CVDR213685_1Verordening Wmo gemeente Loppersum 2012nlregelingLoppersum2018-03-20LoppersumOmmelander Courant, 20-08-2012VERORDENING WMOWet maatschappelijke ondersteuning, art. 5Gemeentewet, art. 149gemeenteraadmaatschappelijke zorg en welzijn2012-06-25De tekst in dit document is vrij van auteursrecht en
databankrecht2012-09-012015-01-01OnbekendOnbekendBeleidsregels Wmo gemeente Loppersum 2012 en financieel besluit Wmo 2012Deze regeling vervangt de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeenteLoppersum, vastgesteld door de raad op 18september 2006Verordening Wmo gemeente Loppersum 2012Verordening Wmo2012 VERORDENING WMO GEMEENTE LOPPERSUM 2012Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen 5Artikel 1. Begripsomschrijvingen 5Lid 1. Wet 5Lid 2. College 5Lid 3. Compensatieplicht 5Lid 4. Aanmelding 5Lid 5. Gesprek 6Lid 6. Aanvraag 6Lid 7. Belanghebbende 6Lid 8. Psychosociaal probleem 6Lid 9. Algemene voorziening 6Lid 10. Algemeen gebruikelijke voorziening 6Lid 11. Collectieve voorziening 6Lid 12. Voorliggende voorziening 6Lid 13. Wettelijk voorliggende voorziening 6Lid 14. Individuele voorziening 6Lid 15. Gebruikelijke zorg 6Lid 16. Voorziening in natura 7Lid 17. Persoonsgebonden budget 7Lid 18. Financiële tegemoetkoming 7Lid 19. Mantelzorger 7Lid 20. Zelfredzaamheid 7Lid 21. Eigen bijdrage en eigen aandeel 7Lid 22. Huisgenoot 7Lid 23. Gezamenlijke huishouding 7Lid 24. Meerkosten 7Lid 25. Hoofdverblijf 7Lid 26. Sociale netwerk 7Hoofdstuk 2. Resultaatgerichte compensatie 8Artikel 2. De te bereiken resultaten 8Hoofdstuk 3. Hoe te komen tot de te bereiken resultaten 9Artikel 3. Scheiding aanmelding en aanvraag 9Artikel 4. Aanmelding voor een gesprek 9Artikel 5. Het gesprek 9Artikel 6. Het verslag 9Hoofdstuk 4. De aanvraag van een individuele voorziening 10Artikel 7. De aanvraag 10Hoofdstuk 5. Beoordeling van de te bereiken resultaten 11Paragraaf 1. Algemene regels 11Artikel 8. Het maken van een afweging 11Paragraaf 2. De te bereiken resultaten 11Artikel 9. Een schoon en leefbaar huis 11Artikel 10. Wonen in een geschikt huis 11Artikel 11. Beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften 12Artikel 12. Beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding 12Artikel 13. Het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren
12Artikel 14. Zich verplaatsen in en om de woning 12Artikel 15. Zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel 13Artikel 16. De mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te
nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten 13Hoofdstuk 6. Verstrekking in natura, als persoonsgebonden budget en als
financiële tegemoetkoming. Eigen bijdragen en eigen aandeel 14Paragraaf 1. Verstrekking van voorzieningen 14Artikel 17. Mogelijke verstrekkingwijzen 14Paragraaf 2. Verstrekking in natura 14Artikel 18. Inhoud beschikking 14Paragraaf 3. Verstrekking als persoonsgebonden budget 14Artikel 19. Overwegende bezwaren 14Artikel 20. Inhoud beschikking 14Paragraaf 4. Verstrekking als financiële tegemoetkoming 14Artikel 21. Inhoud beschikking 14Paragraaf 5. Eigen bijdrage en eigen aandeel 15Artikel 22. Eigen bijdragen en eigen aandeel 15Hoofdstuk 7. Procedurele bepalingen rond onderzoek, advies en besluitvorming,
intrekking en terugvordering 16Artikel 23. Beslistermijn 16Artikel 24. Beperkingen 16Artikel 25. Advisering 17Artikel 26. Wijziging situatie 17Artikel 27. Intrekking 17Artikel 28. Terugvordering 17Hoofdstuk 8. Slotbepalingen 18Artikel 29. Hardheidsclausule 18Artikel 30. Indexering 18Artikel 31. Evaluatie 18Artikel 32. Inwerkingtreding 18Artikel 33. Citeertitel 18Artikel 34. Overgangsrecht 18Artikel 35. Intrekken oude regeling 18De raad van de gemeente Loppersum;gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 5
juni 2012;gelet op artikel 4 van de Wet maatschappelijke ondersteuning;gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;overwegende dat het noodzakelijk is om beperkingen die een persoon
