CVDR310623_1Verordening lijkbezorgingrechten Hellevoetsluis 2014nlregelingHellevoetsluis2018-12-31HellevoetsluisGroot-Hellevoet, 13 november 2013Verordening lijkbezorgingrechten Hellevoetsluis 2014artikel 229, eerste lid aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewetgemeenteraadmaatschappelijke zorg en welzijn2013-11-07De tekst in dit document is vrij van auteursrecht en
databankrecht2014-01-012019-01-01nieuw07-11-13/07CGeenVerordening lijkbezorgingrechten Hellevoetsluis 2014Nummer: 07-11-13/07C De raad der gemeente Hellevoetsluis; gehoord de voorbereidende raadsvergadering; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 oktober 2013, nummer: 07-11-13/07; gelet op artikel 229, eerste lid aanhef en onderdelen a en b van de
Gemeentewet;besluit:vast te stellen de navolgende verordening: Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingrechten
2014.1BegripsomschrijvingenVoor de omschrijving van de in deze verordening gehanteerde begrippen is
Hoofdstuk I van de Beheersverordening begraafplaatsen Hellevoetsluis 2011
van toepassing. 2Belastbaar feitOp basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de
begraafplaatsen van de gemeente Hellevoetsluis en voor het door de gemeente
verlenen van diensten in verband met de begraafplaatsen.3BelastingplichtDe rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve
van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen,
werken of inrichtingen gebruik maakt.4Maatstaf van heffing en belastingtarief1.De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen
in de bij deze verordening behorende tarieventabel.2.Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de
tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.5Belastingjaar1.Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het
belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.2.Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 3, onderdeel 3.1, sub
b, c en d, van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de
periode waarvoor wordt afgekocht.6Wijze van heffing1.De onderhoudsrechten, bedoeld in hoofdstuk 3, onderdeel 3.1, sub f, van
de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag met dien verstande
dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden
opgelegd.2.Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 3, onderdeel 3.1, sub f, van
de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende
schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het
gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de
schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.7Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de
jaarlijks verschuldigde rechten1.De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 3, onderdeel 3.1, sub e,f
en g, van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het
belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de
belastingplicht.2.Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt
zijn de rechten bedoeld in hoofdstuk 3, onderdeel 3.1, sub e, f en g,
van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de
voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang
van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.3.Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt,
bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in hoofdstuk 3,
onderdeel 3.1, sub e, f en g, van de tarieventabel voor zoveel twaalfde
gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar,
na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden
overblijven.8Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechtenAndere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 3, onderdeel 3.1, sub e, f en g,
van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening
of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of
inrichtingen.9Termijnen van betaling1.In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet
de aanslag worden betaald uiterlijk drie maanden na de dagtekening van
het aanslagbiljet.2.In afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de
op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar
één aanslag bevat het bedrag daarvan minder dan € 3.000,--, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van
automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de
aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste
termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk
van de volgende termijnen telkens een maand later.3.De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid
gestelde termijnen.10Nadere regels door het college van burgemeester en wethoudersHet college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met
betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.11Inwerkingtreding en citeertitel
De Verordening lijkbezorgingrechten Hellevoetsluis 2013 van 8
november 2012 wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid
genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij
van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die
datum hebben voorgedaan.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na
die van de bekendmaking.
In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde,
blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening
ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de
heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de
tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover
ter zake daarvan de heffing van de rechten in die periode
plaatsvindt.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.
Deze verordening kan worden aangehaald als de Verordening
lijkbezorgingrechten Hellevoetsluis 2014.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 7 november 2013.De raad voornoemd, de griffier, de voorzitter, H.J. van der Wel, mr. F.D. van Heijningen.Tarieventabel 2014 behorende bij de verordening lijkbezorgingrechten
Hellevoetsluis 2014.1Uitgifte van graven, begraven en bijzetten
1.1Voor de uitgifte (huur) van een eigen graf, het
uitsluitend recht tot begraven dan wel het bijzetten van
asbussen in dat graf gedurende twintig jaar met de
mogelijkheid deze termijn met tien jaar te
verlengen:€1.784,951.2Voor de uitgifte (huur) van een eigen kindergraf voor 1
persoon tot 18 jaar, het uitsluitend recht tot begraven
dan wel het bijzetten van asbussen in dat graf gedurende
veertig jaar met de mogelijkheid deze termijn met tien
jaar te verlengen:€892,451.3Voor begraving in een algemeen kindergraf, wordt een
begraafrecht geheven:a.van een persoon 12 tot 18 jaar:€764,30b.van een persoon van 1 tot 12 jaar:€507,00c.van een kind beneden 1 jaar of een doodgeboren
kind:€253,501.4Voor begraving, bijzetting van een asbus in een eigen
graf wordt een recht geheven van:€764,301.5Voor bijzetting van een asbus in een bestaand graf,
wordt een recht geheven van:€51,801.6Voor begraving in een keldergraf, wordt een recht
geheven van:€225,301.7Voor het deksel verwijderen en terug plaatsen bij
begraving in keldergraf wordt een bedrag geheven
van:€155,401.8Voor het klokluiden voorafgaande aan de
teraardebestelling wordt een recht geheven van:€46,351.9Voor het verlengen van de in onderdeel 1.1 genoemde
termijn van twintig jaar met een periode van tien
jaar:€892,451.10Voor het verlengen van de in onderdeel 1.2 genoemde
termijn van veertig jaar met een periode van tien
jaar:€223,101.11Begraven op buitengewone uren, zijnde andere tijden dan
op werkdagen, maandag t/m vrijdag van 9.30 en 15.30
uur.€250,301.12Bij begraven in een eigen graf, waarvan de lopende
uitgiftetermijn kleiner is dan de wettelijk
voorgeschreven grafrust van tien jaar, dient verlenging
tot deze wettelijke grafrusttermijn plaats te
vinden.
