CVDR139875_1Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2012nlregelingZaltbommel2018-05-01ZaltbommelGemeenteblad 2011, 4.10Verordening precariobelasting 2012Gemeentewet, art. 228gemeenteraadfinanciën en economie2011-12-08De tekst in dit document is vrij van auteursrecht en
databankrecht2011-12-162013-01-01nieuwe regelingOnbekendGeenVerordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2012De raad van de gemeente Z a l t b o m m e l ;gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 november 2011;gelet op artikel 228 van de Gemeentewet:b e s l u i t :vast te stellen de volgende Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 20121BegripsbepalingenDeze verordening verstaat onder:
maand: een kalendermaand;
jaar: een kalenderjaar;
vergunning: een door het gemeentebestuur verleende en in een gemeentelijke registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een persoon één of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond mag hebben;
terras: geheel van tafels, stoelen of andere roerende zaken, die de belastingplichtige buitenshuis opstelt om anderen in de gelegenheid te stellen ter plaatse iets te nuttigen;
zomerseizoen: de periode van 1 april tot en met 30 september;
winterseizoen: de periode van 1 oktober tot en met 31 maart.
2Belastbaar feitOnder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.3Belastingplicht1.De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.2.In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.4VrijstellingenDe precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:
voorwerpen, waarvan de gemeente ter zake van het gebruik van de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond waarop het voorwerp of de voorwerpen zich bevinden een recht heft op grond van artikel 229, eerste lid, onderdeel a, van de Gemeentewet, dan wel waarvoor een privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen en is betaald;
voorwerpen, waarvan de gemeente genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is, met uitzondering van voorwerpen die in gebruik zijn bij een derde;
voorwerpen, welke op grond van een wettelijk voorschrift, een overeenkomst of anderszins rechtens moeten worden gedoogd;
buizen in de grond tot lozing van fecaliën, huishoud- of hemelwater.
5Maatstaf van heffing en belastingtariefDe precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde. 6Berekening van de precariobelasting1.Voor de berekening van de precariobelasting wordt met betrekking tot een in de tarieventabel genoemde lengte- of oppervlaktemaat een gedeelte daarvan als een volle eenheid aangemerkt.2.Indien een tarief per oppervlakte is vastgesteld wordt, voor zover niet anders is bepaald, de belasting berekend naar de oppervlakte van de horizontale projectie van de voorwerpen.3.De oppervlakte van andere dan rechthoekige voorwerpen wordt gesteld op het product van de twee aangrenzende zijden van een om het voorwerp geplaatste denkbeeldige rechthoek.4.Indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt voor de berekening van de precariobelasting aangesloten bij de geldigheidsduur van die vergunning, tenzij blijkt dat het belastbaar feit zich gedurende een kortere of langere periode heeft voorgedaan.5.Indien in de tarieventabel voor een voorwerp tarieven voor verschillende tijdseenheden zijn opgenomen, wordt de precariobelasting berekend op de voor de belastingplichtige meest voordelige wijze.6.In afwijking van het bepaalde in artikel 1 wordt voor de berekening van de precariobelasting een gedeelte van een maand gelijkgesteld met een maand. 7.Indien het belastingtijdvak een langere periode dan een maand omvat, wordt het maandtarief per maand toegepast.7Belastingtijdvak1.In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaaroverschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar. 2.In andere dan de in het eerste lid genoemde gevallen, is het belastingtijdvak de in het kalenderjaar gelegen aaneengesloten periode gedurende welke het belastbaar feit zich voordoet of heeft voorgedaan. 8Wijze van heffingDe belasting wordt bij wege van aanslag geheven.9Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10,00.
Belastingbedragen van minder dan € 10,00 worden niet geheven.
10Termijn van betaling1.In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de precariobelasting betaald worden in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later. 2.De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.11KwijtscheldingBij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.12Nadere regels door het college van burgemeester en wethoudersHet college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.13OvergangsrechtDe Verordening precariobelasting 2011, vastgesteld bij raadsbesluit van 19 mei 2011 (Gbl. 2011, 4.2), wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 14Inwerkingtreding1.Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking. 2.De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.15CiteertitelDeze verordening kan worden aangehaald als "Verordening precariobelasting 2012".Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Zaltbommel inzijn vergadering van donderdag 8 december 2011
De raad voornoemd,de raadsgriffier,de voorzitter, drs. M.S.P. MuurlingA.van den Bosch
Tarieventabel, behorende bij de verordening precariobelasting 20121:Leidingen, kabels en buizen
Tarief per maandTarief per jaar 1.1Het tarief bedraagt voor leidingen, kabels en buizen:Per strekkende meter€ 0,19€ 2,28
2:Terrassen
Tarief per maand in zomerseizoenTarief per maand in winterseizoenTarief per jaar2.1Het tarief bedraagt voor voorwerpen onder, op of boven een terras:2.1.1In gebied A bij een totaal ingenomen oppervlakte per m²€ 6,00€ 2,00€ 45,002.1.2In gebied B bij een totaal ingenomen oppervlakte per m²€ 2,50€ 0,50€ 17,00
Gebied A: het gebied zoals dit hieronder is aangeven;