CVDR328021_1Handhavingsbeleid op artikel 13b Opiumwet in de gemeente VeldhovennlregelingVeldhoven2017-05-02VeldhovenDe Ahrenberger, 21-8-2013Handhavingsbeleid op artikel 13b Opiumwet in de gemeente VeldhovenOpiumwet, art. 13bburgemeesteropenbare orde en veiligheid2013-07-31De tekst in dit document is vrij van auteursrecht en
databankrecht2013-08-222015-01-22Nieuwe regelingOnbekendGeenGeen
Handhavingsbeleid op artikel 13b Opiumwet in de gemeente Veldhoven
1. Inleiding
Sinds 1 januari 2013 vormen de gemeenten Bergeijk, Best, Bladel, Eersel,
Oirschot, Reusel-de Mierden, Veldhoven, Waalre het basisteam Kempen. Deze
gemeenten hebben gezamenlijk een aantal speerpunten opgesteld die in
Kempenverband zullen worden opgepakt. De aanpak van hennepteelt en
hennephandel is een van deze speerpunten. Uit een inventarisatie is gebleken
dat de Kempengemeenten geen of een sterk verouderd handhavingsbeleid
hiervoor hebben. Gelet op het gegeven dat criminelen zich niets aan
gemeentegrenzen gelegen laten liggen, is het van belang om in Kempenverband
de toe te passen bestuursrechtelijke maatregelen op elkaar af te stemmen.
De burgemeesters van de Kempengemeenten hebben in hun vergadering van 7 juni
2013 besloten om gezamenlijk eenzelfde handhavingsbeleid voor artikel 13b
Opiumwet vast te stellen. Het voorliggend handhavingsbeleid is overgenomen
van de B5-gemeenten, Breda, Eindhoven, Helmond, ’s-Hertogenbosch en Tilburg,
die bij de ontwikkeling hiervan zijn ondersteund en geadviseerd door het
Regionaal Informatie- en Expertisecentrum Zuid-West Nederland en het
programmabureau Taskforce B5.
2. Juridisch kader
Voor de bestuursrechtelijke handhaving van de verboden in de zin van artikel
2 (verbod op aanwezigheid van harddrugs, Lijst I) en artikel 3 (verbod op
aanwezigheid van softdrugs, Lijst II) Opiumwet, is in die wet het artikel
13b opgenomen.
Artikel 13b Opiumwet luidt als volgt:
De burgemeester is bevoegd tot toepassing van bestuursdwang indien
in woningen of lokalen dan wel in of bij woningen of zodanige
lokalen behorende erven een middel als bedoeld in lijst I of II
wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig
is.
Het eerste lid is niet van toepassing indien woningen, lokalen of
erven als bedoeld in het eerste lid, gebruikt worden ter uitoefening
van de artsenijbereidkunst, de geneeskunst, de tandheelkunst of de
diergeneeskunde door onderscheidenlijk apothekers, artsen,
tandartsen of dierenartsen
Eveneens is de aanwijzing Opiumwet van het college van procureurs-generaal
van het Openbaar Ministerie d.d. 13-12-2012 van kracht (inwerking getreden
per 1 januari 2013; Staatscourant 2012, 26938), waarop het beleid is
afgestemd.
3. Handhavingsbeleid artikel 13b Opiumwet
Definitie drugshandel:
In deze beleidsregels wordt onder drugshandel verstaan: de verkoop,
aflevering of verstrekking dan wel daartoe aanwezigheid van drugs in een
pand en de daarbij behorende erven.
Onderstaande beleidsregels zien toe op de bevoegdheid tot het sluiten van
panden door de burgemeester bij verkoop, aflevering of verstrekking dan wel
aanwezig zijn van een middel als bedoeld in lijst I of II vanuit woningen of
lokalen en daarbij behorende erven.
Zoals de redactie van artikel 13b Opiumwet aangeeft heeft de burgemeester
voor de handhaving van de handel in drugs in panden de mogelijkheid
bestuursdwang toe te passen. Om betrokkenen niet in de gelegenheid te
stellen een financiële belangenafweging te maken, wordt er in beginsel geen
gebruik gemaakt van het opleggen van een last onder dwangsom.
