CVDR197021_2Handhavingsverordening Werk en Inkomen gemeente Noord-BevelandnlregelingNoord-Beveland2017-08-01Noord-BevelandNoord-Bevelands Advertentie en Informatieblad, 2013, 15Handhavingsverordening Werk en Inkomen gemeente Noord-BevelandGemeentewet, art. 147, lid 1Wet werk en bijstand, art. 8aWet werk en bijstand, art. 18gemeenteraadmaatschappelijke zorg en welzijn2013-03-28De tekst in dit document is vrij van auteursrecht en
databankrecht2010-07-012013-05-01Intrekking20130328/7Geen.Geen.
Handhavingsverordening Werk en Inkomen gemeente Noord-Beveland
1Algemene bepalingen1Begripsomschrijving1In deze verordening wordt verstaan onder:
de wet: de Wet werk en bijstand en de Wet investeren in
jongeren, de Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk
arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de
Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk
arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, het Besluit
bijstandsverlening zelfstandigen 2004, de Algemene wet
bestuursrecht en aanverwante regelingen;
wet SUWI: de Wet Structuur Uitvoeringsorganisaties Werk en
Inkomen;
college: het college van burgemeester en wethouders van de
gemeente Noord-Beveland;
belanghebbende: degene, waaronder ook wordt verstaan diens
gezien, wiens belang rechtstreeks bij een besluit is
betrokken;
fraude: het verstrekken van onjuiste en/of onvolledige
gegevens dan wel het verzwijgen of niet (tijdig) verstrekken
van voor de bepaling van het recht op uitkering en de duur
en hoogte van de uitkering relevante gegevens, met als
gevolg dat een uitkering geheel of ten dele ten onrechte
wordt verstrekt.
inlichtingenverplichting: de in de wet genoemde
verplichting;
benadelingsbedrag: de ten onrechte of tot een te hoog bedrag
verleende uitkering, inkomensvoorziening, werkleeraanbod of
de kosten van uitkering als gevolg van een tekortschietend
besef van verantwoordelijkheid, waardoor de belanghebbende
eerder of langer een beroep op uitkering doet;
grens aangiftebedrag Aanwijzing sociale zekerheidsfraude:
het bruto uitkeringsbedrag waarvoor de gemeente is benadeeld
door een belanghebbende en waarboven het college aangifte
doet bij het Openbaar Ministerie;
recidive: het binnen een bepaalde termijn opnieuw plegen van
een verwijtbare handeling uit dezelfde of hogere
categorie;
onverwijld uit eigen beweging: het via een daartoe
beschikbaar gesteld formulier op de daarop opgenomen wijze
en/of tijdstip mededeling doen van alle van belang zijnde
feiten en omstandigheden;
langdurigheidstoeslag: de in artikel 36 van de Wwb bedoelde
toeslag;
norm: de som van de norm, eventuele toeslagen en/of
verlagingen en periodieke bijzondere bijstand voor de
algemene kosten van het bestaan, inclusief
vakantiegeld.
2Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet
nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de
wet.2Fraudepreventie en controle2Voorlichting en communicatieEr wordt aandacht besteed aan het voorkomen van fraude:
door het zowel mondeling als schriftelijk vroegtijdig informeren
van de (potentieel) uitkeringsgerechtigde over de rechten en
plichten die aan het ontvangen van uitkering of
inkomensvoorziening zijn verbonden;
door voorlichting te verstrekken over de consequenties van
misbruik en oneigenlijk gebruik van uitkering of
inkomensvoorziening.
3Controle bij aanvraag, tijdens en na beƫindiging van de
bijstandsperiode1Het college voert zowel bij de aanvraagprocedure als periodiek
bestandsvergelijkingen uit waarbij actuele gegevens worden
gecontroleerd op juistheid en echtheid. Op grond hiervan kan de
uitkering of inkomensvoorziening na verificatie aan veranderende
omstandigheden worden aangepast.2Het college beschrijft welke controlesystematieken (signaal- en / of
risicosturing) worden ingezet om de rechtmatigheid van de uitkering
of inkomensvoorziening te controleren, alsmede binnen welke
termijnen die plaatsvinden.3Op basis van deze systematiek neemt het college besluiten met
betrekking tot de rechtmatigheid van de (verstrekte) uitkering of
inkomensvoorziening en de wederzijds tussen het college en de
belanghebbende resterende verplichtingen en de afhandeling
daarvan.3Fraudebestrijding, terugvordering en gevolgen van fraude4AangifteBij een benadelingsbedrag hoger dan de aangiftegrens zoals vastgesteld
in de 'Aanwijzing sociale zekerheidsfraude' wordt aangifte gedaan bij
het Openbaar Ministerie, in overeenstemming met de door het Openbaar
Ministerie op dit punt gehanteerde uitgangspunten.5Verantwoording collegeHet college rapporteert aan de raad over:
het aantal gevallen waarin is vastgesteld dat uitkering ten
onrechte of tot een te hoog bedrag is verleend;
de verschillende vormen van fraude die zijn geconstateerd en de
frequentie ervan;
of, en zo ja in hoeveel gevallen tot terugvordering is besloten
onderscheidenlijk in hoeveel gevallen, met redenen omkleed, is
afgezien van terugvordering;
of, en zo ja in hoeveel gevallen is ingevorderd en tot welk
bedrag;
in hoeveel gevallen toepassing is gegeven aan het gestelde in
artikel 4 van deze verordening;
in hoeveel gevallen aangifte heeft plaatsgevonden.
6Verlaging van de uitkering bij constatering van fraudeWanneer de belanghebbende onjuiste, onvolledige of in het geheel geen
inlichtingen verstrekt die van belang zijn of kunnen zijn voor de
hoogte, de duur of de voortzetting van de uitkering of
inkomensvoorziening, verlaagt het college de uitkering of
inkomensvoorziening conform hetgeen hierover is bepaald in de
Afstemmingsverordening WWB / WIJ, onverminderd de mogelijkheid tot
terugvordering van de ten onrechte ontvangen uitkering of
inkomensvoorziening.7Terugvordering1Het college maakt gebruik van haar bevoegdheid tot terugvordering
zoals bedoeld in de wet.2Voor zover de uitkering ten onrechte of tot een te hoog bedrag is
verleend als gevolg van het niet nakomen van de inlichtingenplicht
wordt tot terugvordering overgegaan ingevolge de artikelen 58, 59 en
60 van de WWB en conform de door het college vastgestelde
'Debiteurenplan'.3De verdere wijze van terug- en invordering is vastgelegd in de
beleidsregels inzake terugvordering.4Slotbepalingen8Uitvoering, nadere beleidsregels en onvoorziene situaties1De uitvoering van deze verordening berust bij het college.2Het college kan ten behoeve van de uitvoering van deze verordening
nadere beleidsregels stellen.3In situaties waarin deze verordening niet voorziet, beslist het
college.9HardheidsclausuleHet college kan in bijzondere gevallen, ten gunste van de belanghebbende
afwijken van de bepalingen van deze verordening, indien toepassing van
de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.10CiteertitelDeze verordening wordt aangehaald als: "Handhavingsverordening Werk en
Inkomen gemeente Noord-Beveland".11InwerkingtredingDeze verordening treedt in werking op 1 juli 2010 en vervangt de
"Fraudeverordening Wet werk en bijstand" vastgesteld op 16 september
2004.