CVDR141458_2Verordening Eerste wijziging op de verordening toeristenbelasting 2011nlregelingSúdwest-Fryslân2017-10-10Súdwest-FryslânVerordening Eerste wijziging op de verordening toeristenbelasting 2011artikel 224 van de Gemeentewetgemeenteraadfinanciën en economie2011-11-17De tekst in dit document is vrij van auteursrecht en
databankrecht2011-12-022011-01-012012-01-01Wijziging op de verordening toeristenbelasting 2011geenGeen.Geen.Verordening Eerste wijziging op de verordening toeristenbelasting 2011De raad van de gemeente Súdwest Fryslân;gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 oktober 2011;gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;b e s l u i t:vast te stellen deVerordening Eerste wijziging op de verordening toeristenbelasting 20111Artikel 5 van de verordeningen toeristenbelasting 2011 wordt vervangen door:Artikel 5 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffingVoor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:a. kampeermiddel: tent, tentwagen, kampeerauto, caravan dan wel enig ander onderkomen of ander voertuig of gewezen voertuig of een gedeelte daarvan, voorzover geen bouwwerk zijnde waarvoor een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel a, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.b. kampeerterrein: terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en volgens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf.c. vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat deel uitmaakt van een kampeerterrein en dat ter beschikking wordt gesteld voor de plaatsing van eenzelfde kampeermiddel gedurende een seizoen of een jaar.d. volgtijdige standplaats: een terrein of terreingedeelte dat deel uitmaakt van een kampeerterrein en dat ter beschikking wordt gesteld voor de volgtijdige plaatsing van verschillende kampeermiddelen.e. woning: een huis, een naar aard en inrichting vergelijkbare ander onderkomen of een deel van een huis of een vergelijkbaar onderkomen.f. particulier: een natuurlijk persoon die buiten de uitoefening van een bedrijf of beroep gelegenheid biedt tot verblijf.g. particulier verhuurde woning: een woning die door een particulier ter beschikking wordt gesteld voor het houden van verblijf met overnachting tegen een vergoeding in welke vorm dan ook.h. recreatiewoningen: een woning die volgtijdig ter beschikking wordt gesteld in het kader van het vakantie- en recreatiebedrijf voor het houden van verblijf met overnachting tegen een vergoeding in welke vorm dan ook.i. voorseizoen: de periode 1 april – laatste weekend van juni.j. naseizoen: de periode laatste weekend van augustus – 31 oktober. 2. Voor particulier verhuurde woningen, recreatiewoningen en voor kampeermiddelen op vaste of volgtijdige standplaatsen kan het aantal overnachtingen op een bij de aangifte gedaan verzoek van de belastingplichtige forfaitair worden vastgesteld.3. Bij de forfaitaire berekening voor particulier verhuurde woningen en recreatiewoningen wordt per woning:a. het aantal overnachtende personen op basis van het aantal slaapplaatsen:- tot en met 2 slaapplaatsen : per slaapplaats; - 3 of 4 slaapplaatsen : 2,7 personen;- 5 of 6 slaapplaatsen : 3,6 personen;- 7 tot en met 10 slaapplaatsen : 4,6 personen. b. het aantal nachten gesteld op: als een woning in het belastingjaar geschikt is voor gebruik of alleen mag worden gebruikt gedurende:- een periode van maximaal zes maanden, bepaald op 60;- een periode van meer dan zes maanden, bepaald op 100.4. Bij de forfaitaire berekening voor kampeermiddelen op vaste standplaatsen wordt per standplaats:a. het aantal overnachtende personen gesteld op 2,5 personen.b. het aantal nachten gesteld op 65.5. Wanneer het een voor- en naseizoenplaats betreft wordt per standplaats:a. het aantal overnachtende personen gesteld op 2,3 personen.b. het aantal nachten gesteld op:- bij een voorseizoenplaats 30.- bij een naseizoenplaats 18.6. Bij de forfaitaire berekening voor kampeermiddelen op volgtijdige standplaatsen wordt per standplaats:a. het aantal overnachtende personen gesteld op 2,7 personen.b. het aantal nachten gesteld op de gemiddelde bezetting per kalenderdag vermenigvuldigd met 365 dagen. De gemiddelde bezetting per kalenderdag is het gemiddelde van zes tellingen gedurende het belastingjaar, waarbij iedere telling binnen een afzonderlijke periode van twee maanden valt.21Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.2De datum van ingang van de heffing werkt terug tot en met 1 januari 2011.3Deze verordening wordt aangehaald als “Eerste wijzigingsverordening toeristenbelasting 2011”.Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 17 november 2011Drs. H.H. Apotheker, voorzitter.G.W. Stegenga ,plaatsvervangend griffier.