wordt aangesloten. 2.Bij een drukriool het punt waar het particulier
riool wordt aangesloten op de pompput. Als
aansluitpunt wordt ook wel het controleputje
gebruikt.c.Afvalwater:Al het water afkomstig van een perceel, met
uitzondering van hemelwater en drainagewater.d.Bronneringswater:Grondwater, onttrokken ten behoeve van tijdelijke
verlaging van deGrondwaterstand.e.Drainagewater:Grondwater, ingezameld door een ingegraven
doorlatend buizensysteem.f.Drainagestelsel:Gemeentelijk leidingstelsel, bestemd voor de afvoer
van overtollig grondwater, met uitzondering van de
aansluitleidingen.h.Drukriool:Het openbaar riool, voor de afvoer van afvalwater,
waarbij het transport door het riool plaatsvindt
door middel van met pompinstallaties veroorzaakte
druk.i.Gebruiker:De perceeleigenaar, de zakelijk gerechtigde van het
perceel of de huurder die gebruik maakt van de
aansluiting op het openbaar riool.i.Gemeente:De gemeente Geldrop-Mierlo.j.Gemengd stelsel:Het openbaar riool voor de afvoer van afvalwater,
inclusief hemelwater.k.Gescheiden stelselHet openbaar riool met een buizenstelsel voor de
afvoer van hemelwater en een buizenstelsel voor de
afvoer van afvalwater.l.Openbaar riool:Het gedeelte van de riolering dat bij de gemeente in
eigendom en beheer is voor inzameling en transport
van afvalwater, hemelwater en drainagewater, met
inbegrip van de daartoe behorende rioolgemalen,
persleidingen en werken en installaties van
overeenkomstige aard, met uitzondering van de
aansluitleidingen.m.Particulier rioolDe binnen de kadastrale eigendomsgrenzen van het aan
te sluiten perceel gelegen binnen, buiten- of
terreinrioolleidingen tot aan het aansluitpunt. Het
particulier riool wordt ook "de particuliere
afvoerleiding" genoemd.n: Perceelaansluitleiding:Het riool en voorzieningen die deel uitmaken van dit
riool, tussen het openbaar riool en het
aansluitpunt, in beheer bij de gemeente.m.Rechthebbende:1.De eigenaar of zakelijk gerechtigde van het
perceel ten behoeve waarvan de aansluiting op het
openbaar riool wordt gerealiseerd en in stand wordt
gehouden. 2.De rechtverkrijgende onder algemene of bijzondere
titel van de onder 1. bedoelde personen.o: Tarievenlijst:De door burgemeester en wethouders krachtens deze
verordening vast te stellen lijst met de
aanlegkosten per eenheid van een
aansluitleiding.
IIDe vergunning.2Vergunningplicht.
Het is verboden zonder een daartoe verleende aansluitvergunning
een aansluiting van een particulier riool op het openbaar riool
tot stand te brengen of te wijzigen.
Burgemeester en wethouders verlenen een aansluitvergunning
alleen voor het tot stand brengen en in stand houden van een
aansluiting tussen het particulier riool en de
perceelaansluiting:
voor de afvoer van afvalwater inclusief hemelwater
indien ter plaatse een gemengd stelsel aanwezig is;
voor de afvoer van afvalwater zonder hemelwater naar het
daarvoor bedoelde buizenstelsel, indien ter plaatse een
gescheiden stelsel aanwezig is;
voor de afvoer van hemelwater naar het daarvoor bedoelde
buizenstelsel, indien ter plaatse een gescheiden stelsel
aanwezig is;
voor de afvoer van afvalwater zonder hemelwater indien
ter plaatse riolering onder over- en/of onderdruk
aanwezig is;
voor de afvoer van grondwater indien ter plaatse een
drainagestelsel of een gemengd stelsel aanwezig is.
Indien meer dan één aansluiting van een particulier riool op het
openbaar riool tot stand dient te worden gebracht, alsmede
wanneer meer dan één aansluiting dient te worden gewijzigd, is
het eerste lid van dit artikel voor iedere aansluiting of
wijziging afzonderlijk van toepassing.
