CVDR350509_1Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2015nlregelingRozendaal2018-09-25RozendaalGemeenteblad 2014-20Verordening rioolheffing 2015Gemeentewet, art 228agemeenteraadfinanciën en economie2014-12-16De tekst in dit document is vrij van auteursrecht en
databankrecht2015-01-012016-01-01Gewijzigde regelingJR/14/36GeenGeenRAADSBESLUITDe raad van de gemeente Rozendaal;Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 25 november 2014 nr. JR/14/36;Gelet op artikel228a van de Gemeentewet;BESLUITvast te stellen de volgende verordening:Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 20151BegripsomschrijvingenDeze verordening verstaat onder:
perceel: een roerende of onroerende zaak of een zelfstandig gedeelte daarvan;
gemeentelijke riolering: een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwerking, zuivering of transport van afvalwater, hemelwater of grondwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de gemeente;
verbruiksperiode: de periode waarop de afrekening van het waterbedrijf betrekking heeft;
water: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, hemelwater of grondwater.
2Aard van de belastingOnder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:
de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater; en
de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.
3Belastbaar feit en belastingplicht1.De belasting wordt geheven:
van degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een perceel dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering, verder te noemen: eigenarendeel; en
van de gebruiker van een perceel van waaruit water direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd, verder te noemen: gebruikersdeel.
2.Met betrekking tot het eigenarendeel wordt, ingeval het perceel een onroerende zaak is, als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.3.Met betrekking tot het gebruikersdeel, wordt als gebruiker aangemerkt:
degene die naar de omstandigheden beoordeeld het perceel al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt;
ingeval een gedeelte van een perceel – niet een gedeelte als bedoeld in artikel 4 – voor gebruik is afgestaan: degene die dat gedeelte voor gebruik heeft afgestaan.
4Zelfstandige gedeeltenIndien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt.5Maatstaf van heffingDe belasting wordt geheven naar een vast bedrag per perceel.6Belastingtarieven1Het eigenarendeel bedraagt € 208,--.2Het tarief als bedoeld in lid 1 wordt verlaagd met € 35,50 indien gebruik gemaakt wordt van een door of vanwege de gemeente geplaatste IBA.7BelastingjaarHet belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.8Wijze van heffingHet recht wordt bij wege van aanslag geheven.9Ontstaan van de belastingschuldDe belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar10Termijnen van betaling1 In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.2 De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.11Nadere regels door het college van burgemeester en wethoudersHet college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de rioolheffing. 12Inwerkingtreding en citeertitel1.De 'Verordening op de heffing en de invordering van rioolrecht 2014` van 17 december 2013,wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.
Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening rioolheffing 2015'.
Aldus besloten in de openbare vergadering vande gemeenteraad van Rozendaal d.d. 16 december 2014de griffier de voorzitterK.M. Schaap drs. J.H. K1ein Molekamp