CVDR81137_1Verordening Participatieraad Gemeente Heeze-LeendenlregelingHeeze-Leende2011-01-12Heeze-LeendeDe Parel van Brabant, 25-06-2010OnbekendGemeentewet, art. 150gemeenteraadbestuur en recht2007-10-15De tekst in dit document is vrij van auteursrecht en
databankrecht2010-06-262017-04-03Nieuwe regelingGeenGeenGeenVerordening Participatieraad Gemeente Heeze-LeendeDe gemeenteraad van de gemeente Heeze-Leende,gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 18
september 2007gelet op de verplichtingen op basis van de artikelen 9, 11 en
12 van de Wmo:met inachtneming van artikel 150 van de Gemeentewet,overeenkomstig het uitgangspunt dat de Wmo van gemeenten en burgers vraagt
om samenwerking bij het tot stand komen van het Wmo-beleid. Gemeenten en
burgers elkaar in dit proces nodig hebben. Het gaat om een dynamiek, over en
weer, waarbij ideeën en gedachten uitgewisseld worden. En dit om een open
houding vraagt waarbij alle betrokkenen bereid zijn om positief en
constructief mee te denken. En dat deze samenwerking niet van vandaag op
morgen gerealiseerd is en het belangrijk is dat deze intentie bij alle
betrokkenen aanwezig is,b e s l u i t:tot het vaststellen van de hiernavolgende Verordening Participatieraad
gemeente Heeze-Leende1Algemene Bepalingen1Begrippen1Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet
nader worden omschreven hebben de betekenis die de Wet
maatschappelijke ondersteuning (Wmo) daaraan toekent.2In deze verordening wordt verstaan onder:
Wet: de Wet maatschappelijke ondersteuning;
Participatieraad gemeente Heeze-Leende: een Participatieraad
bestaande uit stemgerechtigde leden.
Leden: vertegenwoordigers van de deelnemende organisaties en
burgers met of vanuit een kennisachtergrond die niet door de
deelnemende organisaties wordt afgedekt;
Vrijwilligersorganisatie: enig georganiseerd verband waarin
zowel het bestuurlijk als ook het uitvoerende werk door
vrijwilligers wordt verricht;
Belangenorganisatie: enig georganiseerd verband waarin zowel
het bestuurlijk als ook het uitvoerende werk door
vrijwilligers wordt verricht en dat als taak heeft het
behartigen van belangen van de aangesloten achterban;
Dagelijks Bestuur (DB): bestaande uit een voorzitter en 4
leden.
Professionele ondersteuning: ter ondersteuning van het DB en
Participatieraad zijn een professionele ondersteuner en een
ambtenaar van de gemeente Heeze-Leende beschikbaar;
Werkgroepen; de te bespreken onderwerpen kunnen worden
uitgezet bij verschillende werkgroepen. De leden van de
werkgroepen kunnen komen uit de Participatieraad, uit de
achterban van de lokale organisaties of uit
niet-georganiseerde burgers die worden aangezocht op
persoonlijke titel vanwege zijn of haar deskundigheid of
betrokkenheid m.b.t. de Wmo.
Burger- en cliëntenparticipatie: een proces waarbij
gemeente, betrokken cliënten/burgers en eventuele externe
deskundigen via een open houding naar elkaar en een vooraf
afgesproken aanpak samen vorm en inhoud geven aan (delen
van) plannen of beleid. Het proces is gericht op het
benutten van elkaars deskundigheid en het verhogen van
draagvlak voor het nemen van beslissingen (uit
“Burgerparticipatie”, Hendriks, Eijsermans 2004).
Werkagenda: is een jaarlijkse agenda met onderwerpen
waarover de gemeente Heeze-Leende advies van de
Participatieraad vraagt. Deze werkagenda inclusief tijdspad
wordt door de gemeente in samenspraak met de
Participatieraad jaarlijks vastgesteld.
College: het college van burgemeester en wethouders van de
gemeente Heeze-Leende;
Raad: de gemeenteraad van de gemeente Heeze-Leende.
