CVDR435043_1Handhavingsverordening Participatiewet, Ioaw, IoaznlregelingLoppersum2017-01-01Loppersum23-12-2016 Gemeenteblad, 2016, 183547Handhavingsverordening Participatiewet, Ioaw, IoazGemeentwet, artikel 147, lid 1 Participatiewet, artikel 8bWet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, artikel 35, lid 1 onderdeel b Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, artikel 35, lid 1 onderdeel b gemeenteraadmaatschappelijke zorg en welzijn2016-12-19De tekst in dit document is vrij van auteursrecht en
databankrecht2017-01-012021-01-01Nieuwe regelingOnbekendGeenHandhavingsverordening Participatiewet, Ioaw, IoazDe raad van de gemeente Loppersum;gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders; gelet op artikel 8b van de Participatiewet; gelet op artikel 147, lid 1 van de Gemeentewet; gelet op artikel 35, lid 1 onderdeel b van de Wet inkomensvoorziening
oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers; gelet op artikel 35, lid 1 onderdeel b van de Wet inkomensvoorziening
oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen. overwegende dat het verplicht is bij verordening regels te stellen voor
de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand, alsmede van
misbruik en oneigenlijk gebruik van de wetb e s l u i t :Vast te stellen de "HANDHAVINGSVERORDENING PARTICIPATIEWET, IOAW EN
IOAZ"1ALGEMENE BEPALINGEN1.Begripsbepalingen1.In deze verordening wordt verstaan onder:
Ioaw: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk
arbeidsongeschikte werkloze werknemers;
Ioaz: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk
arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;
de wet: de Participatiewet, de Ioaw, of Ioaz;
belanghebbende: de persoon met een uitkering krachtens de
Participatiewet, de Ioaw of de Ioaz
handhaving: een stelsel van preventieve en repressieve
maatregelen, gericht op het voorkomen, ontmoedigen en
bestrijden van misbruik of oneigenlijk gebruik van een
uitkering;
fraude: het verwijtbaar achterhouden van informatie of
verwijtbaar onjuiste informatie verstrekken, met het doel
een (hogere) uitkering te ontvangen (dan) waarop men (geen)
recht zou hebben bij juiste en/of volledige
informatieverstrekking;
misbruik: het verwijtbaar ontvangen van een uitkering
volgens de regels van de wet, maar in strijd met of buiten
de bedoeling van de wet zoals die bij de totstandkoming van
de wet bestond;
aangiftegrens: de grens als bedoeld in de Aanwijzing Sociale
Zekerheidsfraude.
2.Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en niet nader
zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de
Participatiewet, de Ioaw, de Ioaz en de Algemene Wet
bestuursrecht.2HANDHAVING2.Opdracht aan het college van burgemeester en wethouders1.Het college van burgemeester en wethouders zorgt voor de rechtmatige
en doelmatige uitvoering van de wet, waaronder de bestrijding van
fraude en van misbruik en oneigenlijk gebruik en stelt hiertoe
periodiek, doch in ieder geval eens per vier jaar een beleidsplan
op.2.Het college van burgemeester en wethouders is verantwoordelijk voor
het nemen van preventieve maatregelen gericht op het voorkomen van
fraude. Hieronder wordt onder meer verstaan dat het college
belanghebbenden en burgers vroegtijdig voorlicht over de rechten en
plichten die aan het ontvangen van bijstand verbonden zijn alsmede
over de consequenties van misbruik en oneigenlijk gebruik.3.Het college van burgemeester en wethouders neemt repressieve
maatregelen gericht op het bestrijden van fraude. Hieronder wordt
onder meer verstaan dat overtreding en fraude vroegtijdig
geconstateerd en afgehandeld wordt.3.Informatieverzameling1.Het college van burgemeester en wethouders voert bij de aanvraag,
gedurende de uitkering en bij beëindiging van de uitkering
onderzoeken uit om de rechtmatigheid te controleren.2.Het college van burgemeester en wethouders maakt ter controle
gebruik van bestandsvergelijkingen met actuele gegevens en van
samenloopsignalen die daaruit voortkomen.3.Het college van burgemeester en wethouders onderzoekt overige
signalen en tips die relevant zijn voor het recht op bijstand, de
Ioaw of Ioaz uitkering.4.AfstemmingAls belanghebbende zijn verplichtingen niet of onvoldoende nakomt dan
