CVDR194394_1Verordening Leerlingenvervoer Gemeente Hoorn 2012nlregelingHoorn2017-07-28HoornGemeenteblad 2012-20aVerordening Leerllingenvervoer Gemeente Hoorn 2012WPOWVOWECgemeenteraadonderwijs2011-10-04De tekst in dit document is vrij van auteursrecht en
databankrecht2012-06-072017-08-05nieuwe regeling2011 11.11588420 openbaar onderwijsGeen
Verordening Leerlingenvervoer Gemeente Hoorn 2012
Corsaregistratienummer: 11.11588De Raad van de gemeente Hoorn,
gelezen het bijgevoegd voorstel van College van Burgemeester en
Wethouders van Hoorn,
gelet op 1. de artikelen 4 van de Wet op het Primair Onderwijs
(WPO), de Wet op het Voortgezet Onderwijs (WVO), de Wet op de
expertisecentra (WEC), de verplichting tot het vaststellen van een
nieuwe verordening, 3. de in regionaal verbande gemaakte afspraken
in 2010 (Harmonisatie Regionale Verordening Leerlingenvervoer)
Besluit
de verordening Leerlingenvervoer Hoorn 2012 vast te stellen;
het voordeel wat ontstaat door het aanpassen van de verordening (€
10.000 in 2012 en € 20.000 in 2013 en volgende jaren) toe te voegen
aan het begrotingsresultaat (onderdeel ombuigingen) en dit mee te
nemen in de primitieve begroting 2012.
Verordening Leerlingenvervoer Gemeente Hoorn 2012TITEL 1 : ALGEMENE BEPALINGENArtikel 1 : BegripsomschrijvingArtikel 2 : Bekostiging van de door het college noodzakelijk te achten
vervoerskostenArtikel 3 : Bekostiging naar de dichtstbijzijnde toegankelijke
schoolArtikel 4 : Uitbetaling van de bekostigingArtikel 5 : AanvraagprocedureArtikel 6 : Doorgeven van wijzigingenArtikel 7 : Peildatum leeftijd leerlingArtikel 8 : Andere vergoedingenTITEL 2 : BEPALINGEN OMTRENT HET VERVOER VAN DE (NIET-GEHANDICAPTE) LEERLINGEN VAN BASISSCHOLEN EN SPECIALE SCHOLEN VOOR BASISONDERWIJSArtikel 9 : Bekostiging naar de dichtstbijzijnde toegankelijke speciale
school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverbandArtikel 10 : Permanente commissie leerlingenzorgArtikel 11 : Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer en vervoer
per fietsArtikel 12 : Bekostiging van de kosten van vervoer ten behoeve van een
begeleiderArtikel 13 : Bekostiging op basis van de kosten van aangepast
vervoerArtikel 14 : Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoerTITEL 3 : BEPALINGEN OMTRENT HET VERVOER VAN DE LEERLINGEN VAN
SCHOLEN VOOR (VOORTGEZET) SPECIAAL ONDERWIJSArtikel 15 : Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer en vervoer
per fietsArtikel 15a: Bekostiging naar de dichtstbijzijnde toegankelijke wee
school cluster 4Artikel 16 : Commissie voor de begeleidingArtikel 17 : Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer ten behoeve
van een begeleiderArtikel 18 : Bekostiging op basis van de kosten van aangepast
vervoerArtikel 19 : Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoerArtikel 20 : Bekostiging vervoerskosten van gehandicapte leerlingen voor
scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijsTITEL 4 : BEPALINGEN OMTRENT WEEKEINDE- EN VAKANTIEVERVOERArtikel 21 : Bekostiging van de kosten van het weekeinde en
vakantievervoer aan de in de gemeente wonende oudersArtikel 22 : Bekostiging kosten weekeinde en vakantievervoerTITEL 5 : EIGEN BIJDRAGE EN BEKOSTIGING NAAR FINANCIËLE
DRAAGKRACHTArtikel 23 : DrempelbedragArtikel 24 : Financiële draagkrachtTITEL 6 : BEPALINGEN OMTRENT HET VERVOER VAN GEHANDICAPTE
LEERLINGEN VAN SCHOLEN VOOR PRIMAIR ONDERWIJS EN VOORTGEZET ONDERWIJSArtikel 25 : Bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer met
begeleidingArtikel 26 : Bekostiging op basis van kosten van aangepast vervoerArtikel 27 : Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoerTITEL 7 : SLOTBEPALINGENArtikel 28 : Beslissing college in gevallen waarin de regeling niet
