CVDR635476_1Ondermandaatbesluit ODH 2020nlregelingOmgevingsdienst Haaglanden2020-01-01Zuid-Hollandbgr-2019-1068Ondermandaatbesluit ODH 2020Algemene wet bestuursrecht, art. 10:1 en volgende gemandateerde functionarismilieuruimtelijke ordening, verkeer en vervoer2019-12-24De tekst in dit document is vrij van auteursrecht en
databankrecht2020-01-012021-01-01besluitODH-2019-00149272ondermandaat volmacht machtigingGeenDit besluit vervangt het Ondermandaatbesluit ODH april 2019Ondermandaatbesluit ODH 2020De directeur (ondermandaatgever) van de Omgevingsdienst Haaglanden (ODH),-overwegende dat het om redenen van doelmatigheid wenselijk is de uitoefening van daarvoor in aanmerking komende bevoegdheden op te dragen aan ondergeschikte ambtenaren of aan anderen;
gelet op afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht;
de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Haaglanden, in het bijzonder artikel 4 lid 6;
Burgerlijk Wetboek Boek 7;
de op de ODH van toepassing zijnde cao;
de door Gedeputeerde Staten van Zuid Holland aan de directeur van de Omgevingsdienst Haaglanden verleende mandaten;
het Mandaatbesluit Omgevingsdienst Haaglanden 2012 zoals vastgesteld door de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Delft, Den Haag, Leidschendam-Voorburg, Midden-Delfland, Rijswijk, Wassenaar, Westland en Zoetermeer;
het Mandaatbesluit Omgevingsdienst Haaglanden 2013 zoals vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Pijnacker-Nootdorp;
het Delegatiebesluit omgevingsdienst Haaglanden;
het Besluit verlening mandaat, volmacht en machtiging aan de directeur omgevingsdienst Haaglanden;
de Financiële verordening Omgevingsdienst Haaglanden;
het Treasurystatuut Omgevingsdienst Haaglanden;
de Budgethoudersregeling ODH.
Besluitvast te stellen het volgende Ondermandaatbesluit ODH april 2019 en de daarmee een onlosmakelijke eenheid vormende bijlage.1Algemene bepalingen1.De bepalingen van dit besluit zijn, voor zover niet anders is bepaald, van toepassing op de uitoefening van de bevoegdheden in de bij dit besluit behorende bijlage. 2.De bevoegdheden van dit besluit worden uitgeoefend binnen de kaders van
de mandaatbesluiten van de aangesloten partners;
het Delegatiebesluit Omgevingsdienst Haaglanden;
het Besluit verlening mandaat, volmacht en machtiging aan de directeur Omgevingsdienst Haaglanden zoals aanvaard in het Instemmingsbesluit Omgevingsdienst Haaglanden;
de Financiële verordening Omgevingsdienst Haaglanden;
het Treasurystatuut ODH;
de Budgethoudersregeling ODH.
3.Het ondermandaat dan wel volmacht omvat, met betrekking tot de onderwerpen genoemd in de bijlage, voor zover niet anders is bepaald, de bevoegdheid tot het nemen van besluiten waaronder wordt verstaan verlenen, actualiseren, weigeren, (op verzoek van de vergunninghouder) intrekken of wijzigen, aanhouden, stellen van nadere voorwaarden en het niet in behandeling nemen van onvolledige aanvragen. 4. De ondergemandateerde dan wel gevolmachtigde is met betrekking tot de gemandateerde dan wel verleende bevoegdheden tevens bevoegd tot
het verrichten van alle benodigde voorbereidingshandelingen;
het voeren van correspondentie;
het verstrekken van informatie;
het inwinnen van adviezen;
het uitnodigen voor bijeenkomsten
5.De uitoefening van de in dit besluit genoemde bevoegdheden moet passen binnen
de (deel-)budgetten die daarvoor in de begroting zijn opgenomen;
regelgeving, beleidsregels, bestaand beleid, richtlijnen, voorschriften en dergelijke.
6.Indien in het kader van de uitoefening van de bevoegdheden als bedoeld in dit besluit meer afdelingen en instanties zijn betrokken, dient de ondergemandateerde ervoor te zorgen dat zowel intern als extern advies wordt ingewonnen en overleg plaatsvindt voordat er een beslissing wordt genomen. 7.De ondergemandateerde dan wel gevolmachtigde treedt, vóór uitoefening van het mandaat dan wel volmacht, in overleg met de mandaatgever dan wel volmachtgever indien de uitoefening van het ondermandaat dan wel volmacht bestuurlijk of politiek gevoelig is. 8.In geval van afwezigheid of verhindering van functionarissen aan wie bij of krachtens dit besluit bevoegdheden zijn toegekend, worden deze bevoegdheden uitgeoefend door hun plaatsvervanger of degene die de functionaris als waarnemer vervangt, tenzij bij de aanwijzing als plaatsvervanger of waarnemer anders is bepaald. 9.De hiërarchisch leidinggevende kan zijn besluit in de plaats stellen van het voorgenomen besluit van de ondergemandateerde of van diens plaatsvervanger. 10.In de gevallen waarin het ondermandaat feitelijk wordt uitgeoefend kan het stuk worden voorzien van een elektronische handtekening (EH), conform de daarvoor geldende procedure. Die procedure kan per ondermandaatregel verschillend zijn. 11. In afwijking van het eerste lid wordt voor de mandaten verkregen van de gemeenten Rijswijk en Zoetermeer gebruikt de bijlage bij het Besluit verlening ondermandaat, volmacht en mandaat gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Haaglanden 2018 (Blad gemeenschappelijke regeling 2017, 746).Verboden1.Onverminderd het bepaalde in artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht heeft het in de voorgaande artikelen bedoelde ondermandaat, de volmacht dan wel de machtiging géén betrekking op:
het vaststellen van beleidsregels;
het nemen van een besluit dat leidt tot afwijking van of aanvulling op het tot dan toe gevoerde beleid;
het nemen van een besluit in afwijking van een beleidsregel op grond artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht of met gebruikmaking van een hardheidsclausule in een wettelijke regeling;
het beslissen op een bezwaarschrift, tenzij in de bijlage bij dit besluit daartoe mandaat is verleend;
het nemen van een besluit waarbij afgeweken wordt van wettelijk verplichte adviezen;
het vaststellen van een verweerschrift in bezwaarzaken waarin de beslissing op bezwaar wordt genomen door een van de mandaatgevers;
besluiten voor Gedeputeerde Staten gebaseerd op het van toepassing zijn van de hardheidsclausule.
2.Het gebruik van handtekeningstempels is niet toegestaan.3Actualisering en verantwoordingTen minste aan het begin van ieder kalenderjaar wordt de ondermandatenlijst voor zover noodzakelijk geactualiseerd.4Intrekking ondermandaatbesluit 1. Het Besluit verlening ondermandaat, volmacht en mandaat gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Haaglanden april 2019 (Blad gemeenschappelijke regeling 2019, 330) zoals gewijzigd bij besluit van 18 april 2019 (Blad gemeenschappelijke regeling 2019, 400) wordt ingetrokken. 2.De bijlage van het Besluit verlening ondermandaat, volmacht en mandaat gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Haaglanden 2018 (Blad gemeenschappelijke regeling 2017,746) blijft van toepassing op de mandaten verleend door de gemeente Zoetermeer.5Slotbepaling1.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2020.2. Dit besluit wordt aangehaald als: Ondermandaatbesluit ODH 2020. Den Haag, 24 december 2019De directeur, ir. L.P. KlaassenLijst ondermandaten, volmachten en machtigingen Omgevingsdienst Haaglanden 2019 vastgesteld op 24 december 2019Leeswijzer voor de tabel:oorspronkelijk bevoegd orgaan:GS = gedeputeerde staten (eventueel met nummer uit mandaatbesluit)B&W = college van burgemeester & wethouders (eventueel met nummer uit uniform mandaatbesluit)AB = algemeen bestuur van de ODHDB = dagelijks bestuur van de ODHVz = voorzitter van de ODH/ = ieder voor zover bevoegdDaar waar een ondermandaat schijnbaar twee maal in de lijst is opgenomen, is het verschil meestal zichtbaar in deze kolom.In die gevallen is aan het mandaatnummer een letter toegevoegd per mandaatverlener: a= PZH, b= gemeenten, c= AB / DB / Vz, d= overige.Ondermandaat aan:AH=afdelingshoofdzonder toevoeging: het betreft alle afdelingshoofdenmet toevoegingen: -T&V=Toetsing&Vergunningverlening, -T&H=Toezicht&Handhaving, -BV=Bedrijfsvoering, betreft slechts de genoemde functionarisTL=teamleider met toevoegingen: -T&V=Toetsing&Vergunningverlening,-T&H=Toezicht&Handhaving of -BV=Bedrijfsvoering, betreft alle teamleiders binnen de betreffende afdelingmet toevoegingen: -FPC=Financien,Planning&Control of -ICT=ICT of -O=Organisatie, betreft de teamleider van dat teamjuristen-BV = juristen van de afdeling bedrijfsvoeringVz-OR = voorzitter van de ondernemingsraadvice-Vz-OR = vice-voorzitter van de ondernemingsraadsoort:Md = mandaatOm = ondermandaatVm = volmachtMtg = machtigingClausules:Financiële clausules (FC) alle exclusief BTW:FC1 = maximaal € 100.000,- per gevalFC2 = maximaal € 10.000,- per gevalFC3 = maximaal € 5.000,- per geval Voor de taken namens de provincie uitgevoerd geldt de volgende provinciale clausule (PC): PC1 = Kan niet ondergemandateerd worden; de directeur Omgevingsdienst pleegt altijd vooroverleg met het afdelingshoofd (lees: de directeur van het betreffende beleidsveld) en de portefeuillehouder bij toepassing van mandaten die door de directeur Omgevingsdienst niet in ondermandaat mogen worden gegeven aan onder zijn verantwoordelijkheid vallende leidinggevenden, tenzij dat ten aanzien van een concreet mandaat in de mandaatlijst anders is bepaald. (art. 5 tweede lid Mandaatbesluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland voor de Omgevingsdienst Haaglanden 2018)Lijst van afkortingen