ondervindt in zijn zelfredzaamheid en participatie bedoeld in artikel 1,
eerste lid, onder g, onderdeel 4, 5 en 6 van de Wet maatschappelijke
ondersteuning te compenseren;dat een nieuwe Wmo Kadernota 2012-2016 is vastgesteld, waarin de raad een
nieuwe visie heeft geformuleerd;b e s l u i t :Vast te stellen de “VERORDENING WMO”.1.Begripsomschrijvingen1.BegripsomschrijvingenIn deze verordening wordt verstaan onder:Lid 1. WetWet maatschappelijke ondersteuning.Lid 2. CollegeCollege van burgemeester en wethouders.Lid 3. CompensatieplichtCompensatieplicht: De plicht van het College aan personen met een
beperking, een chronisch psychisch of een psychosociaal probleem
voorzieningen te bieden ter compensatie van hun beperkingen op het
gebied van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie teneinde hen
in staat te stellen een huishouden te voeren, zich te verplaatsen in en
om de woning, zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel en medemensen
te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. Daarbij
legt artikel 4 van de wet het College de plicht op om een resultaat te
bereiken dat als compensatie mag gelden en dat in het individuele geval
maatwerk is. Tenzij belanghebbende zelf in staat is om dit op te
lossen.Lid 4. AanmeldingAanmelding: de mededeling van een belanghebbende aan het college dat hij
beperkingen ondervindt op grond waarvan hij verzoekt een afspraak te
maken voor een gesprek.Lid 5. GesprekGesprek: het eerste contact na een aanmelding waarin met degene die
maatschappelijke ondersteuning zoekt zijn gehele situatie wordt
geïnventariseerd ten aanzien van de beperkingen en de gevolgen daarvan,
de te bereiken resultaten, de te kiezen oplossingen via eigen
mogelijkheden of via mogelijkheden van het netwerk dan wel via algemene,
algemeen gebruikelijke collectieve, (wettelijk) voorliggende en
individuele voorzieningen.Lid 6. AanvraagAanvraag: het verzoek van een belanghebbende om in aanmerking te komen
voor één of meerdere voorzieningen om een resultaat te bereiken in het
kader van deze verordening.Lid 7. BelanghebbendeBelanghebbende: een persoon met een beperking, een chronisch psychisch
probleem of een psychosociaal probleem die behoefte heeft aan
compensatie ten behoeve van het bevorderen van zijn deelname aan het
maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren, die voor
zichzelf of, met behulp van een machtiging, door een ander een
aanmelding of een aanvraag doet of laat doen.Lid 8. Psychosociaal probleemPsychosociaal probleem: een situatie van verlies van zelfstandigheid en,
met name, een gebrek aan mogelijkheden tot deelname aan het
maatschappelijk verkeer, veroorzaakt door belemmeringen die iemand
ondervindt in zijn relatie met anderen, met zijn sociale omgeving. Lid 9. Algemene voorzieningAlgemene voorziening: een voorliggende voorziening die weliswaar niet
bestemd is voor, noch te gebruiken is door alle personen als bedoeld in
artikel 4 lid 1 van de wet, maar die anderzijds door iedereen waarvoor
de voorziening wel bedoeld is op eenvoudige wijze te verkrijgen of te
gebruiken is, zonder een ingewikkelde aanvraagprocedure.Lid 10. Algemeen gebruikelijke voorzieningAlgemeen gebruikelijke voorziening: een voorziening die niet speciaal
bedoeld is voor mensen met een beperking, dus ook door anderen gebruikt
wordt, algemeen verkrijgbaar is en niet – aanzienlijk – duurder is dan
vergelijkbare producten.Lid 11. Collectieve voorzieningCollectieve voorziening: een voorziening die individueel wordt verstrekt
maar die door meerdere personen tegelijk wordt gebruikt, in casu het
collectief vraagafhankelijk vervoer.Lid 12. Voorliggende voorzieningVoorliggende voorziening: een voorziening die normaal in de maatschappij
aanwezig en beschikbaar is en bedoeld voor iedereen die daar behoefte
aan heeft.Lid 13. Wettelijk voorliggende voorzieningWettelijk voorliggende voorziening: een voorziening op grond van een
