CVDR75576_1Verordening op de rekenkamercommissienlregelingGeldrop-Mierlo2017-10-24Geldrop-MierloDe Trompetter, 29-12-2010Verordening gemeentelijke rekenkamercommissieGemeentewet, art. 81 ogemeenteraadbestuur en recht2009-09-28De tekst in dit document is vrij van auteursrecht en
databankrecht2011-01-062010-10-01nieuwe regelingGM 2009.0679Verordening gemeentelijke rekenkamercommissiegeenGeenVerordening op de rekenkamercommissieRaadsbesluitVerordening GM2009.0679Verordening op de rekenkamercommissieDe raad van de gemeente Geldrop-Mierlo;voorgenomen het voorstel van de Auditcommissie d.d. 8 september 2009;gelet op artikel 81 o van de Gemeentewet;besluit :Vast te stellen de Verordening op de rekenkamercommissie:1BegripsbepalingenIn deze verordening wordt verstaan onder:
Wet: Gemeentewet;
voorzitter: voorzitter van de rekenkamercommissie;
college: college van burgemeester en wethouders;
rekenkamercommissie: de rekenkamercommissie van de gemeente
Geldrop-Mierlo;
doelmatigheid: de mate waarin de gewenste prestaties en beoogde
maatschappelijke effecten worden gerealiseerd met een zo beperkt
mogelijke inzet van middelen;
doeltreffendheid: de mate waarin de gewenste prestaties en beoogde
maatschappelijke effecten van het beleid daadwerkelijk worden
behaald;
rechtmatigheid: het in overeenstemming zijn met geldende wet- en
regelgeving.
2Rekenkamercommissie1.De raad stelt een rekenkamercommissie in.2.De rekenkamercommissie bestaat uit 2 leden.3Taken rekenkamercommissieDe rekenkamercommissie verricht onderzoek naar en adviseert aan de raad over
de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het
gemeentelijke beleid en beheer.4Benoeming leden1.De raad benoemt de 2 externe leden. 2.De rekenkamercommissie benoemt de voorzitter uit de externe leden van de
rekenkamercommissie. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en
periodiek bijeenroepen van de commissie, het leiden van de
vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en werkwijze en het
bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter voert
hiertoe regelmatig overleg met het secretariaat c.q. griffie. Bij
ontstentenis van de voorzitter treedt het andere externe lid op als
voorzitter. 3.De leden worden voor een periode van vijf jaar benoemd.4.Voorafgaand aan de benoeming van de voorzitter en de overige leden van
de rekenkamercommissie pleegt de raad overleg met de
rekenkamercommissie.5EedTen aanzien van de externe leden is artikel 81g Gemeentewet van
overeenkomstige toepassing.6Ontslag en non-activiteit1.De raad ontslaat de leden of stelt hen op non-activiteit.2.Het lidmaatschap van een raadslid eindigt:
op eigen verzoek;
indien het lid aftreedt als lid van de raad;
indien de raad van oordeel is dat het lid niet langer geschikt
is de functie van lid van de rekenkamercommissie te
vervullen;
3.Het lidmaatschap van een extern lid eindigt:
op eigen verzoek;
bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het
lidmaatschap van de rekenkamercommissie.
wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke
uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een
uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot
gevolg heeft;
indien het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke
uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement
is verklaard, surceance van betaling heeft verkregen of wegens
schulden is gegijzeld.