AmvB: Algemene Maatregel van Bestuur
Art.: artikel
Asv: Algemene subsidieverordening Zuid-Holland
Awb: Algemene wet bestuursrecht
BenW: Burgemeester en Wethouders
Bgs: Besluit geluidproductie sportmotoren
Bhvbz: Besluit hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden
Bibob: Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur
Bor: Besluit omgevingsrecht
Brzo: Besluit risico's zware ongevallen 2015
Bsb: Bodemsanering bedrijfsterreinen
Bssa: Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen
BW: Burgerlijk Wetboek
cao: collectieve arbeidsovereenkomst
GS: Gedeputeerde Staten
Gww: Grondwaterwet
MER: Milieu Effect Rapportage
PMV: Provinciale milieuverordening Zuid-Holland
PS: Provinciale Staten
PZH: Provincie Zuid-Holland
RIE: Richtlijn industriële emissies
vvgb: verklaring van geen bedenkingen
WABO: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
Wbb: Wet bodembescherming
Wgh: Wet geluidhinder
Wm: Wet milieubeheer
Wnb: Wet natuurbescherming
Whbvz: Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden
Wob: Wet openbaarheid van bestuur
Wro: Wet ruimtelijke ordening
Nr.Aan de algemeen directeur krachtens mandaat, volmacht, machtiging of rechtstreeks toekomende bevoegdheidJURIDISCHE GRONDSLAGOORSPRONKELIJK BEVOEGD ORGAANSOORTVERLEEND AANINSTRUCTIE / OPMERKINGBEPERKINGALLE AFDELINGENPROVINCIEWET / GEMEENTEWETAA01bekendmaking en elektronische kennisgeving door middel van publicatie in de Staatscourant, het Blad Gemeenschappelijke regeling, het provincieblad van deelnemende provincies of het gemeenteblad van deelnemende gemeentenart. 136 Provinciewet / art. 56aa en volgende WGR / Verordening elektronische kennisgeving en bekendmaking ODHAB / DB / VzMtgAH-BVjuristen-BVAA02Openbare kennisgeving van vergaderingen van het algemeen bestuurArt. 19 Provinciewet / art. 22 en 52 Wgr / Verordening elektronische kennisgeving en bekendmaking ODHVzMtgAH-BVjuristen-BVOpenbare kennisgeving in het Publicatieblad gemeenschappelijke regeling ODHAA03het aangaan en beëindigen van privaatrechtelijke overeenkomsten en de daarbij geldende aanbestedingsprocedure, met uitzondering van onroerende zaken art. 4 GRArt. 4 lid 1 Besluit verlening mandaat, volmacht en machtiging aan de directeur ODHVmAHIeder voor de eigen afdelingFinanciële clausuleFC1AA04handelingen ter voorbereiding van rechtsgedingen, bezwaarprocedures, administratieve beroepsprocedures of de geschillencommissie personele aangelegenheden ODH namens de omgevingsdienst art. 4 GR AB / DB / VzMtgAHTL-OTL-O alleen voor gedingen en procedures in personele aangelegenhedenVoor zover niet elders in dit besluit in het bijzonder geregeldAA05handelingen niet ter voorbereiding van rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratief beroepsprocedures, namens de omgevingsdienst art. 4 GR AB / DB / VzMtgAHTLVoor zover niet elders in dit besluit in het bijzonder geregeldOPENBAARHEID VAN INFORMATIEAA06bhandelingen naar aanleiding van een verzoek om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuurart. 6 Wet openbaarheid van bestuur B&W (22)geengeen-indien sprake is van zaken die politiek, personeel of publicitair gevoelig zijn dient het verantwoordelijk collegelid van B&W te worden geïnformeerdHieronder begrepen:Informerende briefAA06chandelingen naar aanleiding een verzoek om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuurart. 6 Wet openbaarheid van bestuur AB / DB / VzgeengeenAA07aHet uitoefenen van bevoegdheden op grond van de Wob.Wet openbaarheid van bestuur GS (RAA10)geengeenHet mandaat omvat zowel de bevoegdheid tot het nemen van besluiten en het verrichten van handelingen strekkend tot passieve openbaarmaking (art. 3 Wob), als tot het nemen van besluiten en het verrichten van handelingen strekkend tot actieve openbaarmaking (art. 8 Wob).Uitoefening van het mandaat vindt plaats met inachtneming van een door het college van Gedeputeerde Staten te geven werkinstructie Wob, alsmede met inachtneming van de door het college van Gedeputeerde Staten vastgestelde beleidsregels inzake actieve openbaarheid, zoals deze op het moment waarop het onderhavige mandaat wordt uitgeoefend geldend zijn. Onverminderd het bepaalde in artikel 5, eerste lid van het mandaatbesluit, zendt de directeur van de omgevingsdienst in de eerste week van elke kalendermaand een overzicht aan Gedeputeerde Staten van alle bij de omgevingsdienst ingediende verzoeken om passieve openbaarheid, alsmede informatie over de stand van zaken van in de behandeling zijnde verzoeken.AA07bbeslissen op een verzoek om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur art. 6 Wet openbaarheid van bestuur B&W (22)geengeen-na melding van Wob verzoek en zonodig afstemming met juristen van de afdeling BV,-indien sprake is van zaken die politiek, personeel of publicitair gevoelig zijn dient het verantwoordelijk collegelid van B&W te worden geïnformeerdAA07c beslissen op een verzoek om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuurart. 6 Wet openbaarheid van bestuur AB / DB / Vzgeengeen-na melding van Wob verzoek en afstemming met juristen van de afdeling BV,-indien sprake is van zaken die politiek, personeel of publicitair gevoelig zijn dient het DB van de ODH te worden geïnformeerdAA08aBesluiten op grond van hetgeen is bepaald bij of krachtens hoofdstuk 19 WmHoofdstuk 19 WmGS (RMV04)GS (RH07)OmAH-T&VAH-T&HHet mandaat geldt niet met betrekking tot inrichtingen waarop het Brzo van toepassing is of waartoe een installatie behoort voor een industriële activiteit in categorie 4 van Bijlage 1 van de RIE.AA08bHet nemen van besluiten op grond van de hoofdstuk 19 van de Wet milieubeheer inzake de openbaarheid van milieu-informatieHoofdstuk 19 WmB&W (15)OmAH-T&VAH-T&HInzake gemeentelijke taken:LET OP: o.g.v. art. 19.2 Wet milieubeheer heeft de burgemeester een actieve informatieverstrekkingsplicht; deze is niet gemandateerd aan de directeur ODHAA09Het nemen van besluiten op grond van de overige artikelen van de Wet openbaarheid van bestuur. Wet openbaarheid van bestuur (overige artikelen)AB / DB / VzOm + mtgAH-T&VAH-T&HOverige artikelen Wob omvat heteen niet in AA06 t/m AA08 is geregeld.Omvat mede het verzoek om zienwijze bij een voornemen daartoe.ALGEMENE WET BESTUURSRECHTAB01aBesluiten op grond:a.art. 4:5 en 4:6, Awb (vereenvoudigde wijze van afdoen en afdoen herhaalde aanvraag);b.art. 4.7 en 4:8, Awb (horen);c.afdeling 4.1.3, Awb (opschorten beslistermijn).Algemene wet bestuursrecht: art. 2:1, 2e lid, art.2:3 , afdeling 3.3 en art. 3:43,art. 3:44, art. 4:4, art. 4:5, art. 4:6, art. 4:7, art. 4:8, art. 4:11, art. 4:14, GS (RAA02)OmAHTLUitgezonderd d. besluiten over dwangsommen bij niet tijdig beslissen ; zie AB02ae.titel 4.4, Awb (bestuursrechtelijke geldschulden) m.u.v. afdeling 4.4.4, Awb (aanmaning en invordering bij dwangbevel) ; zie AB25af. art. 8:51a, 8:51b, 8:51c, 8:80a en 8:80b, Awb (bestuurlijke lus en tussenuitspraak) ; zie AB23ag.afdeling 3.4 Awb (openbare voorbereidingsprocedure van toepassing verklaren); zie AB27aAB01bbevoegdheden met betrekking tot het totstandkomen van besluiten en beschikkingen-verlangen van een schriftelijke machtiging van een gemachtigde -door- of terugzenden van geschriften kennelijk bestemd voor een ander bestuursorgaan-bevoegdheden m.b.t. externe advisering -het volgen van de openbare voorbereidingsprocedure-mededeling van besluiten-het vaststellen van (aanvraag)formulieren-verzoeken aan aanvrager om t.a.v. de aanvraag aanvullende gegevens te verstrekken-besluit tot het niet in behandeling nemen van een aanvraag wegens onvolledigheid-horen van aanvrager/andere belanghebbenden-informatie omtrent beslistermijnen-het verlengen Algemene wet bestuursrecht: art. 2:1, 2e lid, art.2:3 , afdelingen 3.3 en 3.4 art. 3:43,art. 3:44, art. 4:4, art. 4:5, art. 4:6, art. 4:7, art. 4:8, art. 4:11, art. 4:14, afdeling 4.1.3 B&W(1 + 2a / 2c)OmAHTLUtgezonderd het besluiten over dwangsommen bij niet tijdig beslissen (zie AB02)AB01cbevoegdheden met betrekking tot het totstandkomen van besluiten en beschikkingen-verlangen