CVDR250396_1Verordening voorzieningen Wmo ISD Bollenstreek 2013nlregelingTeylingen2017-09-05TeylingenDe Teylinger, 9-1-2013Verordening voorzieningen Wmo ISD Bollenstreek 2013Wet Maatschappelijke Ondersteuning, art. 4 gemeenteraadmaatschappelijke zorg en welzijn2012-12-13De tekst in dit document is vrij van auteursrecht en
databankrecht2013-01-01nieuwe regeling24288GeenGeenVerordening voorzieningen Wmo ISD Bollenstreek 2013INLEIDINGDeze Verordening is ingrijpend veranderd ten opzichte ten opzichte van
de vorige versie. De lijn die gold onder de Wvg, waarbij sprake was van
een zorgplicht en tamelijk nauwkeurig omschreven voorzieningen werd na
invoering van de Wmo aanvankelijk ook gevolgd en is ook terug te vinden
in de huidige verordening. De compensatieplicht vraagt echter om een
andere aanpak.Kernbegrippen zijn nu het leveren van maatwerk, uitgaan van te bereiken
resultaten en eigen verantwoordelijkheid. Bij de beoordeling van een
aanvraag, of al tijdens het gesprek voorafgaand aan de aanvraag, komt
eerst het resultaat dat bereikt moet worden aan de orde, daarna passeren
de verschillende oplossingen de revue, en niet alleen de individuele
voorzieningen. Omdat maatwerk nodig is, vindt een uitgebreid gesprek
plaats ter verkenning van de mogelijkheden, waarbij vooral de eigen
verantwoordelijkheid voorop staat.Artikel 4 van de Wmo geeft allereerst aan op welke
terreinen (een huishouden te voeren; zich te verplaatsen in en om de
woning; zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel;medemensen te
ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan) resultaten
bereikt dienen te worden. Deze vier resultaatgebieden zijn vertaald in 8
resultaten. Dit is gedaan omdat de compensatieplicht volgens de Centrale
Raad van Beroep een resultaatsverplichting inhoudt.Omdat de wet niet bepaalt hoe een resultaat bereikt moet worden, biedt
dit veel beleidsvrijheid aan de gemeente. Er is gekozen om veel meer dan
voorheen de nadruk te leggen op de eigen verantwoordelijkheid, het eigen
netwerk en diverse voorliggende voorzieningen.Uit de jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep blijkt dat
maatwerk en zorgvuldig onderzoek van essentieel belang zijn bij een
goede invulling van de compensatieplicht. Er moet rekening gehouden
worden met de persoonlijke omstandigheden en behoeften. De Centrale Raad
van Beroep heeft ook uitgesproken dat het verlenen van (het primaat aan)
collectieve voorzieningen, zoals het collectief vervoer is toegestaan.
Er mag echter niet (meer) automatisch vanuit worden gegaan dat het ook
voldoende compenseert. Er zal steeds moeten worden onderzocht of de
persoon in kwestie daarmee in voldoende mate in staat wordt gesteld om
te participeren.1Begripsomschrijvingen1.lid 1 BegripsomschrijvingenIn deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt
verstaan onder:a) Aanmelding:de mededeling aan het Dagelijks Bestuur dat er beperkingen worden
ondervonden op grond waarvan iemand verzoekt een afspraak te maken
voor een gesprek.b) Aanvraag:het verzoek van een belanghebbende om in aanmerking te komen voor
één of meerdere voorzieningen om een resultaat te bereiken in het
kader van deze Verordening.c) Algemeen gebruikelijke voorziening:een voorziening die niet speciaal bedoeld is voor mensen met een
beperking, dus ook door anderen gebruikt wordt, algemeen
verkrijgbaar is en niet aanzienlijk – duurder is dan vergelijkbare
producten.d) Algemene voorziening:een voorliggende voorziening die weliswaar niet bestemd is voor,
noch te gebruiken is door alle personen als bedoeld in artikel 4 lid
1 van de wet, maar die anderzijds door iedereen waarvoor de
voorziening wel bedoeld is op eenvoudige wijze te verkrijgen of te
gebruiken is, zonder een ingewikkelde aanvraagprocedure.e) Belanghebbende:een persoon met een beperking, een chronisch psychisch probleem of
een psychosociaal probleem die behoefte heeft aan compensatie ten
behoeve van het bevorderen van zijn deelname aan het maatschappelijk
verkeer en het zelfstandig functionerenf) Budgethouder:een persoon aan wie ingevolge deze verordening een persoonsgebonden
budget is toegekend. Of diens wettelijk vertegenwoordiger, die aan
het dagelijks bestuur verantwoording over de besteding van het
persoonsgebonden budget verschuldigd is.g) Collectieve voorziening:een voorziening die door het dagelijks bestuur individueel wordt
verstrekt maar die door meerdere personen tegelijk wordt gebruikt,
bijvoorbeeld het collectief vraagafhankelijk vervoer.h) Compensatieplicht:de plicht van het College/Dagelijks Bestuur om op grond van artikel
4 van de wet aan personen met een beperking, een chronisch psychisch
of een psychosociaal probleem voorzieningen te bieden ter
compensatie van hun beperkingen op het gebied van zelfredzaamheid en
maatschappelijke participatie ten einde hen in staat te stellen een
huishouden te voeren, zich te verplaatsen in en om de woning, zich
lokaal te verplaatsen per vervoermiddel en medemensen te ontmoeten
en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. Daarbij legt