Zienswijzen/spoedeisende bestuursdwang
Al naar gelang de omstandigheden van het geval kan gekozen worden voor
toepassing van spoedeisende bestuursdwang of wordt alvorens tot
besluitvorming over te gaan de belanghebbende in de gelegenheid gesteld een
zienswijze kenbaar te maken. In de artikelen 5:21 e.v. Algemene wet
bestuursrecht (Awb) zijn de procedureregels opgenomen die gevolgd moeten
worden indien tot toepassing van bestuursdwang wordt overgegaan.
Onderverdeling beleid
Het beleid betreffende de bestuurlijke handhaving van artikel 13b Opiumwet
wordt onderverdeeld in de volgende rubrieken:
a. Gedoogde verkooppunten van softdrugs (de zgn. coffeeshops);
b. Woningen: de drugshandel in woningen dan wel bij woningen behorende
erven;
c. Niet gedoogde verkooppunten van drugs: de drugshandel in (al dan niet
voor het publiek opengestelde) lokalen dan wel in of bij zodanige lokalen
behorende erven.
Voor de uitvoering van het beleid is een handhavingarrangement vastgesteld
waarin de diverse verschijningsvormen van drugshandel met daarop de
bestuursrechtelijke reactie worden weergegeven. Het in de bijlage opgenomen
handhavingarrangement maakt deel uit van het uniform handhavingsbeleid
artikel 13b Opiumwet in de B5-gemeenten.
3a. Gedoogde verkooppunten van softdrugs (de zgn.
coffeeshops)
Definitie coffeeshop
Een coffeeshop is een alcoholvrije horecagelegenheid waarin met inachtneming
van gedoogcriteria de verkoop, aflevering of verstrekking dan wel daartoe
aanwezigheid van softdrugs wordt gedoogd.
De toepassing van artikel 13b Opiumwet heeft een directe relatie met het
coffeeshopbeleid van de gemeenten. Bij coffeeshops gaat het immers ook om
panden waar gehandeld wordt in softdrugs, maar waar bewust de handhaving op
grond van artikel 13b Opiumwet onder de werking van de AHOJGI criteria niet
plaatsvindt.
De AHOJGI-criteria zijn:
A: geen affichering: dit betekent geen enkele vorm van reclame
anders dan een summiere aanduiding op de betreffende lokaliteit;
H: geen harddrugs: dit betekent dat geen harddrugs voorhanden
mogen zijn en/of verkocht worden;
O: geen overlast: onder overlast kan worden verstaan
parkeeroverlast rond de coffeeshops, geluidshinder, vervuiling en/of voor of
nabij de coffeeshop rondhangende klanten;
J: geen verkoop aan jeugdigen en geen toegang voor jeugdigen tot
een coffeeshop: gelet op de toename van het cannabisgebruik onder jongeren
is gekozen voor een strikte handhaving van de leeftijdsgrens van achttien
jaar;
G: geen verkoop van grote hoeveelheden per transactie: dat wil
zeggen hoeveelheden groter dan geschikt voor eigen gebruik (= 5 gram). Onder
"transactie" wordt begrepen alle koop en verkoop in één coffeeshop op
eenzelfde dag met betrekking tot eenzelfde koper;
I: geen toegang voor en verkoop aan anderen dan ingezetenen van
Nederland
Eveneens gelden de volgende gedoogvoorwaarden
(plus-criteria):
geen alcohol: coffeeshops mogen geen alcoholische dranken verkopen
of ter verkoop aanwezig hebben
de handelsvoorraad van de coffeeshop mag niet meer dan 500 gram
bedragen.
Vast te stellen handhavingsbeleid op artikel 13b Opiumwet in de
gemeente:
er wordt bestuursrechtelijk handhavend opgetreden indien een
coffeeshop zich niet houdt aan de AHOJGI-plus criteria zoals
hierboven aangegeven.
de exploitant draagt er zorg voor dat in en nabij de inrichting geen
overlast (waaronder parkeeroverlast), geluidhinder, vervuiling en/of
sociale onveiligheid, wordt veroorzaakt.
in beginsel wordt als beleidsuitgangspunt gekozen voor het toepassen
van bestuursdwang in de vorm van sluiting van de inrichting.
Sluitingstermijnen
De coffeeshops worden gesloten in de volgende gevallen:
-
H
a
rddrugs
in
coffeeshop
s
Bij constatering van drugshandel ten aanzien van harddrugs in de coffeeshop
of daarbij behorende erven wordt de coffeeshop bij een 1ste
overtreding voor 12 maanden gesloten. Bij een tweede constatering
binnen 2 jaar na de eerste overtreding wordt de coffeeshop voor
onbepaalde tijd gesloten en buiten het gedoogbeleid
geplaatst. Om de bekendheid weg te nemen dat ter plaatse harddrugs
verkrijgbaar was, is een periode van minimaal één jaar sluiting
noodzakelijk.