van een schriftelijke machtiging van een gemachtigde -door- of terugzenden van geschriften kennelijk bestemd voor een ander bestuursorgaan-bevoegdheden m.b.t. externe advisering -bekendmaking en mededeling van besluiten-verzoeken aan aanvrager om t.a.v. de aanvraag aanvullende gegevens te verstrekken-besluit tot het niet in behandeling nemen van een aanvraag wegens onvolledigheid-horen van aanvrager/andere belanghebbenden-informatie omtrent beslistermijnen-het verlengen van de beslistermijnAlgemene wet bestuursrecht: art. 2:1, 2e lid, art.2:3 , afdelingen 3.3 en 3.4,art. 3:41, art. 3:43 art. 3:44, art. 4:4, art. 4:5, art. 4:6, art. 4:7, art. 4:8, art. 4:11, art. 4:12paragraaf 4.1.3.1AB / DB / VzOm/MtgAH/TLIeder voor de eigen afdelingUitgezonderd:-het volgen van de openbare voorbereidingsprocedure-het vaststellen van (aanvraag-)formulierenAB02a-besluiten over dwangsommen bij niet tijdig beslissenAlgemene wet bestuursrecht, paragraaf 4.1.3.2 GS(RAA02) OmAHAB02b-beslissen op een ingebrekestelling op grond van de AwbAlgemene wet bestuursrecht, paragraaf 4.1.3.2 B&W(2)OmAHAB02c-beslissen op een ingebrekestelling op grond van de AwbAlgemene wet bestuursrecht, paragraaf 4.1.3.2AB / DB / VzOmAHAB09aBesluiten inzake bestuursrechtelijke procedures niet zijnde besluiten inzake verzoeken om toepassing van rechtstreeks beroep (art. 7:1a Awb).:-Proceshandelingen in bestuursrechtelijke procedures zoals het voeren van verweer, indien het besluit in mandaat is genomen door de directeur Omgevingsdienst of een onder zijn verantwoordelijkheid vallende leidinggevendeHfdst 6 t/m 8 AwbGS(RAA01)Om /MtgAHTLN.b.Op een verzoek om toepassing van rechtstreeks beroep kan op grond van art. 10:3 Awb niet worden beslist door degene die het besluit waartegen een bezwaar zich richt in mandaat heeft genomen. Voor besluiten inzake verzoeken om toepassing van rechtstreeks beroep zie AB18a-voor het verlenen van een machtiging voor het voeren van het woord ter zitting zie AB11aHet betreft feitelijke en proces handelingen en niet het nemen van beslissingen op bezwaar.AB09bHet uitvoeren van alle (rechts)handelingen inzake bestuursrechtelijke proceduresHfdst 6 t/m 8 AwbB&W(7)Om /MtgAHOmvat in ieder geval:-Indienen van verweerschriften in procedures die tegen het college worden gevoerd.-Vragen van uitstel van behandeling van bezwaar- en beroepszaak en het verrichten van andere proceshandelingen.-Het voeren van verweer ter zitting namens het college in bestuursrechtelijke procedures.-Het voeren van het woord als derde-belanghebbende ter zitting, alsmede het verlenen van een machtiging voor het voeren van het woord ter zitting, namens het college in bestuursrechtelijke procedures.AB11a-het eenmalig dan wel doorlopend machtigen van medewerkers of externe adviseurs om GS te vertegenwoordigen in bestuursrechtelijke procedures -Het eenmalig dan wel doorlopend machtigen van medewerkers of externe adviseurs om namens GS ter zitting, binnen de grenzen van het geschil en het daarmee gepaarde gaande financiële belang, mee te werken aan finale geschillenbeslechting en toezeggingen ten aanzien daarvan te doen.o.a. art. 8:59 AwbGS(RAA03)geengeenDit betreft de procedures tegen de besluiten van de bestuursorganen van de provincie bij de rechterlijke macht of bij de afd. bestuursrechtspraak van de Raad van State of bij de sector bestuursrecht bij de rechtbank, of in procedures bij andere administratief rechterlijke collegesInzake provinciale taken:PC1 InformatieplichtArtikel 5, derde lid van het mandaatbesluit is niet van toepassing.AB12Bezwaarschriften-doorzending onjuist ingediend bezwaar- of beroepschrift aan het bevoegde orgaan en mededeling daarvan aan de indiener2:3, 6:15 lid 1 en 2 Awb AB / DB / VzMtgAHTLHet betreft alle bezwaarschiftenAB13-bevestigen ontvangst bezwaar-in kennis stellen derde-belanghebbendenAB / DB / VzMtgAH-BVTL-BVDit betreft niet de bezwaren tegen de besluiten van de bestuursorganen van de deelnemende partijenAB14beslissingen en afspraken in verband met de beslistermijno.a. art. 7:10 AwbAB / DB / VzOm/Vm/MtgAHTL-BVDit betreft niet de bezwaren tegen de besluiten van de bestuursorganen van de deelnemende partijenAB15procedurele handelingen in verband met het horen in bezwaarhoofdstuk 6 en 7 AwbAB / DB / VzMtgAH-BVTL-BVJuristen-BVHet betreft o.a. de bezwaren door het personeel gemaaktDit betreft niet de bezwaren tegen de besluiten van de bestuursorganen van de deelnemende partijenAB16Beslissingen op grond van art. 7:4 Awb (inzake processtukken)Art. 7:4 AwbAB / DB / VzOm/MtgAH-BVTL-BVDit betreft niet de bezwaren tegen de besluiten van de bestuursorganen van de deelnemende partijenAB17aBesluiten op bezwaarschriften op grond van de Awb conform advies van de bezwarencommissie (art. 7:11 Awb) indien primair besluit genomen is door een onder de verantwoordelijkheid van de directeur Omgevingsdienst vallende leidinggevende.hoofdstuk 6 en 7 en art. 8:1 AwbGS (RAA05)geengeenDirecteur blijft exclusief bevoegd.Dit betreft de bezwaren tegen de besluiten namens GS .Omvat mede:-besluiten in het kader van de voorbereiding, zoals toepassing vanart. 2:2 (weigeren raadsman of vertegenwoordiger),en 7:10 (verdagen beslistermijn) Awb.NB. Conform art 2 lid 1 onder f van dit ondermandaatbesluit is het vaststellen van een verweerschrift in bezwaarzaken waarin de beslissing op bezwaar wordt genomen door een van de mandaatgevers voorbehouden aan de directeur.Inzake provinciale taken:PC1InformatieplichtArtikel 5, tweede lid van het mandaatbesluit is niet van toepassing.AB17bMANDAAT NIET VERLEEND Besluiten op bezwaarschriften op grond van de Awb indien het primair besluit genomen is door een onder de verantwoordelijkheid van de directeur Omgevingsdienst vallende leidinggevende.hoofdstuk 6 en 7 en art. 8:1 AwbB&W(geen)geengeenNB. Conform art 2 lid 1 onder f van dit ondermandaatbesluit is het vaststellen van een verweerschrift in bezwaarzaken waarin de beslissing op bezwaar wordt genomen door een van de mandaatgevers voorbehouden aan de directeur. Inzake gemeentelijke taken:Is er geen mandaat verleend aan de directeur. AB17cNemen van besluiten op bezwaar:het beslissen op bezwaarschriften, behoudens die zaken waarbij in eerste aanleg door het algemeen bestuur onderscheidenlijk het dagelijks bestuur of voorzitter is beslist.hoofdstuk 6 en 7 en art. 8:1 AwbAB / DB / VzgeengeenHet betreft o.a. de bezwaren door het personeel gemaaktDit betreft niet de bezwaren tegen de besluiten van de bestuursorganen van de deelnemende partijenAB18aBesluiten inzake verzoeken om toepassing van rechtstreeks beroepart. 7:1a AwbGS (RAA01)geengeenN.B. Op een verzoek om toepassing van rechtstreeks beroep kan op grond van art. 10:3 Awb niet worden beslist door degene die het besluit waartegen een bezwaar zich richt in mandaat heeft genomen.AB18bMANDAAT NIET VERLEEND Besluiten inzake verzoeken om toepassing van rechtstreeks beroepart. 7:1a AwbB&W(geen)geengeenInzake gemeentelijke taken:In het art. 2 lid 4 van het mandaat aan de directeur is de bevoegdheid te beslissen op bezwaarschriften uitgesloten. AB19Handelingen die een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn daaronder begrepen het verstrekken en opvragen van algemene feitelijke informatieart. 4 lid 4 besluit mandaat volmacht en machtiging aan de directeur Omgevingsdienst HaaglandenAB / DB / VzMtgAHTLAB20caverweer en inlichtingen in (hoger) beroepsprocedures en voorlopige voorzieningen-het geven van schriftelijke inlichtingen aan de rechtbank-het opvragen van afschriften en uittreksels van omvangrijke stukken-verzending van op beroepschrift betrekking hebbende stukken aan rechtbank -het geven van schriftelijke inlichtingen en toezending stukken aan de rechtbank tijdens het vooronderzoek-bekendmaking uitspraak rechtbank die in de plaats treedt van een vernietigd besluit-toezending van op de zaak betrekking hebbende stukken bij verzoek om voorlopige voorzieningAlgemene wet bestuursrecht: art. 8:28art. 8:39, 3e lidart. 8:42, 1e lidart. 