Gemeente: gemeente Heeze-Leende
2De participatieraad2DoelstellingDe doelstelling van de Participatieraad is:Het inventariseren en
formuleren van collectieve wensen van alle burgers woonachtig in de
gemeente Heeze-Leende.. Deze collectieve wensen worden vertaald in
beleidsvoorstellen en/of adviezen en aangeboden aan het College van
Burgermeester en Wethouders op grond waarvan gemeentelijk Wmo-beleid
mede kan worden vastgesteld. De Participatieraad kan beleidsvoorstellen
en/of adviezen ook aanbieden aan de gemeenteraad en derden. In eerste
instantie wordt echter de route via het college gevolgd.3Functies1De Participatieraad fungeert als een onafhankelijk adviesorgaan voor
de gemeente Heeze-Leende betreffende vormgeving, het volgen en het
evalueren van het gemeentelijke Wmo-beleid.2De Participatieraad is het centrale aanspreekpunt voor burgers en
aanbieders3De Participatieraad heeft tot taak het college gevraagd of
ongevraagd te adviseren over het gemeentelijk Wmo-beleid. Dit
vertaalt zich in een drieledige functie: - Een beleidsmatige
functie: Kritische reflectie op het te ontwikkelen Wmo-beleid door
de gemeente. De Participatieraad gemeente Heeze-Leende is in dit
kader een belangrijk adviesorgaan en informatiebron voor de gemeente
en aanbieders. - Een signaleringsfunctie: De Participatieraad
signaleert leemten en knelpunten in beleid en uitvoering ofwel
re-actieve beleidsvorming.- Een ideeën- en creativiteitsfunctie: De
Participatieraad draagt ideeën aan, de zogenaamde pro-actieve
beleidsvorming. Uitgangspunt is dat zij deze functies uitvoert in
samenwerking met de gemeente. Het gaat om een dynamisch proces
tussen Participatieraad en gemeente. 4Positionering1De Participatieraad gemeente Heeze-Leende vertegenwoordigt de
cliëntgroepen zoals genoemd in figuur 1.2Het Dagelijks Bestuur is de directe gesprekspartner van de gemeente,
aanbieders. Het is gekozen door de stemgerechtigde leden uit de
Participatieraad gemeente Heeze-Leende.3Het Dagelijks Bestuur wordt ondersteund door een beroepskracht die
op de hoogte is van de ontwikkelingen op het (lokale)
Wmo-beleid.4De Participatieraad gemeente Heeze-Leende verzorgt de eigen
achterbanraadpleging en vormt tevens het centrale aanspreekpunt voor
niet-georganiseerde burgers. De leden van de deelnemende
organisaties worden als achterban beschouwd.5De te bespreken onderwerpen kunnen worden uitgezet bij verschillende
werkgroepen. De leden van de werkgroepen kunnen komen uit de
Participatieraad, uit de achterban van de lokale organisaties of uit
niet-georganiseerde burgers die worden aangezocht op persoonlijke
titel vanwege zijn of haar deskundigheid of betrokkenheid m.b.t. de
Wmo.5Mate van inspraak1De Participatieraad wordt betrokken bij het proces van
beleidsvorming, zoals in de jaarlijkse werkagenda is
afgesproken.2De Participatieraad adviseert: De Participatieraad attendeert op
problemen en draagt daarvoor oplossingen aan. De ideeën van de
Participatieraad spelen een volwaardige rol in de afwegingen bij de
ontwikkeling van beleid. De gemeente verbindt zich in principe aan
de resultaten, maar kan bij de uiteindelijke besluitvorming hiervan
alleen beargumenteerd afwijken.3De Participatieraad co-produceert: De gemeente komt in voorkomende
gevallen samen met de Participatieraad een jaarlijkse werkagenda
overeen met betrekking tot specifieke onderwerpen. De gemeente
verbindt zich in principe aan de beleidsafspraken, maar kan bij de
uiteindelijke besluitvorming hiervan alleen beargumenteerd
afwijken.4Over de inhoud van beleidsplannen en verordeningen beslist een
bevoegd gemeentelijk orgaan.6Beleidsterreinen en prestatievelden1Dit artikel geldt met inachtneming van het gestelde in artikel 10.
