CVDR386165_1Verordening op de heffing en de invordering van een afvalstoffenheffing en de reinigingsrechten 2016nlregelingRenswoude2017-10-17RenswoudeGemeenteblad, 2015, 124553Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2016Gemeentewet, artikelen 229Wet milieubeheer, artikel 15.33gemeenteraadfinanciën en economie2015-12-08De tekst in dit document is vrij van auteursrecht en
databankrecht2016-01-012017-01-01nieuwe regeling149976GeenVerordening vervangt Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2015Verordening op de heffing en de invordering van een afvalstoffenheffing en de reinigingsrechten 2016De raad van de gemeente Renswoude;gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 24 november 2015,nr. 14; gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer en de artikelen 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a. en b. van de Gemeentewet;BESLUITvast te stellen de volgende Verordening op de heffing en de invordering van een afvalstoffenheffing en de reinigingsrechten 20161Inleidende bepalingen, begripsomschrijvingen1Inleidende bepalingenKrachtens deze verordening wordt geheven:
een afvalstoffenheffing;
reinigingsrechten.
2BegripsomschrijvingenIn deze verordening wordt verstaan onder:
perceel: een gebouwde onroerende zaak – of een gedeelte daarvan – dat blijkens indeling en inrichting bestemd is om als afzonderlijk geheel door een particuliere huishouding te worden gebruikt en ook als zodanig wordt gebruikt; met een perceel worden gelijkgesteld: een stacaravan, een woonwagen en een demontabel zomer- of vakantiehuisje, indien gebruikt door een particuliere huishouding;
bedrijfspand: een gebouwde onroerend zaak – of een zelfstandig gebruikt gedeelte ervan – geen perceel zijnde.
2Afvalstoffenheffing3Aard van de heffing1.Onder de naam “afvalstoffenheffing” wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.2.De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt4Belastingplicht1.De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan de gemeente verplicht is tot de in de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer bedoelde dienstverlening.2.Voor toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:
degene die naar omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van het perceel;
ingeval een gedeelte van een perceel is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan.
5Maatstaf van heffing en tariefDe belasting bedraagt per belastingjaar per perceel voor:
éénpersoonshuishoudens : € 183,45
meerpersoonshuishoudens : € 206,50
6Tijdstip van ontstaan van de belastingschuld, wijze van heffen1.De belasting is verschuldigd in het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.2.De in artikel 5 genoemde belasting wordt bij wege van aanslag geheven.7Tijdstip van betalingDe belasting, bedoeld in artikel 5, is invorderbaar in drie zoveel mogelijk gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand, volgende op die, welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de volgende termijnen telkens een maand later. Wanneer wordt betaald via automatische incasso wordt de belasting geïncasseerd inacht zoveel mogelijk gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van demaand, volgende op die, welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en devolgende termijnen telkens een maand later. 3Reinigingsrechten8Aard van de heffing1.Onder de naam “reinigingsrechten” worden rechten geheven voor zowel het genot van door of vanwege de gemeente verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.2.Het in het eerste lid bedoelde genot van diensten en het gebruik van bezittingen, werken en inrichtingen bestaat uit:
het beschikbaar stellen, het gebruik en het ledigen van (mini)containers tot max. 240 liter en het verwijderen van het daarin verzamelde bedrijfsafval van beperkte omvang en hoeveelheid;
het op verzoek verwijderen van huishoudelijke afvalstoffen en grof huisvuil;
het achterlaten van afvalstoffen op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats.
9BelastingplichtBelastingplichtig voor de reinigingsrechten is diegene op wiens verzoek, dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of degene die van bezittingen, werken of inrichtingen, bedoeld in artikel 8, gebruik maakt.10Tarief1.Het recht bedraagt voor:
het op verzoek ophalen van huishoudelijke afvalstoffen of grof huisvuil per m³ of een deel daarvan € 25,00.
het achterlaten van kleine hoeveelheden puin tot 1 m³ € 25,00 per storting bij werkplaats Omgevingsbeheer tijdens werkuren.
2.Het recht bedraagt voor het beschikbaar stellen, het gebruik en het ledigen van minicontainers tot maximaal 240 liter en het verwijderen van de daarin verzamelde afvalstoffen per belastingjaar in geval van het eenmaal per week ledigen en verwijderen van de verzamelde afvalstoffen uit een container: € 206,50 per container.11Wijze van heffing1.De rechten bedoeld in artikel 10, lid 1 worden bij wege van aanslag geheven.2.De rechten bedoeld in artikel 10, lid 2 worden geheven door middel van een gedagtekende nota, waarop het verschuldigde bedrag staat vermeld.3.Het college van burgemeester en wethouders stellen het model van de in het tweede lid bedoelde nota vast.12Tijdstippen van verschuldigdheid en van betaling1.De rechten bedoeld in artikel 10, lid 2 zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, indien de belastingplicht op een later tijdstip aanvangt, bij de aanvang van de belastingplicht.2.De rechten bedoeld in artikel 10, lid 1 zijn verschuldigd bij aanvang van het verlenen van de dienst en moeten worden betaald binnen veertien dagen na dagtekening van de nota.3Algemene Bepalingen13BelastingjaarHet belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.14Aanvang belastingplicht in de loop van het belastingjaarIndien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, wordt de heffing, bedoeld in artikel 5, en worden de rechten, bedoeld in artikel 10, lid 2, geheven over zoveel twaalfde gedeelten als na aanvang van de belastingplicht nog volle kalendermaanden in het belastingjaar resteren.Artikel 15 Ontheffing in geval van beëindiging van de belastingplicht in de loop van het belastingjaarIndien de belastingplicht in de loop van het kalenderjaar eindigt, wordt ontheffing verleend over zoveel twaalfde gedeelten van het ingevolge artikel 5 en 10, lid 2 berekende bedrag als na het tijdstip van beëindiging van de belastingplicht nog volle kalendermaanden resteren.16Nadere regels door het college van burgemeester en wethoudersHet college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van een afvalstoffenheffing en de reinigingsrechten.17Inwerkingtreding en citeertitel
De Verordening op de heffing en de invordering van een afvalstoffenheffing en een reinigingsrecht van 9 december 2014, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.
Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en de reinigingsrechten 2016”.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Renswoude, gehouden op 8 december 2015.de griffier, de voorzitter,