8:45art. 8:58art. 8:80art. 8:81 en 8:83, 1e lidAB / DB / VzMtgAHIndien sprake is van beroepszaken die politiek, personeel of publicitair gevoelig zijn dient het DB te worden geïnformeerdgeen ondermandaat voor het indienen van een verweerschrift AB20cbverweer in (hoger) beroepsprocedures en voorlopige voorzieningen-indiening verweerschriftAB / DB / VzgeengeenIndien sprake is van beroepszaken die politiek, personeel of publicitair gevoelig zijn dient het DB te worden geïnformeerdAB20ccVragen van uitstel van behandeling van (hoger) beroepszaak AB / DB / VzMtgAHAB21Beslissen op door rechterlijke instantie gedaan verzoek om mediationartikel 160 Gemeentewet, eerste lid, onder e Gemeentewet / art. 57 WGR / art. 10 GRB&W(7) / ABgeengeenAB22a-Het aanwijzen van functionarissen voor het voeren van mediationgesprekken en voor het aangaan en ondertekenen van mediationovereenkomsten;-Het maken van afspraken en het aangaan en ondertekenen van vaststellingsovereenkomsten naar aanleiding van mediationgesprekken.art. 158 Provinciewet / art. 57 WGR / art. 10 GRGS (RAA04)geengeenInzake provinciale taken:PC1Vaststellingsovereenkomsten als resultaat van mediationgesprekken mogen alleen in mandaat worden aangegaan en ondertekend, indien het conflict zijn oorsprong vindt in een besluit dat is genomen door de directeur Omgevingsdienst of een onder zijn verantwoordelijkheid vallende leidinggevende.InformatieplichtArtikel 5, derde lid van het mandaatbesluit is voor wat betreft het aanwijzen van functionarissen voor het voeren van mediationgesprekken niet van toepassing.AB22caHet aanwijzen van functionarissen voor het voeren van mediationgesprekkenen het aangaan en ondertekenen van overeenkomsten tot mediationArt. 2 Delegatiebeslut ODH jo.Art. 4 besluit verlening mandaat, volmacht en machtiging aan de directeur ODHABDBOmAHFinanciële clausuleFC3AB22cbHet maken van afspraken in mediationprocedures inhoudende:het maken van afspraken en het aangaan en ondertekenen van vaststellingsovereenkomsten naar aanleiding van mediationgesprekken.ABDBgeengeenAB23a-het nemen van besluiten inzake de bestuurlijke lusAfdeling 8.2.2A AwbGS (RAA02)geengeenAB23b-het nemen van besluiten inzake de bestuurlijke lusAfdeling 8.2.2A AwbB&W (2)geengeenAB23-het nemen van besluiten inzake de bestuurlijke lusAfdeling 8.2.2A Algemene wet bestuursrechtAB / DB / VzgeengeenAB24a-het nemen van besluiten inzake rechterlijke tussenuitspraakAfdeling 8.2.27 AwbGS (RAA02)geengeenAB24b-het nemen van besluiten inzake rechterlijke tussenuitspraakAfdeling 8.2.27 Algemene wet bestuursrechtB&W (2)geengeenAB24chet nemen van besluiten inzake rechterlijke tussenuitspraakAfdeling 8.2.27 Algemene wet bestuursrechtAB / DB / VzgeengeenAB25abesluiten tot invordering van bestuursrechtelijke geldschulden-Besluiten op grond van titel 4.4, Awb (bestuursrechtelijke geldschulden) m.u.v. afdeling 4.4.4, Awb (aanmaning en invordering bij dwangbevel);Titel 4.4 Algemene wet bestuursrechtGS (RAA02)OmAHInzake gemeentelijke taken: zie TH06Inzakeprovinciale taken:Uitgezonderd afdeling 4.4.4, Awb (aanmaning en invordering bij dwangbevel); deze zijn niet aan de ODH gemandateerdAB26b-behandelen van klachtenhoofdstuk 9 Algemene wet bestuursrecht B&W(7)MtgAHTLHet besluit om een klacht niet te behandelen blijft voorbehouden aan de directeur.Ieder voor klachten betreffende het handelen van ondergeschikten uit eigen afdeling/ eigen team. AB26c-behandelen van klachtenhoofdstuk 9 Algemene wet bestuursrecht AB / DB / Vz MtgAHTLHet besluit om een klacht niet te behandelen blijft voorbehouden aan de directeur.Ieder voor klachten betreffende het handelen van ondergeschikten uit eigen afdeling/ eigen teamAB27aBesluiten op grond:g.afdeling 3.4 Awb (openbare voorbereidingsprocedure van toepassing verklaren)Algemene wet bestuursrechtafdeling 3.4GS (RAA02)OmAHHet betreft geheel afdeling 3.4. PERSONELE AANGELEGENHEDENAP01Besluiten op grond van de ambtenarenwet en de Wet arbeid en zorg en daarop gebaseerde regelingenambtenarenwet, Wazo en daarop gebaseerde regelingen jo. art. 23 GRAB / DB / VzOm/ VmAHTLIeder voor de eigen afdeling of het eigen team.Dit (algemene) ondermandaat geldt niet voor besluiten die elders in deze bijlage zijn genoemd of aan een specifieke functionaris zijn verleend en voor zover de besluiten betrekking hebben op de directeur. -Niemand is bevoegd om een beslissing te nemen ten aanzien van zichzelf, zijn eigen functie of zijn eigen functioneren.AP02aAangaan en wijzigen van de arbeidsoverenkomstBW boek 7, Wet op de cao, personeelshandboekDB / VzOm/ VmAHTLIeder voor de eigen afdeling of het eigen team.Deze (algemene) volmacht geldt niet voor besluiten en volmachten die elders in deze bijlage zijn genoemd of aan een specifieke functionaris zijn verleend en voor zover de besluiten betrekking hebben op de directeur. Niemand is bevoegd om een beslissing te nemen ten aanzien van zichzelf, zijn eigen functie of zijn eigen functioneren.AP03Uitvoering Sociaal Statuut en Sociaal PlanSociaal Statuut AB / DB / VzOm/ VmAHBij twijfel over eenduidige uitleg Statuut na afstemming met adviseurs P&Ouitgezonderd zijn besluiten t.a.v. directeur en van personen over zichzelfAP04aregulier ontslag inclusief van werk naar werk trajectBW jo. hfdst 9 caoDB / VzOm/ VmAHvooraf is afstemming met directeur noodzakelijk In geval van ontslag wegens onbekwaamheid of ongeschiktheid, strafontslag blijft directeur exclusief bevoegdAP04bschorsing als ordemaatregelBW jo. hfdst 11 caoDB / VzOm/ VmAHvooraf is afstemming met directeur noodzakelijkAP05Disciplinaire straffen en maatregelencao en personeelshandboekDB / VzOm/ VmAHvooraf is afstemming met directeur noodzakelijkIn geval van strafontslag blijft directeur blijft exclusief bevoegdAP06 Besluiten op grond van het generatiepactRegelingen generatiepact ODH DBgeengeenDe regelingen laten geen ondermandaat toeAP07Accorderen van declaraties, aanvragen om financiële vergoeding van onkostenDB / VzOm/Vm/ MtgAHTLAP08Uitbetaling van het salaris, de vergoedingen, de toelagen en de uitkeringenBW, caoDB / VzVm/ MtgAHAP09Loondoorbetaling (daarin begrepen korting op de bezoldiging) bij ongeschiktheid tot het verrichten van de arbeidBW, cao hfst. 7DB / VzVmAHTL-FPC heeft Mtg tot feitelijke betalingAP10Vaststellingsovereenkomst boek 7 titel 15 BWDBVmAHna akkoord TL-P&O inzake tekst en akkoord TL-FIN inzake financiële consequentiesieder voor de eigen afdelingAP11Verklaring omtrent gedrag (VOG) aanvragentitel 2 afdeling 5 Wet justitiële en strafvorderlijke gegevensDBMtgJuristen-BVP&O adviseursP&O medewerkersMedewerkers rechtspositieOVERIGAO01aSubsidies Het aanvragen en verantwoorden van subsidies op basis van regelingen van andere overheidsorganen, het Rijk en de Europese Unie, alsmede het aangaan van uitvoeringsovereenkomsten ter verkrijging van deze subsidiesGS (RAA07)geengeenTen aanzien van de uitvoerings-overeenkomsten betreft het subsidies voor activiteiten die de provincie uitvoert.Inzake provinciale taken:PC1Het mandaat heeft geen betrekking op:- Het besluit om als leadpartner op te treden en daarmee (mede) de verantwoordelijkheid te dragen voor de uitvoering van projecten door derden.Het besluit om Gedeputeerde Staten te committeren aan het vaststellen van een subsidieregelingDe uitgezonderde besluiten blijven voorbehouden aan Gedeputeerde Staten. AO01bSubsidies besluiten tot het aanvragen van subsidies, bedoeld in artikel 4:21 van de Algemene wet bestuursrechtB&W(art 2 lid 3 mandaatbesluit)Vm en MtgAHNamens de gemeente ten behoeve van de uitvoering van de taken, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Gemeenschappelijke regeling ODHAO01cSubsidies Het aanvragen en verantwoorden van subsidies, alsmede het aangaan van uitvoeringsovereenkomsten ter verkrijging van deze subsidiesAB / DB / VzVm en MtgAH,Vz-OR,VcVZ-ORSubsidies voor de eigen bedrijfsvoering en het functioneren van de ondernemingsraadDe volmacht en machtiging aan Vz-OR en vice-Vz-OR zijn slechts geldig binnen het taakgebied van de ondernemingsraad, daarin begrepen de kosten van rechtsbijstand bij conflicten met de WOR-bestuurder. Voor hen geldt FC3AO02gerechtelijk bevel-het in ontvangst nemen van een gerechtelijk bevel waarbij de omgevingsdienst als rechtspersoon strafrechtelijk wordt gedagvaard 588 Wetb. SvAB / DB / VzMtgAHJuristen afdeling BVDirect overleg met directeur; dagelijks bestuur informeren in eerstvolgende vergaderingAO03 dagvaarding-het in ontvangst nemen van een dagvaardingAB / DB / VzMtgAHJuristen afdeling BVDirect overleg met directeur; dagelijks bestuur informeren in eerstvolgende vergaderingAO04bevel tot beslag leggen op salaris-het in ontvangst nemen van een bevel tot beslag leggen op salarisAB / DB / VzMtgJuristen-BVP&O adviseursP&O medewerkersMedewerkers rechtspositieAO06melden datalekken bij daartoe aangewezen instantieAB / DB / VzMtgAH-BVJuristen- BVna afstemming TL-ICTAO07Verstrekken gegevens aan CBSart. 158 Provinciewet / art. 57 WGRAB / DB / Vz MtgAHAFDELING BEDRIJFSVOERINGBV01Het houden van aanbestedingen-het houden van aanbestedingen-voeren van prijsonderhandelingen- het gunnen van opdrachten die zijn aanbesteed Art. 13 GRDB / VzVmAHFinanciële clausuleFC1BV02Huren/ingebruikneming van onroerende zaken van derdenBesluiten betreffende het huren, pachten of op enige andere wijze in gebruik nemen van onroerende zaken van derden en alle overige daarmee verband houdende zakenArt. 