als het gaat om re-actieve beleidsvorming.2De Participatieraad zal betrokken worden bij de voorbereiding en
evaluatie van het (meerjarig) Wmo-beleidsplan.3De Participatieraad krijgt tijdig, zoals afgesproken in de
jaarlijkse werkagenda, inzage in alle beleidsstukken die de
gemeenteraad worden voorgelegd en betrekking hebben op de
onderstaande prestatievelden.4De Participatieraad krijgt tijdig inzage in de besluiten die
betrekking hebben op onderstaande prestatievelden.5De Participatieraad zal betrokken worden bij de voorbereiding en
evaluatie van het Wmo-beleid uitgedrukt in de volgende
prestatievelden:Prestatieveld 1 Het bevorderen van de sociale samenhang in en
leefbaarheid van dorpen, wijken en buurtenPrestatieveld 2 Op
preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen en
oudersPrestatieveld 3 Geven van informatie, advies en
cliëntondersteuningPrestatieveld 4 Ondersteunen van mantelzorgers en
vrijwilligersPrestatieveld 5 Bevorderen van deelname aan het
maatschappelijk verkeer en van het zelfstandig functioneren van
mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem of een
psychosociaal probleemPrestatieveld 6 Verlenen van voorzieningen aan
mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem of een
psychosociaal probleemPrestatieveld 7 Bieden van maatschappelijke
opvang, waaronder vrouwenopvangPrestatieveld 8 Bevorderen van
openbare geestelijke gezondheidszorg, met uitzondering van het
bieden van psychosociale hulp bij rampenPrestatieveld 9 Bevorderen
van verslavingszorg6Voor de advisering op de prestatievelden 7, 8 en 9 ligt het primaat
bij de centrumgemeente (Eindhoven), tenzij de gemeente op onderdelen
een eigen beleid gaat voeren.7De Participatieraad wordt betrokken bij het opstellen van de
programma-eisen ten behoeve van de aanbesteding en de evaluatie van
de uitvoering door de (zorg)aanbieders.7InformatierechtHet college is verplicht aan de Participatieraad tijdig, aansluitend op
de jaarlijkse werkagenda en/of conform afspraak, alle informatie te
verstrekken die deze voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijze
nodig heeft.8Geheimhoudingsplicht1De Participatieraad neemt kennis van het bepaalde in artikel 2:5 van
de Algemene wet bestuursrecht. Wanneer informatie verstrekt wordt
met een vertrouwelijk karakter zal dit vooraf medegedeeld worden.
Leden kunnen weigeren van deze informatie kennis te nemen.2Behalve na voorafgaande schriftelijke toestemming van het college
zal de Participatieraad informatie met een vertrouwelijk karakter
niet aan derden kenbaar maken.3Werkwijze en werkagenda9Werkwijze1De in dit artikel beschreven werkwijze is gebaseerd op de
adviesfunctie van de Participatieraad. Deze werkwijze laat echter
voldoende ruimte om ook de coproducerende functie vorm te
geven.2In het kader van burgerparticipatie vraagt het college de
Participatieraad om advies (reactieve beleidsvorming) over het
gemeentelijk Wmo-beleid.3De Participatieraad is ook gerechtigd uit eigen beweging advies uit
te brengen aan het college (pro-actieve beleidsvorming).4In het geval het college in een voorstel aan de gemeenteraad afwijkt
van het advies van de Participatieraad, wordt dit bij het voorstel
vermeld, waarbij tevens is aangegeven op welke gronden van het
advies van de Participatieraad is afgeweken. De adviezen van de
Participatieraad worden toegevoegd aan het beleidsvoorstel richting
gemeenteraad.5De gemeenteraad neemt geen Wmo-beleidsstukken zoals afgesproken in
de werkagenda genoemd in artikel 10 in behandeling, indien deze niet
zijn voorzien van een advies van de Participatieraad of van een
aantekening ‘gezien door de Participatieraad’ genoteerd door de
voorzitter van de participatieraad of zijn plaatsvervanger.6De gemeente wijst één of meer vaste ambtelijke aanspreekpunten aan
voor de communicatie met de Participatieraad gemeente
Heeze-Leende.7Elk Wmo-beleidsstuk waarover de Participatieraad een advies moet
uitbrengen, is standaard voorzien van een samenvatting, opgesteld
