CVDR18204_1Verordening op de heffing en de invordering van brandweerrechten 2007nlregelingGilze en Rijen2009-12-30Gilze en RijenWeekblad Gilze en Rijen, 27122006Verordening brandweerrechten 2007Gemeentewet, art. 219, lid 2Gemeentewet, art. 229, lid 1, aanhef en onderdelen a en bgemeenteraadbestuur en recht2006-12-18De tekst in dit document is vrij van auteursrecht en
databankrecht2007-01-042007-12-31nieuwe regelingCollege B&W, 14112006belastingen1.GeenDeze verordening vervangt [Verordening brandweerrechten 2006].Datum ingang heffing is 4 januari 2007 (artikel 11, derde en vierde lid).Verordening op de heffing en de invordering van brandweerrechten 2007DE RAAD VAN DE GEMEENTE GILZE EN RIJEN;gezien het voorstel van het college van 14 november 2006;gelet op artikel 219, tweede lid en 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;b e s l u i t :vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van brandweerrechten 2007.1Belastbaar feit1.Onder de naam ‘brandweerrechten’ worden geheven:
rechten voor het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde bezittingen van de gemeentelijke brandweer of van voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen die bij de gemeentelijke brandweer in beheer of in onderhoud zijn;
rechten voor het genot van door de gemeentelijke brandweer verstrekte diensten.
2.Geen rechten als bedoeld in het eerste lid worden geheven terzake van:
het voorkomen, beperken en bestrijden van brand;
het beperken van brandgevaar;
het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand;
al hetgeen met de onderdelen a, b en c verband houdt;
het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand;
de bestrijding en beperking van rampen, als bedoeld in artikel 1 van de Rampenwet.
2Begripsomschrijvingen1.Alle in de tarieventabel behorend bij deze verordening genoemde bedragen worden -voorzover van toepassing- berekend vanaf het moment dat het personeel en/of materieel de standplaats verlaat tot aan het moment dat het aldaar is teruggekeerd;2.bij gebruik korter dan een uur, wordt een vol uur gerekend;3.bij gebruik langer dan een uur worden gedeelten van een uur die een half uur of langer zijn voor een vol uur gerekend, en worden gedeelten korter dan een half uur voor een half uur gerekend.3BelastingplichtBelastingplichtig is:
degene die gebruik maakt van de bezittingen, werken of inrichtingen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a;
degene die een dienst aanvraagt, dan wel degene te wiens behoeve een dienst is verleend, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, dan wel degene aan wie de dienstverlening is opgelegd.Artikel 4 Maatstaf van heffing en tarief
De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
5BelastingjaarVoorzover in de bij deze verordening behorende tarieventabel tarieven zijn opgenomen die per jaar worden geheven, is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.6Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang1.De rechten waarop artikel 5 van toepassing is, zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.2.Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, zijn de rechten, in zoverre in afwijking van artikel 4, tweede lid, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.3.Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor de dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 27,504.Belastingbedragen van minder dan € 11,50 worden niet geheven.7Wijze van heffing1.De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waarop het gevorderde bedrag is vermeld.2.Indien zich ten aanzien van eenzelfde belastingplichtige meerdere belastbare feiten voordoen, kunnen de rechten ter zake daarvan worden geheven bij wege van één gedagtekende schriftelijke kennisgeving.8Termijn van betaling1 In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de invorderingswet 1990 moeten de brandweerrechten worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 7: a mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving; b schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.2 De algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.9KwijtscheldingBij de invordering van brandweerrechten wordt geen kwijtschelding verleend.10Nadere regels door het collegeHet college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.11Inwerkingtreding en citeertitel1 De 'Verordening Brandweerrechten 2006' van 19 december 2005, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking. 3 In afwijking in zoverre van het in het voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover terzake daarvan de heffing van de brandweerrechten in die periode plaatsvindt.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2007.
Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening Brandweerrechten 2007'.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 18 december 2006. DE RAAD VOORNOEMD,de griffier, de voorzitter,mr. J.W. Timmermans drs. R.H. RoepTarieventabel, behorende bij de Verordening Brandweerrechten 2007. AlgemeenAlle in deze verordening opgenomen tarieven zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.1Wacht- en controlediensten1.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot:1.1.1 het verrichten van wacht- en waakdiensten: € 21,00 per personeelslid, per uur;1.1.2 het verrichten van controlediensten: € 21,00 per personeelslid, per uur;2Verrichtingen ten behoeve van de adembescherming4.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vullen van een ademluchtcylinder inclusief de daarvoor benodigde ademlucht € 3,50.5Verrichten van overige diensten5.1.Voor zover daarvoor niet elders in deze tabel een tarief is opgenomen, bedraagt het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het ter beschikking stellen van:5.1. een gecombineerde tankautospuit € 36,50 per uur;5.1. een manschappenwagen € 27,50 per uur;5.1. toeslag kilometervergoedingvoor voertuigen in dit hoofdstuk genoemd € 0,50 per km;5.1. een motorspuit € 27,50 per uur;5.1. een lichtaggregaat € 11,50 per uur;5.1. een leslokaal € 33,00 per uur;5.1. een motorzaag € 7,00 per uur.5.1.2 Omdat bij het in dit hoofdstuk omschreven ter beschikking stellen van materieel, van de diensten van het personeel van de brandweer gebruik moet worden gemaakt, alsmede in gevallen dat om andere redenen van de diensten van dat personeel gebruik moet worden gemaakt, wordt per personeelslid per uur € 21,00 berekend.Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 18 december 2006. DE RAAD VOORNOEMD,de griffier, de voorzitter,mr. J.W. Timmermans drs. R.H. Roep