wettelijke bepaling anders dan ingevolge de wet, waarmee het resultaat
geheel of gedeeltelijk bereikt kan worden.Lid 14. Individuele voorzieningIndividuele voorziening: een voorziening die door het college ten
behoeve van één persoon op basis van artikel 4 Wmo wordt verstrekt.Lid 15. Gebruikelijke zorgGebruikelijke zorg: de zorg die op het gebied van het voeren van het
huishouden voor alle meerderjarige leden van een leefeenheid als
algemeen aanvaardbaar wordt beschouwd. Lid 16. Voorziening in naturaVoorziening in natura: een voorziening, in te zetten om het resultaat te
bereiken, in de vorm van goederen in (bruik)leen of in eigendom, of als
persoonlijke dienstverlening.Lid 17. Persoonsgebonden budgetPersoonsgebonden budget: een geldbedrag om te gebruiken voor het te
bereiken resultaat, als alternatief voor een voorziening in natura.Lid 18. Financiële tegemoetkomingFinanciële tegemoetkoming: een geldbedrag, al dan niet forfaitair of
gemaximeerd, bedoeld om een voorziening mee aan te schaffen voor het te
bereiken resultaat.Lid 19. MantelzorgerMantelzorger: een persoon die mantelzorg in de zin van artikel 1, lid 1
onder b van de wet biedt.Lid 20. ZelfredzaamheidZelfredzaamheid: het lichamelijke, verstandelijke, geestelijke of
financiële vermogen om voorzieningen te treffen die deelname aan het
normale maatschappelijke verkeer mogelijk maken.Lid 21. Eigen bijdrage en eigen aandeelEigen bijdrage en eigen aandeel: Een door het college vast te stellen
bijdrage die bij een verstrekking betaald moet worden en waarop de
regels van het besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Loppersum
van toepassing zijn. De eigen bijdrage is van toepassing bij het
verlenen van voorzieningen in natura of in de vorm van een
persoonsgebonden budget. Het eigen aandeel wordt toegepast bij een
financiële tegemoetkoming (bijvoorbeeld voor een woningaanpassing).
Inning van de eigen bijdrage vindt plaats via het Centraal administratie
kantoor (CAK).Lid 22. HuisgenootHuisgenoot: een huisgenoot is iemand met wie de aanvrager een
gezamenlijke huishouding voert en staat ingeschreven volgens het
GBA.Lid 23. Gezamenlijke huishoudingGezamenlijke huishouding: hier van is sprake indien twee personen hun
hoofdverblijf in dezelfde woning hebben en op enigerlei wijze blijk
geven zorg te dragen voor elkaar.Lid 24. MeerkostenMeerkosten: kosten van een verstrekking voor zover deze de kosten van
een voor deze persoon algemeen gebruikelijke voorziening te boven
gaan.Lid 25. HoofdverblijfHoofdverblijf: de plaats waar een persoon daadwerkelijk de meeste
nachten per jaar doorbrengt en ingeschreven staat in het GBA.Lid 26. Sociale netwerkSociale netwerk: het stelsel van personen die nauw in contact staan met
de belanghebbende.2.Resultaatgerichte compensatie2.De te bereiken resultatenDe op basis van artikel 4 lid 1 van de wet via compenserende maatregelen
te bereiken resultaten zijn:
een schoon en leefbaar huis;
wonen in een geschikt huis;
beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften;
beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding;
het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin
behoren;
zich verplaatsen in en om de woning;
zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel;
de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te
nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze
activiteiten.
3.Hoe te komen tot de te bereiken resultaten3.Scheiding aanmelding en aanvraagLid 1.Aan een aanvraag voor een individuele voorziening ex artikel 1, lid 1
aanhef en onder g sub 6 van de wet gaat een aanmelding voor een gesprek
vooraf indien:
De aanvraag afkomstig is van een belanghebbende die nog niet
eerder een aanvraag in het kader van de wet heeft gedaan;
De aanvraag afkomstig is van een belanghebbende die al eerder
een gesprek heeft gevoerd maar waarbij sprake is van gewijzigde
omstandigheden of gewijzigde te bereiken resultaten;
Belanghebbende of het college daarom verzoekt.