voorzietArtikel 29 : Afwijken van bepalingenArtikel 30 : Intrekking oude regelingArtikel 31 : InwerkingtredingArtikel 32 : Nadere regelsArtikel 33 : CiteertitelToelichting
Algemene toelichting bij de verordening leerlingenvervoer
Beleidsregels bij de verordening leerlingenvervoer
Begripsomschrijving
Artikel 1.x: tijdelijke plaatsing in het aangepast vervoer
Artikel 13: bekostiging op basis van de kosten van aangepast
vervoer
Artikel 18: bekostiging op basis van de kosten van aangepast
vervoer
Vervoer naar naschoolse opvang
Co-ouderschap
Citeertitel
De raad van de gemeente Hoorn
gelezen het voorstel van het college van 19 april 2011, gelet op
de artikelen 4 van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de
expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs
besluit vast te stellen de volgendeVerordening leerlingenvervoer gemeente HoornIn deze verordening wordt verstaan onder
school:
een basisschool of speciale school voor basisonderwijs
als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs (Stb.
1998, 495);
een school voor speciaal onderwijs of speciaal en
voortgezet speciaal onderwijs of voortgezet speciaal
onderwijs als bedoeld in de Wet op de expertisecentra
(Stb. 1998, 496);
een school voor voortgezet onderwijs als bedoeld in de
Wet op het voortgezet onderwijs (Stb. 1998, 512);
ouders: de ouders, voogden of verzorgers van de leerling;
leerling: een leerling van een school als bedoeld onder a;
gehandicapte leerling: een leerling bedoeld onder c, die door
een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet,
of niet zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik kan
maken;
woning: de plaats waar de leerling structureel en feitelijk
verblijft;
afstand: de afstand tussen de woning en de school, gemeten langs
de kortste voor de leerling voldoende begaanbare en veilige
weg;
vervoer: openbaar vervoer, aangepast vervoer of eigen vervoer
tussen de woning dan wel de opstapplaats en de school dat
plaatsvindt in aansluiting op het begin en einde van de
schooldag volgens de schoolgids, tenzij de structurele handicap
van een leerplichtige leerling die aansluiting onmogelijk
maakt;
openbaar vervoer: voor een ieder openstaand personenvervoer
volgens een dienstregeling per trein, metro, tram, bus,
veerdienst of auto;
aangepast vervoer: vervoer per besloten (school)busvervoer,
taxi, treintaxi of bustaxi;
eigen vervoer: vervoer per eigen motorvoertuig, bromfiets of
fiets;
reistijd: de totale tijdsduur die ligt tussen het verlaten van
de woning en de aanvang van de schooldag volgens de schoolgids,
minus maximaal 10 minuten indien en voorzover de leerling het
schoolgebouw met bijbehorend terrein gewoonlijk eerder bereikt
dan de schoolgids aangeeft, dan wel de totale tijdsduur die ligt
tussen het einde van de schooldag volgens de schoolgids, een
eventuele wachttijd, en de aankomst bij de woning;
toegankelijke school:
voor wat betreft basisscholen en speciale scholen voor
basisonderwijs: de basisschool van de verlangde
godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel
de openbare school of de speciale school voor
basisonderwijs waarop de leerling is aangewezen van de
verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting
dan wel de openbare school;
voor wat betreft scholen voor (voortgezet) speciaal
onderwijs en scholen voor voortgezet onderwijs: de
school van de soort waarop de leerling is aangewezen van
de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke
richting dan wel de openbare school van de soort waarop
de leerling is aangewezen;
inkomen: het ingevolge de Wet op de inkomstenbelasting 2001
(Stb. 2000, 215) vastgestelde gecorrigeerde verzamelinkomen van
de ouders in het tweede kalenderjaar voorafgaande aan het
schooljaar waarvoor bekostiging van de vervoerskosten wordt
gevraagd.
