CVDR100714_1Verordening op de vertrouwenscommissie in verband met de vervulling van de vacature van burgemeester van de gemeente SchiermonnikoognlregelingSchiermonnikoog2017-06-13SchiermonnikoogNieuwsbrief, 29 april 2011OnbekendGemeentewet, artikel 61gemeenteraadbestuur en recht2011-04-26De tekst in dit document is vrij van auteursrecht en
databankrecht2011-04-27nieuwe regelingOnbekendGeen
Verordening op de vertrouwenscommissie in verband met de vervulling van de
vacature van burgemeester van de gemeente Schiermonnikoog.
De raad van de gemeente Schiermonnikoog;gelezen het raadsvoorstel van de voorzitters van de fracties Ons Belang,
Christelijke Groepering Schiermonnikoog, Schiermonnikoogs Belang en
Democraten Schiermonnikoog 2010;gelet op artikel 61 van de Gemeentewet;B E S L U I T :a.in te stellen een vertrouwenscommissie in verband met de vervulling van de
vacature van de burgemeester;b. in te trekken de Verordening op de vertrouwenscommissie in
verband met de vervulling van
de vacature van
burgemeester van de gemeente Schiermonnikoog, vastgesteld op 1
december 2003;
c.vast
te stellen de volgende Verordening op de vertrouwenscommissie in verband
met de vervulling van de
vacature van burgemeester van de gemeente
SchiermonnikoogTaak van de commissie.1a.De commissie heeft tot taak het uitbrengen van een
concept-aanbeveling van tenminste twee kandidaten, die naar het
oordeel van de commissie in aanmerking komen voor de benoeming tot
burgemeester van de gemeente Schiermonnikoog; b.De commissie brengt haar aanbeveling uit aan de Raad van de gemeente
Schiermonnikoog en de Commissaris van de Koningin van de provincie
Fryslân.c.De commissie brengt een schriftelijk verslag uit aan de gemeenteraad
en de Commissaris van de Koningin van haar bevindingen, waarop haar
aanbeveling is gebaseerd. d.De commissie vermeldt in haar aanbeveling de motieven, die tot haar
oordeel hebben geleid. e.De commissie geeft een beredeneerde volgorde van de aanbeveling aan.
Samenstelling van de commissie2a.De gemeenteraad bepaalt de samenstelling van de commissie en wel op
een zodanige manier, dat van elke fractie in de Raad één lid in de
commissie vertegenwoordigd is.b.Plaatsvervangende leden worden niet benoemd.c.Indien een lid van de commissie langdurig niet beschikbaar is, kan
hij of zij zich doen vervangen door een ander lid van zijn of haar
fractie; de vervanging geldt voor de resterende zittingsperiode van
de commissie.d.De commissie kiest uit haar midden een voorzitter en een
plaatsvervangend voorzitter.e.De wethouders worden benoemd als adviseur van de commissie.
Daarnaast kunnen andere adviseurs worden benoemd.f.De commissie is bevoegd zonder haar adviseurs te vergaderen.g.De commissie wordt bijgestaan door de griffier. De secretaris is
zijn plaatsvervanger. Werkwijze van de commissie3
De commissie baseert haar bevindingen, zoals bedoeld in artikel
1, op de informatie over de sollicitanten, die haar door de
Commissaris van de Koningin is verstrekt, alsmede op de
informatie, die de commissie ontleent aan de gesprekken, die zij
voert met de kandidaten.
De commissie voert de in lid a van dit artikel bedoelde
gesprekken met de door de Commissaris van de Koningin
geselecteerde kandidaten.
Indien de commissie besluit een door de Commissaris van de
Koningin geselecteerde kandidaat niet te ontvangen, worden de
Commissaris van de Koningin en de kandidaat door de commissie
schriftelijk van haar beslissing op de hoogte gesteld.
De commissie is bevoegd ook niet door de Commissaris van de
Koningin geselecteerde kandidaten, die gesolliciteerd hebben,
bij haar beoordeling te betrekken.
Indien een niet-geselecteerde kandidaat zich rechtstreeks wendt
tot de commissie met het verzoek door haar te worden
uitgenodigd, beslist de commissie zo spoedig mogelijk op het
verzoek en stelt zij de verzoeker schriftelijk op de hoogte van
haar beslissing.
Indien de commissie besluit de onder d. of e. bedoelde
sollicitant bij haar beoordeling te betrekken, meldt zij
dit direct aan de Commissaris van de Koningin.
