CVDR22801_1Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriftennlregelingLandsmeer2017-10-17LandsmeerKompas Regiokrant, 12-01-2004Verordening behandeling bezwaarschriftenAlgemene Wet BestuursrechtGemeentewetgemeenteraadbestuur en recht2003-12-17De tekst in dit document is vrij van auteursrecht en
databankrecht2004-02-232010-01-01nieuwe regeling2003-981.GeenDeze regeling vervangt de Verordening behandeling bezwaarschriften gemeente Landsmeer 2002.Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriftenDe raad, het college en de burgemeester van de gemeente Landsmeer;ieder voor zoveel het hun bevoegdheden betreft;gezien het voorstel van het college;gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet;besluiten vast te stellen de volgendeVerordening inzake de behandeling van bezwaarschriften1begripsbepalingen1In deze verordening wordt verstaan onder:
verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;
commissie: vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften;
wet: de Algemene wet bestuursrecht.
2behandeling van de bezwaarschriften1De commissie2Inleidende bepaling1.Er is een onafhankelijke commissie die tot taak heeft: het voorbereiden door het horen en het geven van advies ten behoeve van de beslissing op gemaakte bezwaren als bedoeld in artikel 1:5 van de wet.2.De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van de gemeentelijke belastingverordeningen, de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen en de Wet waardering onroerende zaken..3Samenstelling van de commissie1.De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden en maximaal vier leden, die worden benoemd, geschorst en ontslagen door het college.2.Het college benoemt een aantal plaatsvervangende leden.3.De voorzitter en de leden van de commissie kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan.4.De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.4Secretaris1.De secretaris van de commissie is een door het college aangewezen ambtenaar.2.Het college wijst tevens één of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.5Zittingsduur1.De voorzitter en de leden worden benoemd voor een periode van vier kalenderjaren volgend op de datum van benoeming en zijn terstond daarna nog éénmaal voor een gelijke periode herbenoembaar.2.De voorzitter en de leden kunnen op elk moment hun ontslag indienen. Het ontslag wordt verleend zodra in de vervulling van de vacature is voorzien. In bijzondere situaties kan het college, op deugdelijk gemotiveerd verzoek van de betrokkene, om zwaarwegende redenen het ontslag eerder verlenen.2Procedure6Ingediend bezwaarschrift1.Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.2.Bij het bericht van ontvangst als bedoeld in artikel 6:14 van de wet wordt vermeld dat een commissie over het bezwaar zal adviseren.3.Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.7Uitoefening bevoegdhedenDe bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Awb worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie:
2:1, tweede lid;
6:6, voor wat betreft het de indiener stellen van een termijn;
6:17, voor zover het betreft de verzending van stukken tijdens de behandeling door de commissie;
7:4, tweede lid;
7:6, vierde lid.
8Vooronderzoek1.De voorzitter van de commissie is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen.2.De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en dezen zo nodig uitnodigen daartoe in de zitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.3.De voorzitter stelt partijen in staat om schriftelijk te reageren op door of namens hen aan de commissie overgelegde stukken tot tien dagen voor de dag bedoeld in artikel 9, eerste lid.9Hoorzitting1.De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te doen horen.2.De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de wet.3.Indien de voorzitter op grond van de in het tweede lid genoemd artikel besluit van het horen af te zien, doet hij daarvan mededeling aan:
de belanghebbenden;
het verwerend orgaan.
10Uitnodiging zitting1.De voorzitter deelt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste drie weken voor de zitting schriftelijk mee, dat zij in de gelegenheid worden gesteld zich te doen horen tijdens de zitting.2.Binnen drie dagen na de in het eerste lid bedoelde mededeling kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan, onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.3.De beslissing van de voorzitter op een verzoek als bedoeld in het tweede lid wordt zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval twee weken voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.4.De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen als genoemd in het eerste, tweede en derde lid.11QuorumVoor het houden van een zitting is vereist, dat de meerderheid van het aantal leden, waaronder in ieder geval de voorzitter, dan wel zijn plaatsvervanger, aanwezig is.12Niet-deelneming aan de behandelingDe voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift, indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.13Openbaarheid zitting1.De zitting van de commissie is openbaar.2.De deuren worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.3.Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.14Schriftelijke verslaglegging1.Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de wet vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.2.Het verslag houdt een korte vermelding in van hetgeen over en weer is gezegd en overigens ter zitting is voorgevallen.3.Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.4.Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag worden gehecht.5.Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.15Nader onderzoek1.Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de commissie dit onderzoek houden.2.De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.3.De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist omtrent een dergelijk verzoek.4.Op een nieuwe hoorzitting, als bedoeld in het derde lid, zijn de bepalingen in deze verordening, die betrekking hebben op de hoorzitting zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.16Raadkamer en advies1.De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.2.
De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.
Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.
Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt, indien die minderheid dat verlangt.
3.Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.4.Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.17Uitbrengen advies1.Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 14 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen en in afschrift gezonden aan de indiener van het bezwaar. 2.Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van tien weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, van de wet, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing verzoekt hij het verwerend orgaan tijdig de beslissing te verdagen.3.Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.3slotbepalingen18VerslagleggingDe commissie brengt over haar werkzaamheden in het afgelopen kalenderjaar verslag uit aan de gemeenteraad. Het verslag wordt voor 1 juli van het op het verslagjaar volgende jaar bij de gemeenteraad ter behandeling voorgelegd.19Inwerkingtreding en citeertitelDeze verordening treedt in werking op de eerste dag na het verstrijken van een termijn van zes weken na de datum van haar bekendmaking. Te zelfder tijd vervalt de verordening:“Verordening behandeling bezwaarschriften gemeente Landsmeer 2002” zoals vastgesteld in de raadsvergadering van 27 augustus 2002.20CiteertitelDeze verordening kan worden aangehaald als: “Verordening behandeling bezwaarschriften”.Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van……………………...De voorzitter, De griffier, Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Landsmeer in hun vergadering van……………..De burgemeester, De secretaris, Aldus vastgesteld door de burgemeester van de gemeente Landsmeer op………………..De burgemeester,