opstapplaats: plaats aangewezen door het college, vanaf waar de
leerling gebruik kan maken van het vervoer;
commissie voor de begeleiding: de commissie die is ingesteld
door het bevoegd gezag van een school als bedoeld in artikel 1
van de Wet op de expertisecentra , niet zijnde een instelling,
of de bevoegde gezagsorganen van twee of meer scholen als
bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra , niet
zijnde instellingen, die hetzelfde expertisecentrum in stand
houden;
vervoersvoorziening: een gehele of gedeeltelijke bekostiging van
de door het college noodzakelijk geachte vervoerkosten van de
leerling en zo nodig diens begeleider, of bekostiging van de
goedkoopst mogelijke wijze van openbaar vervoer voor de leerling
en zo nodig diens begeleider, of aanbieding van aangepast
vervoer dat de gemeente verzorgt of doet verzorgen.
permanente commissie leerlingenzorg: de commissie als bedoeld in
artikel 23 van de Wet op het primair onderwijs ;
samenwerkingsverband: het samenwerkingsverband als bedoeld in
artikel 18 van de Wet op het primair onderwijs ;
regionale verwijzingscommissie: de commissie als bedoeld in
artikel 10g van de Wet op het voortgezet onderwijs ;
opdc: orthopedagogisch en -didactisch centrum als bedoeld in
artikel 10h , derde lid, Wet op het voortgezet onderwijs ;
ambulante begeleiding: de begeleiding door een personeelslid van
een school of instelling als bedoeld in artikel 1 van de Wet op
de expertisecentra van leerlingen die zijn geplaatst op een
basisschool of leerlingen die zijn geplaatst op een school voor
voortgezet onderwijs en die naar het oordeel van het bevoegd
gezag zonder die begeleiding zouden zijn aangewezen op het
speciaal onderwijs of het voortgezet speciaal onderwijs;
commissie voor de indicatiestelling: de commissie als bedoeld in
artikel 28c van de Wet op de expertisecentra.
leerlingenvervoer Westfriesland: de afdeling die het aangepast
leerlingenvervoer voor de deelnemende gemeenten coördineert en
die valt onder de gemeenschappelijke regeling 'Ondersteuning
bestuurlijke samenwerking Westfriesland'
tijdelijke plaatsing: het onder bepaalde voorwaarden plaatsen
van een leerling voor een bepaalde termijn in het aangepast
vervoer door de afdeling leerlingenvervoer Westfriesland.
Ten behoeve van het schoolbezoek kent het college aan de ouders
van in de gemeente verblijvende leerlingen op aanvraag een
vervoersvoorziening toe met inachtneming van het bepaalde in
deze verordening.
Indien het college toepassing geeft aan het eerste lid, verlangt
zij van de ouders aan wie slechts een gedeeltelijke bekostiging
van de vervoerskosten toekomt, betaling van een bijdrage tot ten
hoogste het bedrag dat de ouders volgens het bepaalde in deze
verordening moeten bijdragen aan de kosten van het vervoer.
Weigering tot of nalatigheid in de betaling van de in de vorige
volzin bedoelde bijdrage doet de aanspraak op bekostiging
vervallen.
De bepalingen in deze verordening laten onverlet de
verantwoordelijkheid van de ouders voor het schoolbezoek van hun
kinderen.