artikel 4 van de Wet het Dagelijks Bestuur de plicht
op om een resultaat te bereiken dat als compensatie mag gelden en
dat in het individuele geval maatwerk is.i) Dagelijks Bestuur:het Dagelijks Bestuur van de Intergemeentelijke Sociale Dienst
Bollenstreek Hillegom, Lisse, Teylingen, Noordwijkerhout, Noordwijk,
zoals samengesteld conform de Gemeenschappelijke Regeling ISD
Bollenstreek.j) Financiële tegemoetkoming:een geldbedrag, al dan niet forfaitair of gemaximeerd, bedoeld om
een voorziening mee aan te schaffen voor het te bereiken
resultaatk) Gebruikelijke zorg:de normale, dagelijkse zorg/ondersteuning die alle meerderjarige
leden van een leefeenheid geacht worden elkaar onderling te bieden,
omdat ze als leefeenheid een gezamenlijk huishouden voeren en op die
grond een gezamenlijke verantwoordelijkheid hebben voor het
functioneren van dat huishouden.l) Gesprek:het eerste contact na een aanmelding waarin met degene die
maatschappelijke ondersteuning zoekt zijn gehele situatie wordt
geïnventariseerd ten aanzien van de beperkingen en de gevolgen
daarvan, de te bereiken resultaten, de te kiezen oplossingen via
eigen mogelijkheden, via mogelijkheden van het netwerk dan wel via
algemene, algemeen gebruikelijke collectieve, (wettelijk)
voorliggende en individuele voorzieningen.m) Hoofdverblijf:de woonruimte waar een persoon zijn vaste woon- en verblijfplaats
heeft en volgens de gemeentelijke basisadministratie staat
ingeschreven dan wel zal staan ingeschreven, dan wel het feitelijke
woonadres indien het een persoon met beperkingen met een briefadres
is.n) Individuele voorziening:een voorziening die door het Dagelijks Bestuur ten behoeve van één
persoon op basis van artikel 4 Wmo wordt verstrekt.o) Mantelzorger:een persoon, die mantelzorg verleent als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder b van de wet.p) Meerkosten:kosten van een mogelijk krachtens de wet te verlenen voorziening,
voorzover dit deel van de kosten uitgaat boven voor die persoon als
algemeen gebruikelijk te beschouwen kosten van een dergelijke
voorzieningq) Sociaal netwerk:het gezin, familie en andere sociale relaties (bijvoorbeeld
vrienden, buren, vereniging, kerkgenootschap), in de buurt van
belanghebbende. Deze mensen kunnen, waar nodig, ondersteuning en
mantelzorg verlenen.r) Persoonsgebonden budget:een geldbedrag, zoals bedoeld in artikel 6 en 6a van de wet, om te gebruiken voor het te bereiken
resultaat, als alternatief voor een voorziening in natura.s) Persoonsvolgend budget:een geldbedrag om te gebruiken voor het te bereiken resultaat
waarbij het beheer en de administratie van dit budget in handen is
van een professionele budgetbeheerder.t) Psychosociaal probleem:een situatie van verlies van zelfstandigheid en, met name, een
gebrek aan mogelijkheden tot deelname aan het maatschappelijk
verkeer, als gevolg van problemen die iemand op grond van zijn
psyche ondervindt in zijn relatie met anderen, met zijn sociale
omgeving¹.u) Resultaat:het doel waarvoor een aanvraag daadwerkelijk is ingediend dat door
compensatie van de problemen die iemand ondervindt bereikt moeten
worden, eventueel door verstrekking van passende voorzieningen.v) Voorziening in natura:een voorziening die in eigendom, in bruikleen, in huur of in de vorm
van een persoonlijke dienstverlening wordt verstrekt aan een persoon
met beperkingen om in te zetten om het resultaat te bereiken.w) Voorliggende voorziening:elke voorziening buiten deze wet waarop de persoon of het gezin
aanspraak kan maken, dan wel een beroep kan doen, waarmee het
resultaat geheel of gedeeltelijk bereikt kan worden. De voorliggende
voorziening moet gezien haar aard en doel compensatie bieden voor de
ondervonden beperkingen op de vier domeinen (het voeren van een
huishouden, zich verplaatsen in en om de woning, zich lokaal
verplaatsen per vervoermiddel en medemensen ontmoeten en op basis
daarvan sociale verbanden aan gaan).x) Wet:Wet maatschappelijke ondersteuning.y) Zelfredzaamheid:het lichamelijke, verstandelijke, geestelijke en financiële vermogen
om zelf voorzieningen te treffen die deelname aan het normale
maatschappelijke verkeer mogelijk maken.Lid 2De begrippen die in deze Verordening worden gebruikt en niet nader
worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de wet en/of de
awb, tenzij anders is aangegeven.2Resultaatgerichte compensatie.2.De te bereiken resultaten.De op basis van artikel 4 lid 1 van de Wet via compenserende
maatregelen te bereiken resultaten betreffen:
een schoon en leefbaar huis;
wonen in een geschikte woning;
beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften;
beschikken over schone, draagbare en doelmatige
kleding;
het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin
behoren;
zich verplaatsen in, om en nabij de woning;
zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel;
de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en
deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of
religieuze activiteiten.