In de vergunning kunnen voorschriften worden opgenomen met
betrekking tot:
het tot stand brengen van de aansluiting;
het onderhoud, de renovatie en de vervanging van de
aansluitleiding;
sloopwerkzaamheden op het perceel van de
rechthebbende;
de periode waarvoor de vergunning wordt verleend indien
de aansluiting is bedoeld voor de afvoer van
bronneringswater indien het een tijdelijke aansluiting
betreft.
Indien de rechthebbende binnen een jaar na verlening van de
aansluitvergunning geen verzoek heeft gedaan de aansluiting of
wijziging van de aansluiting waarop de aansluitingsvergunning
betrekking heeft uit te voeren, kunnen burgemeester en
wethouders de aansluitvergunning intrekken.
3De vergunningaanvraag.3De vergunningaanvraag.1.De aanvraag voor een aansluitvergunning wordt schriftelijk met
behulp van een daartoe bestemd formulier bij burgemeester en
wethouders ingediend door de rechthebbende van het aan te sluiten
perceel.2.Bij de aanvraag voor een aansluitvergunning dienen de volgende
gegevens door de rechthebbende te worden verstrekt:a.de naam en het adres van de rechthebbende;b.de dagtekening;c.de aanduiding dat het een verzoek om een aansluitvergunning
betreft;d.de ligging van het aan te sluiten perceel:1.aan de hand van straat en huisnummer of, indien geen huisnummer is
toegekend, aan de hand van het kadastraal nummer van het betreffende
perceel, en 2.aangegeven op een situatieschets met een schaal van 1:1000 of
groter;e.voor zover het lozing van bedrijfsafvalwater betreft, de aard en de
hoeveelheid van de af te voeren vloeistoffen, waarbij dient te
worden aangegeven of niet verontreinigd water, zoals regen- of
koelwater, en/of verontreinigd water, zoals huishoudelijk of
industrieel afvalwater, zal worden afgevoerd;f.voor zover het enkel lozing van huishoudelijk afvalwater betreft, of
er daarnaast hemelwater zal worden afgevoerd;g.van het aan te sluiten ofte wijzigen particulier riool ten minste de
volgende gegevens:1.Het leidingverloop en de dimensionering;2.De hoogteligging en het materiaal ter plaatse van het
aansluitpunt;3.Een duidelijk verschil in kleur of symbolen tussen de droogweer- en
hemelwaterafvoerleidingen; 4.De wijze waarop de functies van de verschillende leidingen van het
particulier riool ter plaatse van het aansluitpunt zullen worden
gemarkeerd.3.Indien de gegevens bedoeld in het tweede lid van dit artikel reeds
zijn vastgelegd in de voor het perceel afgegeven bouwvergunning of
een vergunning op grond van de Wet milieubeheer, kan bij de aanvraag
voor een aansluitvergunning voor dit perceel worden volstaan met het
overleggen van een kopie van de gegevens uit deze vergunning.4.De aanvraag om een aansluitvergunning wordt slechts in behandeling
genomen nadat bij de aanvraag alle in het tweede lid van dit artikel
vermelde gegevens zijn verstrekt. Bij het ontbreken van gegevens
wordt de rechthebbende daarover geïnformeerd en in de gelegenheid
gesteld deze gegevens binnen vier weken na kennisgeving daarvan
alsnog aan te vullen.4Weigering van een aansluitvergunning.1.Een aansluitvergunning kan slechts worden geweigerd indien
aansluiting van het particulier riool op het openbaar riool of
wijziging van die aansluiting vanwege technische, juridische of
milieuhygiënische redenen bezwaarlijk is. 2.Aansluiting van het particulier riool op het openbaar riool of
wijziging van die aansluiting is in ieder geval bezwaarlijk
indien:
de hoogteligging van het aansluitpunt (binnenonderkant buis)
lager ligt dan de bovenzijde van het openbaar riool,