4.De externe leden van de rekenkamercommissie kunnen door de raad worden
ontslagen wanneer zij door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt zijn
hun functie te vervullen.71.De voorzitter en het lid van de rekenkamercommissie ontvangen voor hun
werkzaamheden voor de rekenkamer een vaste vergoeding van € 500 resp. €
400 (bruto) per maand.2.Aan de leden wordt voor het gebruik van zijn/haar particulier
motorvoertuig voor woon- werkverkeer een vergoeding van de aan dit
gebruik verbonden kosten toegkend. De vergoeding wordt toegekend in de
vorm van een bedrag per afgelegde kilometer. Het bedrag van de
autovergoeding wordt berekend met inachtneming van de in artikel 2 en 4a
van de Reisregeling binnenland genoemde kilometertarieven.3.De vergoedingen genoemd in het eerste en tweede lid komen ten laste van
het budget van de rekenkamercommissie.8Ambtelijke secretaris1.De raad benoemt de ambtelijk secretaris op voordracht van de
rekenkamercommissie.2.De secretaris staat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar
taken terzijde.3.De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de
rekenkamercommissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden
verricht.4.De secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging en
de vorming van dossiers.9Reglement van ordeDe rekenkamercommissie stelt een reglement van orde van haar vergaderingen
en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling
onverwijld ter kennisneming naar de raad.10Onderwerpselectie en opdrachtverlening1.De rekenkamercommissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt,
formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.2.De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de
rekenkamercommissie ter kennisneming aan de raad verstuurd.3.De raad kan de rekenkamercommissie een gemotiveerd verzoek doen tot het
instellen van een onderzoek. De rekenkamercommissie bericht de raad
binnen een maand in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de
rekenkamercommissie niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij
dit motiveren.11Werkwijze1.De rekenkamercommissie is belast met en verantwoordelijk voor de
uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door
haar vastgestelde onderzoeksopzet.2.De rekenkamercommissie beoordeelt of het wenselijk is de raad
tussentijds te informeren.3.De rekenkamercommissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur
en bij alle ambtenaren van de gemeente Geldrop-Mierlo de mondelinge en
schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de
uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de
ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen
binnen de door de rekenkamercommissie gestelde termijn te
verstrekken.4.De rekenkamercommissie vergadert zoveel als zij nodig acht, ter
bespreking van procedurele en inhoudelijke aspecten van het
onderzoek.5.De rekenkamercommissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn
openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet
openbaarheid van bestuur kan de rekenkamercommissie rapporten die aan de
raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.6.De rekenkamercommissie kan openbare informatieve vergaderingen
beleggen.7.Voor de uitvoering van het onderzoek kan de rekenkamercommissie, met
inachtneming van het beschikbare budget, externe personen of bureau’s
inschakelen.8.De rekenkamercommissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen
een door haar gestelde termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun
zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de commissie kenbaar te
maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van
onderzoek is of is geweest. De rekenkamercommissie bepaalt verder wie
als betrokkenen worden aangemerkt.9.De voorzitter heeft –bij het staken van stemmen- een doorslaggevende
stem.10.De rekenkamercommissie voert minimaal 3 onderzoeken per jaar uit.11.De rekenkamercommissie gebruikt de Auditcommissie als klankbord, namens
de raad.12Budget1.De rekenkamercommissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting
beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de
uitvoering van haar taken.2.Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten
gebracht van:
de vergoedingen aan de externe leden;
de ambtelijk secretaris (voor zover extern);
externe deskundigen die eventueel door de rekenkamercommissie
zijn ingeschakeld;
eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de
uitoefening van haar taak.