3Hoe te komen tot de te bereiken resultaten.3.Scheiding aanmelding en aanvraagLid 1.Aan een aanvraag voor een individuele voorziening ex artikel 1, lid 1 aanhef en onder g sub 6 van de wet
kan een aanmelding voor een gesprek vooraf gaan.Lid 2.De manier waarop, wanneer, onder welke voorwaarden een gesprek
plaatsvindt en de voorwaarden waaraan het (gespreks)verslag moet
voldoen is vastgelegd en nader uitgewerkt in het gemeentelijke
WMO-beleidsmeerjarenplan.Bij het voeren van het gesprek zal in elk geval de International
Classification of Functions, Disabilities and Health als basis voor
het begrippenkader worden gehanteerd.4.De aanvraagLid 1.De aanvraag (zie artikel 1 b) voor een te bereiken resultaat, moet
in overeenstemming met de artikelen 4:1 en 4:2 van de Awb, schriftelijk of elektronisch
plaatsvinden.Lid 2.Indien een aanvraag mondeling (via de telefoon of op een andere
manier) plaatsvindt wordt dit per omgaande schriftelijk bevestigd.
Bij deze bevestiging wordt een aanvraagformulier meegezonden.Lid 3.Bij de aanvraag wordt, als er een ondertekend verslag van het
gesprek aanwezig is, dit ondertekende verslag als aanvraagformulier
beschouwd voor een individuele voorziening ex artikel 1, lid 1 aanhef en onder g sub 6 van de
wet.4Beoordeling van de te bereiken resultaten.1:Algemene regels.5.Compensatieplicht middels inzet van individuele
voorzieningenLid 1.Beperkingen in zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie
van een individuele burger moeten eerst binnen de eigen
mogelijkheden, dan wel met inzet van algemene en/of collectieve
voorzieningen worden opgelost. Ook alle (wettelijke)
voorliggende en algemeen gebruikelijke voorzieningen, die
beschikbaar en bruikbaar zijn, moeten hierbij betrokken
worden.Lid 2.Slechts indien daarmee de beperkingen niet in afdoende mate
kunnen worden weggenomen gaat het Dagelijks Bestuur over tot het
inzetten van individuele voorzieningen.Lid 3.Om voorzieningen in onderlinge samenhang op de situatie van de
belanghebbende te kunnen afstemmen, moet samen met de
belanghebbende een resultaat worden bereikt dat als compensatie
mag gelden. Daarbij neemt het Dagelijks Bestuur het verslag van
het gesprek indien aanwezig als uitgangspunt. Het Dagelijks
Bestuur gaat uit van de behoeften en persoonskenmerken van de
belanghebbende. Daarbij zal onderzoek gedaan worden naar de
noodzaak en mogelijkheid tot leveren van maatwerk ten aanzien
van het te bereiken resultaat.Lid 4.Bij het onderzoek en de indicatiestelling wordt gebruik gemaakt
van de systemen neergelegd in de International Classification of
Functioning, Disability and Health, de zogenaamde
ICF-classificatie.Lid 5.Bij het compenseren van beperkingen die een belanghebbende
ondervindt in de zelfredzaamheid en bij de maatschappelijke
participatie wordt rekening gehouden met de eigen
verantwoordelijkheid bij de keuzes die hij/zij maakt in het
leven. Het Dagelijks Bestuur houdt bij de beoordeling rekening
met het verstandelijke vermogen van de belanghebbende.6.BeperkingenLid 1.Een voorziening kan slechts worden toegekend voor zover:a) de noodzaak voor het te bereiken resultaat langdurig is,
tenzij kortdurende hulp bij het huishouden leidt tot het te
bereiken resultaat;b) de te verstrekken voorziening als de goedkoopst-compenserende
voorziening aan te merken is;Lid 2.Geen voorziening wordt toegekend:a) als de voorziening algemeen gebruikelijk is;b) als de belanghebbende niet woonachtig is binnen de
gemeentegrenzen van de gemeenten genoemd in de
Gemeenschappelijke Regeling ISD Bollenstreek (uitzondering
artikel 8 lid 1 onder b)c) voor zover de aanvraag betrekking heeft op kosten die de
belanghebbende voorafgaand aan het moment van aanvragen of het
moment van beschikken heeft gemaakt en niet meer is na te gaan
of deze voorziening noodzakelijk was en als
goedkoopst-compenserend aan te merken valt;d) voor zover een voorziening als die waarop de aanvraag
betrekking heeft reeds eerder in het kader van enige wettelijke
bepaling of regeling is verstrekt en de normale
afschrijvingstermijn van de voorziening nog niet verstreken is,
tenzij de eerder vergoede of verstrekte voorziening verloren is
gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan belanghebbende
zijn toe te rekenen, of tenzij belanghebbende geheel of
gedeeltelijk tegemoetkomt in de veroorzaakte kosten.2:De te bereiken resultaten.7.Een schoon en leefbaar huis.Lid 1.Het eerste te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van
een huishouden bestaat uit het kunnen wonen in een huis dat
schoon is. Dit geldt ten aanzien van de woonkamer,
slaapvertrekken, keuken en sanitaire ruimten, zijnde elementaire
woonfuncties.Lid 2.Als het gaat om een schoon en leefbaar huis kan een individuele
voorziening getroffen worden voor het lichte en/of het zware
huishoudelijke werk.Lid 3.Als de belanghebbende een of meer huisgenoten heeft die
beschikbaar en in staat zijn werkzaamheden over te nemen in het
kader van gebruikelijke zorg, wordt deze mogelijkheid eerst
beoordeeld.Lid 4.Voor zover de in het vorige lid en de in artikel 5 lid 1 van de
Verordening genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn
en leiden tot het te bereiken resultaat worden ten aanzien van
