CVDR43936_2Categorieën van gevallen waarin een verklaring van geen bedenkingen niet is vereistnlregelingMidden-Delfland2018-03-06Midden-DelflandGemeenteblad, 2011, 005Categorieën van gevallen waarin een verklaring van geen bedenkingen niet is vereistWet algemene bepalingen omgevingsrecht, art. 2.27Besluit omgevingsrecht, art. 6.5 lid 3gemeenteraadruimtelijke ordening, verkeer en vervoer2011-03-08De tekst in dit document is vrij van auteursrecht en
databankrecht2011-03-10Art. 5, 6, 72011-02-07GeenCategorieën van gevallen waarin een verklaring van geen bedenkingen niet is vereistDe raad van de gemeente Midden-Delfland;Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 21
september 2010, nr. 2010-09-08e;Gelet op artikel 2.27 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en
artikel 6.5, derde lid van het Besluit omgevingsrecht;BESLUIT:Dat in de hierna genoemde gevallen een verklaring van geen bedenkingen niet
is vereist, voor zover het college van burgemeester en wethouders het
bevoegd gezag is ten aanzien van een aanvraag om omgevingsvergunning,
waarbij met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°, van
de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt afgeweken van het
bestemmingsplan:1Indien de aanvraag om omgevingsvergunning in overeenstemming is met een
voorontwerp- of ontwerp bestemmingsplan, waar de raadscommissie positief
over heeft geadviseerd.2Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning in overeenstemming is met een
stedenbouwkundig plan, stedenbouwkundige randvoorwaarden, masterplan,
projectplan of daarmee te vergelijken ruimtelijk kader, dat is vastgesteld
door de gemeenteraad en waarvan de raad expliciet heeft aangegeven dat voor
in dat plan passende ontwikkelingen geen verklaring van geen bedenkingen is
vereist.3Indien de aanvraag om omgevingsvergunning betrekking heeft op het
realiseren, uitbreiden of veranderen van een logiesaccommodatie en de
aanvraag in overeenstemming is met het ‘beleidskader recreatieve
verblijfsvoorzieningen’.Indien de aanvraag om omgevingsvergunning betrekking heeft op het veranderen
of uitbreiden van een bestaande functie buiten de bebouwde kom, waarvoor
reeds vrijstelling is verleend van het bestemmingsplan op grond van artikel
19 van de Wet Ruimtelijke Ordening en deze verandering of uitbreiding van
ondergeschikte betekenis is ten opzichte van het gebruik, waarvoor reeds
vrijstelling is verleend.5Indien sprake is van realisering van woningbouw binnen de bebouwde kom, het
te realiseren aantal woningen niet meer dan twee bedraagt en de woningen
niet vallen binnen een beschermd dorpsgezicht.6Indien het project valt binnen een uit te werken bestemming en het project
voldoet aan de uitwerkingsregels van het bestemmingsplan.7Indien het college van burgemeester en wethouders bevoegd is het
bestemmingsplan te wijzigen en het project voldoet aan de regels van
wijzigingsbevoegdheid.Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop artikel 2.27 van de Wet
algemene bepalingen omgevingsrecht in werking treedt.Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 28 september 2010.De griffier, de voorzitter,A. de Vos, A.J. Rodenburg