CVDR607524_1Handhavingsverordening Participatiewet, Ioaw en Ioaz gemeente WesterwoldenlregelingWesterwolde2018-01-24Westerwoldegmb-2018-15840Handhavingsverordening Participatiewet, Ioaw en Ioaz gemeente Westerwoldeartikel 8b van de Participatiewetartikel 35 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemersartikel 35 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigengemeenteraadbestuur en rechtmaatschappelijke zorg en welzijn2018-01-02De tekst in dit document is vrij van auteursrecht en
databankrecht2018-01-01Nieuwe regelingOnbekend.Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZHandhavingsverordening Participatiewet, Ioaw en Ioaz gemeente WesterwoldeDe raad van de gemeente Westerwolde;op voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 21 december 2017;overwegende dat het noodzakelijk is op grond van artikel 8b van de Participatiewet, artikel 35, lid 1, sub c van de Wet inkomensvoorziening voor oudere- en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaw) en de Wet inkomensvoorziening voor oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz);besluit:vast te stellen de“Handhavingsverordening Participatiewet, Ioaw en Ioaz gemeente Westerwolde”Luidende als volgt1Algemene bepalingen1.Begripsbepalingen1.Alle begrippen die in deze verordening gebruikt worden en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de participatiewet, de Ioaw/Ioaz en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).2.Deze verordening verstaat onder:
Ioaw: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;
Ioaz: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;
college: het college van Burgemeester & Wethouders van de gemeente Westerwolde.
2Handhaving2.Controle1.Het college voert onderzoeken uit om de rechtmatigheid van de uitkering te controleren en het bestrijden van het ten onrechte ontvangen van uitkering zowel bij de aanvraag, gedurende de uitkering en bij beëindiging.2.Het college stelt nadere regels met betrekking tot de onderzoeken genoemd in lid 1.3.Terugvordering1.Het college geeft uitvoering aan haar bevoegdheid ingevolge artikel 58 tot en met artikel 60c van de participatiewet om de kosten van bijstand terug te vorderen.2.Het college vordert de kosten van bijstand terug met inachtneming van paragraaf 6.4 van de participatiewet;3.Het college geeft uitvoering aan haar bevoegdheid ingevolge paragraaf 5 van de Ioaw/Ioaz om de uitkering terug te vorderen.4.Het college stelt nadere regels met betrekking tot de terugvordering.4.Verhaal1.Het college geeft uitvoering aan haar bevoegdheid ingevolge paragraaf 6.5 van de participatiewet om de kosten van bijstand te verhalen;2.Het college stelt nadere regels met betrekking tot verhaal.5.Invordering en kwijtscheldingHet college stelt nadere regels op het punt van invordering en kwijtschelding.6.Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule1.In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.2.Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, als toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.7.Afstemming, bestuurlijke boeteAls de belanghebbende zijn verplichtingen niet of onvoldoende nakomt dan wel anderszins blijk geeft van onvoldoende besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan, verlaagt het college de uitkering of de inkomensvoorziening conform de Afstemmingsverordening Participatiewet, Ioaw en Ioaz, onverminderd de plicht van het college om een boete op te leggen bij het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht en onverminderd de terugvordering van ten onrechte verstrekte bijstand of ten onrechte verstrekte inkomensvoorziening.8.Aangifte bij het Openbaar MinisterieIndien een gedraging van de belanghebbende leidt tot benadeling van de gemeente, doet het college, onverminderd de verplichting de ten onrechte verstrekte bijstand of inkomensvoorziening terug te vorderen, aangifte bij het Openbaar Ministerie, in overeenstemming met de door de wetgever en het Openbaar Ministerie hiervoor gehanteerde uitgangspunten.3Slotbepalingen9.Intrekken oude verordeningDe Handhavingsverordening Participatiewet, Ioaw/Ioaz gemeente Vlagtwedde 2015 en de Handhavingsverordening Participatiewet, Ioaw/Ioaz gemeente Bellingwedde 2015 worden ingetrokken.10.Inwerkingtreding en citeertitel1.Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2018.2.Deze verordening wordt aangehaald als: Handhavingsverordening Participatiewet, Ioaw en Ioaz gemeente Westerwolde.Aldus besloten in de openbare vergadering van 2 januari 2018. De raad voornoemd, raadsgriffiervoorzitter Artikelsgewijze toelichtingIn de Participatiewet) is de verplichting tot handhaving van regels, zoals die gelden in de Algemene bijstandswet (Abw) losgelaten en omgezet in een “kan bepaling”. Hiermee krijgen gemeenten de bevoegdheid om haar eigen regels te bepalen omtrent handhaving. De bedoeling van een hierbij behorende gemeentelijke verordening is om het beleid dienaangaande op hoofdlijnen vast te stellen en daarmee het college de gelegenheid te bieden om voor nadere invulling te zorgen via beleidsregels. De voorliggende verordening sluit zoveel mogelijk aan op de huidige wet en reeds vastgestelde gemeentelijke regels.Artikel 1. BegripsbepalingenIn dit artikel wordt uitleg gegeven omtrent de gehanteerde definities c.q. begrippen welke onlosmakelijk met handhaving zijn verbonden.Artikel 2. ControleDit artikel gaat over fraudepreventie. Het bestrijden van fraude verlegt zich meer en meer naar het moment waarop de potentiële klant een beroep op bijstand doet (van repressie naar preventie). Een goede controle op de aanvraag voorkomt dat klanten ten onrechte een beroep op bijstand doen. De controle moet worden voorafgegaan door voorlichting en heldere communicatie over de rechten en plichten alsmede het fraudebeleid van de organisatie.Controle op de aanvraag wordt onder andere vorm door een stringente invulling van de Poortwachterfunctie via o.a. een uitgebreide screening van de ingediende gegevens bij de bron en bij derden. Controle tijdens de aanvraag wordt o.a. uitgevoerd middels zogenaamde themaonderzoeken.Artikel 3. TerugvorderingIn dit artikel wordt onder andere bepaald dat de gemeente de ten onrechte verstrekte bijstand terugvordert. Hiervoor is destijds een debiteurenbeleidsplan opgesteld.Artikel 4. VerhaalHet uitoefenen van verhaal onderhoudsplicht is met de invoering van de wet niet meer een verplichting. De gemeente kan echter van deze mogelijkheid gebruik blijven maken. In een beleidsregel kan dit nader worden uitgewerkt.Artikel 5. Invordering en kwijtscheldingMet betrekking tot de invordering van ten onrechte verleende bijstand als wel de mogelijkheid van kwijtschelding kan worden verwezen naar eerder genoemde debiteurenbeleidsplan.Artikel 7. Afstemming, bestuurlijke boeteWanneer de cliënt onvolledige of onjuiste informatie verstrekt, waardoor teveel bijstand is betaald, wordt deze bijstand teruggevorderd en wordt een boete opgelegd. Bij het niet nakomen van andere verplichtingen, zoals het niet nakomen van de arbeidsvoorwaarden, de medewerkingsplicht en andere opgelegde verplichtingen, kan de uitkering of de inkomensvoorziening (tijdelijk) worden verlaagd conform de Afstemmingsverordening Participatiewet, Ioaw en Ioaz. Dat kan ook als de belanghebbende blijk geeft van onvoldoende besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan. Deze verlaging is bedoeld om het nakomen van de verplichtingen en de hoogte van de uitkering op elkaar af te stemmen en heeft daarmee het karakter van gedragscorrectie.Artikel 8. Aangifte bij het Openbaar MinisterieHet aanwenden van strafvorderlijke bevoegdheden kan slechts aan de orde zijn bij het redelijk vermoeden dat het nadeel € 50.000,00 of meer bedraagt.