Overtreding
:
Sluiting
:
In (gedoogde) coffeeshop: drugshandel ten aanzien van
harddrugs (H-criterium).
1ste constatering: 12 maanden sluiting
2de constatering: sluiting voor onbepaalde
tijd en buiten het gedoogbeleid plaatsen van de
coffeeshop.
-
S
oftdrugs in coffeeshop
s
Bij constatering van overtreding van de gedoogvoorwaarden wordt een
coffeeshop gesloten in de navolgende gevallen:
A en O-criteria: sluiting voor de duur van 1
maand. Bij een 2de constatering binnen twee
jaar na de eerste constatering, voor de duur van 3
maanden. Bij een 3de constatering
binnen twee jaar na de tweede constatering voor de duur van
6 maandenom vervolgens bij een
4de overtreding binnen twee jaar na de derde constatering
tot sluiting voor onbepaalde tijd over te gaan;
G en I-criteria: een bestuurlijke waarschuwing. Bij een
2de constatering binnen twee jaar na de eerste
constatering, sluiting van 3
maanden. Bij een 3de constatering
binnen twee jaar na de tweede constatering een sluiting van
12maanden. Bij een
4de constatering binnen twee jaar na de derde
constatering sluiting voor onbepaalde tijd;
J-criterium: sluiting van de inrichting voor de duur van 6
maanden. Bij een 2de constatering, binnen twee
jaar na de eerste constatering, voor de duur van 12
maanden. Bij een 3de constatering volgt
sluiting voor onbepaalde tijd en buiten het gedoogbeleid
plaatsen van de coffeeshop.
Overtreding
:
Sluiting
:
strijd met de A en O-criteria
1ste constatering: 1 maand sluiting
2de constatering: 3 maanden sluiting
3de constatering: 6 maanden sluiting
4de constatering: sluiting voor onbepaalde
tijd
strijd met de G en I-criteria
1ste constatering: waarschuwing
2de constatering: 3 maanden sluiting
3de constatering: 12 maanden sluiting
4de constatering: sluiting voor onbepaalde
tijd
het toelaten van een persoon onder de 18 jaar
(J-criterium).
1ste constatering: 6 maanden sluiting
2de constatering: 12 maanden sluiting
3de constatering: sluiting voor onbepaalde
tijd en buiten het gedoogbeleid plaatsen van de
coffeeshop.
-Aanwezig zijn/verstrekken van en gebruik van alcohol in een
coffeeshop (plus-criterium)
Bij een 1ste constatering van het aanwezig zijn/verstrekken van
en gebruik van alcohol in een coffeeshop sluiting van 3 maanden.
Bij een 2de constatering binnen twee jaar na de eerste
constatering, sluiting van 6 maanden en bij een 3de
constatering binnen twee jaar na de tweede constatering, sluiting van de
coffeeshop voor een periode van 12 maanden.
Overtreding:
Sluiting:
Aanwezig zijn/verstrekken van en gebruik van alcohol in
een (gedoogde) coffeeshop.
1ste constatering: 3 maanden sluiting
2de constatering: 6 maanden sluiting
3de constatering: 12 maanden sluiting
-Een grotere handelsvoorraad dan 500
gram (plus-criterium)
Niet alleen softdrugs in de openbare verkoopruimte vormen handelsvoorraad.
Handelsvoorraad zijn ook softdrugs die elders worden aangetroffen indien er
een directe relatie bestaat met de coffeeshop. Het moet gaan om elders
aanwezige drugs die kennelijk voor verkoop in deze coffeeshop bestemd zijn.
Indien aan dit criterium is voldaan, gelden ook softdrugs die bijvoorbeeld
elders in het pand, in een ander pand of in een auto liggen, als
handelsvoorraad.
Overtreding:
Sluiting:
Meer dan 500 gram handelsvoorraad
1ste constatering: sluiting van 6
maanden
2de constatering: sluiting van maximaal 1
jaar
3de constatering: sluiting voor onbepaalde
tijd en buiten het gedoogbeleid plaatsen van de
coffeeshop.