Indien de leerling meerderjarig en handelingsbekwaam is, wordt
de bekostiging op aanvraag verstrekt aan de leerling.
Bekostiging van de vervoerskosten wordt toegekend over de
afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats en de
dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school, tenzij
vervoer naar een verder weggelegen school voor de gemeente
minder kosten met zich mee zou brengen en de ouders met het
vervoer naar die school schriftelijk instemmen.
Indien ouders bekostiging van de vervoerskosten aanvragen voor
het bezoeken van een school, die op grotere afstand van de
woning is gelegen dan in artikel 11 of 15 is bepaald, terwijl
een of meer scholen van dezelfde onderwijssoort dichterbij de
woning zijn gelegen, ontstaat slechts aanspraak op bekostiging
naar eerstgenoemde school als door de ouders schriftelijk wordt
verklaard dat zij overwegende bezwaren hebben tegen het openbaar
onderwijs dan wel tegen de richting van het onderwijs van alle
bijzondere scholen, van de soort waarop de leerling is
aangewezen, die dichterbij de woning zijn gelegen.
Het college bepaalt bij het verstrekken van bekostiging van de
vervoerskosten de wijze en het tijdstip van de uitbetaling, alsmede de
tijdsduur van de verstrekte bekostiging, met dien verstande datde tijdsduur, indien dit mogelijk is, voor meerdere jaren of de hele
schoolperiode wordt vastgesteld.
Een aanvraag voor bekostiging van de vervoerskosten wordt gedaan
door indiening bij het college van een volledig ingevuld en door
de ouders ondertekend formulier, voorzien van de op het
formulier vermelde gegevens.
De aanvraag wordt, indien het een aanvraag voor het
eerstvolgende schooljaar betreft, voor 1 juni voorafgaand aan
dat schooljaar ingediend.
Indien dit voor een juiste beoordeling van de aanvraag
noodzakelijk is, kan het college de ouders verzoeken aanvullende
gegevens te verstrekken.
Het college besluit over de aanvraag binnen acht weken na
ontvangst van alle benodigde gegevens.
Het college kan het in het vorige lid bedoelde besluit met ten
hoogste vier weken verdagen. Het stelt de aanvrager hiervan
schriftelijk in kennis.
Indien een vervoersvoorziening wordt toegekend wordt deze
getroffen:
met ingang van het nieuwe schooljaar indien de aanvraag
voor 1 juni is ingediend;
met ingang van de door de ouders verzochte datum als het
een aanvraag gedurende het schooljaar betreft, met dien
verstande dat de datum waarop bekostiging wordt
verstrekt niet ligt voor de datum van ontvangst van de
aanvraag door het college.
De ouders zijn verplicht wijzigingen, die van invloed kunnen
zijn op de verstrekte bekostiging van de vervoerskosten, onder
vermelding van de datum van wijziging, onverwijld schriftelijk
mede te delen aan het college.
Indien sprake is van een wijziging die van invloed is op de
verstrekte bekostiging, vervalt de aanspraak op bekostiging en
verstrekt het college al dan niet opnieuw bekostiging van de
vervoerskosten.
Indien de ouders niet voldoen aan het bepaalde in het eerste
lid, en het college een wijziging als bedoeld in het tweede lid
vaststelt, waardoor blijkt dat ten onrechte bekostiging is
verstrekt, vervalt de aanspraak op bekostiging van de
vervoerskosten terstond en verstrekt het college al dan niet
opnieuw bekostiging van de vervoerskosten. Het college deelt
zijn besluit schriftelijk mee aan de ouders.
Ten onrechte genoten bekostiging kan van de ouders worden
teruggevorderd, dan wel worden verrekend bij een eventuele
nieuwe verstrekking van bekostiging.