3.De rekenkamercommissie is voor de besteding van het budget uitsluitend
verantwoording schuldig aan de raad.13InwerkingtredingDeze verordening treedt in werking met ingang van 1 oktober 2009.14CiteertitelDeze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening gemeentelijke
rekenkamercommissie’.Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raadder gemeente Geldrop-Mierlo d.d. 28 september 2009,De raad voornoemd,de griffier, de voorzitter,G.A.A. van Luijn Mevr. M.J.D. Donders - de LeestBijlage 1 raadsbesluit RB GM2009.0 inzake verordening gemeentelijke
rekenkamercommissieArtikelsgewijze toelichtingArtikel 1Dit artikel bevat enkele definities om te voorkomen dat bepaalde begrippen
telkens in hun geheel moeten worden uitgeschreven. Voor de definitie van de
begrippen doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid is aangesloten bij
de definities zoals die eerder door de raad zijn vastgesteld in het verband van
de ‘Financiële beheersverordening gemeente Gedlrop-Mierlo’ en de ‘Verordening
onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid van de gemeente
Geldrop-Mierlo’.Artikel 2Wanneer gemeenten geen rekenkamer instellen, stellen zij op grond van artikel
81o van de wet regels vast voor de uitoefening van de rekenkamerfunctie. Met
deze verordening wordt gekozen voor een rekenkamercommissie met alleen (2)
externe leden. Artikel 3Hierin zijn de taken van de rekenkamercommissie vastgelegd. Deze
taakomschrijving is ook wettelijk vastgelegd op grond van artikel 81o eerste lid
in artikel 182 eerste lid Gemeentewet (zie bijlage 2). Om de taak expliciet
zichtbaar te maken is de taakomschrijving ook in verordening opgenomen.Artikel 4De leden worden benoemd voor een periode van vijf jaar. De rekenkamercommissie benoemt de voorzitter uit de leden. In verband met het even aantal leden van de commissie is in de verordening
opgenomen dat de voorzitter –bij het staken van stemmen- een doorslaggevende
stem heeft.Artikel 5De verplichting deze eed of verklaring en belofte af te leggen vloeit voor de
rekenkamer rechtstreeks voort uit artikel 81g van de Gemeentewet. Deze bepaling
wordt met dit artikel van overeenkomstige toepassing verklaard op de externe
leden van de rekenkamercommissie.Artikel 6Dit artikel handelt over het ontslag van de leden en over de mogelijkheid (of
soms verplichting) hen op non-activiteit te stellen in bepaalde situaties.Artikel 7In dit artikel is de vergoeding, die externe leden voor hun werkzaamheden
ontvangen, vastgelegd. Artikel 8Voorgesteld wordt om de rekenkamercommissie bij te laten staan door een
secretaris. De rekenkamercommissie dient namelijk zelfstandig te functioneren en
in het derde lid is voorzien in een rechtstreekse verantwoordingsrelatie van de
secretaris ten opzichte van de rekenkamercommissie. De verordening legt niet het aantal uren vast dat deze secretaris beschikbaar
moet zijn. Dit is afhankelijk van het feitelijk functioneren van de
rekenkamercommissie te zijner tijd en zal op basis van ervaring kunnen worden
bepaald.Artikel 9 Dit artikel is opgenomen op grond van artikel 81i van de Gemeentewet dat van
overeenkomstige toepassing is op de rekenkamercommissie. In het reglement van
orde moeten/kunnen zaken als de volgorde van aftreden bij een meerhoofdige
rekenkamercommissie, verhouding secretaris – voorzitter, de procedure die wordt
gevolgd bij onderzoeken, hoe wordt omgegaan met verzoeken van derden om
onderzoek te verrichten enz. geregeld.Artikel 10De rekenkamercommissie dient onafhankelijk te zijn en om deze onafhankelijkheid
te bevorderen is het van belang dat zij zelfstandig de onderzoeksonderwerpen kan
kiezen. De rekenkamercommissie kan op verzoek van de raad een onderzoek
instellen maar is niet verplicht het verzoek van de raad in te willigen. Dit
verzoek van de raad wordt in artikel 182, tweede lid, van de wet expliciet
genoemd. Doordat deze mogelijkheid uitdrukkelijk in de wet is genoemd, wordt er
een bepaald gewicht toegekend aan het verzoek van de raad. Indien de
rekenkamercommissie niet voldoet aan een gemotiveerd verzoek van de raad zal zij
dit motiveren.Artikel 11Om te waarborgen dat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar onderzoek
over voldoende en relevante gegevens kan beschikken is voorzien in de
bevoegdheid om inlichtingen in te winnen van alle leden van het gemeentebestuur
