CVDR75011_1BrandbeveiligingsverordeningnlregelingVeldhoven2017-05-02VeldhovenDe Ahrenberger, 29-12-2010BrandbeveiligingsverordeningWet op de Veiligheidsregio's, art. 3gemeenteraadopenbare orde en veiligheid2010-12-16De tekst in dit document is vrij van auteursrecht en
databankrecht2011-01-062010-10-012012-11-30Nieuwe regeling10.168Aanwijzingsbesluit en nadere regels tijdelijke gebruiksvergunningsvrije tenten en overkappingenGeen
Brandbeveiligingsverordening
1Algemeen1BegripsomschrijvingenIn deze verordening wordt verstaan onder:
een inrichting: een voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde plaats voor zover die geen bouwwerk is;
bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.
2Gebruiksvergunning2Verbodsbepaling1.Het is verboden zonder of in afwijking van een door het college verleende gebruiksvergunning een inrichting in gebruik te hebben of te houden, voor zover daarin:
meer dan 50 personen tegelijk aanwezig zullen zijn;
aan meer dan 10 personen bedrijfsmatig of in het kader van verzorging nachtverblijf zal worden verschaft;
aan meer dan 10 personen jonger dan 12 jaar, of aan meer dan 10 lichamelijk of geestelijk gehandicapte personen dagverblijf zal worden verschaft.
2.Het college kan aan de gebruiksvergunning voorwaarden verbinden in het belang van het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar en het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt3.Het college kan aan de gebruiksvergunning nieuwe voorwaarden verbinden en gestelde voorwaarden wijzigen of intrekken, indien het belang waarvoor de gebruiksvergunning is verleend dit vereist op grond van een verandering van inzichten of verandering van de omstandigheden gelegen buiten de inrichting, opgetreden na het verlenen van de gebruiksvergunning.4.Het college kan inrichtingen aanwijzen, al dan niet beperkt in plaats en omvang, waarvoor het verbod in het eerste lid onder a niet geldt en kan daarvoor nadere regels stellen.5.Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing.3WeigeringsgrondenHet college weigert een gebruiksvergunning, indien de in de aanvraag vermelde wijze van gebruik van de inrichting niet brandveilig is en door het stellen van voorschriften ook niet kan worden bereikt.4Verplicht aanwezige bescheidenIn de inrichting waar de activiteiten plaatsvinden waarop de vergunning betrekking heeft moet de vergunning aanwezig zijn, en moet op verzoek van degene die is belast met de zorg voor de naleving van deze verordening, ter inzage worden gegeven.3Het voorkomen van brand en het beperken van brand en brandgevaar5GebruikseisenDe eisen gesteld aan het brandveilig gebruik van bouwwerken in de paragrafen 2.1, 2.2 en 2.3 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (Stb. 2008, 327) zijn overeenkomstig van toepassing op vergunningplichtige en niet vergunningplichtige inrichtingen.4Het bestrijden van brand en het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand6BrandveiligheidsvoorzieningenDe eisen gesteld aan het brandveilig gebruik van bouwwerken in de paragrafen 2.4, 2.5 2.6, 2.7 2.8 en 2.9 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (Stb. 2008, 327) zijn overeenkomstig van toepassing op vergunningplichtige en niet vergunningplichtige inrichtingen7Melden van brand en broeiIeder die brand of broei ontdekt of deze vermoedt, is verplicht dit onmiddellijk aan de brandweer te melden.5Overgangs- en slotbepalingen8Intrekking oude regelingBrandbeveilingsverordening, zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 3 juni 2009, nr. 09.063 wordt ingetrokken.9Overgangsrecht1.Besluiten, genomen krachtens de verordening bedoeld in artikel 9 die golden op het moment van de inwerkingtreding van deze verordening en waarvoor deze verordening overeenkomstige besluiten kent, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.2.Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de ‘Brandbeveilingsverordening, zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 3 juni 2009, nr. 09.063’ is ingediend waarop nog niet is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.10InwerkingtredingDeze verordening treedt in werking op het moment van inwerkingtreding van de Wet veiligheidsregio’s.11CiteertitelDeze verordening wordt aangehaald als ‘Brandbeveiligingsverordening’.