Voor het verstrekken van bekostiging op basis van artikel 12 is bepalend
de leeftijd van de leerlingop 1 augustus van het schooljaar waarop de bekostiging betrekking
heeft.De aanspraak op bekostiging wordt verminderd met de aanspraak op een
toelage, voor zover die voor de betreffende leerling betrekking heeft op
de reiskosten.Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 wordt bekostiging
verstrekt van de kosten van hetvervoer over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats
en:
de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke speciale
school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband van de
basisschool waarvan de leerling afkomstig is, of
een andere speciale school voor basisonderwijs in het onder a.
bedoelde samenwerkingsverband, indien het vervoer naar die
school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen
dan het vervoer naar de speciale school voor basisonderwijs,
bedoeld onder a.
Indien het college de gevraagde voorziening ten behoeve van een
leerling op een school voor primair onderwijs niet of slechts
gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking de beslissing
te betrekken van de permanente commissie leerlingenzorg over de
toelating van de leerling op een speciale school voor
basisonderwijs.
Het college betrekt bij de beoordeling van de aanvraag voor
leerlingenvervoer eventuele adviezen van de permanente commissie
leerlingenzorg die voor de beoordeling van die aanvraag van
belang zijn.
Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een
school voor basisonderwijs of speciaal basisonderwijs bezoekt
bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer,
indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor
hem toegankelijke school meer dan zes km bedraagt.
In afwijking van het eerste lid verstrekt het college de ouders
bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets,
indien de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet
onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per
fiets.
Indien aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel
11, bekostigt het college tevens de daarin bedoelde kosten ten
behoeve van 1 begeleider, indien de leerling jonger dan negen
jaar is, en door de ouders ten behoeve van het college
genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling niet in staat is
zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te
maken.
Indien een begeleider meer dan een leerling tegelijk begeleidt,
komen slechts de kosten van het vervoer ten behoeve van een
begeleider voor bekostiging in aanmerking.
Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van
aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school
voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs
bezoekt, indien voldaan wordt aan het afstandscriterium van
artikel 11, en
de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar
school of terug, meer dan anderhalf uur onderweg is en
de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van
de reistijd per openbaar vervoer kan worden
teruggebracht, of:
openbaar vervoer ontbreekt of ontoereikend is, tenzij de
leerling naar het oordeel van het college al dan niet
onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per
fiets.
De tijdelijke plaatsing is van toepassing voor de leerling.
Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten,
kan het college de ouders op aanvraag toestaan een of meer
leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren.
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is
verleend, bekostigt het college aan de ouders die een leerling
zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren:
een bedrag op basis van de kosten van het openbaar
vervoer, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging op
basis van de kosten van het openbaar vervoer, behoudens
het bepaalde in het vijfde lid;
een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de
auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, indien
aanspraak zou bestaan op bekostiging van de kosten van
aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde
lid.
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is
verleend, bekostigt het college aan de ouders die meer dan een
leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, een
bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto
afgeleid van de Reisregeling binnenland, behoudens het bepaalde
in het vierde lid.
Aan de ouders die een of meer leerlingen laten vervoeren door
andere ouders die van gemeentewege voor het vervoer van een of
meer leerlingen bekostiging ontvangen afgeleid van de
Reisregeling binnenland, wordt door het college geen bekostiging
verstrekt.
Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en
het college desgewenst toestaat, dan wel van oordeel is, dat de
leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets, bekostigt
het college aan de ouders een bedrag op basis van een
kilometervergoeding voor de fiets, afgeleid van de Reisregeling
binnenland.
Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een
school voor speciaal onderwijs bezoekt, bekostiging op basis van
de kosten van het openbaar vervoer, indien de afstand van de
woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school meer dan
6km bedraagt.
Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een
school voor voortgezet speciaal onderwijs bezoekt, bekostiging
op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien de
afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke
school meer dan 6km bedraagt.
In afwijking van het eerste lid verstrekt het college de ouders
bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets dan
wel bromfiets, indien de leerling naar het oordeel van het
college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van
het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van
het vervoer per bromfiets.