vermeerderd met 200 mm plus de benodigde hoogte voor het
afschot van de aansluitleiding;
de bovenzijde van een lozingstoestel lager is gelegen dan
150 mm boven de kruin van de straat, tenzij via een
pompinstallatie voorzien van terugslagklep wordt
aangesloten;
de gevraagde aansluiting een samengevoegde voorziening
betreft, terwijl een gescheiden openbaar riool aanwezig
is;
de gevraagde aansluiting een lozing voor afvalwater en / of
bronneringswater betreft, waarvoor krachtens de geldende
milieuwetgeving een vergunning benodigd is, maar niet is
verleend, of niet aan de geldende algemene regels is
voldaan;
het openbaar riool ter plaatse van de aansluitleiding niet
over voldoende capaciteit beschikt om de hoeveelheid te
lozen vloeistoffen te kunnen afvoeren;
het lozing van niet verontreinigd drainagewater betreft;
de gevraagde aansluiting een afvoerleiding voor niet
verontreinigd bronneringswater betreft, die zonder bezwaar
op het oppervlaktewater kan worden aangesloten of middels
retourbemaling kan worden afgevoerd;
een bouwvergunning of een vergunning op grond van de Wet
milieubeheer voor het aan te sluiten perceel is
geweigerd.
3.Een weigering van een aansluitvergunning is met redenen omkleed,
waarbij burgemeester en wethouders de nadere eisen aangeven waaraan
het particulier riool dient te voldoen om voor vergunningverlening
in aanmerking te komen.5Verlening van de aansluitvergunning.1.Burgemeester en wethouders besluiten binnen 8 weken na ontvangst op
de aanvraag.2.In afwijking van het eerste lid van dit artikel houden burgemeester
en wethouders de beslissing omtrent een aanvraag voor een
aansluitvergunning aan indien er geen reden is de vergunning te
weigeren:
terwijl voor het aan te sluiten perceel nog een aanvraag
moet worden gedaan of in behandeling is voor een
bouwvergunning krachtens artikel 40 van de Woningwet.
terwijl er voor het aan te sluiten perceel nog een aanvraag
moet worden gedaan of in behandeling is voor een vergunning
krachtens artikel 8.1 van de Wet milieubeheer.
terwijl er voor het aan te sluiten perceel nog een aanvraag
moet worden gedaan of in behandeling is voor een vergunning
op grond van de Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren.
3.De rechthebbende wordt zo spoedig mogelijk van de aanhouding op de
hoogte gesteld. 4.Na verlening van de in lid 2 sub a, b en c van dit artikel bedoelde
vergunningen, nemen burgemeester en wethouders alsnog binnen 8 weken
een besluit op de aanvraag. lIIDe aansluiting.6.Het verzoek tot aanleg of wijziging
perceelaansluitleiding.
De rechthebbende aan wie ingevolge afdeling II van deze
verordening een aansluitvergunning is verleend, kan de gemeente
verzoeken de aansluiting of wijziging van de aansluiting waarop
die vergunning betrekking heeft uitte voeren. De rechthebbende
dient een daartoe strekkend schriftelijk verzoek in te dienen
bij burgemeester en wethouders.
Bij het verzoek tot aansluiting dienen in ieder geval de
volgende gegevens door de rechthebbende te worden vermeld:
de naam en het woonadres van de rechthebbende;
het nummer van de aansluitvergunning;
de door de rechthebbende gewenste datum van uitvoering.
Het verzoek tot aansluiting wordt slechts in behandeling genomen indien
deze gegevens volledig zijn vermeld.
Indien de kosten van de aanleg van de aansluiting reeds zijn
voldaan uit hoofde van een eerder door de rechthebbende met de
gemeente gesloten overeenkomst, dient de rechthebbende dit naast
de in het tweede lid van dit artikel bedoelde gegevens bij het
verzoek tot aansluiting te vermelden.
Zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen 4 weken na de
ontvangst van het verzoek stellen burgemeester en wethouders
zoveel mogelijk in overleg met de rechthebbende een termijn vast
voor uitvoering van de aansluiting. Bij vaststelling van het
tijdstip van uitvoering wordt zoveel mogelijk rekening gehouden
met het door de rechthebbende gewenste tijdstip. De afspraak zal
schriftelijk door de gemeente aan de rechthebbende worden
bevestigd.
7.Kosten van de aansluiting.
Burgemeester en wethouders stellen de kosten van de aanleg van
de perceelaansluitleiding vast, aan de hand van de bij deze
verordening vastgestelde tarievenlijst.
De gemeente kan in ieder geval niet worden gehouden tot
feitelijke aanleg van de perceelaansluitleiding over te gaan,
voordat de rechthebbende zich schriftelijk akkoord heeft
verklaard met de kosten van de aanleg van de
perceelaansluitleiding die zijn begroot aan de hand van de in
het eerste lid van dit artikel genoemde tarievenlijst, en de
over die kosten verschuldigde omzetbelasting.
De kosten voor de aanleg van de perceelaansluitleiding, zoals
bedoeld in het tweede lid van dit artikel, kunnen niet meer in
rekening worden gebracht indien deze reeds op andere wijze op de
rechthebbende worden / zijn verhaald.
8.Uitvoering aanleg of wijziging van de
perceelaansluitleiding.1.De uitvoering van de aanleg of wijziging van de
perceelaansluitleiding, inclusief de aansluiting van het particulier
riool op de perceelaansluiting, vindt niet plaats anders dan door of
vanwege de gemeente. 2.In afwijking van het eerste lid van dit artikel, kunnen burgemeester
en wethouders na overleg met de rechthebbende in de
aansluitvergunning vastleggen dat de rechthebbende zelf de
aansluiting uitvoert. De rechthebbende onttrekt het aansluitpunt na
melding aan burgemeester en wethouders dat de aansluiting is
uitgevoerd, gedurende drie achtereenvolgende werkdagen niet aan het
zicht. 3.De aansluiting van het particulier riool op de
perceelaansluitleiding vindt slechts plaats, als het aan te sluiten
particulier riool tot het aansluitpunt aanwezig is en voldoet aan de
daaraan op grond van het Bouwbesluit, de Bouwverordening en op grond
van overige wettelijke bepalingen gestelde ofte stellen eisen.IVBeheer en onderhoud.9.Beheer, onderhoud, renovatie en vervanging.1.Het beheer en onderhoud, de renovatie dan wel de vervanging van de
perceelaansluitleiding en/of het aansluitpunt wordt uitgevoerd door
of namens de gemeente en voor rekening van de gemeente, tenzij de
betreffende werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd ten gevolge
van een onjuist gebruik van het particulier riool, in welk geval de
kosten voor rekening van de rechthebbende of veroorzaker komen.
2.Onder onjuist gebruik van het particulier riool wordt in ieder geval
begrepen:
het via deze aansluiting lozen van stoffen die, vanwege hun
aard en samenstelling, verstoppingen in de aansluitleiding
of het openbaar riool veroorzaken;
het via deze aansluiting lozen van stoffen die, door hun
aard of concentratie, de constructie van de aansluitleiding
aantasten;
3.De kosten voor het onderhoud van het particulier riool komen voor
rekening van de rechthebbende, tenzij vaststaat dat de noodzaak tot
onderhoud is veroorzaakt door inspoeling vanuit het openbaar riool.
