CVDR198246_1Verordening rechtspositie wethouders, raadsleden en fractievertegenwoordigers 2012nlregelingHeeze-Leende2012-07-19Heeze-LeendeOnbekend.Verordening rechtspositie wethouders, raadsleden en fractievertegenwoordigers 2012Gemeentewet, art. 44, lid 2Gemeentewet, art. 44, lid 3Gemeentewet, art. 95Gemeentewet, art. 96Gemeentewet, art. 97Gemeentewet, art. 98Gemeentewet, art. 99Gemeentewet, art. 147Rechtspositiebesluit wethoudersRechtspositiebesluit raads- en commissieledengemeenteraadbestuur en recht2012-01-23De tekst in dit document is vrij van auteursrecht en
databankrecht2012-01-242014-07-01nieuwe regeling12.03Geen.Deze regeling vervangt de Verordening rechtspositie wethouders, raadsleden en fractievertegenwoordigers 2008. De datum en bron van bekendmaking is niet te achterhalen. Deze regeling treedt op de vroegst mogelijke datum inwerking.Verordening rechtspositie wethouders, raadsleden en fractievertegenwoordigers 2012De raad van de gemeente Heeze-Leende;gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet, gelet op het Rechtspositiebesluit wethouders en het Rechtspositiebesluit raads- en commissie-leden,gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 december 2011, nr. 12.03;b e s l u i t :vast te stellen de volgende verordening:Verordening rechtspositie wethouders, raadsleden en fractievertegenwoordigers 2012IBegripsomschrijvingen1In deze verordening wordt verstaan onder: a. commissie: een commissie als bedoeld in hoofdstuk V van de Gemeentewet; b. Rechtspositiebesluit wethouders: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 243; c. Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 244; d. Regeling rechtspositie wethouders: de ministeriële regeling van 20 februari 2001, Stcrt. 41 als bedoeld in artikel 23 van het Rechtspositiebesluit wethouders; e. Verplaatsingskostenregeling 1989: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 20 oktober 1989, nr. AB87/74/U6DGMP/AV/FAR, Stcrt. 212;f. Reisregeling binnenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 16 maart 1993, nr. AB93/U280, Stcrt. 56; g. Reisregeling buitenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 12 sep-tember 1994, nr. AD94/U1011, Stcrt. 181;h. raadslid: lid van de gemeenteraad; i. griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet; j. gemeentesecretaris: de secretaris, bedoeld in artikel 102 van de Gemeentewet;k. rondetafelgesprek: het door de raad ingesteld periodiek informerend overleg over onderwer-pen die de raad aangaan.IIVoorzieningen voor raadsleden2Vergoeding voor werkzaamhedenDe vergoeding voor de werkzaamheden bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositie-besluit raads- en commissieleden, is gelijk aan het door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor gemeenteklasse 6 vastgestelde maximum.3Onkostenvergoeding1De vergoeding voor aan de uitoefening van het raadslidmaatschap verbonden kosten is gelijk aan het bedrag voor gemeenteklasse 6, vermeld in tabel II van het Rechtspositiebe-sluit raads- en commissieleden.2Ten aanzien van een raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, is in afwijking van het eerste lid een onkostenvergoe-ding gelijk aan het bedrag voor gemeenteklasse 6, vermeld in tabel III van het Rechtsposi-tiebesluit raads- en commissieleden.4Berekening en betaling vaste vergoedingen1Hij die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar raadslid is geweest ontvangt de ver-goedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest.2De betaling van de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, geschiedt in maandelijkse termijnen.5Reiskosten1Aan het raadslid worden de ten behoeve van de gemeente gemaakte kosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur vergoed.2De in het eerste lid bedoelde vergoeding betreft: a. bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoe-ding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten; b. bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaak-te noodzakelijke reiskosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders. 6VerblijfkostenDe in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake van reizen buiten het grond-gebied van de gemeente worden aan het raadslid vergoed.7Cursus, congres, seminar of symposium1De kosten van deelname van een raadslid aan cursussen, congressen, seminars en sym-posia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.2Het raadslid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemoti-veerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kos-tenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van alge-meen belang is in verband met de vervulling van het raadslidmaatschap.8Onkostenvergoeding voor computerHet raadslid ontvangt een bedrag van € 25,-- per maand als tegemoetkoming in de kosten van de aanschaf van een