CVDR18158_1Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelasting 2007nlregelingGilze en Rijen2009-12-30Gilze en RijenWeekblad Gilze en Rijen, 27122006Verordening parkeerbelastingen 2007Gemeentewet, art. 225gemeenteraadbestuur en recht2006-12-18De tekst in dit document is vrij van auteursrecht en
databankrecht2007-01-042008-01-01nieuwe regelingCollege B&W, 14112006belastingen1.GeenDeze verordening vervangt [Verordening parkeerbelastingen 2006].Datum ingang heffing is 1 januari 2007.DE RAAD VAN DE GEMEENTE GILZE EN RIJEN;gezien het voorstel van het college van 14 november 2006;gelet op artikel 225 van de Gemeentewet; b e s l u i t :vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelasting 2007. 1BegripsomschrijvingenVoor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: a parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden; b houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorrijtuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994(Stb. 1994, 475) aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven; 2Belastbaar feitOnder de naam 'parkeerbelasting' wordt een belasting geheven ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.3BelastingplichtDe belasting bedoeld in artikel 2 wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.4Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak.Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2 bedraagt voor een vergunning met onbeperkte parkeerduur € 2,50 per jaar.5Ontstaan van de belastingschuldDe belasting bedoeld in artikel 2 is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend. 6Wijze van heffing en termijnen van betalingDe belasting bedoeld in artikel 2 wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte en moet worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend. 7BelastingjaarHet belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar. 8KwijtscheldingBij de invordering van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend. 9Nadere regels door het collegeHet college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de parkeerbelastingen.10Inwerkingtreding en citeertitel1 De 'Verordening parkeerbelastingen 2006' van 19 december 2005, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met die verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.3 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2007. 4 Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening parkeerbelastingen 2007'. Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 18 december 2006. DE RAAD VOORNOEMD,de griffier, de voorzitter,mr. J.W. Timmermans drs. R.H. Roep