die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.8.Wonen in een geschikte woning.Lid 1.aHet tweede te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van
een huishouden bestaat uit het normaal gebruik kunnen maken van
de woning waar men het hoofdverblijf heeft of zal hebben. Dit
geldt, in elk geval, ten aanzien van de woonkamer,
slaapvertrekken, keuken, sanitaire ruimten.bIn aanvulling van het gestelde in het eerste lid kan een
woonvoorziening getroffen worden voor het bezoekbaar maken van
één woonruimte indien de aanvrager zijn hoofdverblijf heeft in
een op grond van artikel 5 van de Wet toelating zorginstellingen
erkende instelling. Het gaat om het kunnen bereiken en gebruiken
van de woonkamer en een toilet.De aanvraag voor het bezoekbaar maken wordt ingediend in de
gemeente waar de aan te passen woning staat.De woonvoorziening betreft het bezoekbaar maken van de
woonruimte tot een maximumbedrag. Dit bedrag is vastgelegd in
het Besluit financiële bijdragen maatschappelijke ondersteuning
ISD Bollenstreek.Onder bezoekbaar maken wordt uitsluitend verstaan het middels
een woonvoorziening bewerkstelligen dat de belanghebbende de
woonruimte kan bereiken en de woonkamer en een toilet kan
gebruiken.Onder logeerbaar maken wordt uitsluitend verstaan het middels
een woonvoorziening bewerkstelligen dat de in een op grond van
artikel 5 van de Wet toelating zorginstellingen
erkende instelling verblijvende minderjarige belanghebbende een
slaapkamer en de badkamer kan bereiken en gebruiken.Lid 2.Als het gaat om het normale gebruik van de woning kan een
individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van de
bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid van de
woning.Lid 3.Voor zover de belanghebbende kan verhuizen naar een geschikte
woning of een gemakkelijker geschikt te maken woning welke
verhuizing kan leiden tot het te bereiken resultaat wordt deze
mogelijkheid eerst beoordeeld. Deze beoordeling vindt alleen
plaats indien de aanpassing van de woning het bedrag genoemd in
het Besluit financiële bijdragen maatschappelijke ondersteuning
ISD Bollenstreek te boven gaat.Lid 4.Voor zover de in het vorige lid en de in artikel 5 lid 1 van de
Verordening genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn
en leiden tot het te bereiken resultaat, worden ten aanzien van
die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.9.Beschikken over goederen voor primaire
levensbehoeften.Lid 1.Het derde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van
een huishouden bestaat uit het voorzien zijn van dagelijks
benodigde levensmiddelen, evenals toiletartikelen en
schoonmaakartikelen. Ook de noodzakelijke bereiding van
maaltijden kan hieronder vallen.Lid 2.Als het gaat om het beschikken over goederen voor primaire
levensbehoeften kan een individuele voorziening worden getroffen
ten aanzien van het doen van boodschappen, alsmede het bereiden
en aanreiken van maaltijden.Lid 3.Indien de belanghebbende een of meer huisgenoten heeft die
beschikbaar en in staat zijn werkzaamheden over te nemen en/of
voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige
en bruikbare boodschappenservice of maaltijdvoorziening die in
de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het
te bereiken resultaat, wordt deze mogelijkheid eerst
beoordeeld.Lid 4.Voor zover de in het vorige lid en de in artikel 5 lid 1 van de
Verordening genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn
en leiden tot het te bereiken te resultaat worden ten aanzien
van die onderdelen geen individuele voorzieningen
verstrekt.10.Beschikken over schone, draagbare en doelmatige
kleding.Lid 1.Het vierde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van
een huishouden bestaat uit het aanwezig zijn van gewassen, al
dan niet gestreken en zo nodig opgevouwen of opgehangen,
kleding.Lid 2.Als het gaat om het beschikken over schone, draagbare en
doelmatige kleding kan een individuele voor-ziening worden
getroffen ten aanzien van het wassen, drogen en strijken en
opruimen van de dagelijkse was.Lid 3.Indien de belanghebbende één of meer huisgenoten heeft die
beschikbaar en in staat zijn werkzaamheden over te nemen, wordt
dit eerst in het kader van gebruikelijke zorg beoordeeld.Lid 4.Voor zover de in het vorige lid en de in artikel 5 lid 1 van de
Verordening genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn
en leiden tot het te bereiken resultaat worden ten aanzien van
die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.11.Het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het
gezin behoren.Lid 1.Het vijfde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van
een huishouden bestaat uit de dagelijkse, gebruikelijke zorg
voor in het huishouden aanwezige kinderen.Lid 2.Als het gaat om het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot
het gezin behoren, kan een individuele voorziening worden
getroffen ten aanzien van het –tijdelijk ter overbrugging van
een periode noodzakelijk voor het nemen van meer definitieve
maatregelen – vervangen van de ouder die in principe voor de
kinderen zorgt.Lid 3.Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige
en bruikbare voor- tussen- en naschoolse opvang, kinderopvang of
