CVDR630321_1Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2020nlregelingHollands Kroon2019-12-07Hollands Kroongmb-2019-294835Verordening afvalstoffenheffing 2020artikel 216 van de Gemeentewetartikel 15.33 van de Wet milieubeheergemeenteraadfinanciën en economie2019-11-07De tekst in dit document is vrij van auteursrecht en
databankrecht2019-12-072021-11-13nieuwe regelingZ-247669 Deze regeling vervangt de Verordening afvalstoffenheffing 2017 vastgesteld op 29 november 2016.De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2020De gemeenteraad van Hollands Kroon gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer en artikel 216 van de GemeentewetGelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 oktober 2019 Besluit: vast te stellen de:Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2020.1- DefinitiesVoor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder ‘gebruik maken’ : gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.2- Aard van de belasting en belastbaar feit
Onder de naam 'afvalstoffenheffing' wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.
De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
3- BelastingplichtDe belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.4- Maatstaf van heffing en belastingtariefDe belasting wordt geheven naar de maatstaven en tarieven opgenomen in de jaarlijks door de gemeenteraad vast te stellen Nota tarieven.5- BelastingjaarHet belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.6- Wijze van heffingDe belasting wordt bij wege van aanslag geheven.7- Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
Als de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Als de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing wanneer de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt.
Belastingaanslagen beneden € 10,00 worden niet geheven. Voor de toepassing van de vorige volzin, wordt het totaal van op één aanslagbiljet verenigde bedragen belastingen aangemerkt als één belastingbedrag.
Mutaties gedurende het jaar betreffende de omvang van het huishouden leiden niet tot aanpassing van de belastingschuld door de gemeente.
8- Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
In afwijking van het eerste lid geldt ;
zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
In afwijking op lid 3 sub 1 van dit artikel moet in geval het totale aanslagbedrag, van op één aanslagbiljet verenigde aanslagen of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat, kleiner is dan € 80,00 of meer bedraagt dan € 2.000,00, de aanslag in twee gelijke bedragen worden betaald, conform lid 1 van dit artikel.
De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
9– KwijtscheldingVoor de aanslag voor het beschikken over een extra grijze container wordt geen kwijtschelding verleend.10- OvergangsrechtDe 'Verordening afvalstoffenheffing 2017’ vastgesteld op 29 november 2016 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.11- Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.
12- CiteertitelDeze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening afvalstoffenheffing 2020’.Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 7 november 2019.De raad voornoemd,Griffier …………………….,Voorzitter…………………..