door de verantwoordelijke gemeenteambtenaar.8Tussen de verantwoordelijke wethouder en de Participatieraad vindt
minimaal twee maal per jaar een overleg plaats of in overleg, zoveel
als nodig is.10Jaarlijkse werkagenda ten behoeve van de re-actieve
beleidsvorming11. Het college maakt jaarlijks aan de hand van de beleidscyclus in
overleg een werkagenda waarin:- de onderwerpen staan, waarover de Participatieraad geconsulteerd
wordt;- per onderwerp de wijze en het moment zijn beschreven, waarop
de Participatieraad in het beleidsvormingsproces wordt betrokken;-
per onderwerp de termijn wordt vermeld, waarop de Participatieraad
haar advies bij het college verstrekt moet hebben; - de termijn
wordt vermeld, waarop de gemeente per onderwerp een schriftelijke
reactie geeft over de door de Participatieraad ingediende
beleidsvoorstellen en –adviezen.- het budget van de
Participatieraad2Het advies wordt met inachtneming van het gestelde onder artikel
10:1 op een zodanig tijdstip gevraagd, dat het van wezenlijke
invloed kan zijn op het te nemen besluit. Dit houdt in ieder geval
in dat de Participatieraad:• bij nieuw beleid wordt betrokken bij het vaststellen van de
hoofdlijnen van het beleid;• wordt betrokken bij het vaststellen van vragen die ten grondslag
liggen aan evaluatie3Tussentijds kan deze werkagenda worden aangevuld.4Het opstellen van deze jaarlijkse werkagenda laat onverlet dat de
Participatieraad ook adviezen kan formuleren op onderwerpen die niet
zijn geagendeerd. Het gaat hier dan om pro-actieve
beleidsvorming.4Faciliteiten en vergoedingen11Vergoedingen1De Participatieraad wordt gefaciliteerd door de gemeente in de vorm
van- onkostenvergoeding;- vergoeding voor
deskundigheidsbevordering;- inhuren van deskundigen;-
vergaderruimte;- aanschaf van documentatie, literatuur en
vaktijdschriften;- inschakeling van eigen (professionele)
ondersteuning, inhoudelijk en organisatorisch;- faciliteiten voor
kantoorkosten, correspondentie, telefoon, computergebruik,
internetaansluiting;- faciliteiten voor overleg met, en activering
van de achterban;- vergoeding van de kosten voor het maken van
voorlichting en pr.2Vanuit de optiek dat een formeel adviesorgaan ook recht heeft op
gepaste facilitering, kan de Participatieraad een beroep doen op
voldoende structurele professionele en secretariële
ondersteuning.3De ondersteuner is een onafhankelijke persoon en heeft geen
stemrecht. De ondersteuner is niet tevens:
door of vanwege het gemeentebestuur van Heeze-Leende
aangesteld of daaraan ondergeschikt;
lid van de gemeenteraad of van het college van de gemeente
Heeze-Leende
4Eén ondersteuner voor de 4 A2-gemeenten behoort tot de opties.5De gemeente zal pas na overleg met de Participatieraad een
ondersteuner aanwijzen.6De faciliteiten worden jaarlijks toegekend op basis van een
begroting.5Slotbepalingen12Huishoudelijk reglementZaken die de interne organisatie van de Participatieraad aangaan zijn
opgenomen in het huishoudelijk reglement Participatieraad gemeente
Heeze-Leende onder verwijzing naar de onderhavige verordening.13CiteerartikelDeze verordening kan worden aangehaald als de ‘Verordening
Participatieraad’ gemeente Heeze -Leende14InwerkingtredingDeze verordening treedt in werking met ingang van ………………..Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente
Heeze-Leende ……………De raad voornoemd,de griffier, de voorzitter,1Algemene toelichting wettekst WMO en memorie van toelichtingRelevant in dit verband zijn de volgende bepalingen zoals opgenomen in de
wettekst Wmo en Memorie van Toelichting (MvT):Artikel 3 - Plan gemeenteraad
De gemeenteraad stelt een of meer plannen vast, die richting geven aan
de door de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders te
nemen beslissingen betreffende maatschappelijke ondersteuning.
De gemeenteraad stelt het plan telkens voor een periode van ten hoogste
vier jaren vast. Het plan kan tussentijds gewijzigd worden.
Het plan bevat de hoofdzaken van het door de gemeente te voeren beleid
betreffende maatschappelijke ondersteuning.