andere opvangmogelijkheden die in de individuele situatie van de
belanghebbende kunnen leiden tot het te bereiken resultaat
worden deze mogelijkheden eerst beoordeeld .Lid 4.Voor zover de in het vorige lid en de in artikel 5 lid 1 van de
Verordening genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn
en leiden tot het te bereiken resultaat worden ten aanzien van
die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.12.Zich verplaatsen in en om de woningLid 1.Het te bereiken resultaat ten aanzien van het zich verplaatsen
in en om de woning bestaat uit het in staat zijn de elementaire
woonfuncties en elementaire gebruiksruimte te kunnen bereiken en
er zich zodanig kunnen redden dat normaal functioneren mogelijk
is.Lid 2.Als het gaat om het verplaatsen in en om de woning kan een
individuele voorziening worden getroffen bestaande uit een
rolstoel voor dagelijks gebruik.Lid 3.Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een bestaande
en bruikbare rolstoelpool die in de individuele situatie van de
belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat, wordt
deze mogelijkheid eerst beoordeeld.Lid 4.Voor zover de in artikel 5 lid 1 van de Verordening en de in het
vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn
en leiden tot het te bereiken resultaat zullen ten aanzien van
die onderdelen geen individuele voorzieningen worden
verstrekt.13.Zich lokaal verplaatsen per
vervoermiddel.Lid 1.Het te bereiken resultaat ten aanzien van het zich lokaal
verplaatsen per vervoermiddel bestaat uit het kunnen doen van
dagelijkse boodschappen, het kunnen bezoeken van familie,
kennissen en het doen van gewenste activiteiten, alles binnen de
directe woon- en leefomgeving.Lid 2.Als het gaat om het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel,
kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van
het verplaatsen in de directe omgeving van de woning en het
verplaatsen over de langere afstand binnen de directe woon en
leefomgeving.Lid 3.Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een bestaande
en bruikbare scootermobielpool of van collectief
vraagafhankelijk vervoer (CVV) van deur tot deur die in de
individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te
bereiken resultaat worden deze mogelijkheden eerst beoordeeld.
Het CVV heeft het primaat op een individuele
vervoersvoorziening.Lid 4.Voor zover de in het vorige lid en de in artikel 5 lid 1
genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn en leiden
tot het te bereiken resultaat zullen ten aanzien van die
onderdelen geen individuele voorzieningen worden verstrekt.Artikel 14. De mogelijkheid om contacten te hebben met
medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of
religieuze activiteiten.Lid 1.Het te bereiken resultaat ten aanzien van de mogelijkheid om
contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan
recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten bestaat
uit het zo mogelijk kunnen afleggen van gewenste bezoeken en het
deelnemen aan gewenste activiteiten.Lid 2.Als het gaat om de mogelijkheid om contact te hebben met
medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of
religieuze activiteiten kan een individuele voorziening worden
getroffen ten aanzien van het vervoer naar de gewenste
bestemmingen.Lid 3.Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een of meer
aanwezige en bruikbare (vrijwilligers)organisaties of het
collectief vraag afhankelijk vervoer of van een aanwezige en
bruikbare scootmobielpool en dat die in de individuele situatie
van de belanghebbende kunnen leiden tot het te bereiken
resultaat, worden deze mogelijkheden eerst beoordeeld .Lid 4.Voor zover de in het vorige lid en de in artikel 5 lid 1
genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn en leiden
tot het te behalen resultaat worden ten aanzien van die
onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.5Wijze van verstrekke15.Mogelijke verstrekkingwijzen.Een individuele voorziening kan verstrekt worden in natura, als
persoonsvolgend budget*, als persoonsgebonden budget of als
financiële tegemoetkoming. De persoon met beperkingen kan derhalve
in plaats van een individuele voorziening in natura, behoudens bij
de deelnemerspas voor het collectief vervoer, kiezen voor een
persoonsgebonden budget of een financiële tegemoetkoming.* Zodra het invoeren van een persoonsvolgend budget tot de
mogelijkheden behoort, kan ook voor deze verstrekkingsvorm worden
gekozen.Artikel 15a basistarief hulp bij het huishoudenOp grond van artikel 21a van de Wet zijn de basistarieven voor de
hulp bij het huishouden als volgt vastgesteld:
Categorie 1 € 17,00
Categorie 2 € 21,00
Categorie 3 € 21,00
Artikel 16. Inhoud beschikking bij verstrekking in
natura.Bij het treffen van een voorziening in natura wordt in de
beschikking vastgelegd
welke de te treffen voorziening is,
wat de duur is van de verstrekking,
hoe de voorziening in natura verstrekt wordt,
op welke wijze het genomen besluit bijdraagt aan het
behouden en bevorderen van de zelfredzaamheid en de normale
maatschappelijke participatie van de persoon met een
beperking of een chronisch psychisch of psychosociaal
probleem
of er sprake is van een overeenkomst waarin deze
verstrekking is geregeld, en.