Lid 2.Indien belanghebbende aangeeft direct een aanvraag in te willen dienen
vervalt het gestelde in het eerste lid.4.Aanmelding voor een gesprekEen aanmelding voor een gesprek kan schriftelijk, elektronisch,
mondeling of telefonisch worden gedaan bij de publieksbalie van de
gemeente door of namens een persoon met een beperking, een chronisch
psychisch probleem of een psychosociaal probleem die behoefte heeft aan
compensatie ten behoeve van het bevorderen van zijn deelname aan het
maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren.5.Het gesprekLid 1.Het gesprek wordt gevoerd bij de belanghebbende thuis.Lid 2.Bij het voeren van het gesprek zal de International Classification of
Functions, Disabilities and Health als basis voor het begrippenkader
worden gehanteerd.Lid 3.Als de belanghebbende een mantelzorger is wordt met de mantelzorger en
zo mogelijk met de verzorgde geïnventariseerd welke belemmeringen de
belanghebbende ondervindt bij de uitvoering van de mantelzorg.6.Het verslagLid 1.Het gesprek wordt afgesloten met een verslag. Opmerkingen van
belanghebbende over dit verslag kunnen als bijlage aan het verslag
worden toegevoegd. Uitsluitend een door belanghebbende ondertekend
verslag kan als aanvraagformulier dienen als bedoeld in artikel 7 lid 3.
Het verslag wordt binnen zeven werkdagen aan de belanghebbende
voorgelegd.Lid 2.Na het voeren van een gesprek kan een belanghebbende, gebruik makend van
het ondertekende verslag van het gesprek, dat in die situatie als
aanvraagformulier dient, een aanvraag indienen voor een individuele
voorziening ex artikel 1, lid 1 aanhef en onder g sub 6 van de wet.4.De aanvraag van een individuele voorziening7.De aanvraagLid 1.Indien op basis van artikel 3 lid 1 geen gesprek plaats vind of indien
er geen ondertekend gespreksverslag is, kan een aanvraag voor een
voorziening ingediend worden. De aanvraag van een individuele
voorziening moet schriftelijk of elektronisch plaatsvinden via het
daarvoor door het college van B&W beschikbaar gestelde
meldingsformulier.Lid 2.Indien een aanvraag mondeling (via de telefoon of op een andere manier)
plaatsvindt wordt dit per omgaande schriftelijk bevestigd. Bij deze
bevestiging wordt een meldingsformulier meegezonden.Lid 3.Bij de aanvraag wordt, als er een ondertekend verslag van het gesprek
aanwezig is, dit ondertekende verslag als aanvraagformulier
beschouwd.5.Beoordeling van de te bereiken resultaten1.Algemene regels8.Het maken van een afwegingLid 1.Bij het beoordelen welke voorzieningen getroffen gaan worden, neemt
het college het verslag van het gesprek als uitgangspunt. Het
college gaat uit van de behoeften en persoonskenmerken van de
belanghebbende en kan de advisering van deskundigen hierbij
betrekken. Daarbij zal onderzoek gedaan worden naar de noodzaak en
mogelijkheid tot leveren van maatwerk ten aanzien van het te
bereiken resultaat.Lid 2.Alle voorliggende, algemeen gebruikelijke, collectieve voorzieningen
en het sociale netwerk die beschikbaar en bruikbaar zijn, worden
eerst beoordeeld.Lid 3.Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar
en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen
individuele voorzieningen verstrekt.2.De te bereiken resultaten9.Een schoon en leefbaar huisLid 1.Het eerste te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een
huishouden bestaat uit het kunnen wonen in een huis dat schoon is.