en van alle ambtenaren. De rapporten van de rekenkamercommissie zijn in beginsel
openbaar maar op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet
openbaarheid van bestuur kunnen rapporten of gedeelten daarvan als geheim worden
aangemerkt.Uit oogpunt van zorgvuldigheid is het van groot belang dat de betrokkenen bij
een onderzoek de kans krijgen om te reageren op het ontwerponderzoeksrapport. Er
vindt dan wederhoor plaats waarbij de feitelijke bevindingen die uit het
onderzoek voortvloeien aan de betreffende ambtenaren worden voorgelegd met de
vraag eventuele onjuistheden er uit te halen en te corrigeren. Indien van
toepassing wordt het verantwoordelijke collegelid of het college de gelegenheid
geboden om te reageren op de conceptaanbevelingen die de rekenkamercommissie
verbindt aan de (gecorrigeerde) bevindingen. Tot slot brengt de
rekenkamercommissie een definitief rapport naar buiten met bevindingen,
conclusies en eventueel aanbevelingen.Prestatieafspraak. In lid 10 is een afspraak opgenomen over het aantal door de
rekenkamercommissie uit te (laten) voeren onderzoeken. Er dienen minimaal 3
onderzoeken per jaar te worden uitgevoerd. Artikel 12De rekenkamercommissie is verantwoordelijk voor de besteding van het budget dat
noodzakelijk is voor de uitvoering van haar taak. Ten laste van het budget
worden de in het tweede lid genoemde kosten gebracht. De omvang van het
benodigde budget zal pas in de loop van de tijd bepaald kunnen worden wanneer er
ervaring is opgedaan met het feitelijk functioneren van de rekenkamercommissie. Bij de programmabegroting 2010-2013 is een (voorlopig) werkbudget voor 2010 van
€ 31.000 per jaar vastgesteld. Artikel 13Dit artikel behoeft geen toelichting. Artikel 14Dit artikel behoeft geen toelichting.Bijlage 2 raadsbesluit RB GM2009.0 inzake verordening gemeentelijke
rekenkamercommissieRelevante artikelen GemeentewetHOOFDSTUK IVA. DE REKENKAMERArtikel 81g Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen, leggen de leden van de rekenkamer in
de vergadering van de raad, in handen van de voorzitter, de volgende eed
(verklaring en belofte) af: ”Ik zweer (verklaar) dat ik, om tot lid van de
rekenkamer benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of
welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik zweer
(verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten,
rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of
zal aannemen. Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik
de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van de rekenkamer naar eer
en geweten zal vervullen. Zo waarlijk helpe mij God Almachtig!” (“Dat verklaar
en beloof ik!”)HOOFDSTUK IVB. DE REKENKAMERFUNCTIEArtikel 81o1. Als geen rekenkamer is ingesteld als bedoeld in hoofdstuk IVa,
stelt de raad bij verordening regels vast voor de uitoefening van de
rekenkamerfunctie.2. De artikelen 182 en 185 zijn voor de uitoefening van de
rekenkamerfunctie van overeenkomstige toepassing.HOOFDSTUK XIA. DE BEVOEGDHEID VAN DE REKENKAMERArtikel 1821. De rekenkamer onderzoekt de doelmatigheid, de doeltreffendheid en
de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur. Een door de
rekenkamer ingesteld onderzoek naar de rechtmatigheid van het door het
gemeentebestuur gevoerde bestuur bevat geen controle van de jaarrekening als
bedoeld in artikel 213, tweede lid.2. Op verzoek van de raad kan de rekenkamer een onderzoek
instellen.Artikel 1851. De rekenkamer legt haar bevindingen en haar oordeel vast in
rapporten, met dien verstande dat hierin niet worden opgenomen gegevens en
bevindingen die naar hun aard vertrouwelijk zijn.2. De rekenkamer deelt aan de raad, het college en, indien van
toepassing, aan de betrokken instelling, de opmerkingen en bedenkingen mee die
zij naar aanleiding van haar bevindingen van belang acht. Aan de raad of het
college kan zij ter zake voorstellen doen.3. De rekenkamer stelt elk jaar voor 1 april een verslag op van haar
werkzaamheden over het voorgaande jaar.4. De rekenkamer zendt een afschrift van haar rapporten en haar
verslag aan de raad en het college. Indien zij met toepassing van artikel 184
een onderzoek heeft ingesteld, zendt de rekenkamer tevens een afschrift van het
rapport aan de betrokken instelling.5. De rapporten en de verslagen van de rekenkamer zijn openbaar.