2Opgraven, herbegraven, verzamelen van stoffelijke
overschotten
2.1a.Voor het opgraven van een stoffelijk overschot vanuit
een algemeen graf, teneinde dit stoffelijk overschot te
doen herbegraven in een eigen graf of een selectief graf
op dezelfde begraafplaats wordt een bedrag geheven
van:€896,55b.Voor het opgraven van een stoffelijk overschot vanuit
een kindergraf (1 tot 12 jaar) wordt een bedrag geheven
van:€596,65
c.Voor het opgraven van een stoffelijk overschot vanuit
een kindergraf (beneden 1 jaar of een doodgeboren kind)
wordt een bedrag geheven van:€296,752.2In het bedrag, genoemd in het eerste lid zijn niet
begrepen de kosten van herbegraven of bijzetten in een
andere grafruimte en het verwijderen en herplaatsen van
een gedenkteken. Indien voor het herbegraven een kist of
beenderenkist noodzakelijk is, is dat eveneens niet
begrepen in de bedragen genoemd in onderdeel 2.1.2.3Voor het herbegraven wordt het in hoofdstuk 1,
onderdelen 1.3, en 1.4, genoemde recht berekend.
3Gedenktekens en dergelijke
3.1Voor het verkrijgen van een vergunning tot het doen
aanbrengen van gedenktekens en dergelijke, inclusief het
onderhoud van gemeentewege gedurende de eerste termijn
van uitgifte, wordt geheven voor:a.kosten van een vergunning€51,00Het tarief genoemd onder a wordt verhoogd met, bij:b.een algemeen graf (verplichte afkoop 20 jaar)€194,80c.een eigen graf (afkoop 20 jaar)€878,00d.een urnengraf (verplichte afkoop 5 jaar)€48,70Het bedrag genoemd onder b is een verplichte afkoop voor
de duur van de uitgiftetermijn.Het bedrag genoemd onder c kan ook jaarlijks worden
voldaan, er zal dan worden geheven:e.een eigen graf€29,15f.een bijzonder graf A€19,50g.een bijzonder graf B€29,153.2Indien de in hoofdstuk 1, onderdeel 1.1 en 1.2 bedoelde
verlengingstermijn van toepassing is voor die graven
waarop gedenktekens en dergelijke zijn geplaatst, wordt
voor het onderhoud van deze gedenktekens door of van
gemeentewege een recht ineens geheven van:a.voor de verlenging als bedoeld in onderdeel 1.1 en
1.2€439,00
4AsbijzettingVoor asbijzetting wordt geheven
4.1a.Columbarium: het recht - ineens - voor het bijzetten
van een asbus in een nis voor een periode van vijf
jaar€193,20b.Urnentuin (poef): het recht - ineens - voor het
bijzetten van een asbus in de urnentuin voor een periode
van vijf jaar€193,20c.Urnengraf: het recht - ineens - voor het begraven van
een asbus voor een periode van vijf jaar€292,15d.Obelisk inclusief gedenkplaatje voor een periode van
vijf jaar€136,054.2Voor het verlengen van de in onderdeel 4.1, onder a,
genoemde termijn wordt per verlenging van vijf jaar een
bedrag geheven van:€193,20Voor het verlengen van de in onderdeel 4.1, onder b,
genoemde termijn wordt per verlenging van vijf jaar een
bedrag geheven van:€193,20Voor het verlengen van de in onderdeel 4.1, onder c,
genoemde termijn wordt per verlenging van vijf jaar een
bedrag geheven van:€292,15Voor het verlengen van de in onderdeel 4.1, onder d,
genoemde termijn wordt per verlenging van vijf jaar een
bedrag geheven van:€136,05
5Asverstrooiing
5.1Voor het verstrooien van de as van een overledene op het
op de begraafplaats aanwezige strooiveld wordt
geheven:€123,60
6Lijkschouwing
6.1Voor het schouwen van een lijk wordt geheven:€42,20
Behoort bij raadsbesluit van 7 november 2013. de griffier, de voorzitter, H.J. van der Wel, mr. F.D. van Heijningen.