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 geldt voor de leerling
die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs uit cluster 4
bezoekt als dichtstbijzijnde toegankelijke school, de school diedoor de commissie voor de indicatiestelling is geadviseerd. Dit is van
toepassing zolang de leerling zijn woonplaats heeft in het gebied van
het regionale expertisecentrum waaraan voornoemdecommissie is verbonden.Indien het college de gevraagde voorziening ten behoeve van een leerling
op een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs niet of slechts
gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking hetadvies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere
deskundigen te betrekken.
Indien aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel
15, bekostigt het college tevens de daarin bedoelde kosten ten
behoeve van een begeleider, indien door de ouders ten behoeve
van het college genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling,
gelet op zijn lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke
handicap of leeftijd, niet in staat is zelfstandig van het
openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken.
Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet
of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking
het advies van de commissie voor de begeleiding of het advies
van andere deskundigen te betrekken.
Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt,
komen slechts de kosten van het openbaar vervoer ten behoeve van
één begeleider voor bekostiging in aanmerking.
Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van
aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school
voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt, indien voldaan
wordt aan het afstandscriterium van artikel 15, en
de gehandicapte leerling, naar het oordeel van het
college niet in staat is - ook niet onder begeleiding -
van openbaar vervoer gebruik te maken, of:
de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar
school of terug, meer dan anderhalf uur onderweg is en
de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van
de reistijd per openbaar vervoer kan worden
teruggebracht, of:
openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het
oordeel van het college al dan niet onder begeleiding
gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel
zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per
bromfiets.
Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet
of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking
het advies van de commissie voor de begeleiding of het advies
van andere deskundigen te betrekken.
De tijdelijke plaatsing is van toepassing voor de leerling.
Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten,
kan het college de ouders op aanvraag toestaan een of meer
leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren.
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is
verleend, bekostigt het college aan de ouders die een leerling
zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren:
een bedrag op basis van de kosten van het openbaar
vervoer, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging op
basis van de kosten van het openbaar vervoer, behoudens
het bepaalde in het vijfde lid;
een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de
auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, indien
aanspraak zou bestaan op bekostiging van de kosten van
aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde
lid.
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is
verleend, verstrekt het college aan de ouders die meer dan een
leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren,
bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding
voor de auto, afgeleid van de Reisregeling Binnenland, behoudens
het bepaalde in het vierde lid.
Aan de ouders die een of meer leerlingen laten vervoeren door
andere ouders die van gemeentewege voor het vervoer van een of
meer leerlingen bekostiging ontvangen afgeleid van de
Reisregeling binnenland, wordt door het college geen bekostiging
verstrekt.
Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en
het college desgewenst toestaat, dan wel van oordeel is, dat de
leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets of
bromfiets, verstrekt het college aan de ouders bekostiging van
een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets
dan wel bromfiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.
Het college verstrekt eveneens bekostiging op basis van de
kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die
een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt, in het
geval de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor de
leerling toegankelijke school minder bedraagt dan is bepaald in
artikel 15, indien het college van oordeel is dat de leerling
gehandicapt is.
Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet
of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking
het advies van de commissie voor de begeleiding of het advies
van andere deskundigen te betrekken.
Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten
zoals bedoeld in het eerste lid, is artikel 19 van
toepassing.
Het college bekostigt desgewenst de kosten van het weekeinde- en
vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders van de leerling
die, met het oog op het volgen van voor hem passend (voortgezet)
speciaal onderwijs in een internaat of pleeggezin verblijft, volgens het
bepaalde in deze Titel.
Het college verstrekt aan de ouders bekostiging van de kosten
van het weekeindevervoer van de leerling voor de, eenmaal per
weekeinde gemaakte, reis van het internaat of het pleeggezin
waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en
terug, voor zover de weekeinden niet vallen binnen de in het
tweede lid bedoelde schoolvakanties.
