CVDR127408_1Verordening rekenkamercommissie gemeente Gilze en Rijen 2011nlregelingGilze en Rijen2011-12-28Gilze en RijenWeekblad Gilze en Rijen, 28-12-2011Verordening rekenkamercommissie gemeente Gilze en Rijen 2011artikel 81o lid 1 Gemeentewetgemeenteraadbestuur en recht2011-10-31De tekst in dit document is vrij van auteursrecht en
databankrecht2012-01-012021-03-01OnbekendOnbekendGeenVerordening rekenkamercommissie gemeente Gilze en Rijen 2011DE RAAD VAN DE GEMEENTE GILZE EN RIJEN;gezien het voorstel van het presidium d.d. 17 oktober 2011;gelet op het bepaalde in artikel 81o, lid 1, van de Gemeentewet; b e s l u i t :vast te stellen de Verordening rekenkamercommissie gemeente Gilze en Rijen 2011
1Begripsbepalingen1BegripsbepalingenIn deze verordening wordt verstaan onder:
commissie: de rekenkamercommissie die is ingesteld bij
besluit van de gemeenteraad en die ten doel heeft om door
middel van beleidsevaluaties en doelmatigheidsonderzoeken
een bijdrage te leveren aan de doeltreffendheid van het
beoogde beleid, alsmede de doelmatige voorbereiding en
uitvoering daarvan.
doelmatigheid: het streven om met een zo beperkt mogelijke
inzet van de beschikbare middelen het gewenste resultaat te
bereiken.
doeltreffendheid: de mate waarin een organisatie erin slaagt
met de geleverde prestaties de gestelde doelen of de gewenste maatschappelijke effecten te
bereiken.
2Taak, samenstelling en lidmaatschap van de
rekenkamercommissie2.1Taak van de rekenkamercommissie1.De commissie voert onderzoek uit naar de (maatschappelijke)
effecten van het gemeentelijk beleid en naar de doelmatigheid en
doeltreffendheid van het gemeentelijk beleid, van het
gemeentelijk beheer en van de gemeentelijke organisatie, naar de
rechtmatigheid van het gemeentelijk beheer, alsmede naar de
doelmatigheid en de doeltreffendheid van instellingen waarvan de
activiteiten geheel of in belangrijke mate door de gemeente
worden bekostigd.2.2Samenstelling rekenkamercommissie1.De commissie bestaat uit raadsleden (één lid per raadsfractie);
de commissie benoemt uit haar midden een voorzitter en een
plaatsvervangend voorzitter. 2.De leden van de commissie worden op voordracht van het presidium
door de raad benoemd.3.De voorzitter is belast met de bewaking van de kwaliteit en de
voortgang van onderzoeken. Hij draagt zorg voor het tijdig en
periodiek bijeen roepen van vergaderingen van de commissie en
het leiden van de vergaderingen. Hij stuurt de ambtelijk
secretaris aan. Voorts bewaakt hij de uitgangspunten en de
werkwijze en bevordert hij een zorgvuldige besluitvorming.4.De commissieleden functioneren zonder last van of ruggespraak
met de fracties. 2.3Besluitvorming in de rekenkamercommissie1.In vergaderingen van de commissie wordt besloten bij meerderheid
van stemmen.2.Indien de stemmen staken, is de stem van de voorzitter
doorslaggevend.3.Besluiten kunnen alleen worden genomen indien ten minste drie
leden van de commissie ter vergadering aanwezig zijn.2.4Einde van het lidmaatschapHet lidmaatschap van de commissie eindigt:a. op eigen verzoek;b. indien het lid aftreedt als lid van de raad, dan wel deel
gaat uitmaken van een commissie waaraan bestuursbevoegdheden
zijn toegekend;c. indien de gemeenteraad van oordeel is dat het lid niet langer
geschikt is de functie van lid van de commissie te
vervullen;d. bij het einde van een raadsperiode.3De werkwijze van de rekenkamercommissie3.1Vergaderingen1.De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of ten
minste twee leden van de commissie dat nodig achten.2.De onderzoeksactiviteiten en de vergaderingen van de commissie
zijn besloten, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de
belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van
bestuur kan de commissie rapporten die aan de raad worden
voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken. 3.De commissie kan openbare informatieve vergaderingen
beleggen.3.2Onderwerpselectie en opdrachtverlening1.De commissie bepaalt de onderzoeksonderwerpen, formuleert de
probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.2.De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de
commissie rechtstreeks ter kennisneming aan de raad
gestuurd.3.De raad kan de commissie een gemotiveerd verzoek doen tot het
instellen van een onderzoek.4.De commissie bericht de raad binnen een maand in hoeverre aan
dat verzoek kan worden voldaan.5.De commissie motiveert een eventuele afwijzing van een verzoek
van de raad.3.3 Uitvoeren van het onderzoek en rapportage / zienswijze op
onderzoeksrapport1.De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de
uitvoering van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde
onderzoeksopzet.2.De commissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds
te informeren.3.De commissie is bevoegd van alle leden van het gemeentebestuur
en van alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke
inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering
van het onderzoek. De commissie kan de bevoegdheid tot het
inwinnen van inlichtingen mandateren aan de ambtelijk secretaris
en de overige medewerkers die haar bij de uitvoering van haar
taak terzijde staan. De leden van het gemeentebestuur en de
ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde
inlichtingen binnen de door de commissie gestelde termijn te
verstrekken. 4.De leden van de commissie en degenen die ten behoeve van de
commissie werkzaam zijn, zijn verplicht tot geheimhouding van al
hetgeen hen in hun hoedanigheid van lid respectievelijk
medewerker ter kennis is gekomen. 5.De commissie stelt betrokken ambtenaren in de gelegenheid om
binnen een door haar te stellen termijn, die ten minste twee
weken bedraagt, hun zienswijze op het feitenonderzoek aan de
commissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier
taakuitoefening (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest.
De commissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden
aangemerkt.6.De commissie stelt het betreffende bestuur in de gelegenheid om
binnen een door haar te stellen termijn die ten minste twee
weken bedraagt, zijn zienswijze op het onderzoek en de
rapportage aan de commissie kenbaar te maken.7.Na het ambtelijke en bestuurlijke hoor en wederhoor formuleert
de commissie haar definitieve conclusies en aanbevelingen. Na
vaststelling door de commissie worden het onderzoeksrapport en
de nota met conclusies en aanbevelingen zo spoedig mogelijk aan
de raad aangeboden onder toezending van een afschrift aan het
college en betrokkenen. Hierbij worden de ambtelijke en
bestuurlijke reacties gevoegd.8.De raad bespreekt de onderzoeksresultaten op basis van het
rapport en de conclusies en aanbevelingen.4De ondersteuning van de rekenkamercommissie4.1Ambtelijk secretaris1.De griffier of diens plaatsvervanger fungeert als ambtelijk
secretaris van de commissie.2.De secretaris staat de commissie bij de uitvoering van haar taak
terzijde.3.De secretaris legt met betrekking tot de wijze waarop de
ondersteunende taken worden verricht rechtstreeks verantwoording
af aan (de voorzitter van) de commissie.4.De raad is bevoegd tot schorsing dan wel ontslag van de
ambtelijk secretaris voor wat betreft zijn werkzaamheden voor de
commissie.4.2Onderzoeksmedewerkers1.De commissie is bevoegd ten laste van het budget als bedoeld in
artikel 5 (tijdelijk) onderzoeksmedewerkers aan te stellen.2.Onderzoeksmedewerkers kunnen, indien de commissie hen daartoe de
bevoegdheid toekent, alle informatie verzamelen die de commissie
in het belang van het onderzoek nodig acht; zij hebben een
geheimhoudingsplicht met betrekking tot die informatie en zijn
alleen verantwoording schuldig aan de commissie.3.De commissie is tevens bevoegd ten laste van het budget als
bedoeld in artikel 5 externe deskundigen in te schakelen. Het hiervoor in
lid 2 gestelde is op de externe deskundigen dienovereenkomstig
van toepassing.5 De kosten van de rekenkamercommissie5 Budget1.De commissie is bevoegd binnen een haar bij de begroting of
begrotingswijziging beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen
ten behoeve van de uitvoering van haar taken.2.Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden
de kosten gebracht van de vergoedingen voor het inhuren van
externe deskundigen en eventuele vergoedingen voor
onderzoeksmedewerkers en de mogelijke overige uitgaven die de
commissie nodig oordeelt voor de uitvoering van haar taak.3.De commissie is voor de besteding van het budget uitsluitend
verantwoording schuldig aan de raad.6Slotbepalingen6.1Intrekking voorgaande regelingDe "Verordening rekenkamercommissie gemeente Gilze en Rijen",
vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 31 januari 2005 wordt
ingetrokken.6.2InwerkingtredingDeze verordening treedt in werking op 1 januari 2012.6.3CiteertitelDeze verordening wordt aangehaald als: "Verordening
rekenkamercommissie gemeente Gilze en Rijen 2011".Aldus vastgesteld in de openbarevergadering van 31 oktober 2011.DE RAAD VOORNOEMD,de griffier, de voorzitter,mr. J.W. Timmermans mr. M.P. Heerkens