CVDR93832_1Verordening toeristenbelasting Hellevoetsluis 2011 A.nlregelingHellevoetsluis2011-03-18HellevoetsluisGroot Hellevoet. 23-12-2010Verordening toeristenbelasting Hellevoetsluis 2011 A.Gemeentewet, art. 224gemeenteraadfinanciën en economie2009-12-09De tekst in dit document is vrij van auteursrecht en
databankrecht2011-01-012021-01-01Onbekend.Onbekend.regeling voor de heffing en invordering van landtoeristenbelastingGeen.Geen. Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2011 A.Nummer: 09-12-10/12 ADe raad der gemeente Hellevoetsluis;gehoord de commissie algemene zaken en middelen;gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 november 2010, nummer: 09-12-10/12;gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;besluit:vast te stellen de volgende verordening: Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2011 A.1Belastbaar feitOnder de naam 'toeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene zijn opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente.2Belastingplicht1.Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1.2.De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.3.Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.3VrijstellingenDe belasting wordt niet geheven voor het verblijf:
van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;
op vaartuigen voor welk verblijf watertoeristenbelasting is verschuldigd.
4Maatstaf van heffingDe belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.5Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing1.Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:
kampeermiddel : tent, tentwagen, kampeerauto, caravan dan wel enig ander onderkomen of ander voertuig of gewezen voertuig of een gedeelte daarvan, voorzover geen bouwwerk zijnde waarvoor een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel a, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
kampeerterrein : terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en volgens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen geheel of nagenoeg geheel ten behoeve van recreatief nachtverblijf.
vaste standplaats : een terrein of terreingedeelte dat deel uitmaakt van een kampeerterrein en dat ter beschikking wordt gesteld voor de plaatsing van eenzelfde kampeermiddel gedurende een seizoen of een jaar.
volgtijdige standplaats : een terrein of terreingedeelte dat deel uitmaakt van een kampeerterrein en dat ter beschikking wordt gesteld voor de volgtijdige plaatsing van verschillende kampeermiddelen.
woning : een huis, een naar aard en inrichting vergelijkbare ander onderkomen of een deel van een huis of een vergelijkbaar onderkomen.
particulier : een natuurlijk persoon die buiten de uitoefening van een bedrijf of beroep gelegenheid biedt tot verblijf.
particulier verhuurde woning : een woning die door een particulier ter beschikking wordt gesteld voor het houden van verblijf met overnachting tegen een vergoeding in welke vorm dan ook.
2.Voor particulier verhuurde woningen en voor kampeermiddelen op vaste of volgtijdige standplaatsen kan het aantal overnachtingen op een bij de aangifte gedaan verzoek van de belastingplichtige forfaitair worden vastgesteld.3.Bij de forfaitaire berekening voor particulier verhuurde woningen wordt per woning:
het aantal overnachtende personen gesteld op het aantal slaapplaatsen;
het aantal nachten gesteld op 50, als een woning in het belastingjaar geschikt is voor gebruik of alleen mag worden gebruikt gedurende de periode van 15 maart tot 1 november.
het aantal nachten gesteld op 70, als een woning in het belastingjaar geschikt is voor gebruik of alleen mag worden gebruikt gedurende de periode van 1 januari tot 1 januari.
4.Bij de forfaitaire berekening voor kampeermiddelen op vaste – of volgtijdige standplaatsen wordt per standplaats:
het aantal overnachtende personen gesteld op 2,5 personen.
het aantal nachten gesteld op 50, als een kampeermiddel in het belastingjaar geschikt is voor gebruik of alleen mag worden gebruikt gedurende de periode van 15 maart tot 1 november.
het aantal nachten gesteld op 70, als een kampeermiddel in het belastingjaar geschikt is voor gebruik of alleen mag worden gebruikt gedurende de periode van 1 januari tot 1 januari.
6BelastingtariefPer overnachting bedraagt het tarief € 0,67.7BelastingjaarHet belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar. 8Wijze van heffingDe belasting wordt bij wege van aanslag geheven. 9AanslaggrensEen belastingaanslag wordt niet opgelegd als het aantal overnachtingen, waartoe gelegenheid wordt of is gegeven, tijdens het belastingjaar minder dan tien zal of heeft belopen. 10Termijnen van betaling1.In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, en de tweede termijn twee maanden later.2.De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.11Nadere regels door het college van burgemeester en wethoudersHet college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven voor de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.12AanmeldingsplichtDe belastingplichtige, bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d van de Gemeentewet. 13KwijtscheldingBij de invordering van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.14Inwerkingtreding en citeertitel1.De Verordening toeristenbelasting Hellevoetsluis 2011 van 4 november 2010, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.2.Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.3.De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.4.Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening toeristenbelasting Hellevoetsluis 2011 A.Aldus vastgesteld in openbare vergadering van 9 december 2010.De raad voornoemd,de griffier, de voorzitter,H.J. van der Wel. C.A. Kleijwegt.