Het college bekostigt de kosten van het vakantievervoer van de
leerling voor de, eenmaal per schoolvakantie van twee dagen of
meer, gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin waar de
leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor
zover de vakantie voorkomt in de schoolgids van de school die de
leerling bezoekt.
Titel 3 van deze verordening is van overeenkomstige toepassing,
met uitzondering van artikel 16, artikel 17, tweede lid, artikel
18, eerste lid onder b, artikel 18, tweede lid, en artikel
20.
Aan de ouders van een leerling die een school voor
basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs
bezoekt, van wie het inkomen tezamen meer bedraagt dan € 23.400,
wordt slechts bekostiging verstrekt voor zover de kosten van het
vervoer van die leerling de kosten van het openbaar vervoer over
de in artikel 11 bepaalde afstand te boven gaan.
In geval het college in plaats van bekostiging in geld toe te
kennen het vervoer zelf verzorgt dan wel doet verzorgen, betalen
de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs of
een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, per leerling
per schooljaar een eigen bijdrage die gelijk is aan de kosten
van het openbaar vervoer over de in artikel 11 bepaalde afstand,
indien het inkomen van de ouders meer bedraagt dan €
23.400.
De kosten voor openbaar vervoer, genoemd in het eerste en tweede
lid, betreffen de kosten van openbaar vervoer die op grond van
de zone-indeling in de regeling die is gebaseerd op artikel 30,
eerste lid, van de Wet personenvervoer 2000 , voor de afstand
redelijkerwijs zouden worden gemaakt, ongeacht de aanwezigheid
van openbaar vervoer of het daadwerkelijk gebruik ervan.
Het bedrag van € 23.400, genoemd in het eerste en tweede lid,
geldt voor het schooljaar 2010/2011 en wordt jaarlijks aangepast
aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van
volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van het
voorafgaande jaar en rekenkundig afgerond op een veelvoud van €
450. Het aangepaste bedrag treedt in plaats van het in het
eerste en tweede lid genoemde bedrag van € 23.400.
Deze bepaling is niet van toepassing op de leerling voor wie
ingevolge Titel 6 een vervoersvoorziening is verstrekt.
Indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde
toegankelijke school voor basisonderwijs meer dan 20km bedraagt,
wordt de vastgestelde bekostiging verminderd met een van de
financiële draagkracht van de ouders afhankelijk bedrag.
In geval het college in plaats van bekostiging in geld toe te
kennen het vervoer zelf verzorgt dan wel doet verzorgen, en de
afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke
school voor basisonderwijs meer dan 20km bedraagt, betalen de
ouders een van de financiële draagkracht afhankelijke bijdrage
tot ten hoogste het bedrag van de kosten van het vervoer.
De hoogte van het bedrag als bedoeld in het eerste lid en de
bijdrage als bedoeld in het tweede lid worden berekend per gezin
en zijn afhankelijk van de hoogte van het gecorrigeerde
verzamelinkomen van de ouders in de zin van de Wet op de
inkomstenbelasting 2001. Zij bedragen: Inkomen in € Eigen bijdrage in €0 - 29.500
Nihil 29.500-35.500 115 35.500-41.000 475 41.000-46.500 890 46.500 - 53.000 1.300 53.000-58.500 1.715 58.500 en verder voor elke extra € 4.500: 420 erbij
De inkomensbedragen, genoemd in het derde lid, worden met ingang
van 1 januari 2009 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het
indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft
ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar,
en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 500.
De bedragen van de eigen bijdrage, bedoeld in het derde lid,
worden jaarlijks aangepast aan de wijziging die het
consumentenprijsindexcijfer van de reeks alle huishoudens op het
onderdeel vervoersdiensten heeft ondergaan ten opzichte van 1
januari van het voorafgaande jaar en rekenkundig afgerond op een
veelvoud van € 5.