pc of voor het gebruik van de eigen pc voor het raadswerk.9Spaarloonregeling/levensloopregeling1Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan op aanvraag deelnemen aan de voor het gemeentelijk personeel geldende spaarloonregeling.2Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan deelnemen aan de levensloopregeling als bedoeld in artikel 19g van de Wet op de loonbelasting 1964.3Deelname aan de spaarloonregeling is niet mogelijk indien het raadslid gebruik maakt van de wettelijke levensloopregeling.4Gelet op het bepaalde in artikel 99 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.10Fietsregeling1Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan deelnemen aan de fietsregeling als bedoeld in artikel 37 van de Uitvoe-ringsregeling loonbelasting 2001. Naar keuze van het raadslid wordt de raadsvergoeding dan wel vaste onkostenvergoeding verminderd met de vergoeding voor de fiets als bedoeld in de Uitvoeringsregeling.2Gelet op het bepaalde in artikel 99 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.11Verlaging vergoeding werkzaamheden bij arbeidsongeschiktheidDe vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2, kan op verzoek van een raadslid worden verlaagd in het geval hij een uitkering ontvangt in verband met gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid.12Compensatie korting werkloosheidsuitkering1In het geval een raadslid een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontvangt en de na toepassing van artikel 20 van die wet ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde ver-goeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.2In het geval dat een raadslid een uitkering op grond van het Besluit Werkloosheid onder-wijs- en onderzoekpersoneel ontvangt en de na toepassing van artikel 6, vierde lid, van dat besluit ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslid-maatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.13Vergoeding voor waarneming voorzitterschap van de gemeenteraad1Een raadslid dat op grond van artikel 77 van de Gemeentewet meer dan 30 dagen onafge-broken het voorzitterschap van de gemeenteraad waarneemt, ontvangt voor die waarne-ming een toeslag van 8% van de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden over de tijd van de waarneming.2Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de onkostenvergoeding, bedoeld in artikel 3.14Ziektekostenvoorziening1De tegemoetkoming in de kosten van een ziektekostenverzekering als bedoeld in artikel 11 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden bedraagt € 175,- per jaar.2In het geval een raadslid gedurende een gedeelte van het kalenderjaar lid van de raad is geweest ontvangt hij de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest.3De betaling van de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, geschiedt in maandelijkse termijnen.15Voorzieningen bij tijdelijk ontslag wegens zwangerschap en bevalling of ziekte1De artikelen 2 tot en met 4, 8, 9 tot en met 11 en 14 blijven van toepassing op het raadslid aan wie ingevolge artikel X10 van de Kieswet tijdelijk ontslag is verleend wegens zwanger-schap en bevalling of ziekte, met dien verstande dat de onkostenvergoeding die dit raadslid op grond van artikel 3, eerste of tweede lid, ontvangt de helft bedraagt van het bedrag dat op grond van die bepalingen van toepassing is.2De artikelen 1 tot en met 7, 8, en 11 tot en met 14 van deze verordening zijn van toepassing op raadsleden die tijdelijk worden benoemd ter vervanging van een raadslid dat ingevolge artikel X10 van de Kieswet tijdelijk ontslag heeft verkregen wegens zwangerschap en beval-ling of ziekte.IIIVoorzieningen voor wethouders16OnkostenvergoedingDe vergoeding voor aan de uitoefening van het wethouderschap verbonden kosten is gelijk aan het bedrag voor gemeenteklasse 14001-18000 inwoners, vermeld in artikel 25 van het Rechts-positiebesluit wethouders.17Reiskosten voor woon-werkverkeerDe tegemoetkoming voor het reizen tussen zijn woning en zijn plaats van tewerkstelling is gelijk aan de vergoeding bedoeld in artikel 3 van de Regeling rechtspositie wethouders.18Zakelijke reiskosten1Aan de wethouder wordt naast de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 17, vergoeding ver-leend voor reiskosten ter zake van andere dan de in artikel 17 bedoelde reizen ten behoeve van de gemeente gemaakt. De vergoeding betreft:2a. bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de reiskosten;b. bij gebruik van een eigen personenauto: de vergoeding als bedoeld in artikel 4, onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders; c. een vergoeding van de noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte verblijfkosten. 