CVDR604891_1Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Rijswijk houdende belastingregels omtrent het hebben van een ligplaats Verordening Liggeld 2018nlregelingRijswijk2018-11-26Rijswijkgmb-2017-224931Verordening Liggeld 2018artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewetgemeenteraadfinanciën en economie2017-11-09De tekst in dit document is vrij van auteursrecht en
databankrecht2017-12-222019-01-01nieuwe regeling17 036Deze regeling vervangt de Verordening Liggeld 2017.De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018. Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Rijswijk houdende belastingregels omtrent het hebben van een ligplaats Verordening Liggeld 2018De gemeenteraad;gelezen het voorstel van burgemeester en wethoudersd.d. 17 oktober 2017, no. 17 036 gelet op artikel 229, eerste lid, onder a, van de Gemeentewet;besluit:vast te stellen de volgende verordening:VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN LIGGELD 20181BegripsbepalingenVoor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
woonschip: schip dat uitsluitend of in hoofdzaak gebezigd wordt of bestemd is voor bewoning;
ligplaats: plaats in het water, bestemd of aangewezen om door een woonschip bij verblijf te worden ingenomen.
dag: een tijdvak van 24 uur, aanvangende te 00.00 uur.
2Belastbaar feit Onder de naam 'liggeld' wordt een recht geheven voor het hebben van een ligplaats voor een woonschip, daaronder begrepen de diensten die met de ligplaats verband houden, bij een verblijf langer dan twee weken op de krachtens de geldende Algemene plaatselijke verordening voor Rijswijk aangewezen plaatsen. 3Belastingplicht 1.Het liggeld wordt geheven van de hoofdbewoner van het woonschip.2.Wie als hoofdbewoner wordt aangemerkt, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.4Maatstaf van heffing en tariefHet liggeld bedraagt per woonschip € 0,97 voor elke dag, waarmee het verblijf binnen de gemeente de tijd van veertien, al dan niet achtereenvolgende, dagen binnen het zelfde kalenderjaar te boven gaat.5Belastingtijdvak Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.6Wijze van heffing en betaling1.Het recht wordt geheven door middel van een gedagtekende nota.2.In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de gedagtekende nota worden betaald binnen dertig dagen na dagtekening van de nota.3.De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het tweede lid gestelde termijn.4.De belastingschuldige, die nalaat het verschuldigde recht te voldoen, is gehouden om op eerste aanzegging van het college van burgemeester en wethouders de ligplaats met medeneming van het woonschip te verlaten.7Ontstaan van de belastingschuldHet liggeld is verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht. 8TeruggaafTeruggaaf van het recht vindt plaats indien de ligplaats wordt verlaten voordat de periode waarover het recht is voldaan, is verstreken.9Kwijtschelding Bij de invordering van het liggeld wordt geen kwijtschelding verleend. 10Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van liggeld. 11Inwerkingtreding 1.De “Verordening Liggeld 2017” van 10 november 2016 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2.Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de datum van bekendmaking. 3.De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018. 12CiteerartikelDeze verordening wordt aangehaald als: “Verordening Liggeld 2018”.Aldus besloten door de raad van de gemeente Rijswijk in zijn openbare vergadering van 9 november 2017. De gemeenteraad,de griffier,J.A. Massaar, bpa de voorzitter,drs. M.J. Bezuijen