Dit geldt ten aanzien van de woonkamer, slaapvertrekken, keuken en
sanitaire ruimten.Lid 2.Met het oog op een schoon en leefbaar huis kan een individuele
voorziening getroffen worden voor het lichte en/of het zware
huishoudelijke werk.Lid 3.Indien de belanghebbende een of meer huisgenoten heeft die
beschikbaar en in staat zijn werkzaamheden over te nemen wordt dit
eerst in het kader van gebruikelijke zorg beoordeeld. 10.Wonen in een geschikt huisLid 1.Het tweede te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een
huishouden bestaat uit het normaal gebruik kunnen maken van de
woning waar men over beschikt. Dit geldt ten aanzien van de
woonkamer, slaapvertrekken, keuken, sanitaire ruimten, berging, tuin
of balkon. Lid 2.Met het oog op het normale gebruik van de woning kan een individuele
voorziening worden getroffen ten aanzien van de bereikbaarheid,
toegankelijkheid en bruikbaarheid van de woning.Lid 3.Voor zover de belanghebbende kan verhuizen naar een geschikte woning
of een gemakkelijker geschikt te maken woning welke verhuizing kan
leiden tot het te bereiken resultaat zal deze mogelijkheid eerst
beoordeeld worden. Een tegemoetkoming in de verhuis- en inrichtingskosten
(verhuisvergoeding) kan dan wel verstrekt worden. De hoogte van de
verhuisvergoeding is opgenomen in het besluit maatschappelijke
ondersteuning Loppersum. 11.Beschikken over goederen voor primaire
levensbehoeftenLid 1.Het derde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een
huishouden bestaat uit het voorzien zijn van de dagelijks benodigde
hoeveelheid voedsel voor maaltijden en andere momenten waarop iets
genuttigd wordt, evenals toiletartikelen en schoonmaakartikelen. Ook
de noodzakelijke bereiding van maaltijden kan hieronder vallen.Lid 2.Met het oog op het beschikken over goederen voor primaire
levensbehoeften kan een individuele voorziening worden getroffen ten
aanzien van het doen van boodschappen, voor wat betreft
levensmiddelen, schoonmaakmiddelen, en toiletartikelen, alsmede het
bereiden en aanreiken van maaltijden.Lid 3.Indien de belanghebbende een of meer huisgenoten heeft die
beschikbaar en in staat zijn werkzaamheden over te nemen of voor
zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en
bruikbare boodschappenservice of maaltijdvoorziening die in de
individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te
bereiken resultaat wordt deze mogelijkheid eerst beoordeeld.
Hiervoor wordt gebruik gemaakt van het protocol “gebruikelijke
zorg”.12.Beschikken over schone, draagbare en doelmatige
kledingLid 1.Het vierde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een
huishouden bestaat uit het aanwezig zijn van kleding in gewassen en
zo nodig gestreken, opgevouwen of opgehangen staat.Lid 2.Met het oog op het beschikken over schone, draagbare en doelmatige
kleding kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien
van het wassen, drogen en strijken en opruimen van de dagelijkse
was.Lid 3.Indien de belanghebbende een of meer huisgenoten heeft die
beschikbaar en in staat zijn werkzaamheden over te nemen, wordt dit
eerst in het kader van gebruikelijke zorg beoordeeld.13.Het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin
behorenLid 1.Het vijfde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een
huishouden bestaat uit de dagelijkse, gebruikelijke zorg voor in het
huishouden aanwezige kinderen.Lid 2.Met het oog op het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het
gezin behoren, kan een individuele voorziening worden getroffen ten
aanzien van het – zo mogelijk tijdelijk ter overbrugging van een
periode noodzakelijk voor het nemen van meer definitieve maatregelen
– vervangen van de ouder die in principe voor de kinderen
zorgt.Lid 3.Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en
bruikbare voor- tussen- en naschoolse opvang, kinderopvang of andere
opvangmogelijkheden die in de individuele situatie van de
belanghebbende kunnen leiden tot het te bereiken resultaat worden
deze mogelijkheden eerst beoordeeld.14.Zich verplaatsen in en om de woningLid 1.Het te bereiken resultaat ten aanzien van het zich verplaatsen in en
om de woning bestaat uit het in staat zijn de woonkamer, het
slaapvertrek en/of de slaapvertrekken, het toilet en de douche, de
berging, de tuin of het balkon kunnen bereiken en er zich zodanig
kunnen redden dat normaal functioneren mogelijk is.Lid 2.Met het oog op het verplaatsen in en om de woning kan een
individuele voorziening worden getroffen bestaande uit een rolstoel
voor dagelijks zittend gebruik.Lid 3.Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en
bruikbare rolstoelpool die in de individuele situatie van de
belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat wordt deze
mogelijkheid eerst beoordeeld.15.Zich lokaal verplaatsen per vervoermiddelLid 1.Het te bereiken resultaat ten aanzien van het zich lokaal