3Op aanvraag worden de reiskosten voor de zakelijke reizen van de wethouder gesaldeerd overeenkomstig de regeling voor gemeentelijk personeel. Indien geen regeling als bedoeld in de eerste volzin is vastgesteld vindt op aanvraag saldering van de reiskosten voor de za-kelijke reizen van de wethouder plaats overeenkomstig artikel 4a van de Reisregeling bin-nenland, artikel 2a van de Reisregeling buitenland en artikel 13a van de krachtens het Ver-plaatsingskostenbesluit 1989 vastgestelde Verplaatsingskostenregeling 1989.19Buitenlandse dienstreis1Indien de wethouder in het gemeentelijk belang een reis buiten Nederland maakt worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reis- en verblijfkosten vergoed.2Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland, niet zijnde een reis naar een Europese instelling, is vooraf toestemming van het college vereist. De gemeenteraad kan aan deze toestemming voorwaarden verbinden.20Cursus, congres, seminar of symposium1De kosten van deelname van een wethouder aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.2De wethouder die wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemoti-veerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kos-tenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van alge-meen belang is in verband met de uitoefening van het ambt van wethouder.21Computer en internetverbinding1Op aanvraag worden de wethouder ten laste van de gemeente voor de uitoefening van het ambt een computer, bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter beschikking ge-steld.2Voor zover er sprake is van een belastingheffing in verband met een ten laste van de ge-meente ter beschikking gestelde computer, bijbehorende apparatuur en software als be-doeld in het eerste lid ontvangt de wethouder ten laste van de gemeente op aanvraag per jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde daarvan voor een periode van maximaal drie jaar. Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software welke het college aan de wethouders in bruikleen ter beschikking stelt.3Indien geen computer, bijbehorende apparatuur en software ter beschikking is gesteld, ver-leent het college de wethouder op aanvraag voor de uitoefening van het ambt voor een pe-riode van maximaal drie jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde voor: a. aanschaf van een computer, bijbehorende apparatuur en software, of b. gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en software. 4Op aanvraag worden de wethouder de aanleg- en abonnementskosten voor de internetver-binding voor de in het eerste of derde lid genoemde computerapparatuur vergoed.5De wethouder ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente.6Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.22Mobiele telefoon1Op aanvraag wordt de wethouder voor uitsluitend de uitoefening van zijn ambt een mobiele telefoon in bruikleen ter beschikking gesteld.2De wethouder ondertekent daartoe een bruikleenovereenkomst met de gemeente.3Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.4Voor zover de in bruikleen beschikbaar gestelde mobiele telefoon voor privédoeleinden is gebruikt, vindt maandelijks een verrekening van de gesprekskosten plaats.23Spaarloonregeling/levensloopregeling1De wethouder kan op aanvraag deelnemen aan de voor het gemeentelijk personeel gel-dende spaarloonregeling.2De wethouder kan deelnemen aan de levensloopregeling als bedoeld in artikel 19g van de Wet op de loonbelasting 1964.3Deelname aan de spaarloonregeling is niet mogelijk indien de wethouder gebruik maakt van de wettelijke levensloopregeling.4Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.24Fietsregeling1De wethouder kan deelnemen aan de fietsregeling als bedoeld in artikel 37 van de Uitvoe-ringsregeling loonbelasting 2001. Naar keuze van de wethouder wordt de bezoldiging dan wel vaste onkostenvergoeding dan wel eindejaarsuitkering verminderd met de vergoeding voor de fiets als bedoeld in de Uitvoeringsregeling.2Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.25Reis-, pensionkosten en verhuiskosten bij benoemingDe wethouder die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikt heeft ten laste van de gemeente aanspraak op vergoeding van: a. reis- en pensionkosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van de Regeling rechtpositie wethouders; b. verhuiskosten in verband met de benoeming als wethouder overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 van de Regeling rechtspositie wethouders. IVVoorzieningen voor fractievertegenwoordigers en commissieleden26Vergoeding voor het bijwonen van rondetafelgesprekken en vergaderingen1De vergoeding voor het bijwonen van een rondetafelgesprek of van de vergadering van een commissie en haar subcommissies bedoeld in artikel 14 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden is gelijk aan het door de minister van Binnenlandse Zaken en Konink-rijksrelaties voor