Bij aansluitingen die beneden het zogenaamde spiegelpeil liggen,
zijn genoemde kosten voor rekening van de rechthebbende. 4.Onder renovatie wordt tevens begrepen het aanpassen van de
perceelaansluitleiding ten gevolge van een wijziging van het
openbaar riool. 5.Bij wijziging door de gemeente van de hoogteligging van het
aansluitpunt dient de rechthebbende ervoor te zorgen dat het
particulier riool hierop kan worden aangesloten op een zodanige
wijze dat de afvoer vanuit het perceel ongehinderd kan
plaatsvinden.10.Calamiteiten.1.Bij een verstopping of een andere storing in het particulier riool
onderzoekt de rechthebbende of het een verstopping of een storing
betreft in het particulier riool of de perceelaansluitleiding. 2.Indien na het in het eerste lid van dit artikel bedoelde onderzoek
wordt vermoed dat sprake is van een verstopping of storing in de
perceelaansluitleiding of van een verstopping of storing als gevolg
van inspoeling vanuit het openbaar riool, neemt de rechthebbende of
de gebruiker contact op met de gemeente voor het verrichten van de
noodzakelijke werkzaamheden. 3.Indien na het in het eerste lid van dit artikel bedoelde onderzoek
blijkt dat er sprake is van een verstopping of storing in het
particulier riool dient de rechthebbende deze verstopping of storing
zelf te verhelpen. 4.Bij het door de gemeente verrichten van de in het tweede lid van dit
artikel bedoelde werkzaamheden dient de rechthebbende of gebruiker,
voordat met de werkzaamheden wordt gestart, tevoren schriftelijk
akkoord te gaan met de voorwaarde dat de kosten van de werkzaamheden
aan hem in rekening worden gebracht, indien blijkt dat deze kosten
voor zijn rekening zijn.VVerwijdering aansluiting, sloop.11Zorgplicht.1.Bij sloopwerkzaamheden of andere werkzaamheden op een op het
openbaar riool aangesloten perceel, moeten door de rechthebbende
zodanige voorzieningen aan het particulier riool worden getroffen
dat iedere belemmering van het goed functioneren van het
gemeentelijk riool en de perceelaansluitleiding wordt voorkomen.
2.Indien de rechthebbende bij sloopwerkzaamheden niet voldoet aan de
in het eerste lid van dit artikel omschreven zorgplicht, heeft de
gemeente de bevoegdheid de aansluiting op het openbaar riool af te
sluiten en de hieraan verbonden kosten te verhalen op de
rechthebbende. 3.Indien het gebruik van een aansluitleiding definitief wordt
beëindigd is de rechthebbende verplicht de gemeente hiervan in
kennis te stellen. 4.Indien het gebruik van een aansluitleiding definitief wordt
beëindigd, wordt de op de aansluitleiding betrekking hebbende
vergunning ingetrokken, waarna het particulier riool op kosten van
de rechthebbende door de gemeente wordt verwijderd.VIOvergangs- en slotbepalingen.12.Hardheidsclausule.1.Burgemeester en wethouders kunnen van de bepalingen in deze
verordening afwijken voor zover toepassing gelet op het belang dat
deze regeling beoogt te beschermen, zal leiden tot een onbillijkheid
van overwegende aard.2.In de gevallen waarin deze verordening niet voorzien beslissen
burgemeester en wethouders. 13.Overgangsrecht.1.De aanvragen tot aansluiting of wijziging van een aansluiting die
vóór de datum, van inwerkingtreding van deze verordening zijn
ingediend vallen onder de bepalingen van deze verordening. 2.Op aansluitingen die op het moment van de inwerkingtreding van deze
verordening krachtens de tot dan geldende wetgeving en voorschriften
tot stand zijn gebracht, zijn de bepalingen van afdeling IV en
afdeling V van deze verordening rechtstreeks van toepassing. 3.Bij strijd van deze verordening met bepalingen in overeenkomsten
gesloten tussen de gemeente en de rechthebbende, prevaleert het
bepaalde in deze overeenkomsten.14Citeertitel en inwerkingtreding.Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening
aansluitvoorwaarden riolering gemeente Geldrop-Mierlo'' en treedt in
werking op 1 mei 2004.Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raadvan de gemeente Geldrop-Mierlo d.d. 29 maart 2004,De raad voornoemd.De griffier, De voorzitter.ir. G.A.A. van Luijn mr.P.J.J.M. Mangelmans