wel anderszins blijkt geeft van onvoldoende besef van
verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan, verlaagt het
college van burgemeester en wethouders de uitkering of de
inkomensvoorziening conform de afstemmingsverordening, onverminderd de
plicht van het college van burgemeester en wethouders om een boete op te
leggen bij het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht
en onverminderd de terugvordering van ten onrechte verstrekte bijstand
of ten onrechte verstrekte inkomensvoorziening.5.Aangifte bij Openbaar MinisterieIndien een gedraging van de belanghebbende leidt tot benadeling van de
gemeente, doet het college van burgemeester en wethouders onverminderd
de verplichting de ten onrechte verstrekte bijstand of
inkomensvoorziening terug te vorderen, aangifte bij het Openbaar
ministerie, in overeenstemming met de door de wetgever en het Openbaar
Ministerie hiervoor gehanteerde uitgangspunten.3TERUGVORDERING EN VERHAAL6.Terugvordering1.Het college van burgemeester en wethouders vordert de kosten van
bijstand dan wel inkomensvoorziening terug in de gevallen die in
artikel 58 en 59 van de Participatiewet en de artikelen 25 tot en
met 31 van de Ioaw en Ioaz zijn aangegeven, voor zover zich daar
geen andere wettelijke regeling tegen verzet.2.Het college van burgemeester en wethouders stelt nadere regels vast
voor de uitvoering van het bepaalde in het eerste lid.7.Verhaal1.Het college van burgemeester en wethouders verhaalt de kosten van
bijstand en de kosten van inkomensvoorziening boven een nader door
het College van burgemeester en wethouders te bepalen bedrag, en
overeenkomstig het bepaalde in artikel 61 en de artikelen 62 tot en
met 62i van de Participatiewet, voor zover zich hier geen andere
wettelijke regel tegen verzet.2.Van verhaal wordt afgezien, als daarvoor zeer dringende redenen
aanwezig zijn.3.Het College van burgemeester en wethouders stelt nadere regels vast
voor de uitvoering van het bepaalde in lid 1 en 2.8.Invordering1.Het college van burgemeester en wethouders streeft er naar om de
teruggevorderde en de op derden verhaalde kosten optimaal in te
vorderen, voor zover zich daar geen andere wettelijke regeling tegen
verzet.2.Het college van burgemeester en wethouders stelt nadere regels vast
voor de uitvoering van het bepaalde in het eerste lid.4SLOTBEPALINGEN9.Hardheidsclausule1.In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het
college van burgemeester en wethouders.2.Het college van burgemeester en wethouders kan in bijzondere
individuele situaties ten gunste van de belanghebbende afwijken van
de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de
verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.10.InwerkingtredingDeze verordening treedt in werking op 1 januari 2017.11.CiteertitelDeze verordening wordt aangehaald als “Handhavingsverordening
Participatiewet, Ioaw, Ioaz".Vastgesteld in de openbare vergaderingvan de raad van de gemeente Loppersumgehouden op 19 december 2016, nr. 12.De raad voornoemd,A.Rodenboog, voorzitter.R.S. Bosma, griffier.Algemene toelichtingDe gemeenteraad dient bij verordening regels te stellen voor de
bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede van
misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet. In de verordening worden de
hoofdlijnen rondom handhaving aangegeven.Op 1 januari 2015 is de Participatiewet van kracht geworden. De regels
omtrent handhaving zijn onder de Participatiewet niet veranderd ten
opzichte van de Wet Werk en Bijstand (WWB).Wel is de grondslag van de verordening gewijzigd van artikel 8a van de
WWB naar artikel 8b van de Participatiewet. De Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte
werkloze werknemers (Ioaw) en de Wet inkomensvoorziening oudere en
gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz) schrijven
evenals de Participatiewet voor dat de raad een Handhavingsverordening
vaststelt. Gezien de verwantschap tussen deze wetten en uit een oogpunt
van deregulering en efficiency is gekozen voor een gecombineerde
verordening. Artikelsgewijze toelichtingArtikel 1 Begripsbepalingen Dit artikel bevat enkele begripsomschrijvingen. Onder uitkeringsgerechtigden met een Participatiewet-uitkering worden
