CVDR40444_1Woonwagenrechten 2010, Verordening op de heffing en invordering vannlregelingHoorn2017-05-23HoornGemeenteblad 2010=24bVerordening Woonwagenrechten 2010Gemeentewet, art. 219Gemeentewel, art. 229gemeenteraadfinanciën en economie2010-04-27De tekst in dit document is vrij van auteursrecht en
databankrecht2010-05-202011-07-28nieuwe regeling2010 10.10302822 overige volkshuisvesting1.Geen671AIn artikel 13, lid 3 is opgenomen dat de datum van ingang van de heffing 1 juli 2010 is.
Woonwagenrechten 2010, Verordening op de heffing en invordering van
Corsaregistratienummer: 10.10302De Raad van de gemeente Hoorn;gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders d.d. 16 maart 2010;gelet op artikel 219, eerste lid en artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b van de Gemeentewet;besluit:vast te stellen de: Verordening op de heffing en invordering van woonwagenrechten 20101BegripsomschrijvingenIn deze verordening wordt verstaan onder:
standplaats: een standplaats als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel h, van de Woningwet (Stb. 1991, 439);
woonwagen: een woonwagen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel e, van de Woningwet;
standplaatshouder: degene die een standplaats heeft ingenomen en hiertoe beschikt over een vergunning van het college van burgemeester en wethouders of gedeputeerde staten, bij gebreke van die vergunning de hoofdbewoner van de woonwagen. Wie als hoofdbewoner wordt aangemerkt wordt door het college van burgemeester en wethouders beoordeeld.
2Aard van de heffing en belastbaar feitOnder de naam "Staangeld" wordt een recht geheven voor het hebben van een standplaats voor een woonwagen, daar onder begrepen de diensten die met de standplaats verband houden.3BelastingplichtHet recht wordt geheven van degene die de standplaats heeft. Als degene die de standplaats heeft wordt aangemerkt de houder van de vergunning, voor de betreffende standplaats dan wel de hoofdbewoner van de woonwagen. Wie als hoofdbewoner wordt aangemerkt wordt naar de omstandigheden beoordeeld.4VrijstellingenHet recht wordt niet geheven zolang met betrekking tot de standplaats een huurovereenkomst geldt of over de geldigheid van de huurovereenkomst een gerechtelijke procedure wordt gevoerd.5Maatstaf van heffingDe heffingsmaatstaf voor de berekening van de rechten, bedoeld in artikel 2, is het aantal standplaatsen, dat in gebruik wordt genomen. 6BelastingtariefDe rechten bedragen:per standplaats per maand:Bobeldijkerweg nrs. 2, 24, 26, 40, 42, 46 € 124,29Bobeldijkerweg nrs. 16, 18, 30, 36, 44 € 124,887Wijze van heffingDe woonwagenrechten worden geheven door middel van een gedagtekende nota of andere schriftuur, waarop het verschuldigde bedrag wordt vermeld.8BelastingtijdvakHet belastingtijdvak is gelijk aan één kalendermaand, aanvangende op 1 juli, 1 augustus, 1 september, 1 oktober, 1 november, 1 december, 1 januari, 1 februari, 1 maart, 1 april, 1 mei en 1 juni.9Tijdstip van verschuldigdheid en van betaling1.De rechten zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak.2.De rechten moeten worden voldaan in één termijn, welke vervalt 14 dagen na de dagtekening van de nota of andere schriftuur.10Innemen en verlaten van een standplaats in de loop van het belastingtijdvak1.Indien een standplaats in de loop van het belastingtijdvak wordt ingenomen ontstaat de belastingplicht op de eerste dag van de maand, volgende op die, waarin standplaats wordt ingenomen.2.Indien de standplaats in de loop van het belastingtijdvak wordt verlaten eindigt de belastingplicht op de laatste dag van de maand, waarin van de standplaats voor het laatst gebruik wordt gemaakt.11KwijtscheldingBij de invordering van de woonwagenrechten wordt geen kwijtschelding verleend.12Nadere regels door het college van burgemeester en wethoudersHet college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de woonwagenrechten.13Inwerkingtreding en citeertitel1.Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgend op die van de bekendmaking.2.De datum van ingang van de heffing is 1 juli 2010.3.Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening woonwagenrechten 2010".