verplaatsen per vervoermiddel bestaat uit het kunnen doen van
dagelijkse boodschappen, het kunnen bezoeken van familie, kennissen
en het doen van gewenste activiteiten, alles binnen de directe woon-
en leefomgeving.Lid 2.Met het oog op het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel, kan
een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het
verplaatsen over de korte afstand rond de woning en het verplaatsen
over de langere afstand binnen de directe woon en leefomgeving. De
te verstrekken vervoersvoorziening is erop gericht maatschappelijke
participatie door middel van lokale plaatsingen tot een maximum van
2500 kilometer per jaar mogelijk te maken.Lid 3.Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en
bruikbare scootmobielpool of van collectief vraagafhankelijk vervoer
van deur tot deur die in de individuele situatie van de
belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat worden deze
mogelijkheden eerst beoordeeld.16.De mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel
te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze
activiteitenLid 1.Het te bereiken resultaat ten aanzien van de mogelijkheid om
contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve,
maatschappelijke of religieuze activiteiten bestaat uit het zo
mogelijk kunnen afleggen van gewenste bezoeken en het deelnemen aan
gewenste activiteiten.Lid 2.Met het oog op de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen
en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze
activiteiten kan een individuele voorziening worden getroffen ten
aanzien van het vervoer naar de gewenste bestemmingen.Lid 3. Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een of meer
aanwezige en bruikbare (vrijwilligers)organisaties die in de
individuele situatie van belanghebbende kan leiden tot het te
bereiken resultaat worden deze mogelijkheden eerst beoordeeld.6.Verstrekking in natura, als persoonsgebonden budget en als financiële
tegemoetkoming. Eigen bijdragen en eigen aandeel1.Verstrekking van voorzieningen17.Mogelijke verstrekkingwijzenDe te treffen voorzieningen kunnen als voorziening in natura, als
persoonsgebonden budget en als financiële tegemoetkoming worden
verstrekt.2.Verstrekking in natura18.Inhoud beschikkingLid 1.Bij het treffen van een voorziening in natura wordt in de
beschikking vastgelegd:
welke de te treffen voorziening is;
wat de duur is van de verstrekking is;
hoe de voorziening in natura verstrekt wordt en
of er sprake is van een overeenkomst waarin deze
verstrekking is geregeld.
Lid 2.Als er sprake is van een te betalen eigen bijdrage wordt dit in de
beschikking opgenomen.3.Verstrekking als persoonsgebonden budget19.Overwegende bezwarenDe gemeenteraad legt in de beleidsregels vast in welke situaties
sprake is van overwegende bezwaren zodat er geen persoonsgebonden
budget verstrekt wordt.20.Inhoud beschikkingLid 1.Bij het treffen van een voorziening in de vorm van een
persoonsgebonden budget wordt in de beschikking vastgelegd:
Voor welk te bereiken resultaat het persoonsgebonden budget
gebruikt moet worden, eventueel aangevuld met een programma
van eisen waaraan bij de besteding voldaan moet worden.
Wat de omvang van het persoonsgebonden budget is en hoe deze
omvang tot stand is gekomen.
Wat de duur is van de verstrekking waarvoor het
persoonsgebonden budget bedoeld is en
Welke regels gelden ten aanzien van verantwoording van het
persoonsgebonden budget.
Lid 2.Als er sprake is van een te betalen eigen bijdrage wordt dit in de
beschikking opgenomen.4.Verstrekking als financiële tegemoetkoming21.Inhoud beschikkingLid 1.Bij het treffen van een voorziening in de vorm van een financiële
tegemoetkoming wordt in de beschikking vastgelegd:
voor welk te bereiken resultaat de financiële tegemoetkoming
bestemd is;
wat de duur van de verstrekking is;
of er sprake is van een overeenkomst waarin deze
verstrekking is geregeld en
wat de hoogte van de financiële tegemoetkoming is.
Lid 2.Als er sprake is van een te betalen eigen aandeel wordt dit in de
beschikking opgenomen.5.Eigen bijdrage en eigen aandeel22.Eigen bijdragen en eigen aandeelLid 1.Bij het verstrekken van een voorziening is een eigen bijdrage of een
eigen aandeel verschuldigd ten aanzien van de volgende
resultaten:
een schoon en leefbaar huis;
wonen in een geschikt huis;
beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften;
beschikken over schone, draagbare en doelmatige
kleding;
het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin
behoren;
zich verplaatsen in, om en nabij de woning voor zover het
geen rolstoel betreft;
zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel;
de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en
deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of
religieuze activiteiten.
