CVDR188205_1Nadere regels mestopslag Noord-Beveland 2010nlregelingNoord-Beveland2017-08-01Noord-BevelandNoord-Bevelands Advertentie en Informatieblad, 2012, 25Nadere regels mestopslag 2010APV 2009, art. 4:13, lid 4college van burgemeester en wethoudersopenbare orde en veiligheid2010-03-02De tekst in dit document is vrij van auteursrecht en
databankrecht2012-06-252016-12-13Nieuwe regeling2010.1028.10Geen.Deze regeling is vervangen door de Nadere regels mestopslag Noord-Beveland 2016.
Nadere regels mestopslag Noord-Beveland 2010
1Deze nadere regels verstaat onder:a. compost: product als bedoeld in artikel 1 van het Besluit kwaliteit en gebruik overige organische meststoffen;b. geurgevoelig object: gevoelig object als bedoeld in de Wet geurhinder en veehouderij;c. overige organische mest: steekvast zuiveringsslib, compost en zwarte grond als bedoeld in artikel 1 van het Besluit kwaliteit en gebruik overige organische meststoffen;d. oogstrestanten: afvalstoffen als bedoeld in de Vrijstellingsregeling plantenresten en tarragrond;e. tarragrond: afvalstoffen als bedoeld in het Besluit vrijstellingen stortverbod buiten inrichtingen;f. vaste mest: mest als bedoeld in artikel 1 van het Besluit landbouw milieubeheer.2Behoudens het bepaalde in of krachtens de Wet milieubeheer is het verboden vaste mest, overige organische mest, oogstrestanten en tarragrond op te slaan indien deze opslag, te rekenen vanaf het tijdstip van eerste aanvoer, langer aanwezig is dan 24 uur. 3Het in artikel 2 gestelde verbod geldt niet indien op een akkerbouwperceel vaste mest en overige organische mest is opgeslagen die bestemd is voor bemesting van het desbetreffende perceel. Pluimvee- en nertsenmest dient binnen 24 uur na de eerste aanvoer te worden voorzien van een 15 cm dikke afdeklaag compost of aarde afkomstig van het desbetreffende perceel.4De in artikel 3 aangegeven vrijstelling van het in artikel 2 omschreven verbod geldt slechts, indien de opslag plaatsvindt op ten minste een afstand van 100 m van een geurgevoelig object dat is gelegen binnen de bebouwde kom en op ten minste een afstand van 50 m van een geurgevoelig object dat is gelegen buiten de bebouwde kom.