mede verstaan mensen met een uitkering krachtens het Besluit
bijstandsverlening zelfstandigen 2004. Artikel 2 Opdracht aan het College van burgemeester en wethouders Dit artikel legt de verantwoordelijkheid voor een rechtmatige en
doelmatige uitvoering van de Participatiewet, de Ioaw en de Ioaz neer
bij het College van burgemeester en wethouders van Van de gemeente
Loppersum. Het College van burgemeester en wethouders dient in ieder
geval eenmaal per vier jaar een beleidsplan op te stellen. Artikel 3 Informatieverzameling In dit artikel is vastgelegd dat wordt gewerkt met een signaal gestuurde
controlesystematiek. Van signaal gestuurd handhaven is sprake wanneer
een binnengekomen signaal de aanleiding is om extra onderzoek te doen
naar de rechtmatigheid van een verstrekte uitkering. Dit kan
bijvoorbeeld een signaal zijn van ‘Het Inlichtingenbureau’1, signalen
naar aanleiding van een gesprek met de cliënt, via eigen waarneming of
naar aanleiding van een (anonieme) tip van een medewerker, een burger of
externe organisatie.Hierbij geldt dat in de regel alleen die gegevens worden gevraagd die
noodzakelijk zijn voor de afhandeling van het signaal.Via het ‘Inlichtingenbureau’ worden samenloopsignalen ontvangen van
bestandskoppelingen tussen onder andere gemeenten, De Belastingdienst,
het UWV, de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW), de Dienst Uitvoering
Onderwijs (DUO) en de Kamer van Koophandel. Artikel 4 Afstemming Wanneer de belanghebbende onvolledige of onjuiste informatie verstrekt,
waardoor teveel bijstand is betaald, is het College van burgemeester en
wethouders sinds 1 januari 2013 verplicht deze bijstand terug te
vorderen en een boete op te leggen. Bij het niet nakomen van de
arbeidsverplichting, de medewerkingsplicht en andere opgelegde
verplichtingen, kan de uitkering of de inkomensvoorziening (tijdelijk)
worden verlaagd conform de afstemmingsverordening van de gemeente
Loppersum. Dat kan ook als de belanghebbende blijk geeft van onvoldoende
besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan. Deze
verlaging is bedoeld om het nakomen van de verplichtingen en de hoogte
van de uitkering op elkaar af te stemmen en heeft daarmee het karakter
van gedragscorrectie.Artikel 5 Aangifte bij Openbaar MinisterieWanneer de schending van de inlichtingenplicht ook een strafbaar feit
oplevert, moet het College van burgemeester en wethouders hiervan
aangifte doen bij het Openbaar Ministerie indien het bedrag waarvoor is
gefraudeerd hoger is dan de aangiftegrens. Per 1 januari 2013 is de
aangiftegrens verhoogd van € 10.000,- naar € 50.000,-. Ook in gevallen
waarin het fraudebedrag lager is dan € 50.000,-, maar waarbij de
uitkeringsfraude gecombineerd wordt met een of meer (andersoortige)
strafbare feiten zoals bijvoorbeeld drugshandel, moet aangifte worden
gedaan. Dit is vastgelegd in de Aanwijzing Sociale Zekerheidsfraude
(2012A022).Artikel 6 TerugvorderingSinds de invoering van de ‘Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid
SZW Wetgeving’ op 1 januari 2013 is het College van burgemeester en
wethouders, in geval van het niet of niet behoorlijk nakomen van de
inlichtingenplicht, verplicht het ten onrechte verstrekte bedrag aan
uitkering of inkomensvoorziening terug te vorderen. In alle andere
gevallen is terugvordering van bijstand een bevoegdheid. Met dit artikel
spreekt de gemeenteraad uit dat van de bevoegdheid tot terugvordering in
de overige gevallen gebruik wordt gemaakt. De regels omtrent de
terugvordering zijn nader uitgewerkt in door het College van
burgemeester en wethouders vastgestelde beleidsregels.Artikel 7 VerhaalOok verhaal van bijstand (op derden zoals de onderhoudsplichtige) is een
bevoegdheid. Met dit artikel spreekt de gemeenteraad uit dat van deze
bevoegdheid gebruik wordt gemaakt. Ook dit onderdeel is nader uitgewerkt
in beleidsregels. Artikel 8 InvorderingMet dit artikel wordt vastgelegd dat het College van burgemeester en
wethouders het optimale doet om in te vorderen. In beleidsregels is het
invorderingsbeleid nader uitgewerkt.Artikel 9 Hardheidsclausule Dit artikel behoeft geen nadere uitleg.Artikel 10 InwerkingtredingDit artikel behoeft geen nadere uitleg.Artikel 11 Citeertitel Dit artikel behoeft geen nadere uitleg.