Lid 2.Het college van burgemeester en wethouders legt alle bedragen voor
te verstrekken voorzieningen vast in het Besluit maatschappelijke
ondersteuning.7.Procedurele bepalingen rond onderzoek, advies en besluitvorming,
intrekking en terugvordering23.BeslistermijnDe termijn waarbinnen een besluit genomen moet worden bedraagt, in
navolging van de Algemene wet bestuursrecht, maximaal 8 weken. Mocht dit
door omstandigheden niet haalbaar zijn dan wordt de belanghebbende
hiervan op de hoogte gebracht.24.BeperkingenLid 1.Een voorziening kan slechts worden toegekend voor zover:
De noodzaak voor het te bereiken resultaat langdurig is, tenzij
kortdurende hulp bij het huishouden leidt tot het te bereiken
resultaat.
De te verstrekken voorziening als de goedkoopst-compenserende
voorziening aan te merken is.
De te verstrekken voorziening in overwegende mate op het
individu gericht is.
Lid 2.Geen voorziening wordt toegekend:
Indien de voorziening algemeen gebruikelijk is.
Indien de belanghebbende niet woonachtig is in de gemeente
Loppersum.
Voor zover de aanvraag betrekking heeft op kosten die de
belanghebbende voorafgaand aan het moment van aanvragen of het
moment van beschikken heeft gemaakt en niet meer is na te gaan
of deze voorziening noodzakelijk was en als
goedkoopst-compenserend aan te merken valt.
Voor zover een voorziening als die waarop de aanvraag betrekking
heeft reeds eerder in het kader van enige wettelijke bepaling of
regeling is verstrekt en de normale afschrijvingstermijn van de
voorziening nog niet verstreken is, tenzij de eerder vergoede of
verstrekte voorziening verloren is gegaan als gevolg van
omstandigheden die niet aan belanghebbende zijn toe te rekenen,
of tenzij belanghebbende geheel of gedeeltelijk tegemoetkomt in
de veroorzaakte kosten.
Voor zover de ondervonden problemen bij het normale gebruik van
de woning voortkomen uit de aard van de gebruikte
bouwmaterialen.
Voor zover de gevraagde voorzieningen betrekking hebben op een
hoger uitrustingsniveau dan voor sociale woningbouw.
Voor zover de aanvragen zijn hoofdverblijf niet heeft in de aan
te passen woonruimte met uitzondering van het bezoekbaar maken
van één woonruimte indien de aanvrager hoofdverblijf heeft in
een AWBZ instelling. Onder het bezoekbaar maken wordt
uitsluitend verstaan het middels een woonvoorziening mogelijk
maken dat de aanvragen de woonruimte, de woonkamer en het toilet
kan bereiken. De aanvraag voor het bezoekbaar maken moet
ingediend worden in de gemeente waar de woning staat.
De noodzaak tot het treffen van de woonvoorziening het gevolg is
van een verhuizing waartoe op grond van belemmeringen bij het
normale gebruik van de woningen ten gevolge van ziekte of gebrek
geen aanleiding bestond en er geen andere zwaarwegende reden
was.
De aanvrager niet is verhuisd naar de voor zijn of haar
beperkingen op dat moment meest geschikte woning, tenzij
daarvoor van tevoren schriftelijk toestemming is verleend door
het college.
De aanvraag betrekking heeft op voorzieningen in
gemeenschappelijke ruimten.
De aanvrager voor het eerst zelfstandig gaat wonen.
De aanvrager verhuisd is vanuit of naar een woonruimte die niet
geschikt is het gehele jaar door bewoond te worden.
De woonvoorziening aangevraagd wordt op een moment dat op basis
van leeftijd, gezinssituatie of woonsituatie te voorzien was dat
deze voorziening noodzakelijk is en er geen sprake is van een
onverwachts optredende noodzakelijkheid.
25.AdviseringLid 1.Het college is bevoegd om, voor zover dit van belang kan zijn voor de
beoordeling van het recht op de aangevraagde voorziening, degene door
wie een aanvraag is ingediend of bij gebruikelijke zorg diens relevante
huisgenoten:
Op te roepen in persoon te verschijnen op een door het college
te bepalen plaats en tijdstip en hem te bevragen.