10 GRABOmAH-BVFinanciële clausuleFC1BV03Huren/ingebruikneming van onroerende zaken van derdenUitvoeren van besluiten betreffende het huren, pachten of op enige andere wijze in gebruik nemen van onroerende zaken van derden en alle overige daarmee verband houdende zakenArt. 13 onder b GRDB / VzVmAH-BVTL-BVBV04Inkoop-omvat het plaatsen van bestellingen-het voeren van onderhandelingen en het verrichten van correspondentie met leveranciers tot het moment van de aanschaf van de producten/diensten en de daarbij behorende nazorg-inkoop van dienstenArt. 8 Wgr AB / DB / VzVmAHTLVz-ORvice-Vz-ORGeldt niet voor aanbestedingen en diensten op het gebied van telecommunicatieFinanciële clausuleVoor AH geldt FC1Voor TL geldt FC3De volmacht aan Vz-OR en vice-Vz-OR is slechts geldig binnen het taakgebied van de ondernemingsraad, daarin begrepen de kosten van rechtsbijstand bij conflicten met de WOR-bestuurder. Voor hen geldt FC3BV05Telecommunicatiehet inhuren van diensten op het gebied van telecommunicatie incl. de aanschaf van de daarbij behorende nazorgArt. 8 WgrAB / DB / VzVmAH-BVTL-ICTFinanciële clausuleVoor AH-BV geldt FC1Voor TL- ICT geldt FC3BV06Beoordelen van aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad of uit overeenkomst -namens de omgevingsdienst afwijzen van aansprakelijkheid-namens de omgevingsdienst aanvaarden van aansprakelijkheid6:162 e.v. en 6:74 BWAB / DB / VzgeengeenBV08Werkgeversverklaringen-verklaringen betreffende de tewerkstelling van werknemers afgevenArt. 8 WgrAB / DB / VzMtgAH-BVmede-werkers P&OHet gebruik van stempels waarop alleen de bedrijfsnaam is vermeld, is toegestaanBV09Besluit tot vergoeding van schade aan personeel-Vergoeding van schade aan kleding, uitrusting of motorrijtuig-- een vergoeding toekennen wegens schade, buiten schuld of nalatigheid en tijdens de vervulling van de functie, geleden aan kleding of uitrusting niet zijnde een motorrijtuig in de zin van de WAM.-een vergoeding toekennen wegens schade, aan een hem toebehorend motorrijtuig in de zin van de WAM, welke de ambtenaar lijdt tengevolge van de vervulling van de functieBWDB / VzOm/ VmAHna afstemming AH-BV of TL-ICT aangaande het daarvoor beschikbare budget en de dekking door verzekeringenIeder voor schade geleden door ondergeschikten uit de eigen afdeling;Financiële clausuleFC2 en tevens maximaal het schadebedrag gedekt door de verzekering,BV10besluit tot vergoeding van overige schadeart. 7:611 BWDB / VzOm/ VmAHna afstemming AH-BV of TL-ICT aangaande het daarvoor beschikbare budget en de dekking door verzekeringenIeder voor schade geleden door ondergeschikten uit de eigen afdeling;Financiële clausuleFC2 dan wel, indien dat een lager bedrag is, maximaal het schadebedrag gedekt door de verzekering.BV11Vertegenwoordiging in rechteHet voeren van verweer in civiele en arbitrale procedures waarin de omgevingsdienst wordt gedagvaard.AB / DB / VzgeengeenBV12Het aanvangen van civiele incassoprocedures voor geldvorderingen AB / DB / VzVmAHNa in kennis stellen directeur.De uitvoering van incassoprocedures kan worden overgedragen aan afdeling BV, team FPC.Financiële clausuleFC1 voor zover het betreft de hoofdsomLET OP: Het besluit om op te treden in rechtsgedingen, niet zijnde civiele incassoprocedures, waarbij de omgevingsdienst optreedt als eisende partij valt niet onder deze volmacht maar valt onder die van titel 4.4. Awb en voor het overige blijft deze bevoegdheid exclusief van de directeur.BV13verhalen van schade-(rechts)personen aansprakelijk stellen voor schade welke voortvloeit uit het niet, niet tijdig of niet behoorlijk nakomen van een overeenkomst-(rechts)personen aansprakelijk stellen voor schade welke voortvloeit uit onrechtmatige daad-voegen als benadeelde partij in een strafrechtelijke procedure6:74 BW, 6:162 e.v. BW; BW Boek 7titel IIIa Wetb. SvAB / DB / VzVmAH-BVBV14aVerzekeringenAangaan, opzeggen, wijzigen van verzekeringenDBVmAH-BVBV14bVerzekeringen-beheren van verzekeringen (polissen en contracten)-derden aansprakelijk stellen voor schade aan eigendommen-aansprakelijkheid van de omgevingsdienst geheel of gedeeltelijk aanvaarden of afwijzen-bij aanvaarding aansprakelijkheid overgaan tot vergoeding-voegen als benadeelde partij in een strafrechtelijke procedureartikel 160 Gemeentewet / art. 158 Provinciewet / art. 57 WGR / Art. 13 GR6:174 BW6:162 e.v. BW; titel IIIa Wetb. SvDBVmAH-BVTLBVFinanciële clausuleFC2 en tevens maximaal het schadebedrag gedekt door de verzekering,BV15Betalingen-Verrichten van betalingen Art. 10, 13 en 15 GRAB / DB / VzVmAHTL-FPCBV16Treasurya.vaste geldleningenb.kas- en daggeldleningen aangaan ter voorziening in de behoefte aan financieringsmiddelen alsmede het beleggen van overtallige geldmiddelenc.aangaan van rekening courant overeenkomstend.afromen van de rekening courant (overtollige kasgelden)Art. 4,10 , 13 onder c en d en 15 GRAB / DBgeengeenHet Treasurystatuut behoudt zijn werkingBV17Bankgarantie :Besluiten in het kader van het beheren van een zekerheidstellingGS(RAA08)OmAH-BVTL-FPCZiet op terugsturen bij onvolledigheid, retourzenden na afronding van de werkzaamheden, het inroepen van de bankgarantie, mededelen dat de bankgarantie in ongerede is geraakt met melding dat geen beroep wordt gedaan op de bankgarantie.BV18Afschrijving of oninbaar verklaring van vorderingencivielrechtelijke + bestuursrechtelijke geldschuldenAB / DB / VzMtgAH-BVTL-FPCFinanciële clausuleVoor AH-BV geldt FC2Voor TL-FPC geldt FC3BV19Aangaan van betalingsregelingen met debiteuren civielrechtelijke + bestuursrechtelijke geldschuldenAB / DBVmAH-BVTL-FPCFinanciële clausuleVoor AH-BV geldt FC2Voor TL-FPC geldt FC3BV20Aangifte bij vernieling eigendom van omgevingsdienstArt. 13 GRDBVmAHTLMelding van aangifte aan agressiecoördinator BV21Ontvangen en verzenden van aangetekende poststukkenAB / DB / VzMtgAH-BVTL-ICTMedewerkers DIVAFDELING TOETSING & VERGUNNINGVERLENING MILIEUTV01aBesluiten omtrenta vergunningen op grond van de Wabo, tenzij er sprake is van besluten op grond van art. 3.1 Bor of besluiten die strijdig zijn met een provinciaal ruimtelijk belang;b het stellen van nadere voorwaarden na een gebruiksmelding brandveilig gebruik op grond van het Bouwbesluit;c maatwerkvoorschriften en besluiten op gelijkwaardigheidsverzoeken op grond van het Activiteitenbesluit milieubeheer.WaboGS(RMV01)OmAH-T&VInzake provinciale taken:betreft:-procedurestappen-ontwerpbesluit-besluitDaaronder vallen zowel vergunningverlening als intrekking van de vergunningInzake provinciale taken:Geldt niet voor besluiten ogv-art. 3 Wet Bibob.-Hoofdstuk 2 van de WABO met betrekking tot provinciale wegen, en voor zover betrekking hebbend op omgevingsvergunningen voor wegaansluitingen op provinciale wegen, reclame-uitingen op gebouwen, beplantingen en enkelvoudige uitwegen (enkelvoudige omgevingsvergunning).Het mandaat geldt eveneens niet met betrekking tot inrichtingen waarop het Brzo van toepassing is of waartoe een installatie behoort voor een industriële activiteit in categorie 4 van Bijlage 1 van de RIE.TV01bWet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)Het nemen van besluiten op grond van hoofdstuk 2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en procedurehandelingen in het kader van voorbereidingsprocedures op grond van Hoofdstuk 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrechtartt. 2.1, .2.2, 2.5 (twee fasen), art 2.6 (verandering ), art 2.31 (wijzigen)art 2.33 (intrekking), art. 3.18 (buiten behandeling)WaboB&W(8)OmAH-T&VInzake gemeentelijke takenIn de DVO wordt geregeld in hoeverre en voor welke procedurestappen van deze gemandateerde bevoegdheid gebruik kan worden gemaakt voor enkelvoudige en meervoudige omgevingsvergunningen met de activiteit milieu en voor het verlenen van een omgevingsvergunning beperkte milieutoets.Inzake gemengde bevoegdheden:In de gevallen waarin een verklaring van geen bedenkingen (vvgb) nodig is, wort deze in ondermandaat afgegeven door de TL- complexe bedrijven en kan het besluit o.g.v. de Wabo in ondermandaat niet door de TL- complexe bedrijven worden genomen.TV02Besluiten op grond van de Wabo :-een wettelijk advies op grond van art. 2.26, Wabo;-een verklaring van geen bedenkingen op grond van art. 2.27 of 2.28, WABO, aan het bevoegd gezag voor een onderdeel van de omgevingsvergunning zoals zoals bedoeld in de artikel 6.8 Bor, behoudens als het wettelijk verplicht advies uitsluitend betrekking heeft op een provinciale weg.