of er een eigen bijdrage verschuldigd is in de zin van
artikel 21 van de Verordening
Artikel 17. Persoonsgebonden budgetLid 1.Op het persoonsgebonden budget, zoals genoemd in de artikelen 6 lid 1 en 6 a van de wet,zijn de volgende voorwaarden van toepassing:
een persoonsgebonden budget wordt alleen verstrekt ten
aanzien van individuele voorzieningen;
de omvang van het persoonsgebonden budget wordt, met
uitzondering van het persoonsgebonden budget voor vergoeding
van een arbeidsverhouding als bedoeld artikel 5 lid 2 van de Wet op de loonbelasting
1964, afgeleid van de tegenwaarde van de in de
betreffende situatie te verstrekken voorziening in
natura;
het persoonsgebonden budget wordt, indien noodzakelijk,
aangevuld met een vergoeding voor aanvullende kosten, zoals
vastgelegd in het Besluit financiële bijdragen
maatschappelijke ondersteuning ISD Bollenstreek.
de wijze waarop het persoonsgebonden budget wordt
vastgesteld wordt door het dagelijks bestuur vastgelegd in
het Beleidsboek maatschappelijke ondersteuning ISD
Bollenstreek.
Lid 2.De besteding van het persoonsgebonden budget dient door de
budgethouder als volgt te worden verantwoord:Bij verstrekking van een persoonsgebonden budget onder een in het
Besluit financiële bijdrage maatschappelijke ondersteuning ISD
Bollenstreek nader vastgesteld normbedrag gaat het Dagelijks Bestuur
steekproefsgewijs na of het persoonsgebonden budget is besteed aan
het doel waarvoor deze verstrekt is. De budgethouder is verplicht de
daarvoor noodzakelijke stukken, zoals benoemd in het Beleidsboek
maatschappelijke ondersteuning ISD Bollenstreek, op verzoek van het
Dagelijks Bestuur per omgaande te verstrekken.Bij verstrekking van een persoonsgebonden budget boven het onder a
benoemde normbedrag is de budgethouder verplicht om na aanschaf van
de voorziening waarvoor het persoongebonden budget is verstrekt, dan
wel na afloop van de periode waarop het persoonsgebonden budget van
toepassing is, aan het Dagelijks Bestuur de besteding van het budget
te verantwoorden volgens de voorschriften zoals opgenomen in het
Beleidsboek maatschappelijke ondersteuning ISD BollenstreekNa ontvangst van de in het vorige lid bedoelde bescheiden wordt door
het Dagelijks Bestuur beoordeeld of er aanleiding bestaat het
persoonsgebonden budget geheel of ten dele terug te vorderen of te
verrekenenArtikel 18. Overwegende bezwaren bij verstrekking als
persoonsgebonden budgetHet Dagelijks Bestuur legt in het Beleidsboek maatschappelijke
ondersteuning ISD Bollenstreek vast in welke situaties sprake is van
overwegende bezwaren op grond waarvan er geen persoonsgebonden
budget verstrekt wordt.Artikel 19. Inhoud beschikking bij verstrekking als
persoonsgebonden budgetBij het treffen van een voorziening in de vorm van een
persoonsgebonden budget wordt in de beschikking vastgelegd
voor welk te bereiken resultaat het persoonsgebonden budget
gebruikt moet worden, eventueel aangevuld met een program
van eisen waaraan bij de besteding voldaan moet worden,
wat de omvang van het persoonsgebonden budget is en hoe dit
bedrag is samengesteld,
wat de duur is van de verstrekking waarvoor het
persoonsgebonden budget bedoeld is,
op welke wijze het genomen besluit bijdraagt aan het
behouden en bevorderen van de zelfredzaamheid en de normale
maatschappelijke participatie van de persoon met een
beperking of een chronisch psychisch of psychosociaal
probleem,
welke regels gelden ten aanzien van verantwoording van het
persoonsgebonden budget,
welke regels gelden bij eventuele terugvordering en
of er een eigen bijdrage verschuldigd is in de zin van
artikel 21 van deze Verordening.
Artikel 20. Inhoud beschikking bij verstrekking als financiële
tegemoetkoming.Bij het treffen van een voorziening in de vorm van een financiële
tegemoetkoming wordt in de beschikking vastgelegd:
voor welk te bereiken resultaat de financiële tegemoetkoming
bestemd is,
wat de duur van de verstrekking is,
wat de omvang van de financiële tegemoetkoming is en hoe dit
bedrag is samengesteld,
op welke wijze het genomen besluit bijdraagt aan het
behouden en bevorderen van de zelfredzaamheid en de normale
maatschappelijke participatie van de persoon met een
beperking of een chronisch psychisch of psychosociaal
probleem,
of er sprake is van een overeenkomst waarin deze
verstrekking is geregeld,
Welke regels gelden ten aanzien van verantwoording daarvan,
en
of er sprake is van een eigen aandeel in de zin van artikel
21 van deze Verordening.