Op een door het college te bepalen plaats en tijdstip door een
of meer daartoe aangewezen deskundigen te doen bevragen en/of
onderzoeken.
Lid 2.Het college vraagt een door hem daartoe aangewezen indicatiedieadviseur
om advies indien:
Het handelt om een aanvraag van een persoon die niet eerder een
voorziening heeft gehad.
Het handelt om een aanvraag van een persoon die wel eerder een
voorziening heeft gehad maar waarvan de medische omstandigheden
zodanig zijn veranderd dat die gewijzigde omstandigheden de
noodzaak van een voorziening of de soort van voorziening kunnen
beïnvloeden.
Het college dat overigens gewenst vindt.
26.Wijziging situatieDegene aan wie krachtens deze verordening een voorziening is verstrekt,
is verplicht zo spoedig mogelijk en schriftelijk aan het college
mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs
duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een
voorziening.27.IntrekkingLid 1Het college kan een besluit, genomen op grond van deze verordening,
geheel of gedeeltelijk intrekken indien:
Niet of niet meer is of wordt voldaan aan de voorwaarden gesteld
bij of krachtens deze verordening.
Beschikt is op grond van gegevens waarvan gebleken is dat die
gegevens zodanig onjuist waren dat, waren de juiste gegevens
bekend geweest, een andere beslissing zou zijn genomen.
Lid 2Een besluit tot verlening van een financiële tegemoetkoming of een
persoonsgebonden budget kan worden ingetrokken indien blijkt dat de
tegemoetkoming of het budget binnen zes maanden na uitbetaling niet is
aangewend voor de bekostiging van het resultaat waarvoor de verlening
heeft plaatsgevonden.28.TerugvorderingLid 1.Indien het recht op een voorziening is ingetrokken kan op basis daarvan
een reeds uitbetaalde financiële tegemoetkoming of persoonsgebonden
budget worden teruggevorderd.Lid 2.In geval het recht op een in eigendom verstrekte voorziening is
ingetrokken kan deze voorziening worden teruggevorderd indien de
voorziening is verleend op basis van valselijk verstrekte gegevens.Lid 3.Ingeval het recht op een in bruikleen verstrekte voorziening is
ingetrokken kan deze voorziening worden teruggehaald indien de
voorziening is verleend op basis van valselijk verstrekte gegevens.8.Slotbepalingen29.HardheidsclausuleHet college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende
afwijken van de bepalingen van deze verordening indien toepassing van de
verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.30.IndexeringHet college kan jaarlijks per 1 januari de in het kader van deze
verordening en het op deze verordening berustende gemeentelijk besluit
maatschappelijke ondersteuning gemeente Loppersum geldende bedragen
verhogen of verlagen aan de hand van de prijsindex voor de
gezinsconsumptie, zoals bepaald in artikel 4.5 lid 1 van het Besluit
maatschappelijke ondersteuning (Stb. 2006, 450).31.EvaluatieHet door het gemeentebestuur gevoerde beleid wordt eenmaal per 4 jaar
geëvalueerd. Indien de evaluatie daartoe aanleiding geeft wordt het
beleid vervolgens aangepast. Het college zendt hiertoe telkens 4 jaar na
de inwerkingtreding van de verordening aan de gemeenteraad een verslag
over de doeltreffendheid en de effecten van de verordening in de
praktijk.32.InwerkingtredingDeze verordening treedt in werking met ingang van 1 september 2012
.33.CiteertitelDeze verordening wordt aangehaald als “Verordening Wmo Gemeente
Loppersum 2012”.34.OvergangsrechtVoor zover deze nieuwe verordening en de hieruit volgende beleidsregels
en besluit leiden tot wijziging van het bestaande recht van een
belanghebbende geldt een overgangsregeling voor de duur van maximaal 1
jaar, of tot het moment van herindicatie, waarbij het oude recht in
stand blijft.35.Intrekken oude regelingDe Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning, gemeente
Loppersum 18 september 2006 wordt ingetrokken.Vastgesteld in de openbare vergaderingvan de raad van de gemeente Loppersumgehouden op 25 juni 2012, nr. 8.De raad voornoemd,A.Rodenboog, voorzitter.R.S. Bosma, griffier.