-verzoek aan de gemeente tot wijziging of intrekking van een door de gemeente afgegeven omgevingsvergunning voor zover dit verzoek betrekking heeft op één of meerdere provinciale taken, behoudens als deze taak uitsluitend betrekking heeft op het provinciale wegbeheer.Besluiten op grond van artikel 11 Interimwet stad-en-milieubenadering.art. 2.26, 2.27 en 2.28, 3:11 Wabo jo. paragraaf 6.2 Bor jo. art. 8.1 lid 2 BorGS(RMV02)OmAH-T&VDaaronder vallen zowel de verklaring van geen bedenkingenvoor één onderdeel van de omgevingsvergunning als de verklarin van geen bedenkingen voor het totaal van de onderdelen van de omgevingsvergunning.Inzake provinciale taken:Geldt niet voor besluiten op grond van artikel 6.5 lid 4 en art 6.6 lid 1 BorIn de gevallen waarin een verklaring van geen bedenkingen nodig is, wordt deze in ondermandaat afgegeven door de TL- complexe bedrijven en moet het besluit o.g.v. de Wabo in ondermandaat door een andere TL-T&V worden genomen.TV04Het beoordelen van meldingen en rapportages ingevolge het gestelde in een voorschrift verbonden aan een omgevingsvergunningB&W(9)OmAH-T&VTL-T&VTV05Besluiten op grond van hetgeen is bepaald bij of krachtens Hoofdstuk 8, 10, met uitzondering van artikel 10:63 Wm, 13, 14 en 17 WmHoofdstuk 8, 10, 13, 14,17 WmGS(RMV04)OmAH-T&VBesluiten op grond van Hoofdstuk 19 Wm zijn wel en Wob-verzoeken zijn niet gemandateerd aan de ODH (zie ondermandaten AA06 t/m AA09)Het mandaat geldt niet met betrekking tot inrichtingen waarop het Brzo van toepassing is of waartoe een installatie behoort voor een industriële activiteit in categorie 4 van Bijlage 1 van de RIE.NB. De vergunningverlenende taak voor art. 10:63 Wm is opgedragen aan de omgevingsdienst Midden-HollandTV06Het in behandeling nemen en beoordelen van meldingen en rapportages en het nemen van besluiten ingevolge het gestelde bij of krachtens de artikelen in Hoofdstuk 8 en 10 van de Wet milieubeheerB&W(12)OmAH-T&VTV08aBesluiten in het kader van de MER, niet zijnde plannen en structuurvisies (hoofdstuk 7 Wm).Het mandaat geldt niet met betrekking tot inrichtingen waarop het Brzo van toepassing is of waartoe een installatie behoort voor een industriële activiteit in cat.4 van Bijlage 1 van de RIE.Hoofdstuk 7 Wet MilieubeheerGS(RMV13)OmAH-T&VIndien het betreft een vormvrije m.e.r.-beoordeling, als bedoeld in artikel 2, lid 5, sub b van het Besluit milieueffectrapportage in het kader van taken die geheel bij een andere omgevingsdienst zijn ondergebracht, dan besluit in dat geval de omgevingsdienst waar die taak geconcentreerd is ondergebracht. De betreffende omgevingsdienstdienst waarin de activiteit plaatsvindt moet om advies worden gevraagd.Inzake gemeentelijke takenis geen mandaat verleendTV08bBesluiten omtrent de verplichting tot het maken van een milieu effectrapportage als genoemd artikel 7.17 Wet milieubeheer in de gevallen genoemd in artikel 2, vijfde lid, Besluit Milieueffectrapportageartikel 2, vijfde lid, Besluit MilieueffectrapportageB&W(27)OmAH-T&VHet betreft de vormvrije m.e.r. beoordelingTV09Activiteiten besluit milieubeheer-het beslissen omtrent het overleggen van een akoestisch onderzoekart. 1.11, lid 5 AbmB&WOmAH-T&VTV11Alle bevoegdheden en besluiten die behoren tot de bevoegdheden van het college met betrekking artikel 81, artikel 99, artikel 110a en artikel 163 van de Wet geluidhinderB&W(24)OmAH-T&VHet betreft het nemen van een maatregelenbesluit, een reconstructiebesluit, het besluit om een hogere waarde voor de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting vast te stellen en het beheer van geluidszones rond industrieterreinen.TV13Wet vervoer gevaarlijke stoffenHet nemen van besluiten op grond van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen Wet vervoer gevaarlijke stoffenB&W(19)OmAH-T&VTV14Wet explosieven voor civiel gebruikHet nemen van besluiten op grond van de artikel 10 Wet explosieven voor civiel gebruik inzake het verlenen van een vergunning voor het overbrengen van explosievenartikel 10 Wet explosieven voor civiel gebruikB&W(25)OmAH-T&VTV 15Alle bevoegdheden en besluiten die geacht worden te behoren tot de bevoegdheden van het college voor het in de uitoefening van een bedrijf of nevenbedrijf ter beschikking stellen dan wel het ter beschikking stellen aanwezig hebben van consumentenvuurwerk, zoals bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordeningbijvoorbeeld art. 2:72 APV Den HaagB&W (26)OmAH-T&VAH-T&Hgemeente Wassenaarheeft dit mandaat niet verleendTV16Besluiten op grond van de Wnb (hoofdstuk 2, 3 en 4)*.GS(RMV18)OmAH-T&VN.B. toezicht en handhaving is opgedragen aan de omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid.Inzake provinciale taken:Betreft niet besluiten:-tot het vaststellen van N2000 beheerplannen;-omtrent goedkeuring van faunabeheerplannen;-op grond van de hardheidsclausule.Geldt voor het gehele grondgebied van Zuid-Holland.TV17Besluiten op grond van de Natuurschoonwet 1928Natuurschoonwet 1928GS(RMV19)OmAH-T&VBetreft advisering aan de belastingdienst.Inzake provinciale taken:Geldt voor het gehele grondgebied van Zuid-Holland. N.B. toezicht en handhaving is opgedragen aan de omgevingsdienst Zuid-Holland-Zuid.TV18Besluiten op grond van de OntgrondingenwetOntgrondingenwetGS(RMV21)OmAH-T&VGeldt voor het gehele grondgebied van Zuid-Holland.TV19Besluiten op grond van de Waterwet Waterwet GS(RMV22)OmAH-T&VGeldt voor het gehele grondgebied van Zuid-Holland.TV20Advisering o.g.v. MijnbouwwetMijnbouwwetGS(RMV05)OmAH-T&VGeldt voor het gehele grondgebied van Zuid-Holland.TV21Besluiten op grond van hetgeen is bepaald bij of krachtens het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen.Besluit stortplaatsen en stortverboden AfvalstoffenGS(RMV06)OmAH-T&VBetreft het verlenen van ontheffing voor bepaalde afvalstoffenTV22Besluiten op grond van hetgeen is bepaald bij of krachtens het Besluit lozen buiten inrichtingenLozingenbesluitGS(RMV08)OmAH-T&VOp grond van artikel 6.4 Waterwet zijn Gedeputeerde Staten bevoegd gezag voor het onttrekken grondwater of infiltreren van water ten behoeve van:a.industriële toepassingen, bij meer dan 150.000 m3 per jaar;b.de openbare drinkwatervoorziening of een bodemenergiesysteem.Buiten inrichtingen is de gemeente het bevoegd gezag voor lozingen op en in de bodem. Uitzondering hierop zijn de hiervoor genoemde lozingen als bedoeld in artikel 6.4 van de Waterwet, en lozingen, die plaatsvinden op een diepte van meer dan 10 meter beneden het maaiveld. Hiervoor zijn Gedeputeerde Staten bevoegd gezag (artikel 2.2 Besluit lozen buiten inrichtingen).Geldt voor het gehele grondgebied van Zuid-Holland.TV23Besluiten op grond van hetgeen is bepaald bij of krachtens het VuurwerkbesluitVuurwerkbesluitGS(RMV09)GS(RH06)OmAH-T&VAH-T&HTV24Besluiten op grond van hetgeen is bepaald bij of krachtens de PMV of de Omgevingsverordening omtrent ontheffingen voor activiteiten in milieubeschermingsgebieden voor grondwater. Provinciale MilieuverordeningGS(RMV10)OmAH-T&VBetreft mede het toekennen van schadevergoeding (benoeming commissie, horen ontheffinghouder, het vaststellen van de schade met inachtneming van de zienswijze van de ontheffinghouder). Voor het onderwerp milieubeschermingsgebieden voor grondwater blijft vooralsnog de PMV van kracht. Deze taak zal in het najaar van 2019 opgenomen worden in de Omgevingsverordening, waarbij de PMV dan komt te vervallen.Geldt voor het gehele grondgebied van Zuid-Holland.TV25Ambtshalve inschrijving in het GrondwaterregisterGS(RMV10A)MtgAH-T&VTL-T&VGeldt voor het gehele grondgebied van Zuid-Holland.TV26aOpvragen justitiële gegevensHet uitoefenen van de bevoegdheden op grond van de Wet Bibob, met uitzondering van het verwerken van het advies “ernstig gevaar” van het Landelijk Bureau Bibob.Wet BibobGS(RAA09)geengeenInzake provinciale taken:Het vragen van advies aan het Landelijk Bureau Bibob en het verwerken van dit advies kan niet in ondermandaat worden gegeven. InformatieplichtArtikel 5, derde lid van het mandaatbesluit is niet van toepassing.NB. Het mandaat omvat mede het, voorafgaand aan het vragen van advies aan het Landelijk Bureau Bibob, uit te voeren eigen onderzoek. Het verwerken van het advies “ernstig gevaar” van het Landelijk Bureau Bibob is voorbehouden aan Gedeputeerde Staten.TV26bOpvragen justitiële gegevensHet vragen van advies op basis van de Wet Bibob en het maken van afspraken naar aanleiding van het uitgebrachte advies (art. 9)Wet BibobB&W(20)geengeenAFDELING TOEZICHT & HANDHAVING MILIEUTH01aaToezichthoudersHet aanwijzen van personen belast met het houden van toezichtAfdeling 5.2 Algemene wet bestuursrechtGS(RAA06)OmAH-T&HTH01abBuitengewone opsporingsambtenarenHet aanwijzen van buitengewone opsporingsambtenaren Afdeling 5.2 Algemene wet bestuursrechtn.v.t.n.v.t.n.v.t.Het mandaat hiervoor aan de directeur ODH is per 1-1-2017 