CVDR411311_1Verordening Clientenparticipatie Sociaal Domein 2016 gemeente OssnlregelingOss2018-03-20OssOnbekendVerordening Clientenparticipatie Sociaal Domein 2016 gemeente OssWet Maatschappelijke OndersteuningJeugdwetParticipatiewetGemeentewetGemeentewetgemeenteraadmaatschappelijke zorg en welzijn2016-07-14De tekst in dit document is vrij van auteursrecht en
databankrecht2016-07-14Aanpassing in werkwijze en structuur van de Adviesraad Sociaal DomeinOnbekendClientenparticipatie Sociaal DomeinGeenGeenClientenparticipatie Sociaal Domein 2016De raad van de gemeente Oss;gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 31 mei 2016;gelet op het advies van de raadscommissie Sociaal Bestuurlijk van 30 juni
2016;gelet op artikel 147 en 150 van de Gemeentewet, artikel 2.1.3 Wet
maatschappelijke ondersteuning, artikel 47 van de Participatiewet en artikel
2.10 van de Jeugdwet;overwegende dat het noodzakelijk is om cliëntenparticipatie bij verordening
te regelen;besluit:vast te stellen de:Verordening cliëntenparticipatie Sociaal Domein 2016Artikel 1 BegripsbepalingenIn dit besluit wordt verstaan onder:1.Adviesraad Sociaal Domein: vertegenwoordigers van cliëntgroepen binnen het sociaal domein -de
zogenaamde ervaringsdeskundigen- of deskundigen die vanuit een professionele
of vrijwilligersorganisaties affiniteit hebben met de doelgroep die zij
vertegenwoordigen, en vertegenwoordigers van organisaties die de belangen
behartigen van deze personen.2.Cliëntenparticipatie: de wijze waarop de gemeente de Adviesraad Sociaal Domein betrekt in de
beleidsvorming, de uitvoering en de evaluatie van de taken en wetten binnen
het Sociaal Domein.Artikel 2 Doelstelling en taken Adviesraad Sociaal DomeinHet bewerkstelligen dat de doelgroepen van onder andere Wmo, Jeugd en
Participatiewet vanuit een onafhankelijke positie betrokken zijn bij en
adviseren over de totstandkoming, de uitvoering en de evaluatie van het
gevoerde gemeentelijke beleid binnen het sociaal domein.De Adviesraad Sociaal Domein houdt zich niet bezig met de behandeling van
individuele cliëntzaken.Artikel 3 SamenstellingDe Adviesraad Sociaal Domein bestaat uit een onafhankelijke
voorzitter, vice-voorzitter en secretaris/penningmeester die geen
deel uitmaken van de kenniskringen, en de voorzitters of andere
afgevaardigden van de verschillende kenniskringen met
(ervarings)deskundigen voor de thema’s als bedoeld in lid 3.De Adviesraad Sociaal Domein wordt gevoed door kenniskringen. De
kenniskringen bestaan uit vertegenwoordigers van cliëntgroepen van
vragers op het gebied van maatschappelijke ondersteuning en uit
ingezetenen die voortkomen uit of een aantoonbare affiniteit hebben
met de doelgroep.Een kenniskring bestaat uit minimaal 6 leden, exclusief de
voorzitter.Een lid van de Adviesraad Sociaal Domein kan niet tevens zijn:niet kiesgerechtigd;lid van het college van burgemeester en wethouders;lid van de gemeenteraad;ambtenaar van de gemeente Oss.Benoeming en ontslag van de leden van de Adviesraad Sociaal Domein
geschiedt door het college van burgemeester en wethouders. Hiertoe
wordt een profiel opgesteld op basis waarvan belangstellenden kunnen
solliciteren. De kenniskringen worden in de gelegenheid gesteld een
voordracht te doen vanuit de betreffende kenniskring.Het bestuur van de Adviesraad Sociaal Domein bestaat uit de
voorzitter, de vicevoorzitter en de secretaris/penningmeester. Zij
vormen tevens het bestuur van de Stichting WMO-raad.De zittingstermijn van de leden van de Adviesraad Sociaal Domein
bedraagt maximaal vier jaar. Na deze vier jaar is herbenoeming voor
maximaal nog een periode van vier jaar mogelijk.Bij tussentijds aftreden van leden van de Adviesraad Sociaal Domein
wordt op dezelfde wijze in de opvolging voorzien voor de resterende
zittingstermijn.Het lidmaatschap van de Adviesraad Sociaal Domein eindigt door:overlijden;aftreden op eigen schriftelijk verzoek of op verzoek van de
vertegenwoordigende organisatie;onder curatele stelling.De Adviesraad Sociaal Domein stelt in overeenstemming met deze
verordening een huishoudelijk reglement op waarin in ieder geval
wordt geregeld de wijze waarop:de taakverdeling tussen de Adviesraad Sociaal Domein en de
kenniskringen, hoe de kenniskringen zich op thema
organiseren en samenwerken, de besluitvorming over een
advies en het jaarverslag, de begroting en jaarrekening tot
stand komt ende onkosten vergoed worden.Artikel 4 Werkwijze4.a. adviesHet college betrekt de Adviesraad Sociaal Domein bij de ontwikkeling
van beleid als bedoeld in artikel 2.Bij de start van elk beleidstraject wordt de Adviesraad Sociaal
Domein betrokken. Bij tussentijdse (door)ontwikkelingen wordt de
Adviesraad Sociaal Domein laagdrempelig geïnformeerd.De Adviesraad Sociaal Domein bespreekt per onderwerp met de gemeente