Deze bepaling is niet van toepassing op de leerling voor wie
ingevolge Titel 6 een vervoersvoorziening is verstrekt.
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 verstrekt het
college bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer
met begeleiding aan de ouders van de leerling die een
basisschool, speciale school voor basisonderwijs of een school
voor voortgezet onderwijs bezoekt en die gehandicapt is. Ten
aanzien van een leerling van een speciale school voor
basisonderwijs neemt het college artikel 9 in acht.
Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet
of slechts gedeeltelijk toekent, dienen zij bij de beschikking
het advies van de permanente commissie leerlingenzorg, de
ambulante begeleider of het advies van andere deskundigen te
betrekken.
Indien een begeleider meer dan een leerling tegelijk begeleidt,
komen slechts de kosten van het openbaar vervoer ten behoeve van
een begeleider voor bekostiging in aanmerking.
In afwijking van het eerste lid verstrekt het college de ouders
bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets dan
wel bromfiets, indien de leerling naar het oordeel van het
college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van
het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van
het vervoer per bromfiets.
Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van
aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een
basisschool, speciale school voor basisonderwijs of een school
voor voortgezet onderwijs bezoekt, indien
de leerling, naar het oordeel van het college
gehandicapt is. Ten aanzien van een leerling van een
speciale school voor basisonderwijs neemt het college
artikel 9 in acht. Of:
aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in
artikel 25 en de leerling met gebruikmaking van openbaar
vervoer naar school of terug, meer dan anderhalf uur
onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50%
of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan
worden teruggebracht, of:
aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in
artikel 25 en openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de
leerling naar het oordeel van het college al dan niet
onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per
fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het
vervoer per bromfiets.
Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet
of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking
het advies van de permanente commissie leerlingenzorg, de
ambulante begeleider of het advies van andere deskundigen te
betrekken.
De tijdelijke plaatsing is niet van toepassing voor de
leerling.
Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten,
kan het college de ouders op aanvraag toestaan een of meer
leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren.
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is
verleend, bekostigt het college aan de ouders die een leerling
zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren:
een bedrag op basis van de kosten van het openbaar
vervoer met begeleiding, indien aanspraak zou bestaan op
bekostiging op basis van de kosten van het openbaar
vervoer, behoudens het bepaalde in het vijfde lid;
een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de
auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, indien
aanspraak zou bestaan op bekostiging van de kosten van
aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde
lid.
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is
verleend, verstrekt het college aan de ouders die meer dan een
leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren,
bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding
voor de auto, afgeleid van de Reisregeling Binnenland, behoudens
het bepaalde in het vierde lid.
Aan de ouders die een of meer leerlingen laten vervoeren door
andere ouders die van gemeentewege voor het vervoer van een of
meer leerlingen bekostiging ontvangen afgeleid van de
Reisregeling binnenland, wordt door het college geen bekostiging
verstrekt.
Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en
het college desgewenst toestaat, dan wel van oordeel is, dat de
leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets of
bromfiets, verstrekt het college aan de ouders bekostiging van
een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets
dan wel bromfiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.
In gevallen, de uitvoering van het leerlingenvervoer betreffende, waarin
deze verordening niet voorziet, beslist het college.Het college kan in bijzondere gevallen, het vervoer voor onderwijs
aangaande, ten gunste van de ouders afwijken van de bepalingen in deze
verordening, zonodig na advies te hebben gevraagd aande permanente commissie leerlingenzorg, de commissie van begeleiding, de
regionale verwijzingscommissie of andere deskundigen.De verordening leerlingenvervoer gemeente Hoorn zoals vastgesteld door
de raad d.d. 3 juli 2007 wordt ingetrokken.Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na de datum van
uitgifte van Het Westfries Weekblad waarin zij is geplaatst.Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de uitvoering
van deze verordening.Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening
leerlingenvervoer gemeente Hoorn 2012.Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente
Hoorn, gehouden op 4 oktober 2011,De griffier, de voorzitter,