beëindigdTH01baToezichthoudersHet aanwijzen van personen belast met het houden van toezichtAfdeling 5.2 Algemene wet bestuursrechtB&W(11)OmAH-T&HInzake gemeentelijke taken:Beperkt tot het aanwijzen van ambtenaren belast met het houden van toezicht op de naleving op grond van artikel 5.10 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrechtTH01bbBuitengewone opsporingsambtenarenHet aanwijzen van buitengewone opsporingsambtenaren Afdeling 5.2 Algemene wet bestuursrechtB&W(11)geengeenInzake gemeentelijke taken:Beperkt tot het aanwijzen van ambtenaren belast met het houden van toezicht op de naleving op grond van artikel 5.10 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrechtTH02aaBesluiten op grond van Titel 5.3 en Titel 5.4, Awb, (herstelsancties en bestuurlijke boete)Het mandaat geldt niet met betrekking tot inrichtingen waarop het Brzo van toepassing is of waartoe een installatie behoort voor een industriële activiteit in categorie 4 van Bijlage 1 van de RIE.titel 5.3 en 5.4, AwbGS(RH04)geengeenBetreft mede besluit tot het opleggen van een spoedeisende last onder bestuursdwang, dan wel het toepassen van spoedeisende bestuursdwang, conform art. 5.31, Awb juncto 5.17, Wabo dan wel de schriftelijke bekrachtiging van de mondelinge aanzegging daartoe.Zie ondermandaat / machtiging TH 02ab voor besluiten tot voorbereidings- en uitvoeringshandelingenInzake provinciale taken:De verplichting tot het plegen van vooroverleg, als bedoeld in art. 5, tweede lid, is niet van toepassing bij een direct gevaar voor de menselijke gezondheid, dan wel dreiging daarvan dan wel bij aanmerkelijke gevolgen voor het milieu. In dat geval worden de portefeuillehouder en het afdelingshoofd van de provincie zo spoedig mogelijk door de directeur Omgevingsdienst geïnformeerd over de toepassing van het mandaat.Besluiten tot het opleggen van een last onder dwangsom en tot het opleggen van een last onder bestuursdwang kunnen niet in ondermandaat worden gegeven.TH02abBesluiten en (feitelijke) handelingen ter voorbereiding en uitvoering van:a.een last onder dwangsom;b.een last onder bestuursdwang;c.andere herstelsancties als bedoeld in hoofdstuk 5, Awbhoofdstuk 5 AwbGS(RH04)Om / MtgAH-T&HTL-T&HAH-T&VTL-T&VDe verplichting tot het plegen van vooroverleg, als bedoeld in art. 5, tweede lid, is niet van toepassing bij een direct gevaar voor de menselijke gezondheid, dan wel dreiging daarvan dan wel bij aanmerkelijke gevolgen voor het milieu. In dat geval worden de portefeuillehouder en het afdelingshoofd van de provincie zo spoedig mogelijk door de directeur Omgevingsdienst geïnformeerd over de toepassing van het mandaat.TH02bHet uitoefenen van toezicht en naleving , alsmede het nemen van sanctiebesluiten waaronder in ieder geval begrepen a.een bestuurlijke sanctie ;b.vorderingen om informatie in het kader van de controle op de naleving van regelgeving, alsmede de reacties op de in dit kader toegezonden informatie (art. 5:16, Algemene wet bestuursrecht);hoofdstuk 5 AwbB&W(3)Om / MtgAHHieronder valt ook het voeren van correspondentie in het kader van toezicht en handhaving, waaronder in ieder geval begrepen:-een constateringsbrief;-een waarschuwingsbriefBestuurlijke sancties zoals omschreven in de geldende handhavingsstrategieTH03Het nemen van een herstelsanctie op grond van titel 5.1 en 5.3 van de Algemene wet bestuursrecht jo. artikel 125 van de Gemeentewettitel 5.1 en 5.3 van de Algemene wet bestuursrecht jo. artikel 125 van de GemeentewetB&W(5)Om / MtgAH-T&HAH-T&VTH04aBesluiten op verzoeken van derden om bestuursrechtelijk / handhavend op te tredenGS(RH03)Om AH-T&HTL-T&HTH04bBesluiten op verzoeken van derden om bestuursrechtelijk / handhavend op te tredenB&W(4)Om AH-T&HTL-T&HTH05aBesluiten op grond van hetgeen is bepaald bij of krachtens de WaboWaboGS(RH05)OmAH-T&HHet mandaat geldt niet met betrekking tot inrichtingen waarop het Brzo van toepassing is of waartoe een installatie behoort voor een industriële activiteit in categorie 4 van Bijlage 1 van de RIE.TH05bHet uitoefenen van toezicht op de naleving en handhaving van het bij of krachtens de in artikel 5.1 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht genoemde wetten. Het nemen van besluiten en uitoefenen van de bevoegdheden op grond van paragraaf 5.1 tot en met 5.4 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrechtB&W(10)MtgAH-T&HTL-T&HTH06Het nemen van een besluit tot invordering van de kosten van bestuursdwang als bedoeld in artikel 5:25 en het invorderen van een dwangsom als bedoeld in artikel 5:37, eerste en tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, alsmede het nemen van besluiten tot restitutie van te veel betaalde dwangsombedragen of vermindering van het inningsbedrag vanwege verjaring van de invorderingsbevoegdheid op grond van de Algemene wet bestuursrecht alsmede het aanmanen en invorderen bij dwangbevel als bedoeld in artikel 4:112 en verder van de Algemene wet bestuursrechtB&W(6)OmAH-T&HAH-T&VTH07Besluiten op grond van hetgeen is bepaald bij of krachtens artikel 1.1a, hoofdstuk 8,10,13, 14 en 17 Wm. GS(RH07)Om AH-T&HLet op de deels verschillend en grotendeels overlappend verleende mandaten (zie ondermandaat TV05)Bij ongewone voorvallen en gevallen waarbij de stabiliteit van afvalvoorzieningen in het geding is, zal in spoedeisende gevallen voorafgaand vooroverleg niet altijd mogelijk zijn. Art.5, tweede lid, is dan niet van toepassing. In dat geval worden portefeuillehouder en afdelingshoofd van de provincie zo spoedig mogelijk geïnformeerd over de toepassing van het mandaat.Het mandaat geldt niet met betrekking tot inrichtingen waarop het Brzo van toepassing is of waartoe een installatie behoort voor een industriële activiteit in categorie 4 van Bijlage 1 van de RIE.Besluiten op grond van Hoofdstuk 19 Wm en Wob-verzoeken zijn gemandateerd aan de ODH (zie ondermandaten AA06 t/m AA09)TH08aaBesluiten betreffende het uitoefenen van toezicht op naleving van het bepaalde bijof krachtens de wet- en regelgeving zoals gemandateerd in dit besluit in de mandaatnummers RMV01 t/m RMV13, alsmede artikel 10:63 Wm.GS(RH02)Om / MtgAH-T&HTL-T&HBetreft mede: a.voorwaarschuwingsbriefb.acceptatie van een melding of beoordelen van rapportages op grond van vergunningvoorschriftenc.nemen van goedkeuringsbesluiten op basis van vergunningvoorschriften;d.het beoordelen van milieujaarverslagen overeenkomstig de bij of krachtens titel 12.3 Wm gestelde regels;e.vorderingen om informatie in het kader van de controle op de naleving van regelgeving, alsmede de reacties op de in dit kader toegezonden informatie (art. 5.16 Awb)NB. De vordering om informatie is een bevoegdheid bij art. 5:16 Awb rechtstreeks toegekend aan de toezichthouder en kan niet door de directeur worden uitgeoefend. TH08abHet naar aanleiding van de kenbaar gemaakte zienswijze(n) afzien van bestuursrechtelijk handhavend optreden.GS(RH02a)geengeenPC1TH091.Toezicht/handhaving op het aanwezig hebben van een begeleidingsbrief bij het vervoer van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen2.vorderingen om informatie in het kader van de controle op de naleving van regelgeving, alsmede de reacties op de in dit kader toegezonden informatieart. 18.2c WmGS(RH09)OmAH-T&HBetreft een mandaat o.g.v. art. 18.2c Wm (taak om zorg te dragen voor de bestuursrechtelijke handhaving van de bij of krachtens hoofdstuk 10 gestelde verplichtingen, voor zover zij betrekking hebben op het aanwezig hebben van een begeleidingsbrief bij het vervoer van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen als bedoeld in artikel 10.44 Wm).Dit mandaat heeft met name betrekking op vervoer tussen bedrijven.Ondermandatering van bestuurdwang met in acht nemen van ondermandaten TH02aa en TH02abDe vordering om informatie is een bevoegdheid bij art. 5:16 Awb rechtstreeks toegekend aan de toezichthouder en kan niet door de directeur worden uitgeoefend.TH10Het nemen van besluiten ingevolge het Besluit risico’s zware ongevallen 1999 inzake het beoordelen van het veiligheidsrapport en de daarmee samenhangende taken en bevoegdhedenBesluit risico’s zware ongevallen 1999B&W(21)OmAH-T&HInzake provinciale taken:Zijn de verleende mandaten per 1 mei 2013 vervallen.Inzake gemeentelijke taken:Dit mandaat is alleen door Den Haag en Westland verleend.TH11Besluiten op grond van hetgeen is bepaald bij of krachtens:
de Ontgrondingenwet;
de Omgevingsverordening Zuid-Holland voor de bevoegdheden betreffende ontgrondingen, bodemsanering, ontgassen van varende schepen en de milieubeschermingsgebieden voor grondwater;
de PMV voor wat betreft de milieubeschermingsgebieden voor grondwater;
het Besluit geluidproductie sportmotoren.