Inlichtingen4a.De commissie verschaft zich door tussenkomst van de Commissaris van
de Koningin door haar nodig geachte informatie over de
kandidaten.b.De commissie wint noch mondeling noch schriftelijk inlichtingen
omtrent kandidaten in bij derden.Wijze van vergaderen van de commissie5a.De commissie vergadert zo vaak als de voorzitter of twee leden dit
noodzakelijk achten.b.Van elke vergadering wordt door de voorzitter tenminste vier dagen
tevoren aankondiging gedaan aan de leden van de commissie.6a.De commissie vergadert niet, indien niet tenminste de helft van de
leden aanwezig is.b.De opvattingen, bedoeld in artikel 1, worden bij meerderheid van
stemmen vastgesteld.c.Het gevoelen van de minderheid wordt desgewenst in de schriftelijke
rapportage aan de Commissaris van de Koningin vermeld.d.Bij staking van stemmen over de uit te brengen opvattingen wordt het
nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering. Is
uitstel van de beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ook in
die vergadering, dan worden geen opvattingen van de commissie, maar
de verschillende meningen binnen de commissie ter kennis van de
Commissaris van de Koningin gebracht.De organisatie van de selectiegesprekken7
De voorzitter nodigt de kandidaten uit voor een gesprek met
de commissie.
De plaats en het tijdstip voor een gesprek worden zodanig
gekozen, dat voorkomen wordt, dat kandidaten hierdoor bekend
worden of tijdens het bezoek aan de commissie met elkaar in
contact komen.
Communicatie en corrrespondentie8
De voorzitter van de commissie treedt op als contactpersoon
naar buiten.
Alle stukken voor de commissie worden aan zijn adres gericht
en op zijn adres bewaard.
Alle stukken, die van de commissie uitgaan, worden vanaf
zijn adres verzonden.
Geheimhouding9
De leden van de commissie hebben volstrekte
geheimhoudingsplicht omtrent hetgeen direct of indirect aan
hen als lid van de commissie ter kennis wordt gekomen.
De geheimhoudingsplicht geldt ook tegenover de
gemeenteraad.
Deze geheimhoudingsplicht geldt zowel tijdens het bestaan
van de commissie als na ontbinding van de commissie.
De geheimhoudingsplicht, zoals in de voorgaande leden
bedoeld, geldt eveneens voor in artikel 2, lid e genoemde
adviseurs en de in hetzelfde artikel, lid f genoemde
personen.
Indien de commissie vaststelt, dat een van haar leden of de
in het vorige lid genoemde personen de vertrouwelijkheid
schendt, dan wordt dit lid of deze persoon uit zijn functie
ontheven. Dit besluit wordt genomen niet dan nadat
betrokkene door de voltallige commissie is gehoord. Het
besluit tot ontheffing dient bij afwezigheid van dit
lid/deze persoon in unanimiteit en in een overigens
voltallige commissie te worden genomen.
Beëindiging van de commissie10
De commissie wordt geacht te zijn ontbonden met ingang van
de dag, volgende op die, waarop aan het gemeentebestuur is
bekendgemaakt, dat in de vacature is voorzien.
De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er
zorg voor, dat op het in lid a bedoelde tijdstip alle
archiefbescheiden, die de commissie zelf heeft gemaakt, op
last van burgemeester en wethouders onverwijld in een
verzegelde enveloppe en gerubriceerd als “geheim” worden
overgebracht naar de krachtens de wet door de Raad
aangewezen archiefbewaarplaats. Zij dragen er eveneens zorg
voor, dat uitvoering wordt gegeven aan het bepaalde in de
navolgende leden van dit artikel.
Van de in lid b. bedoelde overbrenging wordt een verklaring
van overbrenging als bedoeld in artikel 9 van het
Archiefbesluit 1995 opgemaakt. In deze verklaring wordt
melding gemaakt van de met toepassing van artikel 15, lid,
sub a en c van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan
de openbaarheid , geldende voor een periode van 75
jaar.
De originele bescheiden, die de commissie heeft ontvangen
van de Commissaris van de Koningin of van de kandidaten,
worden onmiddellijk aan dezen teruggezonden.
De originele bescheiden, die de commissie heeft ontvangen
van de Commissaris van de Koningin of van de kandidaten
worden onmiddellijk aan dezen teruggezonden.
Alle overige bescheiden van de commissie en alle kopieën van
de in dit artikel bedoelde bescheiden worden onmiddellijk
vernietigd.
Alle kopieën van de stukken, genoemd onder lid b. dienen
eveneens vernietigd te worden door de zorg van de voorzitter
van de commissie.
Slotbepalingen12In alle gevallen, waarin deze niet voorziet, beslist de commissie. 13Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van haar
vaststelling.Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 26
april 2011, voorzitter (mr. M. Zijlstra), griffier (S.T. van der Zwaag)