CVDR340871_1Verordening tegenprestatie Participatiewet gemeente RozendaalnlregelingRozendaal2018-09-25RozendaalGemeenteblad 2014-13 d.d. 7-11-2014Verordening tegenprestatie Participatiewet gemeente RozendaalParticipatiewet, art 8a, lid 1, onderdeel bWet IOAW/IOAZ, art 37, lid 1, onderdeel fgemeenteraadmaatschappelijke zorg en welzijn2014-10-28De tekst in dit document is vrij van auteursrecht en
databankrecht2015-01-012017-09-23Nieuwe regelingMJ-14-38GeenGeenVerordening tegenprestatie Participatiewet gemeente RozendaalDe raad van de gemeente Rozendaal;Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 7 oktober 2014, nummer MJ-14-38;Gelet op artikel 8a,eerste lid, onderdeel b van de Participatiewet en artikel 37, eerste lid, onderdeel f van de IOAWW/IOAZ;BESLUIT:Vast te stellen de navolgende verordening:Verordening tegenprestatie Participatiewet gemeente RozendaalRAADSBESLUIT1Algemene bepalingen1Begrippen
Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Algemene wet bestuursrecht en/of de Gemeentewet.
In deze verordening wordt verstaan onder:
De wet: de Participatiewet;
College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rozendaal;
Tegenprestatie: Het naar vermogen verrichten van door het college opgedragen
onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden die wordenverricht naast of in aanvulling op reguliere arbeid en die nietleiden tot verdringing op de arbeidsmarkt;dBelanghebbende: de persoon als bedoeld in artikel 9, lid 1 van de Participatiewet, met uitzondering van de persoon als bedoeld in artikel 9, lid 5 en 7 van de Participatiewet, en de persoon als bedoeld in artikel 37, eerste lid, onderdeel f, van de IOAW/IOAZ, eMantelzorg: langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend e beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit e diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks e voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van e huisgenoten voor elkaar overstijgt. 2Beleid2Verslag over beleid1Het college zendt tweejaarlijks aan de gemeenteraad een verslag over de doeltreffendheid van het beleid. 2Het verslag, zoals bedoeld in het eerste lid, bevat het oordeel van de Adviesraad Sociaal Domein.3De tegenprestatie naar vermogen3Inhoud van een tegenprestatie1Het college kan onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden, die additioneel van aard zijn, inzetten als tegenprestatie voor zover die werkzaamheden:
naar zijn aard niet zijn gericht op toeleiding tot de arbeidsmarkt;
niet zijn bedoeld als re-integratieinstrument;
worden verricht naast of in aanvulling op reguliere arbeid in de organisatie waarin ze worden verricht; en
niet leiden tot verdringing.
2Het college stelt ter nadere uitvoering van deze verordening een beleidsplan vast waarin kan worden vastgelegd hoe nadere invulling aan de tegenprestatie wordt gegeven.4Het opdragen van een tegenprestatie1Het college kan een belanghebbende een tegenprestatie opdragen. 2Bij het opdragen van een tegenprestatie houdt het college rekening met de volgende factoren:
de tegenprestatie moet naar vermogen kunnen worden verricht door een belanghebbende;
de persoonlijke situatie en individuele omstandigheden van een belanghebbende
de persoonlijke wensen en kwaliteiten van een belanghebbende
het al verrichten door de belanghebbende van maatschappelijke activiteiten of vrijwilligerswerk
5Duur en omvang van een tegenprestatie1De tegenprestatie wordt opgedragen voor minimaal 52 uur en maximaal 208 uur per 12 maanden. 2Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in lid 1, als toepassing ervan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt. 3De tegenprestatie heeft een maximale duur van 6 aaneengesloten maanden.4Het college kan jaarlijks meerdere keren de tegenprestatie opdragen met inachtneming van de kaders gesteld in het eerste lid en derde lid.6Vrijstellingen1Vrijgesteld van de plicht tot het verrichten van een tegenprestatie is:
de belanghebbende die voor ten minste vier uur per week vrijwilligerswerk verricht, indien voor dat vrijwilligerswerk toestemming is verkregen van het college;
de belanghebbende die deelneemt aan activiteiten in het kader van een re-integratietraject;
de belanghebbende die zorgtaken verricht als mantelzorger voor ten minste vier uur per week;
de belanghebbende die een parttime baan heeft voor ten minste 20 uur per week;
alleenstaande ouders die vrijstelling van de arbeidsplicht hebben in verband met de zorg voor (een) kind(eren) in de leeftijd tot 5 jaar;
de belanghebbende die duurzaam en volledig arbeidsongeschikt is.
2Het college kan afwijken van de minimale uren gesteld in lid a, c en d als toepassing ervan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.3Het college bepaalt op welke wijze dient te worden aangetoond dat sprake is van een vrijstellingsgrond als bedoeld in het eerste lid.4Slotbepalingen7InwerkingtredingDeze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2015. 8CiteertitelDeze verordening wordt aangehaald als: “Verordening tegenprestatie Participatiewet gemeente Rozendaal”. Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Rozendaal in zijn openbare vergadering van 28 oktober 2014De griffier, De voorzitter, K.M.Schaap Drs.J.H.Klein Molekamp