Artikel 21. Eigen bijdragen en eigen aandeelLid 1.De persoon met beperkingen of een chronisch psychisch of
psychosociaal probleem die in aanmerking wordt gebracht voor een
individuele voorziening is een eigen bijdrage of een eigen aandeel
verschuldigd, tenzij anders is bepaald in deze Verordening.Lid 2.De hoogte van de eigen bijdrage en het eigen aandeel wordt berekend
overeenkomstig het bepaalde in artikel 4.1 lid 1 van het Besluit maatschappelijke
ondersteuning (staatsblad 2006, 450). Het Dagelijks
Bestuur legt in het Besluit maatschappelijke ondersteuning ISD
Bollenstreek de hoogte van de te vragen eigen bijdrage vast.Lid 3.Overige bepalingen ten aanzien van de vaststelling en inning eigen
bijdrage en het eigen aandeel zijn opgenomen in het Besluit
maatschappelijke ondersteuning ISD Bollenstreek.Hoofdstuk 6 Procedurele bepalingen rond onderzoek, advies en
besluitvorming, intrekking en terugvordering.Artikel 22. Beslistermijn.De termijn waarbinnen een besluit genomen moet worden is geregeld in
de AwbArtikel 23. AdviseringLid 1.Het Dagelijks Bestuur is bevoegd om, voor zover dit van belang kan
zijn voor de beoordeling van het recht op de aangevraagde
voorziening, de belanghebbende of bij gebruikelijke zorg diens
relevante huisgenoten:
uit te nodigen om nadere informatie te verstrekken op een
door het Dagelijks Bestuur te bepalen plaats en
tijdstip;
uit te nodigen voor een (nader) onderzoek door een of meer
daartoe aangewezen medische- of andere deskundigen op een
door het dagelijks bestuur te bepalen plaats en
tijdstip.
Het Dagelijks Bestuur kan een door haar daartoe aangewezen
adviesinstantie om advies vragen indien:
het handelt om een aanvraag van een persoon die nog niet
bekend is bij het Dagelijks Bestuur;
het handelt om een aanvraag van een persoon die wel bekend
is bij het Dagelijks Bestuur maar waarvan de omstandigheden
zodanig zijn veranderd dat die gewijzigde omstandigheden de
noodzaak van een voorziening of de soort van voorziening
kunnen beïnvloeden;
de aanvraag om medische redenen wordt afgewezen;
zij dat gewenst vindt.
Artikel 24. Wijziging situatieLid 1.De belanghebbende aan wie krachtens deze verordening een voorziening
is verstrekt, is verplicht zo spoedig mogelijk (en schriftelijk) aan
het Dagelijks Bestuur mededeling te doen van feiten en
omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze
van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening.Lid 2.Het Dagelijks Bestuur is bevoegd de in het eerste lid genoemde
persoon, na verlening van een voorziening op grond van de
verordening, op te roepen om vast te stellen of de omstandigheden
die hebben geleid tot de verlening van de voorziening, gewijzigd
zijn.Artikel 25. HeronderzoekHet Dagelijks Bestuur is bevoegd degene aan wie krachtens deze
Verordening of een rechtsvoorganger van deze Verordening een
voorziening is verstrekt, aan een heronderzoek te onderwerpen
teneinde vast te stellen of de omstandigheden die hebben geleid tot
de verlening van de voorziening gewijzigd zijn en betrokkene nog
recht heeft op de voorziening, dan wel vast te stellen of zij op
basis van deze Verordening, zoals deze luidt op de dag van het
heronderzoek, tot een ander besluit zou zijn gekomen.Op dit heronderzoek zijn de bepalingen van artikel 23 van
overeenkomstige toepassing.Artikel 26. Intrekking en herziening.Lid 1.Het dagelijks bestuur kan een besluit, genomen op grond van deze
verordening, geheel of gedeeltelijk intrekken indien:
niet of niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden gesteld
bij het besluit tot verlening;
beschikt is op grond van gegevens waarvan gebleken is dat
die gegevens zodanig onjuist waren dat; waren de juiste
gegevens bekend geweest, een andere beslissing zou zijn
genomen, terwijl de belanghebbende wist of redelijkerwijs
had kunnen weten dat bedoelde gegevens onjuist waren;
achteraf blijkt dat een aanspraak op grond van een andere
(wettelijke) regeling ten gelden wordt of kan worden
gemaakt;
achteraf blijkt van een structureel niet-gebruik van de
verstrekte voorziening.
Lid 2Onverminderd de gronden voor intrekking genoemd in lid 1 en lid 4
kan het besluit tot verlening van een persoonsgebonden budget of
financiële tegemoetkoming worden ingetrokken of gewijzigd met ingang
van de dag vanaf welke de budgethouder heeft aangegeven geen prijs
meer te stellen op het budget.Lid 3Bij het overlijden van de budgethouder eindigt het persoonsgebonden
budget of financiële tegemoetkoming op de dag gelegen na de dag
waarop de (budget)houder is overleden.Lid 4Een besluit tot het verlenen van een persoonsgebonden budget of
financiële tegemoetkoming kan worden ingetrokken of gewijzigd met
ingang van de dag waarop de (budget)houder zijn verplichtingen niet
nakomt.Lid 5Een besluit tot het verlenen van een persoonsgebonden budget of
financiële tegemoetkoming kan worden ingetrokken of gewijzigd indien
er sprake is van gewijzigde omstandighedenLid 6Een besluit tot het verlenen van een persoonsgebonden budget of
financiële tegemoetkoming kan worden ingetrokken of gewijzigd indien
