CVDR72973_1Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2010nlregelingOisterwijk2018-01-30OisterwijkDe Nieuwsklok 03-12-2009OnbekendGemeentewetgemeenteraadfinanciën en economie2009-11-12De tekst in dit document is vrij van auteursrecht en
databankrecht2010-01-012010-01-01OnbekendOnbekendGeenVerordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2010Sector : Bestuurs- en managementondersteuning Afdeling : FinanciënAgendapunt :De raad van de gemeente Oisterwijk;gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 6
oktober 2009,nr. 09/61;gelet op artikel 226 van de Gemeentewet;b e s l u i t :vast te stellen deVerordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting
20101Belastbaar feitOnder de naam "hondenbelasting" wordt een directe belasting geheven ter zake
van het houden van een hond binnen de gemeente.2Belastingplicht1.Belastingplichtig is de houder van een hond.2.Als houder wordt aangemerkt degene die onder welke titel dan ook een
hond onder zich heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is.3.Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt
als het houden van een hond door een door de in artikel 231, tweede lid,
onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aan te wijzen
lid van dat huishouden.3Maatstaf van heffingDe belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden.4Belastingtarief
De belasting bedraagt per belastingjaar:
voor een eerste hond € 55,32
voor een tweede hond € 80,16
voor iedere hond boven het aantal van twee € 98,76
In afwijking in zoverre van het voorgaande lid bedraagt de belasting
voor honden, gehouden
in kennels die zijn geregistreerd bij de Raad op beheer op
kynologisch gebied in Nederland of
door handelaren in honden, die honden houden in het kader
van de uitoefening van een bedrijf, waarvoor een vergunning als bedoeld in
artikel 2 van de Wet op de dierenbescherming van kracht is,
per kennel, respectievelijk per handelaar € 228,48
Het tweede lid blijft buiten toepassing indien belastingplichtige
schriftelijk verzoekt de verschuldigde belasting vast te stellen naar het
werkelijk aantal honden, indien blijkt dat het bedrag lager is dan het op
voet van het tweede lid bepaalde bedrag.
5VrijstellingenDe belasting wordt niet geheven ter zake van honden:
die jonger zijn dan drie maanden, voor zover zij gelijktijdig met de
moederhond door dezelfde persoon worden gehouden;
die uitsluitend worden gebruikt om blinde personen te leiden;
die door de "Stichting sociale honden voor gehandicapten Nederland"
als gehandicaptenhond aan een gehandicapte ter beschikking zijn
gesteld;
waarvan de houder in het bezit is van een geldend diploma der
Koninklijke Nederlandse politiehondenvereniging, mits de houder zich
verbindt zijn hond met een geleider aan wiens bevelen de hond
gehoorzaamt, op aanvraag ter beschikking van de politie te
stellen;
die aanwezig zijn in een asiel waarvoor een vergunning als bedoeld
in artikel 2 van de Wet op de dierenbescherming (Wet van 25 januari
1961, Stb. 19) is verleend;
waarvan de houder geen ingezetene van de gemeente is en de hond niet
langer dan 21 dagen in het belastingjaar in de gemeente
verblijft.
6BelastingjaarHet belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.7Wijze van heffingDe belasting wordt bij wege van aanslag geheven.8Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang1.De belasting is verschuldigd bij de aanvang van het belastingjaar of, zo
dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.2.Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, dan
wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de
belasting, respectievelijk de hogere belasting ter zake van het
toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten
van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de
aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het
aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.3.Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan
wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert,
bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de
voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de
beëindiging van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van
het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.9KwijtscheldingBij de invordering van hondenbelasting wordt geen kwijtschelding
verleend.10Termijn van betaling1.In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990
moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de
eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in
de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee
maanden later.2.In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, zolang de
verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso
kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in
zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het
aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar waarin de aanslagen worden
opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen
tenminste twee en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt
één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende
termijnen telkens een maand later. 3.De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande
leden gestelde termijnen.11Nadere regels door het college van burgemeester en wethoudersHet college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met
betrekking tot de heffing en invordering van de hondenbelasting.12Inwerkingtreding en citeertitel
De "Verordening hondenbelasting 2009" van 13 november 2008,
vastgesteld door de raad van de gemeente Oisterwijk, wordt
ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van
ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing
blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben
voorgedaan.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na
die van de bekendmaking.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.
Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening hondenbelasting
2010".
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente
Oisterwijkop 12 november 2009,griffier, de voorzitter,Nelleke van Wijk, Hans Janssen.