4. In het plan wordt in ieder geval aangegeven: a. wat de gemeentelijke
doelstellingen zijn op de verschillende in artikel 1, eerste lid, onder
g, genoemde onderdelen van maatschappelijke ondersteuning; b. hoe het
samenhangende beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning zal
worden uitgevoerd en welke acties in de door het plan bestreken periode
zullen worden ondernomen; c. welke resultaten de gemeente in de door het
plan bestreken periode wenst te behalen; d. welke maatregelen de
gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders nemen om de
kwaliteit te borgen van de wijze waarop de maatschappelijke
ondersteuning wordt uitgevoerd; e. welke maatregelen de gemeenteraad en
het college van burgemeester en wethouders nemen om voor degene aan wie
maatschappelijke ondersteuning als bedoeld in artikel 1, eerste lid,
onder g, onderdelen 2°, 5° en 6°, wordt verleend, de keuzevrijheid te
bieden met betrekking tot de activiteiten van maatschappelijke
ondersteuning; f. op welke wijze de gemeenteraad en het college van
burgemeester en wethouders zich hebben vergewist van de behoeften van
kleine doelgroepen.
Artikel 9Het college van B en W publiceert jaarlijks voor 1 juli de uitkomsten van
onderzoek naar de tevredenheid van vragers over maatschappelijke ondersteuning
over de uitvoering van de wet, die verkregen zijn volgens een methode die na
overleg met representatieve organisaties op het gebied van maatschappelijke
ondersteuning tot stand is gekomen. Artikel 11
Het college van B en W betrekt de ingezetenen van de gemeente en in de
gemeente belanghebbende natuurlijke en rechtspersonen bij de
voorbereiding van het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning,
op de wijze voorzien in de krachtens artikel 150 van de Gemeentewet
vastgestelde verordening.
Het college van B en W stelt ingezetenen van de gemeente en in de
gemeente belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen in de gelegenheid
zelfstandig voorstellen voor het beleid inzake maatschappelijke
ondersteuning te doen.
Het college van B en W verschaft informatie die nodig is ter uitvoering
van het bepaalde in het eerste en tweede lid.
Onverminderd het eerste lid vergewist het college van B en W zich bij de
voorbereiding van het beleid tevens van de belangen en behoeften van
ingezetenen die hun belangen en behoeften niet goed kenbaar kunnen
maken.
Artikel 12
Alvorens een voordracht tot vaststelling door de gemeenteraad te doen
vraagt het college van B en W over het ontwerpplan advies aan de
gezamenlijke vertegenwoordigers van representatieve organisaties van de
kant van vragers op het gebied van maatschappelijke ondersteuning. Deze
verplichting richt zich op de ‘vragers’ van maatschappelijke
ondersteuning en niet op organisaties van aanbieders. Bij ‘vragers’ gaat
het niet alleen om mensen die een individuele voorziening vragen, maar
ook om (organisaties van) potentiële vragers. De gemeente kan
gemotiveerd zelf uitmaken wanneer zij een organisatie als representatief
beschouwt. (MvT).
Het college van B en W voegt bij de voordracht tot vaststelling door de
gemeenteraad tevens een motivering hoe met de belangen en behoeften van
personen als bedoeld in artikel 11, tweede lid, heeft gewogen.
GemeentewetIn artikel 150 van de gemeentewet staat het volgende:
De raad stelt een verordening vast waarin regels worden gesteld met
betrekking tot de wijze waarop ingezetenen en in de gemeente een belang
hebbende natuurlijke en rechtspersonen bij de voorbereiding van
gemeentelijk beleid worden betrokken.
In deze verordening worden ten minste geregeld:a. de wijze waarop van de
beleidsvoornemens waarop inspraak zal worden verleend, openbaar wordt
kennis gegeven;b. de wijze waarop ingezetenen en in de gemeente een
belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen in staat worden gesteld
hun mening over de onder a. bedoelde beleidsvoornemens kenbaar te
maken;c. de rapportering over de onder b. bedoelde inspraak en over de
uitkomsten daarvan;d. de wijze waarop ingezetenen en in de gemeente een
belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen in de gelegenheid worden
gesteld hun beklag te doen over de uitvoering van de verordening.