Ontgrondingenwet, PMV, Besluit geluidproductie sportmotoren.RH08OmAH-T&HLet op de deels verschillend en deels overlappend verleende mandaten (zie ondermandaten TV18TV24BS12)In de nieuwe Omgevingsverordening zullen grotendeels de bevoegdheden die voorheen in de PMV stonden opgaan. Voor het deel van de de milieubeschermingsgebieden voor grondwater blijft de PMV echter nog van kracht; dit deel van de verordening zal pas later worden overgebracht naar de Omgevingsverordening, dus tot die tijd blijft de PMV de grondslag.TH12Het nemen van besluiten inzake het beoordelen van PRTR-verslagen, overeenkomstig de bij of krachtens titel 12.3 van de Wet milieubeheer gestelde regelstitel 12.3 WmB&W(13)OmAH-T&HTH13Het nemen van besluiten op grond van hoofdstuk 17 van de Wet milieubeheer inzake maatregelen bij ongewoon voorvalB&W(14)OmAH-T&HEen ongewoon voorval als bedoeld in hoofdstuk 17 wordt zo spoedig mogelijk doorgemeld aan het collegeTH14Besluiten in het kader van omgevingsvergunningen voor zover het betreft de PMV en de Omgevingsverordening Zuid-Holland, waarbij Gedeputeerde Staten niet het bevoegd gezag zijn.GS(RH10)geengeenBetreft mede: Het verzoek om handhaving bij een gemeente als bedoeld in art. 5.20, eerste lid, Wabo (Indien na ambtelijk/bestuurlijk overleg door de gemeente geen gevolg wordt gegeven aan het handhavingsadvies kan een formeel verzoek om handhaving worden ingediend bij de gemeente). Het ingebreke stellen van een gemeente indien niet tijdig wordt besloten op het handhavingsverzoek (Alvorens tot ingebrekestelling wordt overgegaan, dient eerst nog ambtelijk/bestuurlijk overleg plaats te vinden). De PMV is slechts gedeeltelijk ingetrokken en zal pas op een later moment geheel opgaan in de Omgevingsverordening.Inzake provinciale taken:PC1TH15baHet uitoefenen van toezicht op de naleving en de handhaving van het gestelde bij of krachtens de artikelen in paragraaf 8.1 van de Wet milieubeheer in samenhang met hoofdstuk 18 van de Wet milieubeheer. B&W(16)MtgAH-T&HTL-T&HDit omvat tevens het verrichten van (rechts)handelingen ter voorbereiding van de bestuursrechtelijke handhaving ingevolge deze bepalingen.TH15bbHet nemen van besluiten op grond van artikel 9.2.1.2 van de Wet milieubeheer, inzake de zorgplicht bij handelingen met gevaarlijke stoffen.B&W(16a)OmAH-T&VAH-T&HTH16Toezicht-vaststellen toezichtrapport-betrokkenen informeren over toezichtrapport en toezichtstrategie die zal worden gevolgdAfdeling 5.2 Algemene wet bestuursrechtB&W(3)OmAH-T&HTL-T&HInclusief het voeren van correspondentie in het kader van toezicht en handhaving, waaronder in ieder geval begrepen: het zenden van een constateringsbrief of een waarschuwingsbriefTH17vorderingen om informatie in het kader van de controle op de naleving van regelgeving, alsmede de reacties op de in dit kader toegezonden informatieArt. 5:16 Algemene wet bestuursrechtB&W(3)OmAH-T&HTL-T&HTH18Besluiten omtrent gedoogbeschikkingenArt. 1:3 AwbGS(RH01)geengeenInzake provinciale taken:PC1WATERWETTH19Het toepassen van artikel 3.8 van de Waterwet inzake het zorgdragen voor de met het oog op een doelmatig en samenhangend waterbeheer benodigde afstemming van taken en bevoegdheden, voor zover het betreft de indirecte lozingen van inrichtingenArt. 3.8 WaterwetB&W(18)OmAH-T&HTL-T&HHet betreft de samenwerking met de waterbeheerder bij het stellen van voorschriften voor indirecte lozingen bij inrichtingenBESLUIT BODEMKWALITEITTH20baHet uitoefenen van toezicht op de naleving op grond van het Besluit bodemkwaliteitB&W(17)OmAH-T&HTL-T&HTH20bbHet voeren van correspondentie op grond van het Besluit bodemkwaliteitB&W(17)MtgAH-T&VTL-T&VTH21Het nemen van sanctiebesluiten op grond van het Besluit bodemkwaliteitB&W(17)OmAH-T&HVUURWERKTH22Besluiten op grond van de Regeling bedrijfsmatig tot ontbranding brengen van vuurwerkBesluit aanwijzing toezichthouders en mandaat Regeling bedrijfsmatig tot ontbranding brengen van vuurwerkStaatssecretaris van Infrastructuur en MilieugeengeenHet krachtens mandaat en volmacht ondertekenen van stukken luidt als volgt:DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU,namens dezen,gevolgd door de aanduiding van de gemandateerde functionaris.ASBESTVERWIJDERINGTH23 Het accepteren en behandelen van een sloopmelding ex artikel 1.26 Bouwbesluit 2012 voor het bedrijfsmatig verwijderen van asbest en het uitoefenen van de bevoegdheden van art. 1.29 en 1.30 Bouwbesluit 2012, alsmede het uitoefenen van milieukundig toezicht en het uitoefenen van de handhavingsbevoegdheden ten aanzien van asbestverwijdering in opdracht van, of door bedrijven.artikel 92 van de Woningwet en het Asbestverwijderingsbesluit 2005B&W(28)Om / MtgAH-T&VAH-T&HTen aanzien van sloopmeldingen ex. art. 1.26 bouwbesluit 2012:Er moet altijd sprake zijn van asbestsanering door of in opdracht van een bedrijf; Niet van toepassing op: slopen zonder asbestsanering; verwijdering van asbest door een particulier zelf < 35 m²; Bij asbestsanering in combinatie met sloopwerkzaamheden, geldt het volgende: De Omgevingsdienst adviseert de gemeente over de acceptatie van asbestsaneringswerkzaamheden; De gemeente accepteert zelf de volledige sloopmelding; Het toezicht op de milieukundig asbestsanering vindt plaats door de Omgevingsdienst; Het toezicht op de bouwkundige sloopwerkzaamheden vindt altijd plaats door de gemeente zelf; ·In situaties, waar alleen sprake is van asbestsanering zonder sloopwerkzaamheden, omvat dit mandaat alle (proces)handelingen, die noodzakelijk zijn voor de milieukundige beoordeling en behandeling van de sloopmelding, zoals bijvoorbeeld: Het inhoudelijk beoordelen van de juistheid van asbestinventarisatierapport; Administratief onderzoek; Beoordelen van sloopmelding op volledigheid; Verzoek om aanvullingen bij onvolledigheid; Accepteren van een sloopmelding, voor wat betreft de milieukundige aspecten, inclusief correspondentie; Meldingsvrij verklaren; Melden van risicovolle afwijkingen in opgestelde asbestinventarisatierapporten aan Cki, Inspectie SZW en politie (na overleg met gemeente)Milieukundig toezicht betreft het toezicht op de verwijdering; juiste afgifte (bij stortplaatsen); naleving voorwaarden asbestinventarisatierapporten en sloopmelding; melding van start en beëindiging saneringswerkzaamheden; asbestvrijgaverapporten in opdracht van of door bedrijven.BODEMBESCHERMING / -SANERINGBS00Alle bevoegdheden en besluiten die bij of krachtens hoofdstuk III en hoofdstuk IV de paragraven 1,2,3 en 3a en artikel 95 van de Wet bodembescherming door het college worden uitgevoerdB&W(23)Om/MtgAH-T&HAH-T&VBS01Besluiten op grond van art. 48 en 49, Wbbart. 48 en 49 WbbGS(RBS01)OmAH-T&VBetreft het uitvoeren van onderzoek en van saneringen, alsmede stakings- en gedoogbevelen, alsmede daaruit voortvloeiende besluiten tot het aangaan van (bevoegdheden)overeenkomsten.BS02Besluiten op grond van art. 30, 32 Wbb, met betrekking tot het treffen van maatregelen bij ongewone voorvallenart. 30 en 32 WbbGS(RBS02)geengeenInzake provinciale taken:PC1BS03Het uitvoeren van maatregelen bij ongewone voorvallen als bedoeld in de art. 30 en 32 Wbb, die zijn genomen met behulp van mandaat RBS02GS(RBS03)MtgAH-T&HTL-T&Hmedewerkers-T&HOmvat niet de besluiten tot het nemen van maatregelen bij ongewone voorvallen als bedoeld in de art. 30 en 32 WbbBS04Besluiten in het kader van meldingen nieuwe verontreinigingen en historische verontreinigen voor wat betreft:a.procedurestappenb.ontwerpbesluitenc.definitieve besluitenGS(RBS04)OmAH-T&HAH-T&VOmvat niet de besluiten tot inzet van het bevelsinstrumentariumBS05Besluiten op grond van art. 43 Wbb, met betrekking tot de inzet van het bevelsinstrumentariumart. 43 WbbGS(RBS05)geengeenInzake provinciale taken:PC1BS06Het voorbereiden en uitvoeren van besluiten op grond van art. 43 Wbb, met betrekking tot de inzet van het bevelsinstrumentarium, die zijn genomen met mandaat RBS05besluit ex art. 43 WbbGS(RBS06)OmAH-T&HAH-T&VOmvat niet de besluiten tot inzet van het bevelsinstrumentariumBS06ABesluiten op grond van de art. 55ab en 55b, Wbb (handhaving onderzoeksplicht en saneringsplicht)besluit ex art. 55ab en 55b WbbGS(RBS06A)geengeenInzake provinciale taken:PC1BS07Besluiten op grond van de art. 70 en 71, Wbb (gedogen van onderzoek en inzet middelen)art. 70 en 71 WbbGS(RBS07)geengeenInzake provinciale taken:PC1BS08Het voorbereiden en uitvoeren van besluiten op grond van art. 70 en 71 Wbb (gedogen van onderzoek en inzet middelen), die zijn genomen met behulp van mandaat RBS07besluit ex. art. 70 en 71 WbbGS(RBS08)MtgAH-T&HTL-T&HAH-T&VTL-T&VOmvat niet de besluiten tot het gedogen van onderzoek en inzet middelenBS09Besluiten op grond van art. 50, lid 1 Wbb (vordering van gebruik of eigendom onroerende zaken of beperkte rechten)art. 50, lid 1 WbbGS(RBS09)geengeenInzake provinciale taken:PC1BS10Besluiten in het kader van de uitvoering van het besluit Verbond c.q. Bsb-operatie met uitzondering van de in BS11 bedoelde besluitenGS(RBS10)OmAH-T&HBS11Ontwerpaanwijzing ex. Besluit verplicht bodemonderzoek bedrijfsterreinen op grond van verkennend onderzoek van art. 4, Besluit VerbondBesluit verplicht bodemonderzoek bedrijfsterreinenGS(RBS11)geengeenInzake provinciale taken:PC1BS13Besluiten inzake subsidieverstrekking voor de sanering van bedrijfsterreinen, zoals bedoeld in het Besluit financiële bepalingen bodemsanering Besluit financiële bepalingen bodemsaneringGS(RBS13)OmAH-T&VFinanciële clausuleVoor AH-T&V geldt FC1BS14Besluiten inzake subsidieverstrekking voor de sanering van bedrijfsterreinen, zoals bedoeld in het Besluit financiële bepalingen bodemsanering Besluit financiële bepalingen bodemsaneringGS(RBS13)geengeenBoven een bedrag van € 50.000 en tot een bedrag van max. € 100.000BS15Besluiten inzake subsidieverstrekking voor de sanering van bedrijfsterreinen zoals bedoeld in het Besluit financiële bepalingen bodemsanering waarbij een bedrag boven de € 100.000 is gevraagd/toegekend, voor zover het betreft:-verlenging beslistermijn-wijziging uitvoeringstermijn-vaststelling subsidie-wijzigingen van ondergeschikt belang. .Besluit financiële bepalingen bodemsaneringGS(RBS13A)geengeenBS16Besluiten omtrent het afstand doen van recht van kostenverhaal op grond van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging artikel 75 lid 6 Wet bodembeschermingGS(RBS14)geengeenBetreft mede ook daaruit voortvloeiende besluiten tot het aangaan van (bevoegdheden)overeenkomsten tot een maximum van € 150.000.BS17Besluiten op grond van de Wet bodembescherming in het kader van de nazorg van gesaneerde bodemsaneringslocatiesWbbGS(RBS15)OmAH-T&VBetreft:-meldingen en adviesaanvragen-verzoek om toestemming voor bodemonderzoek, monitoring en nazorgmaatregelen-aanmeldingen schademelding bij verzekeraar of schade-expert.