de vorm van advisering en de termijn die nodig is voor de
advisering.In het geval burgemeester en wethouders in een voorstel aan de
gemeenteraad afwijken van het advies van de Adviesraad Sociaal
Domein als bedoeld in het vorige lid, wordt dit bij het voorstel
vermeld, waarbij tevens is aangegeven op welke gronden van het
advies van de Adviesraad Sociaal Domein is afgeweken.De Adviesraad Sociaal Domein is ook gerechtigd uit eigen beweging
advies uit te brengen aan burgemeester en wethouders.Burgemeester en wethouders voorzien de Adviesraad Sociaal Domein van
de nodige toegankelijke informatie ten behoeve van het naar behoren
functioneren van de Adviesraad Sociaal Domein. Het betreft hier alle
informatie die noodzakelijk is om beleid en uitvoering van het
beleid te begrijpen en om ontwikkelingen en wijzigingen te kunnen
volgen.4.b. overlegBurgemeester en wethouders bevorderen actief de instandhouding en
het volwaardig functioneren van de Adviesraad Sociaal Domein. De verantwoordelijke wethouder vergadert op bestuurlijk niveau 4
keer per jaar met (een afvaardiging van) de Adviesraad Sociaal
Domein. Jaarlijks wordt een vergaderschema vastgesteld.De gemeente wijst een vaste contactambtenaar aan voor de Adviesraad
Sociaal Domein. Deze is tevenscoördinerend ambtenaar binnen het
gemeentelijke apparaat ten behoeve van de cliëntenparticipatie voor
de WMO en voor de Participatiewet. Op verzoek van de voorzitters van de werkgroepen kan ten behoeve van
de vergaderingen van de kennisgroepen via de vaste contactambtenaar
een beroep worden gedaan op kennis van het ambtelijke apparaat.
Minimaal 4 maal per jaar vindt structureel overleg plaats tussen de
contactambtenaar van de Adviesraad Sociaal Domein en (een
afvaardiging van) de Adviesraad Sociaal Domein.Van het bestuurlijke overleg met de Adviesraad Sociaal Domein stuurt
de gemeente binnen 4 weken een schriftelijk verslag op aan de
Adviesraad Sociaal Domein.Artikel 5 FaciliteitenBurgemeester en wethouders stellen aan de Adviesraad Sociaal Domein
zodanige financiële middelen ter beschikking dat de Adviesraad
Sociaal Domein redelijkerwijze in staat kan worden geacht om in het
kader van de uitvoering van deze verordening de belangen te
behartigen van de in de in deze verordening genoemde personen en
groeperingen en het college en raad op dat gebied te adviseren.De financiële middelen als bedoeld in het eerste lid worden
jaarlijks voor de bekostiging van de taken als bedoeld in artikel 2
aan de Adviesraad Sociaal Domein verleend.Het bestuur van de Adviesraad Sociaal Domein dient jaarlijks een
begroting in bij het college; de vaststelling van de bekostiging
gebeurt op basis van een jaarrekening. Niet bestede middelen worden
door het bestuur van de Adviesraad Sociaal Domein toegevoegd aan de
reserve.Het ter bekostiging te verlenen bedrag kan worden verlaagd indien de
vermogenspositie zodanig is dat er geen noodzaak is tot het
verstrekken van het (gehele) bedrag, rekening houdend met
toekomstige uitgaven, die niet ongebruikelijk zijn met het oog op de
activiteiten van de Adviesraad Sociaal Domein.De gemeente stelt vergaderruimte beschikbaar ten behoeve van het
naar behoren kunnen functioneren van de Adviesraad Sociaal Domein en
de kenniskringen.Artikel 6 Nadere regelsBurgemeester en wethouders kunnen met betrekking tot de uitvoering van
dezeverordening nadere regels stellen.Artikel 7 Inwerkingtreding en citeertitelDeze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van
bekendmaking.Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening
cliëntenparticipatie Sociaal Domein 2016.De Verordening cliëntenparticipatie WMO en Participatiewet 2015
vastgesteld in de vergadering van 12 februari 2015 wordt ingetrokken
op de dag van inwerkingtreding als bedoeld in het eerste lid.Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 14 juli 2016De gemeenteraad voornoemd,De griffier, drs. P.H.A. van den AkkerDe voorzitter,drs. W.J.L. Buijs-GlaudemansColl:Toelichting Verordening cliëntenparticipatie Wet maatschappelijke ondersteuning en
Participatiewet 2015Algemene toelichtingBinnen de Adviesraad Sociaal Domein werken cliëntgroepen samen met als doel om
het gemeenschappelijke belang van deze doelgroepen te behartigen. De Adviesraad
Sociaal Domein adviseert het college en raad over het sociale beleid van de
gemeente. Voorbeelden hiervan zijn thema’s waarmee ouderen te maken krijgen of
het beleid dat de afdeling Zorg en afdeling Werk en Inkomen uitvoert. Bij het
uitbrengen van adviezen gelden de ervaringen van de gezamenlijke cliëntgroepen
als uitgangspunt. Ook wordt van de Adviesraad Sociaal Domein verwacht dat zij de
problemen waar cliëntgroepen mee te maken hebben voor het voetlicht te brengen.