-Herhaalde overtreding
In een coffeeshop wordt nadat is gewaarschuwd of een
besluit tot sluiting is genomen, opnieuw gehandeld in
strijd met één of meerdere AHOJGI-plus criteria.
Een vervolgstap wordt alleen genomen indien de
overtreding plaatsvindt binnen 2 jaar na de laatst
opgelegde bestuurlijke maatregel in hetzelfde
criterium.
3b. Woningen en daarbij behorende erven: drugshandel
Doordat de sluiting van woningen zwaarder ingrijpt op de persoonlijke
levenssfeer van betrokkene(n) dan de sluiting van lokalen wordt onderscheid
gemaakt tussen woningen en lokalen. De essentie ligt daarin dat er in
bewoonde woningen sprake is van het hebben van een woongenot en de daaraan
sterk gerelateerde persoonlijke levenssfeer.
De burgemeester verstaat in het kader van de bestuurlijke handhaving van de
Opiumwet onder een woning een pand dat (of ruimte die) in de aangetroffen
staat op een normale wijze voor bewoning kan worden gebruikt en dat/die
daarvoor ook mag worden gebruikt (woongenot). Of een woning wordt gebruikt
als woonruimte en er dan ook sprake is van het hebben van woongenot, blijkt
uit de feitelijke constatering ter plaatse, zoals dat veelal wordt verwoord
in het rapport van bevindingen van de politie.
Sluitingstermijnen
De woningen worden gesloten in de volgende gevallen:
-harddrugs in woningen
Indien in woningen of bij woningen behorende erven drugshandel plaatsvindt
ten aanzien van een middel als bedoeld in lijst I (harddrugs), met een
handelsvoorraad van > 0,5 gram, dan volgt bij een 1ste
constatering een sluiting van 3 maanden.
Bij een 2de overtreding van de Opiumwet in een woning of bij
woningen behorende erven binnen twee jaar na de eerste constatering, dan
vindt er een sluiting plaats van 6 maanden. Bij een
3de constatering van de Opiumwet binnen twee jaar na de tweede
constatering, dan vindt er een sluiting voor onbepaalde tijd
plaats.
Overtreding
Sluiting
In een woning (+ bijbehorende erven) wordt harddrugs
geconstateerd met een handelsvoorraad van > 0,5 gram.
1ste constatering: 3 maanden sluiting
2de constatering: 6 maanden sluiting
3de constatering: sluiting voor onbepaalde
tijd
-softdrugs in woningen
Indien in woningen of bij woningen behorende erven drugshandel plaatsvindt
ten aanzien van een middel als bedoeld in lijst II (softdrugs) met een
handelsvoorraad van > 30 gram, ontvangen zij een op schrift gestelde
bestuurlijke waarschuwing.
Deze waarschuwing geldt voor een termijn van 2 jaar.
Bij een 2de overtreding van de Opiumwet in een woning of bij
woningen behorende erven vindt er een sluiting plaats van 3
maanden. Bij een 3de overtreding van de Opiumwet binnen
twee jaar na de tweede constatering vindt er een sluiting plaats van 6
maanden en bij een 4de overtreding binnen twee jaar na
de derde constatering, een sluiting van 12 maanden. Bij een 5de
overtreding kan ex art. 77, lid 7 Onteigeningswet tot onteigening van het
pand worden overgegaan.
Overtreding:
Sluiting:
In een woning (+ bijbehorende erven) wordt drugshandel
t.a.v. softdrugs geconstateerd met een handelsvoorraad
van > 30 gram.
1ste constatering: Bestuurlijke
waarschuwing
2de constatering: 3 maanden sluiting
3de constatering: 6 maanden sluiting
4de constatering: 12 maanden sluiting
3c. Niet gedoogde verkooppunten van drugs: de drugshandel in
(al dan niet voor het publiek opengestelde) lokalen dan wel in of
bij zodanige lokalen behorende erven
Onder de in deze rubriek bedoelde panden vallen de voor publiek
toegankelijke lokalen en bijbehorende erven (zoals winkels en
horecabedrijven) en de niet voor publiek toegankelijke lokalen en
bijbehorende erven (zoals loodsen, magazijnen en andere bedrijfsruimten).
