CVDR79829_2Verordening op de heffing en invordering van forensenbelasting 2011nlregelingZeewolde2017-11-21ZeewoldeZeewolde Actueel, 13-12-2011Verordening forensenbelasting 2011Gemeentewet, art. 229, lid 1gemeenteraadfinanciën en economie2011-10-27De tekst in dit document is vrij van auteursrecht en
databankrecht2012-01-012012-01-01intrekkingV136Geen.Deze regeling is vervangen door de Verordening op de heffing en invordering van forensenbelasting 2012.Verordening op de heffing en invordering van forensenbelasting 2011De raad van de gemeente Zeewolde,gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 september 2010 ;gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Gemeentewet;mede gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht;gehoord het Beraad d.d. 5 oktober 2010Besluit vast te stellen de Verordening op de heffing en invordering van forensenbelasting 2011.1BegripsomschrijvingenVoor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: woning: een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet;2Belastbaar feit en belastingplicht1.Onder de naam 'forensenbelasting' wordt een directe belasting geheven van de natuurlijke personen, die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een woning binnen de gemeente beschikbaar houden.2.Of iemand in de gemeente hoofdverblijf heeft, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.3Maatstaf van heffing en belastingtarief1.Indien de woning deel uitmaakt van een onroerende zaak als bedoeld in artikel 16 van de Wet WOZ en waarvoor op grond van hoofdstuk IV van die Wet voor die onroerende zaak een waarde is vastgesteld, wordt de belasting geheven naar de heffingsmaatstaf voor de onroerende zaakbelastingen, zoals die voor het belastingobject geldt voor het tijdvak waarover de forensenbelasting wordt geheven.2.In afwijking van het eerste lid wordt, indien de heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen waarvan de woning deel uitmaakt voor het belastingjaar is vastgesteld onder toepassing van artikel 16, onderdeel e, van de Wet WOZ, de belasting geheven naar een vast bedrag per woning.3.Indien de woning geen deel uitmaakt van een onroerende zaak als bedoeld in artikel 16 van de Wet WOZ, wordt de belasting geheven naar een vast bedrag per woning.4.In geval geen heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen is of wordt vastgesteld, wordt de belasting geheven naar een vast bedrag per woning.5.De belasting als bedoeld in het eerste lid bedraagt, indien de waarde in het economische verkeer
niet meer is dan € 125.000,- € 265,-
meer is dan € 125.000,- doch niet meer is dan € 150.000,- € 330,-
meer is dan € 150.000,- doch niet meer is dan € 175.000,- € 400,-
meer is dan € 175.000,- doch niet meer is dan € 200.000,- € 475,-
meer is dan € 200.000,- doch niet meer is dan € 225.000,- € 555,-
meer is dan € 225.000,- doch niet meer is dan € 275.000,- € 640,-
meer is dan € 275.000,- doch niet meer is dan € 325.000,- € 730,-
meer is dan € 325.000,- doch niet meer is dan € 375.000,- € 825,-
meer is dan € 375.000,- € 925,-.
6.De belasting als bedoeld in het tweede, derde en vierde lid bedraagt € 239,25.4BelastingjaarHet belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.5Wijze van heffingDe belasting wordt bij wege van aanslag geheven.6Termijnen van betaling1.De aanslagen moeten worden betaald uiterlijk twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.2.De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.3.In afwijking van het eerste lid geldt, dat zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of wanneer het aanslagbiljet slechts één aanslag bevat, moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.4.De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste en tweede lid gestelde termijnen.7Nadere regelsHet college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de forensenbelasting.8.KwijtscheldingKwijtschelding, als bedoeld in artikel 26 van de Invorderingswet 1990, wordt niet verleend. 9.Inwerkingtreding en citeertitel
De 'Verordening forensenbelasting 2010' vastgesteld bij raadsbesluit van 26 november 2009, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.
Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening forensenbelasting 2011'.
Aldus besloten door de raad van de gemeente Zeewolde in zijn openbare vergadering van 28 oktober 2010.de griffier, de voorzitter,B.J. Schouten G.J. Gorter