Hierbij kan het gaan om gevraagd en ongevraagd advies. Daarnaast zal de
Adviesraad Sociaal Domein in de gaten houden hoe het beleid in de praktijk
uitpakt.De adviezen zullen gegeven worden vanuit de ervaringen die mensen hebben en
zullen gaan over de wijze waarop de zorg en ondersteuning door de gemeente Oss
wordt vormgegeven. Het uitwisselen van ervaringen en mogelijkheden heeft als
doel een positieve bijdrage te leverenaan het beleid van de gemeente Oss.Artikel 1 en 2Met het beleid en uitvoering van de WMO en de Participatiewet wordt bedoeld het
WMO-beleid en het Participatiewet-beleid in volle breedte. Met het WMO-beleid
bedoelen we hier bijvoorbeeld ook de regiefunctie op het gebied van wonen,
welzijn en zorg en het beleid gericht op ouderenparticipatie. De WMO gaat
namelijk over de participatie van alle burgers, incl. de ouderen. Met het
Participatiewet-beleid bedoelen we hier het beleid bij het verlenen van bijstand
voor levensonderhoud, het beleid bij ondersteuning en het aanbieden van
voorzieningen op het terrein van de arbeidsinschakeling, het beleid bij het
opdragen van een tegenprestatie en het armoedebeleid. Artikel 3In lid 5 wordt bedoeld dat het niet wenselijk is dat het aantal leden van een
kennisgroep lager is dan 6. In een dergelijk geval wordt verwacht dat de
Adviesraad Sociaal Domein activiteiten onderneemt om dit aantal tot minimaal 6
aan te vullen. Voor lid 9 geldt dat het college ook ontslag zal overwegen op
voordracht van betreffende kennisgroep.Artikel 4Bij de start van een beleidstraject worden er afspraken gemaakt tussen de
gemeente en de Adviesraad Sociaal Domein over de momenten waarop de Adviesraad
Sociaal Domein bij de ontwikkeling van het beleid betrokken wordt.Bij complexe onderwerpen waarvoor tevens een raadsbesluit nodig is, zullen er in
de rede minimaal 3 momenten voor overleg en/of advies zijn: bij de start van het
beleidstraject, gaandeweg voor informeel advies en uiteindelijk voor formeel
advies. Over het aantal weken dat de Adviesraad Sociaal Domein de tijd krijgt om
formeel advies uit te brengen ten behoeve van een definitief collegebesluit
wordt in deze verordening vastgelegd dat dit in de regel minimaal 4 weken
is.Met de omschrijving “in de regel minimaal 4 weken” wordt de mogelijkheid
opengehouden om indien het college bijvoorbeeld door landelijke wetswijzigingen
wordt gedwongen binnen kortetermijn een collegebesluit te nemen of een raadsbesluit voor te bereiden af te
wijken van deze termijn. Indien dit aan de orde is, zal dit zo spoedig mogelijk
worden gecommuniceerd met het bestuur van de Adviesraad Sociaal Domein.In die gevallen dat een beleidsvoornemen volgens de inspraakverordening van de
gemeente Oss in een inspraakprocedure wordt gebracht, heeft de Adviesraad
Sociaal Domein de gelegenheid om tijdens deze procedure advies uit te brengen.
Gebruikelijk is een inspraaktermijn van 6 weken voor het naar voren brengen van
een zienswijze.Artikel 5Bij financiële middelen zoals bedoeld in lid 1 gaat het om zaken als
inhoudelijke ondersteuning, deskundigheidsbevordering, secretariële
ondersteuning, overleg met achterban, landelijke en regionale contacten,
onkostenvergoedingen en public relations & voorlichting. Artikel 6Nadere regels die het college van burgemeester en wethouders stelt, kunnen nooit
in tegenspraak zijn met de verordening.