CVDR55462_1Winkeltijdenverordening Opsterland 1996nlregelingOpsterland2018-09-11OpsterlandOpsterlandOnbekendWinkeltijdenverordening Opsterland 1996Winkeltijdenwet, art.3Gemeentewet, art. 147gemeenteraadfinanciën en economie1996-07-01De tekst in dit document is vrij van auteursrecht en
databankrecht1996-07-052012-04-06Nieuwe regelingOnbekendGeenDe regeling vervangt de Winkelsluitingsverordening Opsterland;De datum van inwerkingtreding is bij benadering ingevuld;Publicatiedatum is niet te achterhalenWinkeltijdenverordening Opsterland 1996Winkeltijdenverordening Beetsterzwaag, 1 juli 1996.De raad der gemeente Opsterland;gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 juni 1996;gelet op de Winkeltijdenwet en artikel 149 van de Gemeentewet;BESLUIT:1. in te trekken de Winkelsluitingsverordening Opsterland, vastgesteld bij raadsbesluit van 6 februari 1995 en laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 5 februari 1996;2. vast te stellen de volgende:Winkeltijdenverordening Opsterland 19961BegripsbepalingenIn deze verordening wordt verstaan onder:
de wet: de Winkeltijdenwet;
feestdagen: nieuwjaarsdag. tweede paasdag, Hemelvaartsdag, tweede pinksterdag, eerste kerstdag en tweede kerstdag.
2Beslistermijn
Het college van burgemeester en wethouders beslist op een aanvraag van een ontheffing binnen acht weken.
Het college van burgemeester en wethouders kan de beslissing voor ten hoogste vier weken verdagen.
3Overdracht van de ontheffing
Ontheffingen op grond van deze verordening zijn overdraagbaar na verkregen toestemming van het college van burgemeester en wethouders.
In geval van een voorgenomen overdracht van de in het eerste lid bedoelde ontheffingen doet de houder van de ontheffing hiervan onmiddellijk schriftelijk mededeling aan het college van burgemeester en wethouders onder vermelding van de naam en het adres van de voorgestelde rechtsverkrijgende.
4Intrekken of wijzigen van de ontheffingHet college van burgemeester en wethouders kan een ontheffing intrekken of wijzigen indien:
ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;
op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;
het gebruik van de winkel of de uitoefening van een bedrijf anders dan in een winkel op basis van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse;
de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;
van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn of, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn;
de houder of zijn rechtverkrijgende dit verzoekt.
5Zon- en feestdagenregeling
De verboden, vervat in artikel 2. eerste lid, onder a en b van de Wet, gelden niet op ten hoogste:
zes, door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen, feestdagen per kalenderjaar;
één, door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen, zondag per jaar.
De in het eerste lid bedoelde bevoegdheid geldt voor elk deel van de gemeente afzonderlijk.
6Ontheffing zon- en feestdagenregeling voor afzonderlijke situaties
Het college van burgemeester en wethouders kan ontheffing verlenen van de in artikel 2 van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, nieuwjaarsdag, tweede paasdag, Hemelvaartsdag, tweede pinksterdag en eerste of tweede kerstdag, ten behoeve van:
bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard;
het uitstallen van goederen.
De in her eerste lid genoemde ontheffing kan worden verleend in geval van: feestelijkheden, bijeenkomsten, veilingen, beurzen, kunstateliers en galeries.
7Verbod straatverkoop bepaalde goederen op zon- en feestdagenHet college van burgemeester en wethouders kan bepalen dat de vrijstelling genoemd in artikel 1 2 van hei Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet niet geldt voor de gehele gemeente of voor een of moer delen van de gemeente.8Openstelling op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur
Het college van burgemeester en wethouders kan op aanvraag ontheffing verlenen van de verboden van artikel 2 van de wet, voor zover deze betrekking hebben op die werkdagen.
De ontheffing kan worden geweigerd indien de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de winkeI op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel.
9In werking tredenDeze verordening treedt in werking op de eerste dag na publikatie.10CiteertitelDeze verordening kan worden aangehaald als "Winkeltijdenverordening Opsterland 1996".11Overgangsbepaling
Ontheffingen die zijn verleend op grond van de Winkelsluitingsverordening Opsterland worden geacht te zijn verleend op grond van de Winkeltijdenverordening Opsterland 1996.
Zon- en feestdagen die door burgemeester en wethouders zijn aangewezen op grond van de Winkelsluitingsverordening Opsterland worden eveneens geacht te zijn aangewezen op grond van de Winkeltijdenverordening Opsterland 1996.Voorzitter, Secretaris,