blijkt dat het budget binnen zes maanden na uitbetaling niet is
aangewend voor de bekostiging van het resultaat waarvoor de
verlening heeft plaatsgevonden en er geen verschonende
omstandigheden zijn;Lid 7Een besluit tot het verlenen van een persoonsgebonden budget of
financiële tegemoetkoming kan worden ingetrokken of gewijzigd indien
blijkt dat het budget niet volledig of anders is besteed.Lid 8Een besluit tot het verlenen van een persoonsgebonden budget of
financiële tegemoetkoming kan worden ingetrokken of gewijzigd indien
blijkt dat de verantwoording niet voldoet aan de door het Dagelijks
bestuur gestelde eisen.Lid 9Het Dagelijks Bestuur kan over gaan tot opschorting en intrekking
van het persoonsgebonden budget indien de door het CAK opgelegde
verschuldigde eigen bijdrage niet of niet volledig door de
budgethouder wordt voldaan.Lid 10Het Dagelijks Bestuur kan over gaan tot stopzetting van de zorg in
natura indien de door het CAK aan de persoon met beperkingen
opgelegde eigen bijdrage niet of niet volledig wordt betaald.Artikel 27. Terugvordering en verrekenen.Lid 1.Indien het recht op een voorziening is ingetrokken kan op basis
daarvan een reeds uitbetaalde financiële tegemoetkoming of
persoonsgebonden budget worden teruggevorderd.Lid 2Indien een persoonsgebonden budget of financiële tegemoetkoming
abusievelijk ten onrechte of tot een te hoog bedrag is uitbetaald,
kan dit worden teruggevorderd.Lid 3Alle ingevolge deze verordening terug te vorderen bedragen kunnen
vanaf het moment dat de persoon van wie wordt teruggevorderd in
gebreke is gesteld worden verhoogd met de wettelijke rente.Lid 4.Ingeval het recht op een in eigendom verstrekte voorziening is
ingetrokken kan deze voorziening worden teruggevorderd indien voor
de verkrijging daarvan doelbewust onjuiste gegevens zijn
verstrekt.Lid 5Ingeval het recht op een in bruikleen verstrekte voorziening is
ingetrokken kan deze voorziening worden teruggehaald indien voor de
verkrijging daarvan doelbewust onjuiste gegevens zijn
verstrekt.Lid 6Het Dagelijks Bestuur kan over gaan tot terugvordering van het
persoonsgebonden budget indien de door het CAK opgelegde
verschuldigde eigen bijdrage niet of niet volledig door de
budgethouder wordt voldaan.Lid 7Het Dagelijks Bestuur kan, als de persoon met beperkingen blijft
volharden in zijn verzuim de eigen bijdrage te betalen, overgaan tot
terugvordering van de aan de zorgaanbieder verstrekte vergoeding
voor de geboden zorg in natura.Hoofdstuk 7 SlotbepalingenArtikel 28. Besluitvorming, nadere regels en nadere
voorwaardenLid 1.Voorzover in deze Verordening niet anders is bepaald is het
Dagelijks Bestuur belast met de uitvoering van de Verordening tot
alle besluiten ter uitvoering van deze Verordening en de wet.Lid 2.Ter uitvoering van deze Verordening stelt het Dagelijks Bestuur het
Financieel Besluit en de Beleidsregels vast.Artikel 29. Hardheidsclausule.Het Dagelijks Bestuur kan in bijzondere gevallen ten gunste van de
belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze Verordening
indien toepassing van de Verordening tot onbillijkheden van
overwegende aard leidt.Artikel 30. Indexering.Het Dagelijks Bestuur kan jaarlijks per 1 januari de in het kader
van deze Verordening en het op deze Verordening berustende besluit
maatschappelijke ondersteuning ISD Bollenstreek geldende bedragen
verhogen of verlagen aan de hand van de prijsindex voor de
gezinsconsumptie, zoals bepaald in artikel 4.5 lid 1 van het Besluit maatschappelijke
ondersteuning (Stb. 2006, 450).Artikel 31. Evaluatie.Het door de gemeente gevoerde beleid wordt, in ieder geval, eenmaal
per 4 jaar geëvalueerd. Indien de evaluatie daartoe aanleiding geeft
wordt dit vervolgens aangepast. Het Dagelijks Bestuur zendt hiertoe
tijdig aan de gemeenteraad een verslag over de doeltreffendheid en
de effecten van de verordening in de praktijk.Artikel 32. Inwerkingtreding.Lid 1.Deze Verordening treedt in werking met ingang van 1 januari
2013.Lid 2.Op de dag van inwerkingtreding van deze Verordening wordt de
“Verordening maatschappelijke ondersteuning ISD Bollenstreek
2009” ingetrokken.Artikel 33. Citeertitel.Deze Verordening wordt aangehaald als “Verordening voorzieningen
Wmo” ISD Bollenstreek 2013.Artikel 34. OvergangsrechtLid 1.Indien een aanvraag vóór de datum van inwerkingtreding van deze
Verordening is ingediend, wordt deze aan de hand van het op dat
moment geldende wettelijk kader beoordeeld, tenzij de bepalingen van
deze Verordening gunstiger zijn voor de aanvrager. In dat geval
worden de bepalingen van deze Verordening toegepast.Lid 2.Een persoon aan wie op grond van de Verordening maatschappelijke ondersteuning ISD Bollenstreek
2009 een voorziening is toegekend waarop hij op grond
van de huidige Verordening geen recht zou hebben gehad, houdt recht
op die voorziening totdat de voorziening niet langer noodzakelijk
is, dan wel de voorziening moet worden vervangen, dan wel gedurende
de in de beschikking genoemde looptijd.Voetnoot¹Ontleend aan uitspraak CRvB 29-04-2009. LJN: BI6832. Dit is een omgewerkt citaat
uit de parlementaire behandeling in die uitspraak geciteerd.