gemeenteklasse 2 vastgestelde maximum.2Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op degene die als lid van een commis-sie een vaste vergoeding voor de werkzaamheden als bedoeld in artikel 96 van de Ge-meentewet ontvangt.3Geen vergoeding ontvangt degene die deelneemt aan een rondetafelgesprek of zitting heeft in een commissie:a. als raadslid of wethouder; b. uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van een ambtelijke of bestuurlijke hoedanigheid dan wel van een functie bij een instelling die grotendeels van overheidswege wordt gesubsidieerd; c. als vertegenwoordiger van een belanghebbende instelling, organisatie of groepering, ten-zij zijn deelname tevens in belangrijke mate het gemeentelijk belang dient. 27Compensatie korting werkloosheidsuitkering1In het geval een fractievertegenwoordiger een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontvangt en de na toepassing van artikel 20 van die wet ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van fractielidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 26 lid 1 bedoelde vergoeding, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.2In het geval dat een fractievertegenwoordiger een uitkering op grond van het Besluit Werk-loosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel ontvangt en de na toepassing van artikel 6, vierde lid, van dat besluit ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 26 lid bedoelde vergoeding, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.28Verlaging vergoeding werkzaamheden bij arbeidsongeschiktheidDe vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 26 lid 1, kan op verzoek van een fractievertegenwoordiger worden verlaagd in het geval hij een uitkering ontvangt in verband met gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid.29Reis- en verblijfkosten1Aan de fractievertegenwoordiger die of het lid van een commissie dat geen raadslid of wet-houder is en niet in zijn hoedanigheid van ambtenaar tot lid van de commissie is benoemd worden de reiskosten voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie vergoed. De vergoeding betreft: a. bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten; b. bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel b, van de Re-geling rechtspositie wethouders. 2Onverminderd het bepaalde in het eerste lid worden de in redelijkheid noodzakelijk ge-maakte verblijfskosten ter zake van reizen binnen en buiten het grondgebied van de ge-meente vergoed overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders.30Buitenlandse excursie of reis1De gemeenteraad kan een commissie uit de gemeenteraad toestemming verlenen voor een excursie of reis naar het buitenland. De gemeenteraad kan aan de toestemming voorwaar-den verbinden.2De in het eerste lid bedoelde excursie of reis wordt door of vanwege de gemeente georga-niseerd.3De in redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten komen voor rekening van de gemeente.31Cursus, congres, seminar of symposium1De kosten van deelname van een fractievertegenwoordiger of een commissielid aan cur-sussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.2De fractievertegenwoordiger die of het commissielid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van in-houdelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van algemeen belang is in verband met de vervulling van het frac-tievertegenwoordigerschap of het commissielidmaatschap.VDeclaratie van kosten32Declaraties1De vergoeding van kosten, bedoeld in de artikelen 7, 18, 19, 20 en 25 kan plaatsvinden door rechtstreekse toezending van de door het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder voor akkoord ondertekende factuur aan de gemeente.2Kosten, bedoeld in de artikelen 5, 6, 18, 19, 25 en 27, die door het raads- of commissielid of de fractievertegenwoordiger, onderscheidenlijk de wethouder, bij vooruitbetaling uit eigen middelen zijn voldaan kunnen via het daartoe vastgestelde declaratieformulier -onder bij-voeging van de bij de declaratie behorende bewijsstukken - worden ingediend, waarna voor verrekening zal worden zorg gedragen.3Het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder dient de factuur dan wel het declaratieformu-lier binnen één maand in bij de griffier, onderscheidenlijk de gemeentesecretaris of de door hem aangewezen ambtenaar.VICiteertitel en inwerkingtreding33Intrekking oude regelingDe Verordening rechtspositie wethouders, raadsleden en fractievertegenwoordigers 2008 wordt ingetrokken.34InwerkingtredingDeze regeling treedt in werking op 1 januari 2012.35CiteertitelDeze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie wethouders, raadsleden en fractievertegenwoordigers 2012.Aldus vastgesteld in de openbare vergaderingvan de raad voornoemd, d.d. 23 januari 2012, de voorzitter, de griffier