Drugshandel in of bij lokalen vormt eveneens een ernstige aantasting van de
openbare orde, veiligheid en volksgezondheid. Daarbij legt een illegaal
verkooppunt een zware druk de omgeving. Zeker in woongebieden wordt de
aanwezigheid daarvan als zeer belastend ervaren. Illegale verkooppunten (de
drugshandel zoals dat hierboven is gedefinieerd) vormen een bedreiging voor
de sociale veiligheid in de buurt en leiden vaak tot verloedering van het
straatbeeld.
Sluitingstermijnen
De niet gedoogde verkooppunten van drugs worden gesloten in de volgende
gevallen:
-harddrugs in niet gedoogde verkooppunten van drugs
Bij een 1ste constatering dat in al dan niet voor publiek
toegankelijke lokalen -niet zijnde feitelijk bewoonde woningen - en daarbij
behorende erven drugshandel t.a.v. harddrugs wordt geconstateerd, dan wordt
het pand gesloten voor de duur van 12 maanden. Bij een
2de constatering, binnen twee jaar na de eerste constatering
wordt het pand gesloten voor onbepaalde tijd(minimaal 12
maanden).
Overtreding:
Sluiting:
In een al dan niet voor het publiek toegankelijke
lokaal, niet zijnde bewoonde woning (+ bijbehorende
erven) wordt drugshandel ten aanzien van harddrugs
geconstateerd.
1ste constatering: 12 maanden sluiting
2de constatering: sluiting voor onbepaalde
tijd (minimaal 12 maanden)
-softdrugs in niet gedoogde verkooppunten van drugs
Bij een 1ste constatering dat in al dan niet voor publiek
toegankelijke lokalen -niet zijnde feitelijk bewoonde woningen - en daarbij
behorende erven drugshandel ten aanzien van softdrugs wordt geconstateerd,
wordt het pand gesloten voor de duur van 6 maanden. Bij een
2de constatering binnen twee jaar na de eerste constatering wordt
een sluiting van 12 maandenbevolen. Bij de 3de
constatering binnen twee jaar na de tweede constatering, vindt een sluiting
plaats voor onbepaalde tijd.
Overtreding:
Sluiting:
In een al dan niet voor het publiek toegankelijke
lokaal, niet zijnde coffeeshop (+ bijbehorende erven)
wordt drugshandel t.a.v. softdrugs geconstateerd.
1ste constatering: 6 maanden sluiting
2de constatering: 12 maanden sluiting
3de constatering: sluiting voor onbepaalde
tijd (minimaal 12 maanden)
4. Cumulatie
Bij cumulatie van op te leggen maatregelen, bijvoorbeeld als gevolg van
overtredingen van verschillende AHOJGI-plus criteria, is de zwaarst gestelde
maatregel van toepassing of kan worden afgeweken van het beleid (hoofdstuk
5).
5. Afwijkingsbevoegdheid
In beginsel wordt er overeenkomstig de bovenstaande beleidsregels besloten.
De getrapte sanctionering wordt in de matrixen weergegeven. Er kunnen zich
echter situaties voordoen die dermate ernstig zijn dat van de matrix
afgeweken moet kunnen worden. Bijvoorbeeld als er een enorme overschrijding
is geconstateerd van de maximale handelsvoorraad in een coffeeshop.
Ook indien niet dezelfde overtreding voor de 2e of 3e
keer is begaan, maar een overtreding uit een andere (matrix)categorie, kan
er aanleiding zijn van de matrix af te wijken.
Van het in de matrix opgenomen maatregelen kan door de burgemeester dan ook
gemotiveerd worden afgeweken. Dat kan bijvoorbeeld betekenen dat bij zeer
ernstige overtredingen een stap wordt overgeslagen of voor een langere
periode wordt gesloten.
6. Citeertitel
Handhavingsbeleid op artikel 13b Opiumwet in de gemeente Veldhoven
7. Inwerkingtreding
Dit handhavingsbeleid treedt in werking op de eerste dag na de datum van
bekendmaking.
Inhoudsopgave
1. Inleiding blz. 2
2. Juridisch kader blz. 2
3. Handhavingsbeleid artikel 13b van de Opiumwet blz. 2
3a. Gedoogde verkooppunten van softdrugs blz. 3
3b. Woningen en daarbij behorende erven blz. 6
3c. Niet gedoogde verkooppunten van drugs: blz. 7
4. Cumulatie blz. 8
5. Afwijkingsbevoegdheid blz. 8
6. Citeertitel blz. 8
7. Inwerkingtreding blz. 8